Het probleem van de relatie.
In het voorgaande artikel stelde ik dat het een waanidee is te denken dat we afzonderlijke individuen zijn. Terecht vragen mensen mij dan ook hoe het mogelijk is, dat als dit waar zou zijn, de relaties die we hebben, zowel in het groot - relaties tussen landen en religies, als in het klein - bijvoorbeeld tussen man en vrouw - nooit zonder strijd en conflicten kan zijn? Waarom zijn die problemen van de menselijke relaties nooit opgelost? Het hele leven is een kwestie van in relatie staan tot iets of iemand, laten we daarom de relatie tussen man en vrouw eens bekijken, omdat de hele samenleving op relaties is opgebouwd. Ik geloof dat niemand kan ontkennen dat er vele conflictsituaties zijn tussen man en vrouw en daarom zullen we in overweging moeten nemen wat feitelijk onze verhoudingen tot elkaar inhouden. Tenminste als je er van uitgaat dat het belangrijk genoeg is om na te gaan waarom al die relatieproblemen die er in de wereld zijn en die al bestaan vanaf het begin van de mensheid, nooit zijn opgelost. De man houdt er zijn eigen idealen, houdt er zijn eigen doel, zijn eigen ambities op na, hij blijft onophoudelijk streven om te slagen, iemand in de wereld te zijn. En de vrouw van haar kant worstelt om iets anders, ook zij wil iets betekenen, wil iets worden, wil zich waar maken. Beide jagen iets na, al is zijn gerichtheid niet die van haar. Je zou het kunnen vergelijken met een spoorweg waarvan de twee rails wel parallel lopen maar elkaar nooit ontmoeten - tenzij misschien in bed - maar voor het overige merk je - als je er goed naar kijkt - dat ze in werkelijkheid psychologisch, innerlijk elkaar nooit ontmoeten. En waarom niet? Dat is de grote vraag. Waarom kunnen de mensen niet in vrede leven, waarom moeten de mensen toch altijd strijd leveren en ruzie maken? Nu vragen we, als we de waaromvraag stellen, altijd weer naar de oorzaak. We denken namelijk langs de lijnen van de causaliteit, in de hoop dat we door een goed begrip van de oorzaak misschien het gevolg beter kunnen begrijpen c.q. veranderen. De vraag die we bijgevolg stellen, is een heel eenvoudige, maar tevens erg gecompliceerd: hoe komt het dat wij mensen niet het vermogen gehad hebben dat relatieprobleem op te lossen? Komt dat soms, omdat ieder van ons er zijn eigen, door het denken opgebouwde, beeld van de ander op na houdt, zodat onze verhoudingen zijn eigen basis vindt in die twee beelden? In het beeld wat de man zich van de vrouw maakt en in het beeld, dat zij zich van de man maakt? Dan zijn we in een dergelijke verhouding niet meer dan een samenleven van twee beelden. En dat, al is het nog zo hard om te constateren, is een feit. De verhouding speelt zich af tussen twee beelden. Beelden die door het denken zijn opgebouwd. En denken staat in geen enkele verhouding tot liefde. Liefde is dat denkwerk? Alles wat je je van een relatie tot elkaar herinnert, al die momentopname en gevolgtrekkingen aangaande elkaar, zijn als je het zonder vooroordeel beschouwt, denkproducten. Zij komen voort uit allerlei herinneringen, ervaringen, ergernissen en eenzaamheid gevoelens, vandaar dat onze verhoudingen tot elkaar geen liefde is, maar een beeld dat het denken geleidelijk aan in elkaar gezet heeft. Als we tot begrip van de feitelijkheid van onze relaties willen komen, zullen we daarom het hele denk gebeuren op de korrel moeten nemen. Immers we leven bij de gratie van het denken, al ons doen en laten is er op gebaseerd. (Maar daarover later meer)
|