Inhoud blog
  • Nieuw screeningsprogramma voor zwangere vrouwen
  • Hechtingsstoornis
  • Gehechtheid bij kinderen
  • Reactieve hechtingsstoornis
  • Infant Mental Health sociaal-emotionele problematiek bij risicobaby's
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Zoeken met Google


    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.


    Laatste commentaren
  • Zwaarlijvigheid (Claudine)
        op Iedereen Borderline?
  • Hechtingsprobleem

    Voor ouders, hulpverleners, en leerkrachten, die zich zorgen maken over kinderen, met Hechtingsprobleem, Hechtingsproblemen, hechtingsstoornis, hechting, gehechtheid, ouders, babys, kinderen, pleegkinderen, stiefkinderen,jeugd, volwassenen, hulpverleners, onderwijs, jeugdzorg
    17-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. '˜De mismatch had niet groter kunnen zijn'

    vr 12 mrt 2010, 06:30 | 22 reacties

     ‘De mismatch had niet groter kunnen zijn’

    AMSTERDAM -  Door de aardbeving in Haïti is adoptie weer bijzonder actueel. Maar hoe goed de bedoelingen van adoptieouders ook zijn, het pakt niet altijd goed uit. Miranda van Dijk (44) werd als baby geadopteerd en heeft zich haar hele leven een vreemde eend in de bijt gevoeld.

      “Sinds het noodlot in Haïti toesloeg, worden de adoptiekinderen met vliegtuigladingen vol naar Nederland gebracht. Wonderlijk vind ik dat, want normaal gaat dat altijd zo moeizaam. Maar ik denk wel dat het belangrijk is dat deze kinderen zo snel mogelijk een veilige plek vinden in een liefdevol gezin. Ik lag zelf de eerste tien maanden van mijn leven in een kaal bedje in een Nederlandse kliniek voor ongehuwde moeders. De nonnen die mij verzorgden, mochten zich volgens het instellingsprotocol niet aan de kinderen hechten. Die tien maanden zonder aanraking, zonder liefde, zonder lach en zonder vertrouwde moedergeur, hebben mijn gevoel van veiligheid volledig ondermijnd.

      Ik heb jaren later tijdens een regressietherapie ontdekt, dat ik in dat bedje het gevoel heb gehad dat ik doodging. Afschuwelijk was het. Na tien maanden werd ik geadopteerd. Het klinkt zo mooi; breng een ontheemd kind samen met wensouders die vaak al jaren hunkeren naar een kindje en alles komt vanzelf goed. Maar dat sprookje pakte in mijn geval niet zo uit. Als kind bleek al dat ik niet dezelfde genen had als de mensen bij wie ik opgroeide. Ik was een extravert, creatief en erg gevoelig kind in een gezin met introverte, emotioneel geremde ouders die mij niet begrepen. De mismatch had niet groter kunnen zijn. Ik voelde mij een vreemde eend in de bijt. Pas op mijn elfde hoorde ik dat zij niet mijn echte ouders waren.

      Schande

      Mijn biologische moeder werd als jong meisje zwanger na een brute verkrachting. Ze had geen diploma’s en geen werk. Ze woonde nog bij haar ouders en had al een ander kind van wie de vader ook niet meer in beeld was. Het was onmogelijk voor haar om mij op te voeden. Maar abortus was geen optie, omdat de buurt daar schande van zou spreken. Dus ik groeide op in een ander gezin en zag mijn moeder niet meer.

      Mijn adoptieouders hadden een liefdeloos huwelijk. Er werd totaal niet gecommuniceerd tussen die twee, en er hingen constant spanningen in de lucht die onuitgesproken bleven. Er vielen zelfs dagenlange stiltes. Ik wist nooit precies wat er aan de hand was, maar voelde wel de spanning. Ik kan me ook niet herinneren ooit geknuffeld te zijn. Toch deden ze, denk ik, wel alles wat binnen hun vermogen lag om mij een goede jeugd te geven. Volgens hun normen dan. Ik ging naar school, zat op muziekles, had veel speelgoed en mooie kleren. Het ontbrak me aan niets. Ze gaven me ook wel complimentjes en zeiden dat ze trots op me waren. Maar altijd in woorden. Terwijl ik juist zo’n enorme behoefte had aan een aai over mijn bol of die alleszeggende knuffel.

      Lees het complete verhaal van Miranda in VROUW Magazine nummer 11.

      Ben jij geadopteerd en heb jij hetzelfde gevoel als Miranda? Of heb jij zelf kinderen geadopteerd en heb je het gevoel dat het niet klikt met jouw adoptiekinderen? Hoe ga je daar mee om? Praat met ons mee.

      http://www.telegraaf.nl/vrouw/psyche_relatie/6261272/__De_mismatch_had_niet_groter_kunnen_zijn__.html?p=25,1

      17-03-2010 om 20:29 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      16-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De borderlinestoornis: crises in hechten en onthechten
       

      De borderlinestoornis: crises in hechten en onthechten

      Dit boek gaat over de mogelijkheden en moeilijkheden bij de behandeling van patiënten met een ernstige vorm van borderlinestoornis. Het wordt aannemelijk gemaakt dat patiënten met een dergelijke stoornis niet alleen recht hebben op een adequate behandeling, maar ook dat zij daarvan kunnen profiteren. Aan de hand van talrijke praktijkvoorbeelden worden diverse aspecten belicht met als rode draad steeds de hechtingsproblematiek.

      Auteur E. van Meekeren
      Publicatiejaar 2001 (derde druk)
      ISBN 90 73637 43 0
      Prijs € 22,46
      Uitvoering paperback
      Omvang 162 pagina’s
      Verkrijgbaarheid tijdelijk niet leverbaar

      http://www.benecke.nl/uitgeverij_boeken_psychiatrie_boeken.htm#de borderlinestoornis

      16-03-2010 om 23:02 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jonge moeders betrekken woning De Sleutels
      Jonge moeders betrekken woning De Sleutels
      15-03-2010 10:54:46

      LEIDEN - In het kader van het project 'Woonruimte voor jonge moeders' van woningcorporatie De Sleutels en Cardea Jeugdzorg, betrekken deze week de eerste moeders een woning van de Sleutels in Leiden-Zuidwest.

      Het gaat om twee jonge moeders die onder begeleiding van Cardea toewerken naar volledige zelfstandigheid. Een prettige woonruimte biedt de (kwetsbare) jongeren de mogelijkheid om de stap naar zelfstandigheid te zetten. Door middel van trainingen, leerwerktrajecten en intensieve
      begeleiding van Cardea leren de jonge vrouwen goed voor zichzelf en hun baby te zorgen en een toekomst op te bouwen. De Sleutels draagt daar graag aan bij.

      In december 2009 zetten de Sleutels en Cardea hun handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst. Hierbij gaven zij tevens het startsein voor het eerste
      gezamenlijk project: 'Woonruimte voor jonge moeders'.
      http://www.unityfm.nl/nieuws.php?id=10693

      16-03-2010 om 09:51 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      14-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Asperger Volgens mij is dit hechtingsstoornis?

      Volgens mij is dit hechtingsstoornis?

      Oorzaken asperger

      Oorzaak van het syndroom van Asperger
      Er is onderzoek gedaan naar autisme en aan autisme aanverwante stoornissen (waaronder het syndroom van Asperger). Uit die onderzoeken komt naar voren dat er aanwijzingen zijn dat erfelijkheid een rol speelt. Bij een kind met het syndroom van Asperger worden zintuiglijke prikkels op een andere wijze door de hersenen verwerkt. Asperger komt voor in verschillende gradaties. In sommige gevallen kan het syndroom van Asperger zoveel invloed hebben dat schooluitval onvermijdelijk is.
       
      Prognose
      Mensen met het syndroom van Asperger kunnen beter leren omgaan met hun beperkingen dan mensen met klassiek autisme. Op volwassen leeftijd begrijpen mensen met Asperger wat hun beperkingen zijn en kunnen ze hieraan werken. Het eenzijdig bezig zijn met hun interesses, kan op latere leeftijd zelfs leiden tot grote prestaties op één specifiek gebied. Op die manier kan een nadeel een groot voordeel worden. Kinderen met Asperger blijven moeite houden met het verwoorden van gevoelens en het aan andere uitleggen van wat ze bezighoudt. Hierdoor voelen ze zich vaak onbegrepen en ontstaat frustratie. Die frustratie kan zich uiten in enorm driftig gedrag

      Kenmerken
      Het syndroom van Asperger heeft de volgende kenmerken:
      • Gebrek aan sociale vaardigheden: kinderen met Asperger hebben moeite met het aangaan en onderhouden van sociale contacten, en hebben problemen met het begrijpen van sociale regels en non-verbale communicatie (gebaren en gezichtsuitdrukkingen).
      • Eenzijdige interesses: vaak houden mensen met Asperger zich op een gedetailleerde en obsessieve wijze bezig met eenzijdige interesses, en wijden daar ook urenlang over uit. Veelvoorkomende onderwerpen zijn de tweede wereldoorlog, dinosaurussen, dieren in het algemeen, sterrenkunde of het lezen van boeken.
      • Stressgevoelig: kleine veranderingen kunnen al grote paniek veroorzaken.
      • Slechte motoriek: zowel kinderen als volwassenen met Asperger bewegen vaak traag en houterig, hebben minder expressieve gelaatsuitdrukkingen en een wat vlakkere stem (monotoom).

        Problemen met de sociale interactie
        Kinderen met het syndroom van Asperger vinden het moeilijk om sociale situaties goed te begrijpen en snappen ook niet altijd de (ingewikkelde) regels van de sociale interactie. Omdat ze hier moeite mee hebben, hebben ze vaak ook weinig tot geen vriendjes en zijn vaak erg op zichzelf.
        De taal is goed ontwikkeld, maar het communiceren gaat niet altijd even goed. Kinderen met Asperger praten vaak ‘tegen’ de ander, in plaats van ‘met’. Dat kun je merken doordat ze praten over hun eigen interesses en er geen rekening mee kunnen houden of de ander het kan volgen of het interessant vindt.
        Kinderen met Asperger kunnen moeilijk praten met andere kinderen, omdat ze vaak op een volwassen manier praten. Andere kinderen kunnen dit niet goed volgen of vinden het raar. Ook kunnen ze hun lichaamshouding of gezichtsuitdrukking moeilijk aanpassen aan wat ze vertellen.
        Kinderen met het syndroom van Asperger merken het niet wanneer mensen tegen hen liegen of hen bedriegen. Hierdoor kan er gemakkelijk misbruik van hen gemaakt worden.
         
        Eenzijdige interesses en bezigheden:
        Kinderen met Asperger hebben niet veel verschillende interesses. Ze zijn vaak erg gefixeert op één bepaalde bezigheid. Ze kunnen er urenlang mee bezig zijn en willen er continu over praten tegen andere mensen. Hierbij komt ook weer naar voren dat ze grote verhalen houden zonder er rekening mee te houden of de luisteraar wel interesse in het verhaal heeft. Het kan ook voorkomen dat het kind weigert dingen buiten zijn interessegebied te leren.   
         
         
        Problemen met veranderingen
        Kinderen Asperger kunnen niet goed tegen veranderingen. De kinderen raken snel van slag als dingen niet gaan volgens hun starre denkbeelden. Door zelfs de kleinste verandering kunnen ze erg angstig, boos of bezorgd worden. Kinderen met Asperger vertonen vaak obsessieve routines en willen graag dat alles hetzelfde blijft.
         
        Problemen met de motoriek
        Kinderen met Asperger zijn lichamelijk onhandig. Ze bewegen vaak traag en houterig. Ook de fijne motoriek (hand-oogcoördinatie) kan verminderd zijn, waardoor de kinderen problemen kunnen hebben met onder andere het schrijven. Daarnaast hebben de kinderen minder expressieve gelaatsuitdrukkingen en een wat monotomere stem.
         
        Cognitieve problemen
        Kinderen met het syndroom van Asperger hebben meestal een gemiddeld tot bovengemiddelde intelligentie. Ze hebben met name een erg goed geheugen. Ook hebben ze een zeer grote woordenschat en een geleerde manier van spreken. Het komt echter geregeld voor dat kinderen met Asperger niet begrijpen waarover ze het hebben. Het kan zijn dat de kinderen dan enkel gelezen werk of anderen aan het napraten zijn. Kenmerkend voor kinderen met het Syndroom van Asperger is dat ze alles letterlijk nemen van wat gezegd wordt.

        Daarnaast hebben kinderen met het syndroom van Asperger vaak concentratieproblemen. Door de vele interne prikkels (zoals bijvoorbeeld de drang om telkens op te willen staan) kunnen ze zich niet concentreren of hun werkzaamheden organiseren. Ze kunnen niet goed hun aandacht richten op wat relevant is.

      14-03-2010 om 17:43 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (8 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      12-03-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overbeschermende ouders beschadigen de kinderhersenen

      "Overbeschermende ouders beschadigen de kinderhersenen"

      Ouders die hun kinderen te veel afschermen, nemen meer weg dan enkel hun vrijheid en ondernemingszin. Ook hun hersenen groeien trager, en dan vooral het gebied gelinkt aan mentale stoornissen. Dit zou betekenen dat deze kinderen meer kans hebben op psychiatrische stoornissen. Ook verwaarlozing door de vader heeft hetzelfde effect. Australische wetenschappers nuanceren de verbanden.

      Het verband is aan het licht gekomen na Japans onderzoek bij 50 twintigers. Kosuke Narita nam hersenscans en vroeg de jongeren naar de relatie met hun ouders volgens het 'parental bonding instrument', een internationaal erkende manier om de relatie tussen ouder en kind te meten, zo schrijft New Scientist. Wie een lage socio-economische status had of ouders die niet gestudeerd hadden, werd evenwel uitgesloten.

      Prefrontale cortex
      Twintigers met overbeschermende ouders hadden minder grijze materie in de prefrontale cortex dan twintiger met een gezonde relatie. Wie verwaarloosd werd door zijn vader had ook minder grijze cellen, verwaarlozing door de moeder had geen effect. Wie mentaal ziek is, vertoont vaak afwijkingen in de prefrontale cortex.

      Cortisol en dopamine
      Het Japanse team vermoedt dat overdreven blootstelling aan het stresshormoon cortisol, door verwaarlozing of te veel aandacht, en een verminderde productie van dopamine, door slechte opvoeding, resulteert in minder grijze massa.

      Blijvend effect?
      Toch moeten de resultaten genuanceerd worden. De Australiër Anthony Harris vindt de studie erg belangrijk om duidelijk te maken dat opvoeding wel degelijk een lange termijneffect kan hebben op de kinderen. "Maar", zo waarschuwt hij, "dat betekent niet dat de 'schade' aan de hersenen blijvend is. Mensen zijn heel soepel en kunnen van veel herstellen.

      Aangeboren?
      Zijn collega-wetenschapper, Stephen Wood, nuanceert dat niet elke psychiatrische stoornis is terug te brengen tot de ouders en de relatie tussen ouders en kinderen. "We kunnen niet weten hoeveel van de onderzochte Japanners geboren is van een afwijking in de grijze massa. Misschien is dat wel de reden dat ze niet goed opschieten met hun ouders in plaats van andersom."

      Uitsluiting
      Wood stelt zich ook vragen bij het uitsluiten van personen met een lage socio-economische status en ouders die geen diploma hebben. "Dat zijn twee factoren die bijdragen tot een slechte prestatie op cognitieve testen. Het verband dat ze vonden is misschien echt, maar waarom concentreren ze zich enkel op de ouders als er veel belangrijkere factoren zijn?" (edp)
      11/03/10 17u30

      12-03-2010 om 21:17 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      13-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeugdzorg ligt onder vuur Schriftelijke vragen van Aasted-Madsen (CDA)
      Jeugdzorg ligt onder vuur. De parlementaire werkgroep is met een onderzoek gestart. Eindelijk komt er aandacht voor alle kinderen, die vaak onterecht uit huis zijn geplaatst. Hierover heeft Ine Aasted-Madsen onderstaande vragen gesteld. Vele ouders wachten in spanning het antwoord van de minister af. Zullen hun kinderen weer naar huis mogen?

      Schriftelijk vragen van het lid Aasted-Madsen – van Stiphout(CDA) aan de minister van Jeugd en Gezin:

      1. Heeft u kennisgenomen van de uitzending “Das je goed recht” van SBS6 op 31 januari 2010?

      2. Naar aanleiding van deze uitzending zijn zo’n 1000 reacties binnengekomen van ouders die aangeven dat ook hun kind(eren) op basis over onjuistheden en onvolledigheden in de rapportage van BJZ en/of de Raad voor de Kinderbescherming uithuis zijn geplaatst. Wie draagt zorg voor waarheidsvinding alvorens vergaande maatregelen als een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing worden uitgesproken?

      3. In de beantwoording van schriftelijke vragen over een escalatie tussen pleegouders en Bureau Jeugdzorg (2009Z24418) geeft u aan dat u niet ingaat op individuele casuïstiek, datzelfde horen we van de Inspectie Jeugdzorg. Wie houdt zich in Nederland wel bezig met individuele casuïstiek binnen de Jeugdzorg, als men het functioneren van de Jeugdzorg aan de orde wil stellen?

      4. Bij welke onafhankelijke partij kunnen deze ouders terecht om een dossier tegen het licht te laten houden, eventueel aanvullende informatie te laten vergaren en opnieuw te laten beoordelen met een bindend advies?

      5. Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten doen naar deze individuele casuïstiek, waar ouders en kinderen mogelijk op basis van onjuistheden en onvolledigheden van elkaar gescheiden zijn?

      6. Hoe gaat u voorkomen dat in de toekomst zaken als feit in rapportages worden opgenomen, zonder dat daarbij waarheidsvinding heeft plaatsgevonden?

      7. Wilt u deze vragen binnen de gestelde termijn van 3 weken beantwoorden op deze website?


      zie ook www.hechtingsstoornis.com

      13-02-2010 om 19:13 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      05-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.500ste baby aangemeld voor babymassage in Lucas

      Onlangs werd op locatie Lucas van de Ommelander Ziekenhuis Groep de 500st baby aangemeld voor advies, begeleiding en babymassage.

      Persbericht Delfzijl / Winschoten, januari 2010

      De gebeurtenis ging niet ongemerkt voorbij. Baby Jonathan en zijn moeder ontvingen op 25 januari jl. bloemen uit handen van kinderarts mevrouw Leonie Pierik.
      Wanneer na de geboorte een baby steeds meer huilt, niet goed slaapt, onrustig is of bijvoorbeeld veel last heeft van darmkrampjes, weten ouders vaak niet meer wat ze moeten doen. Ouders krijgen veel adviezen en gaan van alles proberen om een oplossing te zoeken. Al deze verschillende adviezen geven vaak een averechts resultaat.
      Daarom worden op locatie Lucas sinds 2001 ouders individueel begeleid om babymassage te stimuleren. Ook krijgen zij adviezen op maat. Ouders worden voor begeleiding via de kinderarts doorverwezen.

      Gesprekken

      In een eerste gesprek met de ouders worden de bestaande problemen besproken. Aan de hand hiervan krijgen ouders adviezen en achtergrondinformatie over deze adviezen, zodat zij goed op de hoogte zijn van de effecten hiervan op hun baby. Zo krijgen ouders bijvoorbeeld informatie over huilen, troosten, slapen, regelmaat en lichaamstaal van hun baby. In het tweede gesprek wordt het verloop verder begeleid. Ook wordt dan de positieve uitwerking van babymassage besproken en dat het een uitstekende manier is om intensief contact met de baby te hebben. Babymassage geeft ontspanning, betere slaap, goede groei en het stimuleert de hechting tussen ouder en kind. Ouders worden op deze manier zelfverzekerder in de zorg voor hun baby.
      Wel is het belangrijk dat de ouder positief tegenover het masseren staat, anders levert het niet de gewenste resultaten op. Er wordt altijd in overleg met de ouder(s) aan babymassage begonnen.

      Couveusebaby’s

      Ook prematuren (te vroeg geboren baby’s) en zieke pasgeborenen kunnen veel baat hebben bij babymassage. Er kan sprake zijn van een verstoorde hechting tussen ouder en kind door de noodzakelijke opname in het ziekenhuis. Hier kan babymassage beide weer dichter bij elkaar brengen. Ook de ontwikkeling van deze baby’s wordt door de babymassage positief beïnvloed. Niet alleen het omgaan met hun baby wordt met de ouders van couveuse-kinderen besproken, ook datgene waarop ze kunnen rekenen bij thuiskomst van hun baby. 

      Tien jaar geleden begonnen

      Circa tien jaar geleden was de heer Elias de eerste kinderarts die een baby doorverwees voor babymassage naar kinderverpleegkundige mevrouw Greetje Teuben. Babymassage gaf bij deze baby goede resultaten. Hierna volgden al snel meer baby’s voor massage. Nu is de begeleiding en advisering niet meer weg te denken uit het ziekenhuis. Sinds twee jaar begeleidt en adviseert ook collega kinderverpleegkundige mevrouw Elles Dijkman de ouders. Mevrouw Dijkman is, evenals mevrouw Teuben ook docent Shantala babymassage (Shantala is ritmische ontspanningsmassage).
      Het blijkt dat de behoefte aan deze gespecialiseerde zorg steeds groter wordt. Daarom worden deze activiteiten binnenkort ook uitgebreid naar de locatie Delfzicht!

      http://www.stlucasziekenhuis.nl/index.php?id=760

      05-02-2010 om 15:34 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (1)
      04-02-2010
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Project 'Allemaal opvoeders' online

      Project 'Allemaal opvoeders' online

      Op deze website vindt u voortaan informatie over het project 'Allemaal opvoeders'. Dat we allemaal opvoeders zijn wil zeggen dat iedereen medeverantwoordelijk is voor het opvoeden van kinderen in de omgeving. Ouders hebben behoefte aan steun bij de opvoeding. Dat kan in formele en informele netwerken in de buurt, rond de school en langs de zijlijn van het sportveld. Zo ontstaat er een positief opvoedklimaat, waar kinderen en jongeren profijt van hebben.

      Versterking van opvoednetwerken

      De verantwoordelijkheid voor de opvoeding is de laatste decennia steeds meer een geïsoleerde gezinsverantwoordelijkheid geworden, waardoor ouders overbelast kunnen raken. Uit onderzoek blijkt dat ouders meer behoefte hebben aan informele steun bij de opvoeding. In wijken met meer sociale samenhang blijken risico's in de opvoeding, waaronder kindermishandeling, af te nemen. Versterking van informele netwerken verhoogt de pedagogische en sociale kwaliteit van de woonomgeving. Als laagdrempelige voorziening voor ouders, kinderen en jongeren kan het Centrum voor Jeugd en Gezin die versterking in gang zetten.

      Twaalf proefgemeenten

      De komende twee jaar verkennen twaalf gemeenten in proefprojecten de 'pedagogische civil society': de formele en informele netwerken rond gezinnen. De proefgemeenten worden daarbij ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht. Het doel van het project is het versterken van de informele sociale steun en te onderzoeken hoe dat kan gebeuren via de Centra voor Jeugd en Gezin. Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut vinden gemeenten en beroepskrachten in de jeugdsector informatie over het project Allemaal opvoeders: over de achtergrond en betekenis van gezinsnetwerken en hoe die versterkt kunnen worden. Daarnaast zijn er voorbeelden van succesvolle en inspirerende activiteiten in binnen- en buitenland.

      Vrijwillige inzet

      Het project 'Allemaal opvoeders' is onderdeel van het programma 'Vrijwillige inzet voor en door jeugd en gezin'. Dit programma wordt, in opdracht van het ministerie voor Jeugd en Gezin, uitgevoerd door ZonMw. Het programma richt zich op het versterken van formele en informele steun voor gezinnen.

      http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/17/229.html

      04-02-2010 om 22:15 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      14-12-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'œHechtingspatronen welke in de vroege kindertijd gevormd worden, blijken tot op volwassen leeftijd van doorslaggevende betekenis in intieme relaties.'
       
      “Hechtingspatronen welke in de vroege kindertijd gevormd worden, blijken tot op volwassen leeftijd van doorslaggevende betekenis in intieme relaties.”
      (Rien Verdult , ontwikkelingspsycholoog)                    

      Susan Johnson (1994) gelooft dat “hechting een lens is om de volwassen liefde door te bekijken”. De theorie van de hechting is volgens haar voor een groot deel wat er mis gaat in relaties en wat je er aan kunt doen. Ze vindt dat onze behoeften in volwassen relaties vergelijkbaar zijn met die in onze kindertijd. Het verband dat Love Me legde (in een van haar opmerkingen op deze site ) tussen hechtingsproblematiek en een midlifecrisis , lijkt dan grond te hebben. Vandaar dat ik het natuurlijk niet kon laten dit verband uit te zoeken . De woorden van Susan Johnson lijken de opmerking van Love Me te bevestigen. Dat maakt mij meer nieuwsgierig naar een mogelijk verband tussen hechtingsgedrag en een midlifecrisis.

      Laat het duidelijk zijn dat ik hier duidelijk spreek van mogelijk…als ik iets heb geleerd in midlifecrisis, is dat niets “zwart-wit” is. Dit artikel is dus niet bedoeld om te zeggen dat iedere persoon in midlifecrisis een hechtingsproblematiek heeft. Het gaat mij te ver dit te stellen , toch wil ik jullie meenemen in de mogelijke verbanden tussen het kind en de volwassene (in verwarring), om dit te doen is het allereerst van belang te weten wat hechtingsgedrag is.

      Wat is hechtingsgedrag?
      (John Bowlby 1963)

      Hechtingsgedrag is het gedrag dat kinderen en volwassenen laten zien als ze gescheiden worden van hun bron van veiligheid. Hechtingspatronen bestaan uit niet-bewuste innerlijke processen, die bepalen hoe je over jezelf en anderen denkt. Dit is belangrijk voor ieders ontwikkeling. Het is dan belangrijk te weten wat de “desky’s” (deskundigen) over hechting en de patronen, te zeggen hebben.

      Er zijn verschillende ideeën over hechting

      Enerzijds zeggen ze dat hechting een vrij constant beeld is die van generatie op generatie wordt overgedragen. Waarmee ze bedoelen dat een eenmaal aangeleerde stijl zal betekenisvol is voor de rest van je leven. Met andere woorden jouw manier van omgaan met jezelf (wanneer je gescheiden word van je veiligheid) wordt mede bepaald door wat je als kind hebt ervaren en deze manier gaat over van ouders op kind.
      Anderzijds zijn er deskundigen die hechting zien als een proces. Het idee is dan dat je een andere hechtingstijl kan hebben al naargelang de betrokken persoon (je kan veilig gehecht zijn naar je moeder toe, en gedesorganiseerd gehecht naar je vader, enz). Deze mensen zien de mens als een flexibel wezen dat zich goed kan aanpassen en vaardigheden ontwikkeld via veranderingsprocessen. Waarmee dus eigenlijk gezegd word dat een oorspronkelijke hechting niet alles bepalend hoeft te zijn. Wanneer je zo denkt kan je zeggen dat onveilig hechtingsgedrag een (adequate) aanpassing is van een kind aan de situatie. Het is een gedrag dat aangepast is aan het gevoel van gevaar.

      Wanneer je dit legt op koppels betekent dit dat als een partner jaloers en wantrouwig reageert, dit wel eens een adequate reactie zou kunnen zijn bvb wanneer vreemd de partner vreemd gaat. Het onveilig hechtingsgedrag kan dan een gepaste strategie zijn. Dan is het mogelijk dat iedereen in staat is om verschillende hechtingspatronen te ontwikkelen naar gelang omstandigheden en de relatie met onze hechtingsfiguren. Waardoor je zou kunnen stellen: het verleden ligt wel vast, maar de betekenis ervan wordt telkens herschreven.                                             

      Hechtingspatronen
      (Cassidy, 1999).

      1) In het veilige hechtingspatroon zoekt het kind, in geval van nood, steun en troost bij de ouder. Robert Karen, kinderarts klinisch psycholoog en schrijver van “Becoming Attached”, geeft in zijn artikel aan dat het waarschijnlijk is dat kinderen die veilig gehecht zijn als volwassenen in staat zijn hun partners lief te hebben en hen open en met vertrouwen tegemoet te treden. Ze kunnen zich afhankelijk opstellen en anderen van hen afhankelijk laten zijn, zonder dat ze zich er ongemakkelijk bij voelen. Ze beschikken over een hele reeks aan gevoelens en herinneringen, zowel positieve als negatieve.

      2) Angstig-vermijdend gehechte kinderen zoeken geen troost en steun bij de moeder, maar blijven zich bij gevaar richten op de omgeving. Bij volwassenen staat dan een sterke gereserveerdheid en afstandelijkheid centraal. Zij ontkennen de effecten van vroegere ervaringen en ze hebben een slecht geheugen voor persoonlijke ervaringen. Ze hebben de neiging om ouders te idealiseren; zij leggen de nadruk op persoonlijk kracht; hun gevoelens houden ze veelal op afstand en ze benadrukken emotionele onafhankelijkheid.

      3) Angstig-ambivalent gehechte kinderen reageren heel sterk op scheiding en dreiging en ze zoeken wel contact met hun hechtingsfiguur, maar zijn boos en moeilijk te troosten. Ze klampen zich enerzijds vast aan hun moeder,maar anderzijds weren ze haar ook teleurgesteld af. Deze kinderen ontwikkelen zich vaak tot gepreoccupeerde(jaloers en wantrouwige) volwassenen. In intieme relaties hebben ze de neiging de partner te verstikken in een versmeltende relatie. Zij overwaarderen hun vroegere hechtingservaringen, komen moeilijk los van hun ouders, waarop ze nog steeds boos kunnen zijn of die ze nog steeds willen behagen. Hun vertrouwen in de eigen mogelijkheden is beperkt; ze zijn hyperalert voor tekenen van steun, acceptatie, goedkeuring, dan wel afwijzing.

      4) De vierde groep is de gedesorganiseerde hechting. Hierbij is het kind niet in staat om op scheiding of dreiging adequaat te reageren. Er is sprake van een ineenstorting van de gedrag om met stress om te gaan. Deze kinderen vertonen vaak een chaotisch gedrag. Ze lijken overspoeld te worden door emoties die ze niet kunnen hanteren. Ze wisselen voortdurend van strategie, waardoor hun gedrag vaak doelloos en tegenstrijdig lijkt. De gedesoriënteerde volwassenen vertonen een ongeloof in de realiteit van vroegere gebeurtenissen; bij hen kunnen tijdelijke bewustzijnsveranderingen worden waargenomen en lijkt het vermogen tot logisch redeneren verstoord; ze raken in verwarring als het thema van verlies en scheiding wordt aangeraakt; (deze groep kan worden geassocieerd met borderline problematiek)                       

      Hechtingsproblemen kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de relatie.

      Verlatingsangst en bindingsangst.
      Verlatingsangst is, zoals het woord al zegt, de angst om door iemand die belangrijk voor je is te worden verlaten. Bindingsangst is de angst om jezelf emotioneel aan iemand te binden. Verlatingsangst en bindingsangst lijken dus het tegenovergestelde van elkaar maar zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille.
      Angst voor intimiteit.
      Om een intieme relatie aan te gaan moet er sprake zijn van vertrouwen. Je toont de ander je gevoelens en gaat ervan uit dat de ander daar geen misbruik van maakt. Dat klinkt simpel, maar dat is het in de praktijk voor velen niet; uit angst voor kwetsing verberg je voor anderen je gevoelens en verlangens.

      Belangrijkste gevolgen van hechtingsproblemen

      Onredelijke jaloezie
      Jaloezie ontstaat omdat gedacht word dat een ander van de partner meer aandacht en liefde krijgt dan zijzelf. En de grootste behoefte is juist die liefde en aandacht. Die aandacht verschaft zekerheid en een gevoel van eigenwaarde die ze van zichzelf nog niet hebben.

      Overspel ;
      Zo probeer je intimiteit te vermijden en dat geldt zowel voor diegenen met bindingsangst als diegenen met verlatingsangst, de eersten doen het om intimiteit te vermijden, en de laatsten om gezien hun onzekerheid zelfbevestiging te gaan zoeken.

      Seksuele problemen (hechtingsproblemen hebben te maken met emotionaliteit,seksualiteit ook)

      Emotionele verwijdering

      Communicatievalkuilen; 
      Communicatievalkuilen kunnen zijn:  het geven van een negatieve uitleg aan gebeurtenissen en het overal zien van afwijzingen (beide valkuilen komen voort uit het negatieve zelfbeeld of negatieve beeld van anderen dat de betrokkenen hebben). Een  patroon van aandringen en terugtrekken, een patroon van aantrekken en afstoten.

      Onderzoek wijst op de mogelijkheid dat de persoon die een bepaalde gehechtheidstijl geleerd heeft in relatie tot de ouders, dezelfde stijl zal hanteren tegenover de partner. Je neemt als het ware je in je jeugd aangeleerde hechtingsstijl mee in je latere relatie. Studies wijzen dan ook op een negatieve wisselwerking tussen je tevredenheid in je relatie en onveilige gehechtheidstijlen. Tevens blijkt dat negatieve gevolgen van de onveilige stijl van de ene partner kunnen worden gecompenseerd door de veilige stijl van de andere partner.

      Dit kan dit betekenen dat het mogelijk is dat een onveilige hechtingsstijl je ontevreden maakt over je relatie maar het kan ook betekenen dat in een relatie veilige gehechtheid groeit door de stijl van je partner en door tijdsduur van je relatie. In het laaste geval maak je dan samen een ontwikkeling in intimiteit door.                               

      De Ontwikkeling van Intimiteit van 35 tot 45 jaar
      ( M.Delfos 1994)

      " In deze fase staat de mens voor de taak om echte intimiteit tot stand te brengen. Dit houdt in, het tot stand brengen van verweving van elkaars grenzen en tegelijkertijd het respecteren van elkaars eigenheid. De ontdekkingen uit de vorige fase moeten nu omgezet worden in concreet gedrag. Hierbij wordt er een groot appèl gedaan op de mate van tolerantie en mate van eigenheid van de partners. Er treedt een verschuiving op van lichamelijke intimiteit naar emotionele intimiteit. In deze fase zal een balans tussen seksualiteit en intimiteit tot stand gebracht moeten worden. Deze kan leiden tot een echte intimiteit. De beoordeling van de mate van intimiteit, waarbij de balans tussen seksualiteit en intimiteit van het grootste belang is, zal bepalend zijn voor je gevoel over de relatie. De voortgang van de relatie zal hier in sterke mate afhankelijk van zijn".

      Maar wat betekent dat nou als je onveilig gehecht bent?
      Hechtingsstijlen kunnen negatief getoond worden onder invloed van bvb een latere, langdurige relatie met een iemand die een ander gehechtheidpatroon heeft waardoor eigen hechtingstijl negatief getoond wordt. Tevens kan invloed van situaties waarin er een plotselinge impact, meestal traumatisch van aard voor de persoon, een onverwachte negatieve reactie teweeg brengen. Martine Delfos zegt hierover: "Jung spreekt dan van een midlife crisis in deze periode".

      De balans tussen seksualiteit en intimiteit kan dan moeizaam of niet worden bereikt ....en hoe komt dat?
      Uit angst voor intimiteit? Voor verlating? Voor intieme binding? Voor verlies van sexualiteit? voor ouder worden?
      Speelt een van deze vragen bij jou of jullie een rol?

      Wanneer je zo ernaar kijkt zou kunnen dat (enige mate) van hechtingsproblematiek een basis kan zijn voor een midlifecrisis in later leven. Mocht je herkenning hebben, weet dan dat je niet alleen bent en dat hulp hierbij kan zoeken waardoor je denken en doen kunnen veranderen zodat je weer rust plezier en verlangen kan ervaren zonder gespannen gevoel. Ga naar je huisarts en bespreek je gevoelens hij kan je naar de juiste persoon door verwijzen.                                     

       “Veilige hechting is een bron van leven; onveilige hechting leidt tot overleven”
                                          (Rien Verdult ,ontwikkelingspsycholoog)                   


      http://www.midlife-info.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=102:hechting&catid=44:ennea&Itemid=81

      14-12-2009 om 23:10 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      09-12-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pleegzorg voor chimpansees werkt

       

      In een uniek experiment in het Yerkes National Primate Research Center in Atlanta hebben de Leidse pedagogen prof.dr. Rien van IJzendoorn en prof.dr. Marian Bakermans-Kranenburg en collega’s van de Universiteit van Portsmouth aangetoond dat jonge chimpansees veel profijt hebben van vier uur per dag persoonlijke aandacht van een menselijke verzorger. Ze raken veiliger gehecht aan de verzorger en ze ontwikkelen hun cognitieve vermogens beter. De onderzoekers verwachten hetzelfde effect bij kinderen.

      Een artikel met deze onderzoeksresultaten verschijnt op de website van het blad Developmental Psychobiology.

      Verwaarlozing

      Bij het onderzoek waren 46 chimpanseebaby’s betrokken waar de moeders niet voor konden zorgen. In het Yerkes primatencentrum in Atlanta (USA) worden baby chimpansees bij hun moeder weggehaald als ze door verwaarlozing of fysieke mishandeling dreigen te overlijden. Een deel van de pasgeboren chimpansees kreeg de gebruikelijke verzorging door oppassers die hen eten gaven en de hokken schoonmaakten, maar zonder persoonlijke aandacht. De jonge aapjes groeiden op in een groep met lotgenoten. Een willekeurige groep andere aapjes kreeg daarnaast in het eerste levensjaar vier uur per dag, vijf dagen per week extra zorg en aandacht van hun persoonlijke verzorger.

      IQ-test

      Met negen maanden werden de aapjes getest op hun cognitieve ontwikkeling. Dat gebeurde op dezelfde wijze als gebruikelijk is bij baby’s, met spelletjes en puzzels die ook in IQ-tests voor kinderen worden gebruikt. Ook werd de kwaliteit van gehechtheid aan de menselijke verzorgers gemeten, eveneens op dezelfde wijze als dat bij baby’s gebeurt. Dit was nog niet eerder gedaan bij primaten, maar gaf verrassend overeenkomstige gedragspatronen tijdens de procedure te zien.

      Meer vertrouwen

      Wat bleek na een klein jaar van responsieve, persoonlijke aandacht in vergelijking met de gebruikelijke afstandelijke opvang? De jonge chimpansees waren minder angstig gehecht aan hun verzorger. Ze hadden ook minder behoefte aan een surrogaat zoals een dekentje of een doek als vervanger voor de verzorger in zijn afwezigheid. De jonge chimpansees in de verrijkte sociale omgeving met meer persoonlijke aandacht hadden meer vertrouwen in hun verzorger en raakten minder in paniek als ze een poosje alleen moesten achterblijven in een vreemde omgeving of met een onbekende persoon. Ook was er een gunstige invloed op de cognitieve ontwikkeling. De persoonlijk verzorgde aapjes presteerden veel beter op de cognitieve test dan hun soortgenootjes die zonder extra één op één contact werden opgevangen.

      Omgeving belangrijk

      De onderzoekers concluderen dat ontwikkeling sterk beïnvloed wordt door de omgeving, zelfs bij primaten. Gehechtheid en cognitieve ontwikkeling kunnen enorm verbeteren als er persoonlijke, responsieve aandacht is. Ook de tienduizenden jonge (mensen-)kinderen die overal ter wereld moeten opgroeien in tehuizen zouden van zulke extra aandacht kunnen profiteren, zo verwachten de Leidse onderzoekers.

      Internaten en weeshuizen

      Jonge kinderen in internaten en weeshuizen moeten het zonder die persoonlijke aandacht stellen. Ze lijden onder structurele verwaarlozing van de meest basale menselijke behoefte aan veiligheid en bescherming in tijden van spanning en angst. De enorme inhaalslag van adoptie- en pleegkinderen na plaatsing in een gezin moet waarschijnlijk aan die noodzaak van persoonlijke aandacht worden toegeschreven. Als opvang in internaten of weeshuizen toch onvermijdelijk is, zoals in tal van Oost-Europese en Afrikaanse landen, dan kan en moet dus de kwaliteit van die opvang drastisch verbeteren, zo betogen de onderzoekers. Meer stabiele, persoonlijke aandacht is hiervoor een cruciaal ingrediënt, zo laat het experiment met de jonge chimpansees zien.

      Marinus H. van IJzendoorn, Kim A. Bard, Marian J. Bakermans-Kranenburg, & Krisztina Ivan (2008). Enhancement of Attachment and Cognitive Development of Young Nursery-Reared Chimpanzees in Responsive versus Standard Care. Developmental Psychobiology December 2008

      http://www.studereninleiden.nl/actueel/bericht/pleegzorg-voor-chimpansees-werkt/

      09-12-2009 om 20:54 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      02-12-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Ik kan niet volgen"
      HelpLeerproblemen 
      «Onze Leendert heeft het niet gemakkelijk. Hij moet hard en lang werken om te kunnen wat zijn klasgenoten kunnen.Hij loopt altijd op de tippen van zijn tenen. In de klas is hij meestal als laatste klaar. Soms mag hij wat langer doorwerken van de leerkracht. Maar veel lost dat niet op. 's Avonds doen we niets anders dan samen oefenen. Als ik dan zie welke fouten hij vandaag in de klas maakte, begrijp ik het niet meer.'Ik ben de domste van de klas', zuchtte hij.» (Kurt, vader)

      Naar schatting één kind op vijf heeft leerproblemen op school.

      LEERPROBLEMEN: «Wij zijn niet dom»

      • Wat? Kinderen met leerproblemen hebben het moeilijk met schoolse vaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, een vreemde taal leren
      • Waarom? Leerproblemen kunnen het gevolg zijn van:
        • omstandigheden: weinig aandacht thuis, onvoldoende uitleg in de klas, gezinsproblemen
        • een verkeerde werkhouding: kind leert uit het hoofd en heeft geen inzicht, steekt uren in lijntjes en kleuren maar werkt weinig oefeningen af
        • emotionele problemen: faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, demotivatie
        • begaafdheid: het niveau en tempo op school ligt te hoog, het kind zit in de verkeerde school of studierichting
        • leerstoornissen zoals dyslexie (hardnekkige lees- en schrijfproblemen) of dyscalculie (hardnekkige rekenproblemen). Wie leerstoornissen heeft, is niet dom of achterlijk. Hij of zij leert alleen anders.
      • Gevolgen? Kinderen die met leren geen succes ervaren, reageren vaak heel verschillend: ze gaan zich aanstellen, de clown uithangen, verliezen hun zelfvertrouwen («Ik kan niks»), worden opstandig, agressief of trekken zich terug... Leerkrachten en ouders begrijpen hen vlug verkeerd. «Ze kunnen wel maar willen niet», zeggen ze dan.

      U VERMOEDT EEN PROBLEEM? Niemand is schuldig

      • Wat denkt, voelt, doet uw kind?
        • Huiswerk maken en lessen leren worden een hel. Uw kind probeert aan elke taak te ontsnappen en gaat niet graag meer naar school.
        • Het kind voelt zich schuldig omdat het niet meer voldoet aan de verwachtingen van zijn leerkrachten, ouders, grootouders.
        • Het verliest het geloof in zichzelf: «Ik kan niks».
        • Het wordt agressief, gaat zichzelf afsluiten, klaagt van buikpijn, weent voor het minste
      • Wat denkt, voelt, doet u?
        • U probeert te helpen en gaat overbeklemtonen: bent streng, moedigt extra aan, oefent samen, geeft tips.
        • U bent ongerust en angstig voor de toekomst: «Hoe moet dat aflopen?»
        • Misschien raakt u geïrriteerd en boos: op uzelf, uw partner, de andere kinderen, de leerkracht, de hele wereld.
        • U voelt zich schuldig: «Wat heb ik verkeerd gedaan?», «Ik ben niet geduldig genoeg»
        • U vergelijkt met andere kinderen van het gezin of van de klas en geraakt ontgoocheld.
        • Er komen spanningen in het gezin: elke ouder reageert soms anders op het probleem.

      HOE BEKIJKT DE SCHOOL HET PROBLEEM? Al gezien?

      1. Stap naar de school. Soms aarzelen leerkrachten om ouders te contacteren of schamen ouders zich («Het komt wel goed») en gaat kostbare tijd verloren. Soms schatten de school en de ouders het kind heel verschillend in.
      2. Bespreek het probleem:
        • Het probleem is niet ernstig. Wat extra aandacht en hulp op school en een betere aanpak thuis lost al veel op.
        • Het probleem is ernstig en sleept aan. Ga samen met de leerkracht op zoek naar mogelijke oorzaken. Scheelt er wat met de werkhouding van het kind? Zijn er emotionele problemen? Is het niveau van de school of studierichting te hoog? Misschien heeft het kind één of andere leerstoornis (5 à 10% van de schoolbevolking heeft dyslexie, 2 tot 6% heeft hardnekkige rekenproblemen of dyscalculie)?

      Beschuldig niemand: niet de leerkracht, niet het kind, niet uzelf

      U ZOEKT HULP: Niemand kan toveren

      1. Leerkrachten zijn het best geplaatst om over leerproblemen van kinderen te praten. Op school hebben de verschillende leerkrachten van uw kind, de taakleerkracht in de basisschool, de CLB-medewerker, directeur, klasleraar ieder hun eigen deskundigheid, hun eigen inbreng. Ook ouders zijn deskundig. U kent uw kind. Probeer samen te overleggen. Heel wat scholen volgen leerlingen op een systematische wijze op met een leerlingvolgsysteem. Dat betekent dat ze kinderen met leer- of andere problemen vlug signaleren. Wat loopt er fout? En waarom? Ze stellen een diagnose vast en komen in overleg met de ouders en het kind tot een handelingsplan.
      2. Stel samen een handelingsplan op:
        • Wat kan de school doen, wie doet het en wanneer? (Extra oefeningen, hulpmiddeltjes in de klas, hulp van de taakleerkracht, bijles)
        • Wat kunnen de ouders thuis doen? (Wat kan het gezin nog aan?)
        • Welke extra hulp zoeken we buiten de school? (Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), logopedist, kinderarts, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg) Overleg en samenwerking met ouders en school is ook hier nodig.
        • Wanneer zien we elkaar terug? (Hoe loopt het plan, moeten we niet bijsturen?)
      3. Zorg dat het actieplan ook duidelijk is voor uw kind. Laat hem of haar regelmatig mee beslissen. Geef uw kind het gevoel dat de situatie onder controle is.
      4. Hou de communicatie met de school open: blijf praten en blijf luisteren (wat zijn de vorderingen, hoe reageert het kind op de aanpak, hoe voelt het zich erbij, groeit zijn zelfvertrouwen?).
      5. Verwacht geen wonderen van welke behandeling dan ook. Als leerproblemen het gevolg zijn van ernstige leerstoornissen (dyslexie of dyscalculie bijvoorbeeld) kan je dat niet zomaar oplossen. Je kan het kind wel een aantal middelen aanbieden waarmee het zichzelf kan behelpen.
      6. Hou alle verslagen en attesten bij, vraag de school of het CLB een verslag te maken over de eindsituatie. Leg die ook voor als het kind naar een ander jaar of andere school gaat.

      LEERPROBLEMEN BEHEERSEN UW GEZIN: 5 tips

      1. Zorg dat uw extra-hulp niet tot spanningen leidt. Word geen leerkracht, maar blijf op de eerste plaats ouder. Maak het rustig en veilig thuis. Dat komt ten goede aan alle kinderen (met of zonder leerproblemen). Zorg thuis voor evenwicht tussen ontspanning en inspanning.
      2. Leerproblemen mogen het gezin niet overheersen. Maak tijd voor het probleem, maar stel tegelijkertijd grenzen aan je beschikbaarheid.
      3. Praat met de andere gezinsleden over de leerproblemen en de gevolgen. Praat niet altijd óver het kind, maar ook mét uw kind. Geef het vertrouwen. Maak het niet wijs dat een leerprobleem zonder inspanning verdwijnt.
      4.  Zoek steun bij andere ouders van kinderen met leermoeilijkheden.
      5. Stimuleer uw kind in wat het goed kan: turnen, muziek maken, voetballen Leven is meer dan schoolleren alleen.

      Leestips leermoeilijkheden

      Dankzij Villa Kakelbont - Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur vzw - Meistraat 2 - 2000 Antwerpen - tel: 03/202.83.58 - site www.villakakelbont.be

      1. Juut / Karen Hesse, Averbode, 1999
        9+
        Juut is negen en de middelste van een gezin met vijf dochters. Ze heeft het niet gemakkelijk: haar familie heeft het niet breed, en zijzelf is dyslectisch. Toch is ze in haar element als ze bezig is met de dingen die ze kan. Een toegankelijk en prettig verhaal.
      2.  Een prijs voor de hanenpootkampioen / Anne Fine, Fontein, 1997
        10+
        In zijn nieuwe school leert Stijn Joop kennen. Joop heeft het moeilijk met taal en rekenen. Stijn verzint allerlei trucjes om Joop te helpen, maar op sommige vlakken heeft Joop helemaal geen hulp nodig, integendeel… 
      3. Slimoor / Luc van Tolhuyzen, Davidsfonds/Infodok, 1998
        10+
        Felix voelt zich een domoor, vergeleken bij zijn slimme broer Gil. Dat hij dyslectisch is en naar een speciale school moet - die hij al op voorhand verafschuwt - versterkt dat gevoel nog. Maar het loopt anders dan verwacht…
      4.  Joey slikte zijn sleutel in / Jack Gantos, Lannoo, 1999
        13+
        Joey is een hyperactieve jongen, en dat maakt het voor hem bijzonder moeilijk om zich te concentreren. Een sympathiek boek, dat begrip wekt voor wiebelkinderen. Het vervolg, Joey gaat uit de bocht, verschijnt binnenkort.

      Dit is de vijfde bijdrage van De Eerste Lijn. Ongeveer één op vier kinderen heeft leerproblemen, maar eigenlijk zit elk kind wel eens met een probleem. Deze bijdrage kan u misschien helpen. Hou ze bij. Op pagina 7 vindt u een lijstje met interessante lectuur. Meer over leerproblemen kan u vinden op de internetsite van Klasse: www.klasse.be/archieven en in de bibliotheek bij het SISO-nummer 464 (Leerstoornissen). Zin in een boek? Een tip: «Als leren pijn doet» van W. Hellinckx en P. Ghesquière - Garant - 795fr.

      Deze tekst kwam tot stand in samenwerking met leerlingen, ouders, leerkrachten, het CLB en andere specialisten.

      http://www.klasse.be/ouders/help/43

      02-12-2009 om 19:34 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      29-11-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe manieren om je huilende baby te kalmeren

      Je hebt alles geprobeerd om je huilende baby te sussen, denk je...Maar heb je deze manieren al eens geprobeerd?

      Je baby stopt maar niet met huilen en je staat op het punt om mee te gaan brullen. Je hebt zijn luier al verschoond, hem eindeloos gewiegd, zijn favoriete liedje grijsgedraaid, borstvoeding gegeven, rare gezichten getrokken. Je hebt zelfs het label uit zijn kleren verwijderd, voor het geval dat dit de bron van irritatie voor je kleine vormde. Je hebt alles gedaan, denk je...Maar heb je deze 7 dingen al geprobeerd om je baby te kalmeren?

      1. Wrijf over zijn buikje
      Lichaamscontact werkt kalmerend voor een baby. Het zorgt dat je baby hormonen aanmaakt waar hij zich ontspannen en veilig door voelt. Als je vermoedt dat je baby last heeft van buikkrampen of obstipatie, wrijf dan zachtjes in cirkeltjes met de klok mee over je baby’s buikje.

      2. Een badje
      Warm water werkt kalmerend voor je baby, omdat dit een van de zeldzame momenten is waarop je baby zich gewichtloos voelt. Hij kan lekker schoppen, draaien en uitrekken. Ook het warme water zelf kan prettig aanvoelen voor je kleine. En als je samen met je baby een bad neemt, maak je gelijk veel lichaamscontact.

      3. Leg een natte doek om je baby’s buikje
      Als je baby niet van een bad houdt, kun je eventueel een warme handdoek om je baby’s buikje heen wikkelen. Dat kan kalmerend werken en het bevordert een gevoel van veiligheid.

      4.  Leg een boek onder het hoofduiteinde van de wieg
      Als je vermoedt dat het huilen komt, door opgekropte gassen of buikpijn dan kan deze simpele truc wellicht helpen. Leg een boek aan het hoofduiteinde onder het matras van de wieg. Zo ligt het hoofdje van je baby iets hoger dan zijn maag, waardoor gasophopingen makkelijker uit zijn lichaam kunnen ontsnappen.

      5. Luid sussen
      Eindeloos zachte woordjes fluisteren en sussen lijkt niet te helpen. Probeer eens heel luid te sussen Baby’s stoppen vaak met huilen om te luisteren naar het geluid.

      6. Controleer de temperatuur van je baby
      Sommige ouders zijn geneigd om baby’s te warm in te stoppen en de ramen van de kamer gesloten te houden. Maar ook baby’s kunnen niet slapen als ze het te warm hebben, dus gaan ze huilen om dit duidelijk te maken. Voel aan zijn nekje of dit het geval is. Je baby is in orde als zijn nek warm is, ook al zijn handjes koud. Let op als zijn nekje klam of zweterig is.

      7. Doe zijn luier af
      Sommige ouders zweren bij deze techniek: leg je baby op de commode en doe zijn luier af. De frisse lucht rond zijn billetjes kan erg plezierig aanvoelen voor de kleine. Deze truc werkt vooral als je vermoedt dat je baby last heeft van luieruitslag.

      Huilen is normaal
      Houd tenslotte in je achterhoofd dat huilen normaal is voor een baby. Pasgeboren baby’s huilen gemiddeld 2 uur per dag. En tussen de geboorte en 6 weken in kunnen deze huilbuien wel oplopen tot 3 uur per dag. Een baby heeft 2 primaire behoeften: voedsel en het opheffen van lichamelijk ongemak. Huilen is de enige manier waarmee hij kan communiceren om zijn behoeftes duidelijk te maken. Bedenk dat hoe ouder je baby wordt, des te groter zijn mogelijkheden worden om zijn behoeften kenbaar te maken.

      Auteur: Rachel van de Pol
      Bronnen: Pregnancy&Birth, Centrum voor Opvoedingsondersteuning
      Trefwoorden van dit artikel: Baby - Verzorging baby - Luieruitslag - Huilbaby - Slapen baby

      http://www.dokterdokter.nl/mijn-kind/baby/article/27305/nieuwe-manieren-om-je-huilende-baby-te-kalmeren

      29-11-2009 om 22:34 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      26-11-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechting

      Waarom hier een stuk over hechtingsgedrag?
       

      "Hechtingspatronen welke in de vroege kindertijd gevormd worden, blijken tot op volwassen leeftijd van doorslaggevende betekenis in intieme relaties.”
      (Rien Verdult , ontwikkelingspsycholoog)
                                 

      Susan Johnson (1994) gelooft dat “hechting een lens is om de volwassen liefde door te bekijken”. De theorie van de hechting is volgens haar voor een groot deel wat er mis gaat in relaties en wat je er aan kunt doen. Ze vindt dat onze behoeften in volwassen relaties vergelijkbaar zijn met die in onze kindertijd. Het verband dat Love Me legde (in een van haar opmerkingen op deze site ) tussen hechtingsproblematiek en een midlifecrisis , lijkt dan grond te hebben. Vandaar dat ik het natuurlijk niet kon laten dit verband uit te zoeken . De woorden van Susan Johnson lijken de opmerking van Love Me te bevestigen. Dat maakt mij meer nieuwsgierig naar een mogelijk verband tussen hechtingsgedrag en een midlifecrisis.

      Laat het duidelijk zijn dat ik hier duidelijk spreek van mogelijk…als ik iets heb geleerd in midlifecrisis, is dat niets “zwart-wit” is. Dit artikel is dus niet bedoeld om te zeggen dat iedere persoon in midlifecrisis een hechtingsproblematiek heeft. Het gaat mij te ver dit te stellen , toch wil ik jullie meenemen in de mogelijke verbanden tussen het kind en de volwassene (in verwarring), om dit te doen is het allereerst van belang te weten wat hechtingsgedrag is.

      Wat is hechtingsgedrag?
      (John Bowlby 1963)

      Hechtingsgedrag is het gedrag dat kinderen en volwassenen laten zien als ze gescheiden worden van hun bron van veiligheid. Hechtingspatronen bestaan uit niet-bewuste innerlijke processen, die bepalen hoe je over jezelf en anderen denkt. Dit is belangrijk voor ieders ontwikkeling. Het is dan belangrijk te weten wat de “desky’s” (deskundigen) over hechting en de patronen, te zeggen hebben.

      Er zijn verschillende ideeën over hechting

      Enerzijds zeggen ze dat hechting een vrij constant beeld is die van generatie op generatie wordt overgedragen. Waarmee ze bedoelen dat een eenmaal aangeleerde stijl zal betekenisvol is voor de rest van je leven. Met andere woorden jouw manier van omgaan met jezelf (wanneer je gescheiden word van je veiligheid) wordt mede bepaald door wat je als kind hebt ervaren en deze manier gaat over van ouders op kind.
      Anderzijds zijn er deskundigen die hechting zien als een proces. Het idee is dan dat je een andere hechtingstijl kan hebben al naargelang de betrokken persoon (je kan veilig gehecht zijn naar je moeder toe, en gedesorganiseerd gehecht naar je vader, enz). Deze mensen zien de mens als een flexibel wezen dat zich goed kan aanpassen en vaardigheden ontwikkeld via veranderingsprocessen. Waarmee dus eigenlijk gezegd word dat een oorspronkelijke hechting niet alles bepalend hoeft te zijn. Wanneer je zo denkt kan je zeggen dat onveilig hechtingsgedrag een (adequate) aanpassing is van een kind aan de situatie. Het is een gedrag dat aangepast is aan het gevoel van gevaar.

      Wanneer je dit legt op koppels betekent dit dat als een partner jaloers en wantrouwig reageert, dit wel eens een adequate reactie zou kunnen zijn bvb wanneer vreemd de partner vreemd gaat. Het onveilig hechtingsgedrag kan dan een gepaste strategie zijn. Dan is het mogelijk dat iedereen in staat is om verschillende hechtingspatronen te ontwikkelen naar gelang omstandigheden en de relatie met onze hechtingsfiguren. Waardoor je zou kunnen stellen: het verleden ligt wel vast, maar de betekenis ervan wordt telkens herschreven.                                        

      Hechtingspatronen
      (Cassidy, 1999).

      1) In het veilige hechtingspatroon zoekt het kind, in geval van nood, steun en troost bij de ouder. Robert Karen, kinderarts klinisch psycholoog en schrijver van “Becoming Attached”, geeft in zijn artikel aan dat het waarschijnlijk is dat kinderen die veilig gehecht zijn als volwassenen in staat zijn hun partners lief te hebben en hen open en met vertrouwen tegemoet te treden. Ze kunnen zich afhankelijk opstellen en anderen van hen afhankelijk laten zijn, zonder dat ze zich er ongemakkelijk bij voelen. Ze beschikken over een hele reeks aan gevoelens en herinneringen, zowel positieve als negatieve.

      2) Angstig-vermijdend gehechte kinderen zoeken geen troost en steun bij de moeder, maar blijven zich bij gevaar richten op de omgeving. Bij volwassenen staat dan een sterke gereserveerdheid en afstandelijkheid centraal. Zij ontkennen de effecten van vroegere ervaringen en ze hebben een slecht geheugen voor persoonlijke ervaringen. Ze hebben de neiging om ouders te idealiseren; zij leggen de nadruk op persoonlijk kracht; hun gevoelens houden ze veelal op afstand en ze benadrukken emotionele onafhankelijkheid.

      3) Angstig-ambivalent gehechte kinderen reageren heel sterk op scheiding en dreiging en ze zoeken wel contact met hun hechtingsfiguur, maar zijn boos en moeilijk te troosten. Ze klampen zich enerzijds vast aan hun moeder,maar anderzijds weren ze haar ook teleurgesteld af. Deze kinderen ontwikkelen zich vaak tot gepreoccupeerde(jaloers en wantrouwige) volwassenen. In intieme relaties hebben ze de neiging de partner te verstikken in een versmeltende relatie. Zij overwaarderen hun vroegere hechtingservaringen, komen moeilijk los van hun ouders, waarop ze nog steeds boos kunnen zijn of die ze nog steeds willen behagen. Hun vertrouwen in de eigen mogelijkheden is beperkt; ze zijn hyperalert voor tekenen van steun, acceptatie, goedkeuring, dan wel afwijzing.

      4) De vierde groep is de gedesorganiseerde hechting. Hierbij is het kind niet in staat om op scheiding of dreiging adequaat te reageren. Er is sprake van een ineenstorting van de gedrag om met stress om te gaan. Deze kinderen vertonen vaak een chaotisch gedrag. Ze lijken overspoeld te worden door emoties die ze niet kunnen hanteren. Ze wisselen voortdurend van strategie, waardoor hun gedrag vaak doelloos en tegenstrijdig lijkt. De gedesoriënteerde volwassenen vertonen een ongeloof in de realiteit van vroegere gebeurtenissen; bij hen kunnen tijdelijke bewustzijnsveranderingen worden waargenomen en lijkt het vermogen tot logisch redeneren verstoord; ze raken in verwarring als het thema van verlies en scheiding wordt aangeraakt; (deze groep kan worden geassocieerd met borderline problematiek)                  

      Hechtingsproblemen kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de relatie.

      Verlatingsangst en bindingsangst.
      Verlatingsangst is, zoals het woord al zegt, de angst om door iemand die belangrijk voor je is te worden verlaten. Bindingsangst is de angst om jezelf emotioneel aan iemand te binden. Verlatingsangst en bindingsangst lijken dus het tegenovergestelde van elkaar maar zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille.
      Angst voor intimiteit.
      Om een intieme relatie aan te gaan moet er sprake zijn van vertrouwen. Je toont de ander je gevoelens en gaat ervan uit dat de ander daar geen misbruik van maakt. Dat klinkt simpel, maar dat is het in de praktijk voor velen niet; uit angst voor kwetsing verberg je voor anderen je gevoelens en verlangens.

      Belangrijkste gevolgen van hechtingsproblemen

      Onredelijke jaloezie
      Jaloezie ontstaat omdat gedacht word dat een ander van de partner meer aandacht en liefde krijgt dan zijzelf. En de grootste behoefte is juist die liefde en aandacht. Die aandacht verschaft zekerheid en een gevoel van eigenwaarde die ze van zichzelf nog niet hebben.

      Overspel ;
      Zo probeer je intimiteit te vermijden en dat geldt zowel voor diegenen met bindingsangst als diegenen met verlatingsangst, de eersten doen het om intimiteit te vermijden, en de laatsten om gezien hun onzekerheid zelfbevestiging te gaan zoeken.

      Seksuele problemen (hechtingsproblemen hebben te maken met emotionaliteit,seksualiteit ook)

      Emotionele verwijdering

      Communicatievalkuilen; 
      Communicatievalkuilen kunnen zijn:  het geven van een negatieve uitleg aan gebeurtenissen en het overal zien van afwijzingen (beide valkuilen komen voort uit het negatieve zelfbeeld of negatieve beeld van anderen dat de betrokkenen hebben). Een  patroon van aandringen en terugtrekken, een patroon van aantrekken en afstoten.

      Onderzoek wijst op de mogelijkheid dat de persoon die een bepaalde gehechtheidstijl geleerd heeft in relatie tot de ouders, dezelfde stijl zal hanteren tegenover de partner. Je neemt als het ware je in je jeugd aangeleerde hechtingsstijl mee in je latere relatie. Studies wijzen dan ook op een negatieve wisselwerking tussen je tevredenheid in je relatie en onveilige gehechtheidstijlen. Tevens blijkt dat negatieve gevolgen van de onveilige stijl van de ene partner kunnen worden gecompenseerd door de veilige stijl van de andere partner.

      Dit kan dit betekenen dat het mogelijk is dat een onveilige hechtingsstijl je ontevreden maakt over je relatie maar het kan ook betekenen dat in een relatie veilige gehechtheid groeit door de stijl van je partner en door tijdsduur van je relatie. In het laaste geval maak je dan samen een ontwikkeling in intimiteit door.              

      De Ontwikkeling van Intimiteit van 35 tot 45 jaar
      ( M.Delfos 1994)

      " In deze fase staat de mens voor de taak om echte intimiteit tot stand te brengen. Dit houdt in, het tot stand brengen van verweving van elkaars grenzen en tegelijkertijd het respecteren van elkaars eigenheid. De ontdekkingen uit de vorige fase moeten nu omgezet worden in concreet gedrag. Hierbij wordt er een groot appèl gedaan op de mate van tolerantie en mate van eigenheid van de partners. Er treedt een verschuiving op van lichamelijke intimiteit naar emotionele intimiteit. In deze fase zal een balans tussen seksualiteit en intimiteit tot stand gebracht moeten worden. Deze kan leiden tot een echte intimiteit. De beoordeling van de mate van intimiteit, waarbij de balans tussen seksualiteit en intimiteit van het grootste belang is, zal bepalend zijn voor je gevoel over de relatie. De voortgang van de relatie zal hier in sterke mate afhankelijk van zijn".

      Maar wat betekent dat nou als je onveilig gehecht bent?
      Hechtingsstijlen kunnen negatief getoond worden onder invloed van bvb een latere, langdurige relatie met een iemand die een ander gehechtheidpatroon heeft waardoor eigen hechtingstijl negatief getoond wordt. Tevens kan invloed van situaties waarin er een plotselinge impact, meestal traumatisch van aard voor de persoon, een onverwachte negatieve reactie teweeg brengen. Martine Delfos zegt hierover: "Jung spreekt dan van een midlife crisis in deze periode".

      De balans tussen seksualiteit en intimiteit kan dan moeizaam of niet worden bereikt ....en hoe komt dat?
      Uit angst voor intimiteit? Voor verlating? Voor intieme binding? Voor verlies van sexualiteit? voor ouder worden?
      Speelt een van deze vragen bij jou of jullie een rol?

      Wanneer je zo ernaar kijkt zou kunnen dat (enige mate) van hechtingsproblematiek een basis kan zijn voor een midlifecrisis in later leven. Mocht je herkenning hebben, weet dan dat je niet alleen bent en dat hulp hierbij kan zoeken waardoor je denken en doen kunnen veranderen zodat je weer rust plezier en verlangen kan ervaren zonder gespannen gevoel. Ga naar je huisarts en bespreek je gevoelens hij kan je naar de juiste persoon door verwijzen.                                 

       “Veilige hechting is een bron van leven; onveilige hechting leidt tot overleven”
                                          (Rien Verdult ,ontwikkelingspsycholoog)                   

            Lees meer over Milifecrisis http://www.midlife-info.nl/SMF/index.php?board=14.0

      ©Ennea -januari -2009

      26-11-2009 om 20:43 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      20-10-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2e Themabijeenkomst over: De vroege hechting van baby's

      LANDELIJKE Themabijeenkomst

       

      Woensdag 25 november 2009

       

      In de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18 te Amersfoort.

       

       Drs. R. Verdult zal spreken over:

       

      De vroege hechting van baby’s

       

      Drs. R. Verdult is Psycholoog - Psychotherapeut en Babypsychotherapeut

       

      Inleiding

       

      In de klassieke hechtingstheorie wordt het begin van hechting gesitueerd in het vierde kwartaal van het eerste levensjaar. Er zijn echter steeds meer wetenschappelijke en klinische bevindingen die aantonen dat hechting veel vroeger begint, en wel vóór en tijdens de geboorte. Blauwdrukken voor latere hechtingspatronen worden tijdens het prenatale leven reeds gevormd. Het hechtingsgedrag dat zichtbaar wordt vanaf de bekende eenkennigheidsfase  heeft daarom een intense  voorgeschiedenis.  Onmiddellijk na de geboorte vertoont een baby  hechtingsgedrag;  hij verlangt naar het herstel van lichamelijk affectief contact  en hij is in staat signalen te geven om dit te bewerkstelligen.  De basis voor dit vroege hechtingsgedrag wordt gelegd in de prenatale relatie tot het lichaam en de psyche van de vrouw die hem  negen maanden gedragen heeft en met wie hij negen maanden in symbiose heeft samengeleefd . Het hechtingspatroon van de baby is herkenbaar aan zijn signalen, zoals hyper- of hypo arousal. Deze ‘arousal’-patronen, die samenhangen met de klassieke hechtingspatronen, kunnen in verband gebracht worden met de reacties van de baby op prenatale stress.

       

      In zijn praktijk van babypsychotherapie werkt Drs. R. Verdult met baby’s waarbij deze vroege hechting verstoord is geraakt tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Het is een vorm van lichaamsgerichte psychotherapie waarin de baby de kans krijgt om zijn ‘verhaal’ te vertellen. Zijn lichaam is een groot expressief instrument waarmee hij uitdrukking kan geven aan zijn emotionele belastingen. De behandeling bestaat uit het herbeleven van de zwangerschap en van de geboorte.

       

      In deze voordracht komen aan bod: de geschiedenis van vroege hechting, de hechtingssignalen van baby’s, verstoringen van hechting tijdens de zwangerschap door prenatale stress en tijdens de geboorte door medische interventies, babypsychotherapie als vorm van traumatherapie.

       

      Drs. R. Verdult  (°1953) studeerde ontwikkelingspsychologie aan de universiteit van Groningen. Hij volgde een opleiding cliëntgerichte psychotherapie. In begin negentiger jaren raakte hij geïnteresseerd in prenatale psychologie en met name de vroege hechtingsrelaties van foetussen en baby’s. In Zwitserland  volgde hij  een opleiding tot prenatale psychotherapeut voor volwassenen en baby’s bij William Emerson en Karlton Terry. Hij werkt samen met zijn partner Gaby Stroecken in zijn eigen psychotherapiepraktijk met volwassenen en baby’s van 1- 18 maanden. Hij is lid van de adviesraad van de ISPPM (International Society of Prenatal en perinatal Psychology and Medicine).

       

      PROGRAMMA

       

      18.30-19.15 uur                 Ontvangst met koffie/thee

       

      19.15 uur                         Welkomstwoord

      door de heer G. van der Weide, voorzitter van De Knoop

       

      19.30 uur                           Inleiding door Drs. R. Verdult  

      ‘De vroege hechting van baby’s’

       

      20.30 uur                           Pauze

      Gelegenheid tot het opstellen van vragen en bezoek aan de informatiestand van ‘De Knoop’

       

      21.00 uur                           Beantwoorden van de vragen en mondelinge gedachtenwisseling

       

      ca. 22.00 uur                     Afsluiting
                                              
      door de heer G. van der Weide.

       

       

      Aanmelden

       

      U kunt zich tot vrijdag 20 november 2009 aanmelden door middel van het (bijgevoegde) inschrijfformulier.

       

      De toewijzing van aanmeldingen vindt plaats op volgorde van binnenkomst. Na ontvangst van zowel de betaling als het inschrijfformulier voor vrijdag 20 november 2009 ontvangt u uiterlijk maandag 23 november 2009 per email een bevestiging van inschrijving en tevens uw toegangskaart(en).

       

      Toegangsprijs

       

      De entree bedraagt € 12,50, inclusief koffie of thee.   

      Voor de leden van De Knoop is de toegang gratis.

       

      Locatieadres

       

      De landelijke thema-avond wordt gehouden in de: Martuskerk aan de Copernicusstraat 18 te Amersfoort. 

       

      Informatiestand

       

      De informatiestand van De Knoop waar brochures, lezingen en boeken te koop zijn tijdens de bijeenkomst.

       

      Routebeschrijving en parkeren

       

      Voor een route beschrijving kunt u ook terecht op: http://www.routenet.nl/

      Op de Leusderweg kunt u vrij parkeren bij de winkels. Ook is er parkeerruimte op het Juliana van Stolbergterrein,

       

      Openbaar vervoer

       

      Voor informatie over vertrek en aankomsttijden van het openbaar vervoer kunt u terecht op: http://www.9292ov.nl

       

      Wij hopen u op 25 november 2009 te mogen begroeten.

       

      Houdt U er wel rekening mee dat wij stipt op tijd beginnen.

       

      Wilt u zo vriendelijk zijn deze uitnodiging en het inschrijfformulier te verspreiden binnen uw organisatie.

       

      De uitnodiging en het inschrijfformulier kunt u ook vinden op de website: http://www.deknoop.org

      20-10-2009 om 15:23 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      01-07-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.' De vroege hechting van baby's

      PERSBERICHT

       

       

      Betreft: Landelijke themabijeenkomst over de vroege hechting van baby’s op woensdagavond 28 oktober 2009

       

      Drs. R. Verdult zal spreken over: ‘ De vroege hechting van baby’s’

       

      De Knoop, op woensdag  28 oktober 2009  in de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18  te Amersfoort

       

      De bijeenkomst is bedoeld voor een ieder die zich wil informeren en/of betrokken is bij hechtingsstoornis /problemen.

       

       

      Drs. R. Verdult is: Psycholoog – Psychotherapeut en Babypsychotherapeut

       

      Inleiding

       

      In de klassieke hechtingstheorie wordt het begin van hechting gesitueerd in het vierde kwartaal van het eerste levensjaar. Er zijn echter steeds meer wetenschappelijke en klinische bevindingen die aantonen dat hechting veel vroeger begint, en wel vóór en tijdens de geboorte. Blauwdrukken voor latere hechtingspatronen worden tijdens het prenatale leven reeds gevormd. Het hechtingsgedrag dat zichtbaar wordt vanaf de bekende eenkennigheidsfase  heeft daarom een intense  voorgeschiedenis.  Onmiddellijk na de geboorte vertoont een baby  hechtingsgedrag;  hij verlangt naar het herstel van lichamelijk affectief contact  en hij is in staat signalen te geven om dit te bewerkstelligen.  De basis voor dit vroege hechtingsgedrag wordt gelegd in de prenatale relatie tot het lichaam en de psyche van de vrouw die hem  negen maanden gedragen heeft en met wie hij negen maanden in symbiose heeft samengeleefd . Het hechtingspatroon van de baby is herkenbaar aan zijn signalen, zoals hyper- of hypo arousal. Deze ‘arousal’-patronen, die samenhangen met de klassieke hechtingspatronen, kunnen in verband gebracht worden met de reacties van de baby op prenatale stress.

       

      In zijn praktijk van babypsychotherapie werkt Drs. R. Verdult met baby’s waarbij deze vroege hechting verstoord is geraakt tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Het is een vorm van lichaamsgerichte psychotherapie waarin de baby de kans krijgt om zijn ‘verhaal’ te vertellen. Zijn lichaam is een groot expressief instrument waarmee hij uitdrukking kan geven aan zijn emotionele belastingen. De behandeling bestaat uit het herbeleven van de zwangerschap en van de geboorte.

       

      In deze voordracht komen aan bod: de geschiedenis van vroege hechting, de hechtingssignalen van baby’s, verstoringen van hechting tijdens de zwangerschap door prenatale stress en tijdens de geboorte door medische interventies, babypsychotherapie als vorm van traumatherapie.

       

       

      Over De Knoop:
      De Knoop is een algemene landelijke vereniging voor hechtingsstoornissen/Geen-Bodem-Syndroom(GBS).
      Kenmerkend voor de Knoop is dat ze zich inzet voor ondersteuning, preventie, herkenning en erkenning door middel van informatie, onderling contact en themabijeenkomsten. Doel is naast de ondersteuning van de leden om de problematiek van de hechtingsstoornis onder de aandacht te brengen en te houden bij de hulpverlening, de politiek en de media. Erkenning te krijgen voor hechtingsstoornissen bij specialisten en in wetenschappelijke kringen is bitter nodig om de theorie en de praktijk van de hulpverlening op een hoger peil te krijgen.


      De bijeenkomst wordt gehouden op woensdag 28 oktober 2009 aanstaande in de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18, 3817 VJ te Amersfoort. De avond begint om 19.15 uur en zal duren tot +/- 22.00 uur, de zaal is open vanaf 18.30 uur.

      Tot vrijdag 21 oktober kunt u zich aanmelden, de toegang bedraagt € 12,50, voor de leden van de Knoop gratis. 

      Zie voor de uitnodiging, het inschrijfformulier en routebeschrijving op de website van De Knoop, www.deknoop.org of neem contact op met De Knoop, tel: 0527-614504

       

       

      Noot voor redactie:
      Wilt u een interview en/of een uitnodiging voor de landelijke themabijeenkomst ontvangen dan kunt u contact opnemen met: Secretariaat De Knoop, Rita Hendriks telefoon: 0527 – 614504 /  06-22475835 /email: info@deknoop.org

      Uitgebreide informatie is ook  te vinden op de website van de vereniging: http://www.deknoop.org / forum:
      www.hechtingsstoornis.nl

      01-07-2009 om 00:12 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      19-05-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UZ Jette heeft eindelijk ook bedden voor kinderpsychiatrie

      zaterdag 09 mei 2009  Auteur: Veerle Beel

      BRUSSEL - Brussel had tot nu enkel tweetalige opvangmogelijkheden voor kinderpsychiatrie.

      Van onze redactrice

      Aan het UZ Jette bestond natuurlijk wel een kinderpsychiatrische polikliniek. Maar voor opnames moest het team onder de leiding van de jeugdpsychiater Annik Lampo altijd uitwijken naar Leuven, Antwerpen of Gent.

      'Er bestonden tot nu toe enkel bicommunautaire initiatieven in Brussel en we weten dat die in de praktijk vooral Franstalig zijn. Echte Vlaamse bedjes in Brussel waren er niet. Dat is geen verwijt naar die bicommunautaire ziekenhuizen: Brussel is nu eenmaal in hoofdzaak Franstalig.'

      Tien jaar heeft het UZ Jette erop gewacht, en nu ziet eindelijk PAika het licht: de Psychiatrische Afdeling infants, kinderen en adolescenten. Het is dus de eerste Nederlandstalige K-dienst in Brussel. De afdeling bestaat uit drie opname-eenheden. 't Ketje richt zich met vijf bedjes tot de allerkleinsten, van 0 tot 6 jaar, en doet alleen aan daghospitalisatie. Lampo: 'Op die leeftijd is het vooral een kwestie van vroegdiagnostiek, in verband met hechtingsstoornissen bijvoorbeeld. Het is belangrijk dat de band met de ouders goed blijft, zolang dat veilig is, natuurlijk. Daarom gaan deze jonge kinderen 's avonds allemaal naar huis.'

      De Kids kunnen zes kinderen tussen 6 en 12 jaar opvangen en bij de Teens is plaats voor negen tieners. Lampo: 'Deze groepen gaan in het weekend naar huis. Kijk, het is gemakkelijk om een kind weg te halen uit zijn thuismilieu, maar uiteindelijk moet het daar weer naartoe. Daarom willen we de ouders zoveel mogelijk bij de behandeling betrekken.'

      Lampo spreekt over 'kortdurend, intensief en outreachend werken': 'We gaan proberen heel flexibel te werken, en zoveel mogelijk naar de patiënten thuis te gaan indien mogelijk. Opname moet zo kort mogelijk. Want het is per slot thuis dat het moet werken. Dat schept wel problemen met de subsidiëring omdat we dan minder ligdagen hebben, maar dat is dan een probleem dat we bij het beleid moeten aankaarten.'

      PAika mag dan wel officieel Nederlandstalig zijn, het zal zeker ook rekening houden met de Brusselse, multiculturele en meertalige context.

      'Waar nodig, zullen we met tolken werken', aldus Lampo. 'We werken ook intensief samen met de vzw Solentra, die zich het lot van vluchtelingenkinderen en oorlogsslachtoffers in onze hoofdstad aantrekt. Indien nodig kunnen die ook in PAika terecht.'

      Lampo hoopt tegemoet te komen aan de hoge noden die er zijn: 20 procent van de jeugd ervaart problemen, 7 à 8 procent heeft echt hulp nodig. Velen stuiten op wachtlijsten. 'PAika hoopt die mee te verminderen.'

      Tegelijk wordt er veel geklaagd over de overproblematisering en overpsychiatrisering van opvoedingsproblemen.

      'Dat is ook waar', zegt Lampo. 'Vroeger kregen we ouders over de vloer die een vraag hadden over hun kind. Nu komen ze zelf met een diagnose aankloppen, zoals ADHD of autisme. Een deel van de kinderen met zo'n etiket, sleept dat ten onrechte mee. Er zijn nu eenmaal ouders die problemen zien waar er geen zijn, en andere ouders die grote problemen niet eens opmerken.'

      http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=BG2A1S68

      19-05-2009 om 22:36 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      17-05-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Veilige en onveilige hechting

      Sectie Schoolpsychologen/ Basis, Speciaal en Voortgezet Onderwijs     Vrijdag 14 januari 2005

       

      Verslag lezing drs. M. Güldner
      vrije universiteit Amsterdam en paedologisch instituut Duivendrecht

       

      Veilige en onveilige hechting

       

      Definities van hechting:

      -          Bowlby; ‘Lasting psychological connectedness between human beings’

      -          Ainsworth en Bell; ‘An effectional tie that one person or animal forms between himself and another specific one – a tie that binds them together in space and endures over time’.

      -          Klaus en Kenell; ‘crucial for survival and development of the infant’.

       

      Gehechtheid

      Hechtingsgedrag is een aangeboren behoefte bij iedere baby. Hechting is als baby belangrijk om te overleven.

      Complementair aan dit hechtingsgedrag is het (ver)zorgende en regulerende gedrag van de ouder(s).

      Sensitieve afstemming, 'affect-attunement’van de ouder(s) leidt bij de baby tot vertrouwen in de beschikbaarheid van de ouder(s)

      De aard van de gehechtheidrelatie is het resultaat van interactie tussen baby en ouder(s) tijdens het eerste levensjaar.

       

      Ontwikkeling in gehechtheid

      -          pre-hechtingsfase

      o    oriëntatie en signalen zonder onderscheid des persoons

      o    weinig discriminatie tussen of signalen voor een specifieke verzorger

      -          hechting in wording

      o    oriëntatie en signalen gericht op een of enkele specifieke personen

      o    ontwikkeling van (relatieve) voorkeur voor verzorger

      o    ontwikkeling van cognitieve vaardigheden die vereist zijn voor de hechting

      -          hechtingsgedrag wordt zichtbaar

      o    actief nabijheid zoeken

      o    motorische ontwikkeling

      o    angst voor vreemden neemt toe

      o    persoon permanentie

      -          hechting proper

      o    handhaven van nabijheid tot een specifieke verzorger door middel van beweging en signalen

      o    hechtingspersoon biedt veiligheid en troost

      o    separatie veroorzaakt heftig protest

      -          ‘goal-corrected partnership’ (peuterperiode)

      o    bewustwording dat hechtingspersoon eigen doelen, behoeften en wensen heeft

      o    mentale representatie(s) van gehechtheidrelatie(s)

      o    toegenomen autonomie vereist opnieuw ouderlijke bescherming

       

      Vaders

      Overeenkomstig hechtingsgedrag van het kind t.a.v vaders en moeders.
      Wel zijn verschillen te onderscheiden in de rollen tussen vader en moeder

      -          Vader is voor het kind de speelkameraad. Vaders zijn erg belangrijk bij de fase dat het kind zich kan “los maken”van de moeder.

      -          Moeder is voor het kind de trooster

       

      Gehechtheid een andere indeling

      -          non-attachment disorder

      o    emotioneel geremde, teruggetrokken type

      o    a-selectieve (indiscriminately social) type

      -          disordered attachment disorder

      o    met extreem aanklampend gedrag en geremdheid

      o    met te vrij exploratie en risicovol gedrag, zonder contact te houden met de verzorger

      o    met de neiging van het kind zich te bekommeren over het emotionele welbevinden van de verzorger

      -          disrupted attachment disorder

      o    verdriet en rouwreactie van het kind op het verlies van de verzorger

       

      Onveilige hechting en reactieve hechtingsstoornis

      -          Onveilige hechting is niet gelijk aan psychopathologie. 40 a 45% van de kinderen is onveilig gehecht. Onveilige hechting is een risicofactor voor het disfunctioneren van het individu

      -          Reactieve hechtingsstoornis verwijst naar mishandeling en/of verwaarlozing. Komt overeen met ‘non-attachment disorder’. Het is een extreme vorm van onveilige hechting.

       

      Etiologie

      -          Hechtingsstoornis; hierbij gaat het om heftige mishandeling/verwaarlozing vanaf jonge leeftijd; in de 1e levensjaren (0-2)

      Deze periode is cruciaal voor het ontwikkelen van een hechtingsstrategie.

      Het gaat hierbij om het ontbreken van een consistente en responsieve verzorger

      -          Er is geen lineair verband tussen de ernst van de verstoring van gehechtheid en de ernst van de reactieve hechtingsstoornis.

      -          Mishandelde kinderen hebben op alle leeftijden een grotere kan onveilig gehecht te zijn

      -          Psychische stoornissen bij ouders

      -          Aandachtstekort en hyperactiviteit komt voor bij hechtingsstoornissen. Dat bleek uit onderzoek in Australië.

       

      Onveilige gehechtheid

      Kan leiden tot structureel tekort in de ego-ontwikkeling.
      Bepaalde kenmerken zijn: snel overspoeld raken door gevoelens, gebrek aan interne veiligheid, lage frustratietolerantie, beperkte impulscontrole, verstoorde objectrelaties, kwetsbare zelfwaardering en problemen in het contact met leeftijdsgenoten.

       

      Prognose

      Vanuit het gehechtheidperspectief wordt gesteld dat: er een causale relatie is tussen aard van de gehechtheid en het vermogen om later affectieve bindingen aan te gaan en vol te houden.

      Dit kan leiden tot:

      -          prikkelbaarheid, agressie, rusteloosheid, afleidbaarheid, aandacht zoekend gedrag, woede depressie.

      -          Gedragsproblemen, problemen in de impulscontrole, conflict en strijd met ouders, problematische relaties met leeftijdsgenoten

      -          Huwelijksproblemen, disfunctioneel ouderschap, sociale problemen, persoonlijkheidsstoornissen

      De effecten in het cognitieve domein minder duidelijk.

       

      Strategieën van emotieregulatie bij:

      -          Vermijdende gehechtheid

      o    Gedrag van de ouder:

      §  De ouder negeert emoties van het kind

      §  De ouder staat afwijzend t.o.v het kind

      §  Kan beide meerdere oorzaken hebben

      o    Gedrag van het kind:

      §  Vermijden van expressie van emoties

      §  Overregulatie van emoties. Alle emoties moeten in toom gehouden kunnen worden. Kinderen kunnen hun emoties niet erg lang reguleren.

      §  Cognitieve communicatie staat voorop

      -          Ambivalente gehechtheid

      o    Gedrag van de ouder:

      §  Emotioneel onvoorspelbaar reageren op het kind

      §  Soms wel en soms niet bekrachtigen van dwingend en eisend gedrag van het kind

      o    Gedrag van het kind

      §  Zo veel mogelijk expressie van negatieve emoties

      §  Daarnaast ook ‘onderwerpend’ en ontwapenend gedrag

      §  Deze twee gedragingen worden erg afwisselend getoond

      §  Emotionele communicatie staat voorop

      -          Gedesorganiseerde gehechtheid

      o    Gedrag van ouder:

      §  De ouder is voor het kind op hetzelfde moment zowel bron van angst als de enige bij wie het kind troost kan halen

      o    Gedrag van het kind

      §  Het kind kan geen stabiele strategie vinden om de veiligheid en de aandacht van de ouder te verwerven. (-> in de groep van borderline)

      o    Kenmerken:

      §  Afwijkingen in het reguleren van emoties en impulsen.

      Hanteren van boosheid, destructief t.o.v. zichzelf, risicovol gedrag, door emoties van het moment gedreven

      §  Afwijkingen in de aandacht of het bewustzijn

      Dissociatieve momenten, depersonalisatie, alleen aandacht voor stimuli t.b.v. de bescherming van het zelf

      §  Somatiseren

      Buikpijn, hoofdpijn, bedplassen, broekpoepen

      §  Afwijkingen in de zelfwaardering

      Incompetent voelen, teveel schuld- en schaamtegevoelens, een houding van ‘niemand begrijpt me’

      §  Afwijkingen in de waarneming van de ouder

      Idealiseren van de ouder, preoccupatie met de mishandelde ouder. Vaak denkbeelden als; ‘liever een mishandelende ouder dan geen ouder’.

      §  Afwijkingen in de relaties met anderen

      Niet in staat zijn de ander te vertrouwen, zich zo gedragen dat het kind opnieuw slachtoffer wordt

      §  Afwijkingen in betekenisgeving

      Wanhoop en een gevoel van hopeloosheid, aan niks en niemand meer houvast beleven

       

      Intergenerationele overdracht

      Kind:                                                            Ouder:

      - Veilig gehecht                                           - Autonoom gehecht

      - Angstig vermijdend gehecht  - vermijdend gehecht

      - angstig ambivalent gehecht   - gepreoccupeerd gehecht (vaak met eigen ouders)

      - gedesorganiseerd gehecht       - gedesorganiseerd gehecht.

      Uit afnames van autobiografisch interview bleek een correlatie van 0.65-0.75 tussen de hechtingstrategieën van kind en ouder(s).

      De strategie van beide ouders zijn hierbij van belang.

       

      Interne werkmodellen

      Interne werkmodellen zijn mentale representaties die een kind heeft ontwikkeld van zichzelf in relatie tot de ouder(s)

      Interne werkmodellen worden gevormd als gevolg van interactieve ervaringen in de primaire hechtingsrelatie(s)

      Interne werkmodellen zijn gidsen in het anticiperen op en het aangaan of vermijden van het contact met de ander

      Interne werkmodellen kleuren latere ervaringen, waarnemingen en interpretaties van gebeurtenissen.

       

      Emoties en gehechtheid

      Cognitie helpt emotie te structureren. Emoties moeten erkend worden.

      -          Veilige gehechtheid. Expressie van behoefte aan veiligheid en troost

      -           Vermijdende gehechtheid. Beperken expressie van behoefte aan veiligheid en troost.

      -          Afwerende/ambivalente gehechtheid. Overdrijven expressie van behoefte aan veiligheid en troost (ook bij vreemden).

      -          Gedesorganiseerde gehechtheid. Ontbreken van consistente expressie van behoefte aan veiligheid en troost.

       

      Veilige gehechtheid door experiment; ‘strange situation’.

      -          Hierbij wordt moeder gebruikt als veilige basis voor exploratie

      -          Kinderen tonen vrij hun behoefte aan bescherming en troost

      -          Delen van affect met moeder bij vertrek en terugkeer

      -          Gerichtheid op hernieuwd exploratie.

      Het kind weet adequate reacties aan de verzorger te ontlokken waardoor het eigen gedrag als effectief wordt beleefd.

      Hechting; resultaat interactie kind – verzorger. Temperament speelt een rol in deel van het hechtingsgedrag.

      Door onderzoek met ‘strange situation’ soort hechting gepaard met diverse reacties.

      -          Veilig gehechte kinderen

      Exploratie en nabijheidzoekend gedrag in balans. Wel stress zichtbaar, maar kinderen laten zich snel troosten.

      -          Vermijdend gehechte kinderen

      Minimaliseren van nabijheidzoekend gedrag en kinderen tonen hun emoties weinig.

      -          Afwerend/ambivalent gehechte kinderen

      Maximaliseren van nabijheidzoekend gedrag. Aantrekken/afstoten strategie

      -          Gedesorganiseerd gehechte kinderen

      Chaotisch en angstig gedrag zonder coherente strategie

       

       

      Verslag door Janine van Sluyters

      17-05-2009 om 20:49 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      30-04-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4e Jaarsymposium Gehechtheid
      30 juni 2009 te Utrecht

      Tijdens deze studiedag wordt uitgebreid stilgestaan bij het belang van
      gehechtheid en mentaliseren voor de praktijk van de behandeling. Aandacht zal
      zijn voor de ontwikkeling van gehechtheid, de identificatie van verschillende
      gehechtheidspatronen en de nieuwste wetenschappelijke
      onderzoeksgegevens in relatie tot psychotherapie.

      Programma en Sprekers: http://inschrijven.benecke.nl/extranet/docs/20345.pd
      Inschrijven: http://inschrijven.benecke.nl/extranet/pages/agenda.asp

      30-04-2009 om 21:13 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      28-04-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwakkere band tussen baby en moeder die alcohol dronk

      Zwakkere band tussen baby en moeder die alcohol dronk

      Drinken tijdens de zwangerschap wordt om allerlei redenen van de hand gewezen: omdat het de groei en ontwikkeling van de foetus beïnvloedt of omdat het vroeggeboorte in de hand kan werken.

      Een nieuwe Britse studie wijst op nog een reden: de emotionele band van de moeder met het ongeboren kind is zwakker als de aanstaande moeder drinkt. Zelfs een occasioneel glas wijn kan dit effect al veroorzaken.

      Moeilijk herstel
      De verklaring ligt deels in het feit dat deze vrouwen langer nodig hebben om te herstellen van de bevalling. Ook krijgen ze (door de alcohol?) moeilijkere kinderen, wat het moeilijk maakt onmiddellijk dol te zijn op je kleintje.

      Gevolgen voor moeder
      Dat bleek uit een onderzoek van de universiteit van Aberdeen, die zich eerder focuste op de gezondheidsgevolgen van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap voor de moeder in plaats van voor de baby. Daartoe volgden ze 130 vrouwen van het midden van hun zwangerschap tot drie maanden na de geboorte.

      Matig drankgebruik
      Een derde dronk alcohol tijdens de zwangerschap, de helft van deze groep slechts een of twee eenheden (een halve pint of een glas wijn) per maand. Een groot deel van de andere helft dronk een tot twee eenheden per week, een minderheid dronk twee tot drie eenheden alcohol per week.

      Moeilijke band
      In vergelijking met vrouwen die helemaal niets dronken tijdens de zwangerschap, was het voor deze vrouwen moeilijker om een band te vormen met hun pasgeborenen. Dit effect bleef bestaan toen depressie, angst en stress was uitgefilterd.

      Moeilijke kinderen
      Volgens onderzoeker Eilidh Duncan kan de verklaring zijn dat de vrouwen moeilijker een bandkregen met hun baby's omdat die zich slechter gedroegen. "Dat toonde eerder onderzoek al aan: kinderen die prenataal blootgesteld worden aan alcohol hebben vaker gedragsproblemen."

      Langer in hospitaal
      De vrouwen die dronken bleven gemiddeld ook een dag langer in het ziekenhuis na de geboorte, ook al was de bevalling niet meer gecompliceerd dan bij de andere vrouwen en waren hun baby's niet vaker te vroeg geboren of met ondergewicht. "Zelfs vrouwen die zéér matig drinken, duurde de hospitalisatie langer."

      Duncan noemde het nog 'verrassend' dat de onderzoeken tot nog toe enkel focusten op de gevolgen voor de baby en niet voor de moeder. (edp)
      26/04/09 13u06

      28-04-2009 om 00:16 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
      >> Reageer (0)
      08-02-2009
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Algemene module Gehechtheid

      Algemene module Gehechtheid:
      Informatie en programma

      Docenten: Jolien Zevalkink en Lisette Daenen

      Datum: woensdag 4 en 11 februari, woensdag 4 maart 2009
      Tijd: 13.00 – 17.00 uur
      Locatie: NPI, Olympiaplein 4, Amsterdam

      Inleiding:
      De gehechtheidstheorie biedt een raamwerk voor impliciete, interpersoonlijke verwachtingspatronen in relatie tot angst en veiligheid. Verwachtingspatronen over de wijze waarop gebeurtenissen en interacties met anderen zullen verlopen, ontwikkelen mensen op basis van ervaringen. Ervaringen uit heden en verleden dragen bij aan de inkleuring van deze verwachtingspatronen. Een verwachtingspatroon, ook wel ‘interne werkmodel’ genoemd, komt op een complexe wijze tot stand en geeft continuïteit aan gedrag en zelfbeleving. Een voldoende mate van vertrouwen in de beschikbaarheid van de ander vermindert de gevoeligheid voor intense of chronische angst. Dit geeft iemand de ruimte om de omgeving te exploreren en positieve verwachtingen op te bouwen over de eigen competenties en vaardigheden, met andere woorden zelfvertrouwen op te bouwen (Bowlby 1978: 235). In deze module zal uitgebreid stilgestaan worden bij de ontwikkeling van gehechtheid, de identificatie van verschillende gehechtheidspatronen en de nieuwste wetenschappelijke onderzoeksgegevens in relatie tot psychotherapie. In elke bijeenkomst zal door middel van oefeningen de opgedane kennis verder uitgebouwd worden met als doel om dit ook in de klinische praktijk toe te kunnen passen.

      Doelstelling:
      - Het bijspijkeren en opfrissen van actuele kennis over gehechtheid
      - Weet hebben van de verschillende gehechtheidspatronen
      - Kennis van onderzoeksgegevens in relatie tot gehechtheid en psychotherapie
      - Inzicht opdoen in de rol van gehechtheid binnen de therapeutische relatie

      Samenstelling groep:
      Een trainingsgroep bestaat uit maximaal 16 personen. Prioriteit bij de indeling hebben opleidelingen die een opleidingsplek op het NPI hebben. Daarna hebben de vaste medewerkers van het NPI prioriteit bij de inschrijving. Daarnaast staat de training open voor geïnteresseerde collega’s uit de GGZ.

      Accreditatie:
      Door de Nederlandse Vereniging voor psychiatrie zijn 11 punten toegekend en door de FGZP voor de herregistratie Klinische Psychologie 12 punten.

      Programma:
      Woensdag 4 februari 2009: 13:00 – 17:00 uur
      Docent: J. Zevalkink
      13:00 – 14:00 Uitleg gehechtheid, IWM, incl. DVD en VHS
      14:00 – 14:15 Pauze
      14:15 – 16:15 Oefening 1 in herkennen IWM
      16:15 - 17:00 Leermomenten uit oefening evalueren en afronding

      Woensdag 11 februari 2009: 13:00 – 17:00 uur
      Docent: J. Zevalkink
      13:00 – 14:00 Psychopathologie en gehechtheid
      14:00 – 14:15 Pauze
      14:15 – 16:15 Oefening 2 in herkennen relatie psychopathologie en gehechtheid
      16:15 - 17:00 Leermomenten uit oefening evalueren en afronding

      Woensdag 4 maart 2009: 13:00 – 17:00 uur
      Docenten: J. Zevalkink & L.Daenen
      13:00 – 14:00 Psychotherapie en gehechtheid, inclusief diagnostiek
      14:00 – 14:15 Pauze
      14:15 – 16:15 Oefening 3 in herkennen gehechtheidspatroon patiënten in interactie met psychotherapeut
      16:15 - 17:00 Leermomenten uit oefening evalueren en afronding

      Toegestuurd na inschrijving literatuurklapper met:

      Voor dag 1
      - Wallin, D.J. (2007). Attachment in psychotherapy. New York: The Guilford Press (pp. 11-58).
      - Zevalkink, J. (2007). De bril van nu: Het inkleuren van het heden door ervaringen uit het verleden. In J. Zevalkink & Q. D. Van Dam (Eds.), Tegenwoordigheid van geest: Het actuele moment in een psychoanalytische behandeling. (pp. 53-73). Assen: Van Gorcum.

      Voor dag 2
      - Egeland, B., & Carlson, E.A. (2004). Attachment and psychopathology. In L. Atkinson & S. Goldberg (Eds.), Attachment issues in psychopathology and intervention. (pp. 27-48). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.
      - Fonagy, P. (2000). Attachment and borderline personality disorder. JAPA, 48(4), 1129-1146

      Voor dag 3
      - Dozier, M., & Bates, B.C. (2004). Attachment state of mind and the treatment relationship. In L. Atkinson & S. Goldberg (Eds.), Attachment issues in psychopathology and intervention. (pp. 167-180). Mahwah, New Jersey: Lawrence Erlbaum.
      - Holmes, J. (2001). The search for the secure base: Attachment theory and psychotherapy. (pp. 35-40). Hove: Brunner-Routledge.
      - Slade, A. (2000). The development and organization of attachment: Implications for psychoanalysis. JAPA, 48(4), 1147-1174.
      - Wallin, D.J. (2007). Attachment in psychotherapy. New York: The Guilford Press (pp. 191-255).

      Bij de cursus worden handouts en verdere literatuur uitgereikt.

      Datum: woensdagen 4 en 11 februari en 4 maart 2009
      Tijd: 13.00 – 17.00 uur
      Locatie: NPI, Olympiaplein 4, Amsterdam

      Voor wie: geïnteresseerden werkzaam binnen de GGZ
      Prijs: € 400,-
      Inschrijving: via inschrijfformulier (word) of per e-mail: kennisoverdracht@npsai.nl. Klik hier voor onze algemene voorwaarden.

      Informatie: Door de Ned.Ver.voor Psa zijn 11 punten toegekend en door de FGzPvoor de herregistratie KP 12 punten. Afdeling Kennisoverdracht NPI, Femke Ceresa, locatie Amsterdam, tel.                020 570 38 57        , e-mail: kennisoverdracht@npsai.nl


      http://www.psychoanalytischinstituut.nl/kenniscentrum/agenda/scholing_en_training/algemene_module_gehechtheid_voorjaar_2009.php

      08-02-2009 om 19:15 geschreven door Webmaster

      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
      >> Reageer (0)


      Archief per week
    • 18/07-24/07 2011
    • 27/06-03/07 2011
    • 06/06-12/06 2011
    • 30/05-05/06 2011
    • 11/04-17/04 2011
    • 04/04-10/04 2011
    • 28/03-03/04 2011
    • 22/11-28/11 2010
    • 15/11-21/11 2010
    • 08/11-14/11 2010
    • 25/10-31/10 2010
    • 13/09-19/09 2010
    • 31/05-06/06 2010
    • 10/05-16/05 2010
    • 26/04-02/05 2010
    • 29/03-04/04 2010
    • 15/03-21/03 2010
    • 08/03-14/03 2010
    • 08/02-14/02 2010
    • 01/02-07/02 2010
    • 14/12-20/12 2009
    • 07/12-13/12 2009
    • 30/11-06/12 2009
    • 23/11-29/11 2009
    • 19/10-25/10 2009
    • 29/06-05/07 2009
    • 18/05-24/05 2009
    • 11/05-17/05 2009
    • 27/04-03/05 2009
    • 02/02-08/02 2009
    • 19/01-25/01 2009
    • 05/01-11/01 2009
    • 15/12-21/12 2008
    • 08/12-14/12 2008
    • 01/12-07/12 2008
    • 24/11-30/11 2008
    • 10/11-16/11 2008
    • 03/11-09/11 2008
    • 27/10-02/11 2008
    • 01/09-07/09 2008
    • 14/07-20/07 2008
    • 07/07-13/07 2008
    • 23/06-29/06 2008
    • 16/06-22/06 2008
    • 02/06-08/06 2008
    • 26/05-01/06 2008
    • 19/05-25/05 2008
    • 12/05-18/05 2008
    • 05/05-11/05 2008
    • 28/04-04/05 2008
    • 21/04-27/04 2008
    • 14/04-20/04 2008
    • 07/04-13/04 2008
    • 31/03-06/04 2008
    • 24/03-30/03 2008
    • 17/03-23/03 2008
    • 10/03-16/03 2008
    • 03/03-09/03 2008

      Foto


      Foto


      Foto

      Willekeurig SeniorenNet Blogs
      tatankayotanka
      blog.seniorennet.be/tatanka
      Een interessant adres?

      Mijn favorieten
    • seniorennet.be
    • Hechtingsprobleem (Forum)
    • Hechting (Forum)
    • Hechtingsproblemen (Startpagina)

    • Een interessant adres?

      Dropbox

      Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


      Beoordeel dit blog
        Zeer goed
        Goed
        Voldoende
        Nog wat bijwerken
        Nog veel werk aan
       


      Blog tegen de regels? Meld het ons!
      Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!