Volledige naam: Charles Christopher Parker Geboren: 29 Augustus 1920 in Kansas City, Missouri Gestorven op 12 Maart 1955 in New York Getrouwd met: Rebecca Ruffin (1936), Geraldine Scott (1943), Doris Snyder (1948) en Chan Richardson (1950). Hij had vijf kinderen.
Charlie Parker, enig kind van Charles en Addie Parker, was één van de belangrijkste en meest invloedrijke saxofonisten en jazz muzikanten van de jaren ´40.
Als kind verhuisde Charlie met zijn familie naar Kansas City, Missouri, waar toen juist de jazz en andere zwarte muziek hoogtij vierden. Op school kwam hij daar voor het eerst in contact met muziek; hij speelde bariton in de schoolband. Op zijn 15de was hij helemaal weg van muziek en vooral van de altsaxofoon. Al snel speelde Parker bij wat bandjes uit de buurt en in 1935 verliet hij dan ook de school om zijn geluk in de muziek te zoeken.
Van 1935 tot 1939 werkte Parker in Kansas City met verschillende lokale jazz en blues bands. Dáár onwikkelde hij zijn techniek. In 1939 ging Parker voor het eerst naar New York waar hij bijna een heel jaar bleef. Hij werkte als beroepsmuzikant en deed vaak mee aan jam-sessions. In die tijd ontwikkelde Parker zijn muzikale stijl. In 1938 werd Parker lid van de band van pianist Jay McShann waarmee hij door het Zuid-Westen, Chicago en New York tourde. Een jaar later ging Parker naar Chicago waar hij in een club op 55th street speelde. Van daar verhuisde Parker naar New York waar hij, uit armoede, bordwasser werd in een restaurant. Dáár ontmoette hij de gitarist Biddy Fleet, die hem veel leerde over instrumentale harmonie. Vrij snel daarna keerde Parker terug naar Kansas City voor zijn vaders´s begrafenis. Eenmaal daar, ging hij spelen bij Harlan Leonard's Rockets, waarbij hij 5 maanden bleef. In 1939 ging Yardbird weer bij McShann spelen en werd aan het hoofd van de riet-sectie gezet. Tijdens de vier jaar dat Parker bij McShann bleef, kreeg hij de gelegenheid om solo op te treden in verschillende van hun opnamen zoals "Hootie Blues", "Sepian Bounce" en de hit uit 1941 "Confessing the Blues". In 1942, tijdens een tour met McShann, deed Parker jam sessies in Monroes and Minton's Playhouse in Harlem waar hij de aandacht trok van artiesten als Dizzy Gillespie en Thelonious Monk. Later dat jaar brak Parker met McShann en ging 8 maanden spelen bij Earl Hines. Het jaar 1945 was heel belangrijk voor Parker. In die tijd leidde hij zijn eigen groep in New York en wekte daarnaast met Gillespie in verschillende ensembles. In December dat zelfde jaar trokken Parker en Gillespie met hun muziek naar Hollywood in een 6-weekse nachtclub tour. Parker bleef optreden in Los Angeles tot Juni 1946 toen hij een zenuwinzinking kreeg waarvoor hij in het ziekenhuis werd opgenomen. Nadat hij in Januari 1947 uit het ziekenhuis was ontslagen, keerde Parker terug naar New York waar hij een quintet vormde dat enkele van Parker's bekendste tunes opnam.
Van 1947 tot 1951 werkte Parker in een aantal nachtclubs, radio studios en andere plaatsen. Hij trad solo op of samen met andere musici. In die tijd bezocht hij Europa waar hij toegejuichd werd door toegewijdde fans en waar hij een heel stel platen opnam. Op 5 Maart 1955 was Parker's laatste publieke optreden in Birdland, een nachtclub in New York. Hij stierf een week later in het appartement van een vriend.
Charles "Yardbird" Parker was een verbazende saxofonist die algemene erkenning verkreeg voor zijn briljante solos and innovatieve improvisaties. Hij was, zonder twijfel, één van de meest invloedrijke en getalenteerde musici in geschiedenis van de jazz.
Wil je het turbulente leven van deze Jazz-Legende in beeld zien, dan kan ik u de film Bird (regie: Clint Eastwood) ten stelligste aanbevelen!
Groeten,
Jay
|