We hebben het hier al dikwijls gehad over de Jazz. Bij deze wil ik jullie ook eens een overzichtje geven van de verschillende periodes in de Jazz-wereld. In dit eerste deel neem ik jullie mee naar de periode tussen 1935 en 1949. Een tweede deel dat ik later nog ga publiceren gaat tot op +/- vandaag. Aan teksten over de vroege beginperiode van de Jazz (dus voor 1935) moet ik nog werken.
Swing! 1935 tot 1937 Jazz heeft nu een nieuwe benaming erbij: Swing! Jazz bandleaders zoals Benny Goodman, Tommy Dorsey, Jimmie Lunceford en Glenn Miller zijn het idool geworden van teenagers en van verslaafden aan de woeste moderne dans. Billie Holiday duikt na een tragische jeugd op en begint haar carrière als één van de grootste zwarte jazz-zangeressen. En in Chicago bewijzen Benny Goodman en Teddy Wilson dat ondanks rassenscheiding, beroemde zwarte en blanke musici naast elkaar op het podium kunnen staan. In de Savoy Ballroom in Harlem is daarentegen alleen maar plaats voor één koning van de Swing: Chick Webb. Op 11 mei 1937 reist Benny Goodman naar Harlem voor een krachtmeting met de Swingkoning. Meer dan 4000 dansers zijn op de vloer om de kampioen aan te moedigen maar aan het eind is het duidelijk wie als overwinnaar komt uit de muziekstrijd van de eeuw
De komst van de saxofoon 1937 tot 1941 Terwijl de depressie verergert, bloeit de jazz. De saxofoon wordt het icoon van deze muziekstijl en we ontmoeten twee virtuozen: de onbesuisde Coleman Hawkins en de introspectieve Lester Young. Ook vrouwelijke jazzmuzikanten maken hun entree in de jazzscene, waaronder de getalenteerde pianist en arrangeur May Lou Williams, maar ze worden wel regelmatig geconfronteerd met discriminatie van mannelijke critici en collegas. De ster van Ella Fitzgerald rijst snel met de band van Chick Webb en ze staat aan het begin van een lange carrière als virtuoze jazz-zangeres. Benny Goodman geeft het eerste jazz concert ooit in Carnegie Hall, waarmee hij jazz nog meer op de voorgrond brengt.
Big Band muziek 1940 tot 1942 Aan het begin van de jaren veertig, als de oorlog alles overschaduwt, verandert de jazz. In Mintons Playhouse, een club in Harlem, ontdekt een kleine groep jonge muzikanten een nieuwe en aanstekelijke manier van spelen: snel, complex en chaotisch. Onder hen de trompet virtuoos Dizzy Gillespie en de briljante saxofonist Charlie Parker. Wanneer Amerika in 1941 betrokken raakt bij de Tweede Wereldoorlog is big band muziek onderdeel van het wapenarsenaal, die de moraal van zowel het thuisfront als de troepen overzee hoog houdt. Sommige bandleiders gaan in dienst, anderen touren langs de legerbases en maken Victory Discs. Duke Ellington ontdekt zijn muzikale wederhelft, de getalenteerde jonge componist Billy Strayhorn. Samen maken ze onvergetelijke opnames.
Oorlog en chaos 1943 tot 1945 In een Europa dat verscheurd wordt door de oorlog, wordt jazz verbannen door de Nazis, maar de grote jazzmuzikanten blijven spelen en maken van muziek een wapen van verzet. Voor veel zwarte Amerikanen is dat een loze kreet. Zij vechten in het buitenland voor vrijheden die hen onthouden worden in hun eigen land. Ondertussen gaat het stuk van Duke Ellington in première, een portret van het leven van zwarten in Amerika dat klinkt als een symfonische suite, getiteld Black, Brown and Beige. Zoals altijd weet hij zijn orkest te laten klinken als één instrument, waarmee zijn muziek tot verbazende perfectie stijgt. Louis Jordan populariseert het muziekgenre dat rhythm and blues gaat heten en Charlie Parker en Dizzy Gillespie nemen Ko-Ko op, waarmee de muziekstijl bebop is gelanceerd. Als Amerikanen dit horen, zal jazz nooit meer hetzelfde zijn.
Bebop en drugs 1945 tot 1949 De spanningen van de Koude Oorlog zijn terug te horen in de gebroken ritmes en dissonante melodieën van de bebop en in het roemruchte leven van Charlie Bird Parker. Zijn improvisaties, roekeloze intensiteit en zijn zelfdestructieve, door drugs geteisterde levensstijl zijn veelvuldig gekopieerd door andere muzikanten. Zijn muzikale soulmate Dizzy Gillespie probeert de nieuwe muziekstijl aan de man te brengen maar het jongere publiek is gegrepen door popzangers als Frank Sinatra. Louis Armstrong formeert de All Stars een kleine, gemengde band. Deze band mag in 1949 niet optreden in New Orleans, hoewel het concert gepland was; een schending van de Jim Crow wetten. Organisator Norman Granz doorbreekt ondertussen de raciale barrières in het hele land als hij op tournee gaat met zijn Jazz at the Philharmonic Group, waarbij hij gelijke behandeling van al zijn muzikanten eist.
Op de foto bij dit bericht ziet U Cab Calloway
09-11-2005 om 14:38 geschreven door Jay Stanton
|