Clapton werd in The Green, Ripley, Surrey (Engeland) geboren als zoon van de 16-jarige Patricia Molly Clapton en de 24-jarige Canadese militair Edward Walter Fryer die in Engeland was gelegerd. Fryer keerde nog voor Clapton's geboorte terug naar zijn echtgenote in Canada. Omdat zijn moeder nog erg jong was, werd Clapton opgevoed door zijn grootmoeder Rose, en haar echtgenoot Jack Clapp, die de stiefvader was van Clapton's moeder. Zijn moeder die doorging voor zijn zuster, trouwde met de Canadese militair Frank McDonald, en volgde haar echtgenoot naar Duitsland en later naar Canada.
"Ricky", zoals Clapton door zijn grootouders genoemd werd, was een stil kind met kunstzinnige aanleg en een goed verstand. Op 9-jarige leeftijd ontdekte hij de waarheid omtrent zijn afstamming. Hij trok zich nog meer terug in zichzelf en begon zijn schoolwerk te verwaarlozen. Toen Clapton eind jaren 50 met de opkomende Rock 'n Roll in aanraking kwam, was hij meteen begeesterd. Voor zijn dertiende verjaardag vroeg en kreeg hij een gitaar. Hij ging op zoek naar de oorsprong van de Rock & Roll en kwam bij de blues terecht. Op zijn 16e liet hij zich inschrijven bij het Kingston College of Art, maar al na een jaar werd hij weggestuurd.
Nu hij van school af was begon hij te werken in de bouwsector, samen met zijn grootvader. In zijn vrije tijd leerde hij de elektrische gitaar te bespelen die hij had gekocht nadat hij in contact was gekomen met de elektrische blues van onder meer Freddie King, B.B. King en Muddy Waters.
Begin 1963 richtte hij zijn eerste groep op: de bluesband The Roosters. Na de opheffing van deze band speelde hij een maand in de groep Casey Jones and The Engineers. In oktober werd hij opgenomen in The Yardbirds, waarvan hij 18 maanden lid zou blijven. Op een bepaald moment omvatte deze band de drie grootste Britse gitaristen van de jaren 60: Eric Clapton, Jimmy Page en Jeff Beck. De groep verwierf faam door zijn bluesgetinte rock, en Clapton verwierf de bijnaam waaronder hij nog steeds bekend is: Slowhand. Deze bijnaam kreeg hij omdat hij door zijn stijl van spelen regelmatig snaren brak, en hij deze dan ter plekke verving, terwijl het publiek hem begeleidde met traag handgeklap. De beide platen die hij met de Yardbirds uitbracht hadden veel succes. Desondanks verliet hij de Yardbirds in 1965, omdat hij vond dat de groep te veel de commerciële poptoer opging.
Van april 1965 tot midden 1966 maakte hij deel uit van John Mayall's Bluesbreakers. In deze periode kwam zijn talent definitief tot ontplooiing. Hoogtepunt was de LP Bluesbreakers With Eric Clapton, inmiddels een echte klassieker.
Eind 1966 richtte hij samen met bassist Jack Bruce en drummer Ginger Baker de groep Cream op. Met deze groep vestigde hij definitief zijn reputatie als de nummer één van de rockgitaristen. Door het uitbrengen van drie opeenvolgende sterke LP's, en door energieke en uitgebreide tournees, verwierf Cream een internationale reputatie die amper onderdeed voor die van de Beatles en de Rolling Stones. De optredens van de band kenmerkten zich in veel improvisatie, waarbij alle drie de bandleden hun muzikale talenten ten volle konden uiten. De karakters van de drie leden waren echter zo sterk dat ze voortdurend met elkaar botsten, waardoor de band geen lang leven beschoren was. Maar hoewel de band slechts twee jaar bestond, wordt hij toch beschouwd als een van de voornaamste van die periode.
Begin 1969 richtte Clapton de eerste "superband" van de geschiedenis van de popmuziek op: Blind Faith. Andere leden van deze groep waren Steve Winwood, Rick Grech en Ginger Baker. Na slechts één LP en één Amerikaanse tournee viel ook deze band uit elkaar.
Vervolgens trad Clapton een tijdje op als gastmuzikant met Delaney & Bonnie, die het voorprogramma van de tournee van Blind Faith hadden verzorgd. In de zomer van 1970 leidde dit tot de oprichting van Derek and The Dominos. Ook deze band maakte het niet lang: na één LP en een Amerikaanse tournee was het opnieuw over. Dit leverde echter wel de klassieke dubbel LP "Layla and other assorted love songs" en een dubbele live LP "In concert" op. Layla wordt nog steeds gezien als één van de hoogtepunten in de populaire muziek. Door de combinatie van getalenteerde en gedreven muzikanten en een zeer persoonlijke benadering van de songs, ontstond een echte klassieker. Met name de inbreng van gitarist Duane Allman bracht het geheel op een hoog niveau.
Ondanks zijn professionele successen ging het Clapton in deze periode privé niet voor de wind. De druk van zijn carrière, zijn (voorlopig) onbeantwoorde gevoelens voor Patti Boyd (de echtgenote van zijn vriend George Harrison)en zijn verslaving aan heroïne maakten dat hij van de scène verdween. Na een onderbreking van drie jaar wist hij met de hulp van Pete Townshend (The Who) van zijn verslaving af te komen. Hij had een rol in de verfilming van Townshend's rock-opera Tommy, en begon weer platen op te nemen. Zijn stijl had echter een verandering ondergaan: de nadruk lag minder op de muzikant, meer op de vocalist en componist, minder op de blues ook. Dit werd hem door veel van zijn vroegere fans en door veel critici niet in dank afgenomen.
Aan het einde van de zeventiger jaren kreeg hij opnieuw te maken met een verslaving, ditmaal aan alcohol, waardoor hij in 1981 zelfs in het ziekenhuis belandde. Ondertussen was hij in 1978 ook gehuwd met de reeds eerder genoemde Patti Boyd, die inmiddels van Harrison was gescheiden.
Gedurende de jaren tachtig bleef hij met groot succes albums uitbrengen, alhoewel hij nooit meer de immense populariteit bereikte van de jaren zeventig. In 1987 werd hij lid van de Anonieme Alcoholisten, en sindsdien lijkt zijn alcoholverslaving onder controle. Tijdens de opnamen van het album Behind the sun in 1985 gingen leerde hij Yvonne Khan Kelly kennen, met wie hij een verhouding én een kind kreeg: zijn oudste dochter Ruth (°1985). Clapton verliet Patty Boyd, en in 1988 scheidden zij. De verhouding met Kelly duurde echter niet lang, en Clapton vond in het Italiaans model Lori Del Santo een nieuwe levensgezellin. Uit deze verhouding werd in 1986 een zoon, Conor geboren.
Aan het begin van de jaren negentig beleefde hij privé weer harde tijden. In een helikopterongeval eind 1990 kwamen drie van zijn beste vrienden om het leven: gitarist Stevie Ray Vaughan en twee leden van Claptons crew, Colin Smythe en Nigel Browne. Op 20 maart 1991 viel zijn vierjarig zoontje Conor uit een raam op de 53 ste verdieping van een wolkenkrabber waar zijn moeder woonde in Manhattan (New York). Clapton drukte zijn verdriet hierover uit in het nummer "Tears in Heaven" waarmee hij in 1992 een Grammy-award won.
Met de verschijning van het album "From the Cradle" in 1994 boorde Clapton weer zijn oude bronnen aan en de traditionele blues gingen weer een prominentere rol spelen in zijn muziek (zie The blues (1999), Riding with the King (2000)...).
In 1997 richtte hij op het eiland Antigua het Crossroads Centre op, een internationaal afkickcentrum voor alcohol-, drug- en andere verslavingen.
In januari 2002 trouwde hij met Melia McEneryin dezelfde kerk waar hij tien jaar geleden afscheid heeft genomen van zijn zoon). Het echtpaar kreeg twee dochters, Julie Rose (2001) en Ella Mae (2003).
In 2004 verleende Clapton zijn medewerking aan de nieuwe CD van zijn oude vriend Rod Stewart, genaamd "Stardust".
In 2005 kwam Eric Clapton met nieuw werk naar buiten op het album "Back Home".
|