Overwegingen m.b.t. Religie/Wetenschap.
Graag kom ik terug op mijn overwegingen m.b.t. wetenschap en religie zoals ik dat eerder op mijn blog van 15 - 06 kenbaar maakte. De vraag was toen of wetenschap en religie in een filosofie zijn te verenigen of dat zij gedoemd zijn een van elkaar gescheiden bestaan te leiden. Ik stelde dat ik daar eens goed over na moest denken omdat dit toch een zeer ingewikkeld onderwerp is. Het gaat er om dat we in onze Westerse denkwereld de wetenschap primair stellen en dit doen vanuit ons verdeeldheids denken. Immers de wetenschap neemt in onze cultuur een dergelijk dominante plaats in dat wij alles zijn gaan zien van uit het idee van de wetenschap dat alles bestaat uit delen en fragmenten zonder dat deze deel zouden uitmaken van een groter geheel. Wij hebben dit in ons denken dusdanig geïntegreerd dat wij zijn gaan denken dat dit de enige en absolute waarheid is. In het Oosten, met name in India, waar religie en filosofie primair uitgangspunt is ziet men dit totaal anders en zij zeggen zelfs dat het geen enkele zin heeft om alles op te delen en te fragmenteren. Zij gaan uit van een groter geheel. Het idee wat leeft in de Westerse wereld, is dat je alles dient te onderzoeken via het kleine als je het grotere wilt benaderen, berust op een uitermate pijnlijke vergising.
Is religie en wetenschap te combineren in een filosofie? Laten we eens een poging wagen. Ik ben uitgegaan van iets wat heel dicht bij ons zelf ligt en waar ieder van ons wel eens mee te maken heeft gehad. Kinderen. Als kinderen leren praten zijn zij al snel in staat om vragen te stellen. Mama wat is dat, waarom, welke kleur is dat, wanneer gaan we naar oma, wie is dat, hoe heet jij? Kinderen kunnen je zoveel vragen stellen dat je er soms moe van wordt. Maar bekijk deze vragen eens; wat, waarom, welke, wanneer, wie, hoe. Ik noem het voor het gemak maar even 5W vragen en 1H vraag. Maar zijn dat niet de zelfde vragen als ook wetenschapers zich stellen als ze voor het eerst iets gaan onderzoeken? Maar ook vragen als; waar komen de baby'tjes vandaan, waar is oma nu (als oma is overleden), gaan wij ook dood en gaan we dan naar oma toe? Zijn dit eigenlijk niet de zelfde religieuze vragen die wij ons zelf ook stellen? Goed misschien stellen wij ze anders maar komt het niet op het zelfde neer?
Je zou kunnen stellen dat het kind bij zijn geboorte al twee verschillende geestesgesteldheden bezit. A. de onderzoekende of wetenschappelijke geestesgesteldheid en B. de religieuze geestesgesteldheid. Beide geestesgesteldheden zijn nog puur, jong, flexibel, creatief en als zodanig onaangetast. Maar deze pure, onaangetaste geestesgesteldheden worden al snel geconditioneerd met antwoorden van ouders, leraren, priesters, goeroes, politieke leiders en vele anderen die op hun beurt geconditioneerd zijn door hun opvoeders en anderen. En zo gaat dat al eeuwen door. Evenals de toenemende verdeeldheid onder de mensen en in de mens zelf, het individuele geweld en de georganiseerde geweldadigheden, oorlogen en corruptie in de wereld al eeuwen door gaat. De oorzaak hiervan moet naar mijn mening gezocht worden in een verkeerde, onjuiste geestesgesteldheid van de mens. De huidige primaire wetenschappelijke geestesgesteldheid in het Westen, die het verdeelde en gefragmenteerde denken in zich heeft en de Oosterse religie die uit gaat van heelheid is momenteel niet te verenigen en naar mijn overtuiging ook niet in een harmonisch evenwicht te brengen. Hiervoor zal een andere en juiste geestesgesteldheid dienen te ontstaan. Hierover de volgende keer.
Jomeij.
|