Inhoud blog
  • Nog een kikker
  • Separatorvlees
  • Amerikaanse worsten.
  • Nog meer worsten...
  • Gerookte bloedworsten
  • Bloedworst
  • Reebok
  • Nog meer beesten.
  • Nog altijd van den hond..
  • 't Is van den hond.
  • Manolo Cortez
  • Pauze
  • Meer asperges
  • Aspergeverhalen
  • Vettig fornuis
  • Titanic
  • Het muiltje
  • Een notoire vreetpartij
  • Jefkenspeer
  • Kaas maken
  • ’t Is Godgeklaagd
  • Rode kool
  • Nog Belgische keuken
  • Belgische keuken
  • Valentijns menu
  • Met de vlam in de pan
  • Lichtmis: flensjes
  • Frikadellen met krieken
  • Stresskieken
  • Hutsepot
  • Nieuwjaar
  • Drie soepen
  • Aardappelkroketten
  • Potenkroket
  • Speciale aardappelbereidingen
  • Lieve Sint
  • Cherimoya en maniok
  • Eetbare paddenstoelen en warm vlees
  • Wilde duif
  • Over worst
  • Ei, ei, omelet
  • ’t Wordt weer wild
  • Spaghetti Bolognaise
  • Enige dessertjes
  • Koude rosbief
  • Waterzooi
  • Koffie zetten
  • Tabouleh
  • Mosselen
  • Vomitorium
    Zoeken in blog

    Keukenverhaaltjes en weetjes
    Herinneringen uit een lange keukenloopbaan

    05-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Jef is niet meer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is waarschijnlijk het noodlot dat vooral bij gepensioneerden toeslaat: onze vrienden overlijden...!

    Maar dit keer kwam het toch vrij onverwacht en voor de Jef kwam het veel te vroeg.

    Hij was amper zesenvijftig...

    Hijzelf en wij ook, wisten wel dat er iets niet pluis was, maar iedereen hoopt dat het wel goed zal aflopen, hijzelf incluis, maar het liep dus slecht af.

    Een slepende ziekte noemt dat nu, eufemistisch.

    Gisteren zijn we naar zijn begrafenis geweest.

    Omdat er veel van zijn bekenden dit blog hier lezen: een hommage aan de Jef !

    Enkele jaren terug telefoneerde mij: ik ben Jef Wouters en wil met jou op kookstage gaan naar Douchapt!



    Toen hij bij mij aanbelde was gans het deurgat gevuld; een imposante verschijning was wel het minste dat je van Jef kon zeggen. Honderddertig kilo woog hij. We hebben het nooit kunnen controleren... de weegschaal ging zo ver niet!

    Jef ging mee naar Frankrijk, ettelijke keren, en steeds was hij daar de “ster van het veld” zoals dat wel eens omschreven wordt.

    Hij was leraar mechanica, hier in Antwerpen, hij was doelverdediger van een Mechelse waterpoloploeg, hij organiseerde kookclubs, hij was traiteur, en hij was een fervent Harley-rijder, hij was vooral een charmant heerschap en zijn lief vrouwtje heet Nadine...

    Nadinneke.... wat erg toch.... maar dat is nu eenmaal het leven. Je afscheid van Jef op de begraafplaats zal ik niet zo vlug vergeten...

    In Douchapt (Fr) leerde hij de lokale bevolking Duvel drinken. Als hij toekwam samen met een groepje vrienden had hij gegarandeerd enkele kratten Duvel bij zich in de auto, plus de aangepaste glazen en die ging hij dan consumeren in het enige lokale café, samen met de vrienden....

    Eens de cafébaas van de kroeg bezopen was ...dan was Jef tevreden.... we gaan die Fransen hier eens leren wat bier drinken, is !!!! ( Zuipen zegde hij eigenlijk...)

    Samen gingen we naar de lokale markten... Overal was Jef de vedette....

    Bij een vishandelaar op de markt in Ribérac kon hij het nooit nalaten om steeds maar te schelden op die “caoutchouc botten”, die de brave man verkocht.

    Het ging om een vrij onbekend beestje dat ginder zeer lokaal verkocht wordt.( Tepelhoorns )

    Zie hier.

    Hij vond dat iets oneetbaars.... : caoutchouc botten !!!

    Bij Pascalleke van de viswinkel in Périgueux moest ik hem steeds buitenslepen, maar dat lukte nooit gezien zijn gewicht...

    Als de Perigordijnse eendjes de Jef nog maar zagen komen van ver,dan kropen ze al weg...!

    Vol enthousiasme trok hij dikwijls naar zijn vrienden in de Périgord Noir, naar zijn vriend de wijnboer in St-Emilion...

    Jef was zeer leergierig... Dat was ook zijn bedoeling, daarom kwam hij...

    Als hijzelf en zijn Nadinneke in de keuken kwamen haalden ze eerst de fles gin voor de pinnen, vulden hun glazen met gin en tonic, veel gin, weinig tonic en persten er wat limoensap over....en zij gingen aan het werk...!

    Nadine kreeg van ons, al vlug de bijnaam; de witte tornado...

    Ongelooflijk hoe vlot en liefdevol ze samenwerkten....

    Eén van onze gezamenlijk vrienden, Luc Vis, die ook wel eens in Douchapt kwam, beweerde dat we tijdens die fameuze maatjesproeverij van een tweetal jaren geleden samen negen flessen witte wijn zouden leeggedronken hebben. Maar dat is niet waar...!

    Dat is gewoon een prachtig uitgevonden excuus om aan zijn vrouw, uitleg te geven over die zes verdwenen flessen. Lees hier...

    Jef ’s hobby: zijn Harley....

    Alle ander motoren waren volgens hem, snurkijzers, rammelbakken of plastieken Jappen.

    Er is ook maar één moto die het waardig is om zich onder Jef zijn kont te bevinden !

    Een Harley Davidson !

    Eens kwam hij aan in Douchapt, met drie bevriende motorrijders. Ik hoorde buiten een hels gebulder van alle duivels....

    In zo een kalm rustig dorpje, in een straatje van vijf meter breed, een onwereldlijk geluid...

    En, wie was het: de Jef ! Met zijn maten, hij kwam gewoon even goeie dag zeggen....

    De cafébaas lag voor de rest van de dag weer buiten westen !

    Jefke, joh...

    Waar je nu ook bent, in die nieuwe virtuele wereld, leer ze daar aub koken.... Leer hun dat er ook “cuisine à la carte” bestaat. Alle dagen rijstpap, zij het met gouden lepeltjes, dat moet na een tijdje toch ook vervelen.

    Koeienkaken, zachtjes gestoofd in rode wijn bijvoorbeeld, of verse geitenkaas met groene kruiden, “cervelle de canut” voor de Fransen en tepelhoorns of laat dat laatste maar...

    En leer ze daar Duvel drinken.... !

    Gisteren per toeval nog een foto gevonden die de sfeer die Jef in de keuken creëerde helemaal weergeeft.

    Uiterst rechts, dat is em...


    05-10-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    29-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat groeit er in mijnen hof ?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Niets, ik heb geen hof...

    Ik woon hier midden in ’t stad.... Het stad, er is maar één stad... Antwerpen.... (A)

    Mijnen hof ligt aan mijn voordeur. De stoep....

    De tram rijdt door de straat, er staan files van wel honderd meter voor het rode licht, de bus dendert met veel geraas door de straat en je kan er nooit parkeren... Alhoewel sinds er nu moet betaald worden, lukt het nogal. In het weekend, dat is wat anders want dan is het weer gratis en dan staat alles hier vol...

    Maar ikke hebbe bewonerskaart.... héhé...

    En toch....

    Welke interessante planten hier allemaal groeien zo vlak voor de deur, ongelooflijk, maar niemand let er op en vindt dat het onkruid is...

    Maar... onkruid bestaat niet. Onkruid is een uitvinding van de mens...

    Alleen al vlak voor de deur groeien er vier soorten nuttige planten.

    Een lindeboom. Hij zit wel vol met wolluis maar het is een lindeboom. (pje)

    Omdat ie aangevreten is door de wolluis druppelt het sap uit zijn bladeren op mijn auto die er onder geparkeerd staat. ( Als ik een plaatsje gevonden heb...)

    Ik heb er eens aan geproefd, het smaakt zoet, dat sap, niet mijn auto, die smaakt naar diesel...

    De bloemetjes zijn goed om er een theetje van te maken. Naar het schijnt slaapt men daar goed van. ‘k Weet het niet. Ik heb het eens één keer geprobeerd en of je nu warm water drinkt of lindethee.... ?

    Indien ik vrees om slecht te slapen heb ik andere remedies, die iets sterker zijn. Dikwijls van Franse of Schotse origine...

    Dan hebben we het kaal knopkruid.... Als er nu iets is dat de term onkruid waardig is, dan is het wel dit kaal knopkruid....

    Waarom het kaal genoemd wordt dat weet ik ook niet. (Ik weet eigenlijk niet veel...)

    Maar... men kan er soep van maken... Heb ik ooit geprobeerd. Het resultaat was niet zo denderend maar indien je een goed purgeermiddel zoekt : het kale knopkruid...

    Hier staat het hele verhaal, vroeger reeds gepost .

    De stinkende gouwe is op dit ogenblik, het is herfst, een beetje aan het verdwijnen. Een mooie plant met kleine gele bloempjes, niet geschikt om er soep van te koken want hij behoort tot de papaverfamilie. Dus misschien wel geschikt om er een “tripje” op te maken.

    Het plantje is uitermate geschikt om wratten te doen verdwijnen. Als de stengel gebroken wordt vloeit er een helder geel sap uit... Smeer dit sap op, of aan, een wrat en enkele dagen of weken nadien zal ze verdwenen zijn. Geen bijgeloof. Ander planten die melksap afscheiden hebben ook deze eigenschap !

    De paardenbloem, de pisbloem, dat is beter bekend. Waterafdrijvend, kan in het voorjaar, vooral de jonge blaadjes, als sla gebruikt worden. Of gebakken in een pannenkoek. Het melksap heeft ook ongeveer dezelfde werking als bij de stinkende gouwe...

    Van de wortels kan cichorei gemaakt worden....

    Dan groeit er ook nog het kuiskruid... Onkruid! Verder zal het wel voor niet veel goed zijn, tenzij er iemand reageert en mij vertelt dat kuiskruid lekker is in de hutsepot of zoiets...

    De “ Canadese fijnstraal” dat is ook zoiets, niets mee aan te vangen, zelfs niet goed om soep van te koken. Alhoewel, ik heb het nog nooit geprobeerd...

    Ook nog : de teunisbloem die ook stilaan uitgebloeid is, het perzikkruid dat niets met perziken te maken heeft en de weegbree heb ik hier ook al zien groeien tussen de voegen van de kasseien .

    En dat groeit allemaal zo maar in de straat hier... gratis voor niets. Vlak voor mijn deur.

    Op de meest onmogelijke plaatsen vind je die planten.

    Ooit heb ik op de Amerikalei, wereldberoemd in Antwerpen en omstreken, echte champignons gevonden. Aan de voet van een plataan. De auto’s raasden er aan een rotvaart voorbij. Ze hebben er zeker een week gestaan en niemand heeft ze geplukt. Ik ook niet !

    Geen loodpaddenstoelen op mijn bord !

    Eén straat verder heeft ooit een hele kolonie mini papegaaitjes gewoond in een boom.

    Ik dacht dat het “agapornis” of iets dergelijks waren. Het was zeker niet aangeraden om onder de boom door te wandelen zonder paraplu... om van het gekrijs maar te zwijgen.

    Dan zou ik het bijna vergeten. Wij hebben twee laurierbomen in de straat...

    Deze boom zijn bladeren zijn prachtig bruikbaar in de soep in stoverijen in een fond en zo verder....

    Maar ze staan aan de ingang van het schoonheidssalonnetje van ons buurmeisje....

    De stammetjes zijn mooi omwikkeld met blauwe linten en om de vrede in de straat te bewaren zal ik wel laurier kopen in de Aldi of de Colruyt.

    De beschrijving van al die planten, en veel meer, is hier te vinden :

    http://www.kuleuven-kortrijk.be/bioweb/?page=guide〈=nl

    29-09-2007 om 14:19 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    22-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wonderbare paddenstoelenvangst...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is enkele jaren geleden maar sinds de foto van Michel hier aan de linkerkant bovenaan staat, dacht ik er weer aan.

    Michel toont daar fier als een pauw zijn vangst aan paddenstoelen, “des cèpes”, die hij gevonden heeft.... Hij is daar reeds zeer tevreden met zijn twee kilo paddestoelekes...

    Het is weer volop paddenstoelenseizoen en enkele jaren geleden, zoals reeds gezegd, kwam ik terug van een dorp in de Kempen, op weg naar huis, naar Antwerpen. Het was nog vroeg in de voormiddag en dacht zo ( bij mijn eigen) ik ga ons moeder eens bezoeken, ’t is weeral lang geleden, enz...

    Nog wat verder realiseerde ik mij dat ik door een gebied kwam waar ik al dikwijls veel en mooie paddenstoelen gevonden had. Ik zou eerst eens gaan kijken of er niets te vangen was.

    Het was minstens een jaar geleden dat ik daar nog geweest was en het terrein in kwestie was nu afgezet met een houten omheining en op het domein liepen paarden rond.

    De auto dus maar gestopt zo dicht mogelijk bij de omheining en dan maar over de balken geklommen. Nog een klein wandelingetje...

    Onmiddellijk had ik prijs, een mooi eekhoornbroodje, dat is dus een paddenstoel, gevonden...Dan nog een, en nog een en nog een...

    Het jachtinstinct kwam weer boven....zoeken maar en in een mum van tijd had ik een reusachtig grote stapel paddenstoelen bij mekaar. Mooi op een hoop geschikt...

    Maar nu ?

    Hoe zou ik die tot aan de auto krijgen ?

    Niet dat die afstand zo ver was, 100 meter misschien... Maar ik heb zoals waarschijnlijk iedereen maar twee handen en daarbij zou ik dus elke keer over die omheining moeten klimmen... Ik had geen mand of doos of krat of wat dan ook bij mij.

    Ooit had ik mijn hemd gebruikt als transportmiddel voor een overvloedige paddenstoelenoogst maar ik durfde er nu nog niet aan te denken om thuis aan te komen met een hemd vol slijmerig paddenstoelenkwijl. Eekhoorntjesbrood is nogal kleverig begrijp je ???

    Toen realiseerde ik mij dat in het weggetje dat naar de goede plek voerde alle vuilniszakken buiten stonden...

    Een duiveltje fluisterde mij in: pak zo een zak, kieper de inhoud er uit en je hebt een pracht van een transportmiddel voor je paddenstoelen.

    Op weg naar de straat vond ik naast één van de vuilniszakken een oude groene overgordijn. Een draperie ... afgevoerd, deed geen dienst meer !

    Daardoor heb ik ook mijn snode plannen niet moeten uitvoeren en het milieu niet moeten vervuilen. Zo een stevige lap groene stof vormde een ideaal vervoermiddel voor mijn paddenstoelen.

    Twee keer heb ik moeten lopen, en klimmen om de oogst naar de auto vervoerd te krijgen...

    Ons moeder moest nu maar wachten tot volgende keer, eerst mijn paddenstoelen naar huis brengen. Veel belangrijker...!

    Mijn vrouw keek maar raar toen ze mij zag aankomen met een groene zak op mijn rug, tot ik de inhoud over de tafel uitspreidde....en ik er nog evenveel uit de auto ging halen.

    Toch weer tegen mijn voeten gehad omdat ik mijn jas vuil gemaakt had.

    Ik heb ze toen gewogen, in het totaal vierentwintig ( 24 ) kilogram, alstublieft !!!

    Vrouwlief heeft toen bijgedraaid... we leefden weer van de jacht en de visvangst...

    Ondertussen was het middag geworden en het menu was ook snel bedacht en gemaakt. Een omelet met eekhoorntjesbrood. Een boke met goei boter daarbij, dat is een godenmaal.

    Daarna nog gans de namiddag verder gewerkt om de paddenstoelen schoon te maken. Gelukkig waren ze allemaal van prima kwaliteit want die “broodjes” durven wel eens aangevreten zijn door kleine wormpjes.... Dan is de meeste lol er af ...

    Daarna gebakken ( niet die wormen, hé ) in de pan met olijfolie en een snippertje knoflook en ze nadien gesteriliseerd in gerecupereerde confituurbokaaltjes. Gelukkig heb ik nogal wat relaties die op brood, margarine en confituur leven omdat ze hunne Mercedes nog moeten afbetalen...!

    Nadien heb ik nog bokaaltjes meegenomen naar Frankrijk en ze daar opgediend als zijnde de echte “cèpes de Bordeaux”. Iedereen vond ze buitengewoon lekker !

    Toch nog een opmerking, het plukken van paddenstoelen is in Vlaanderen verboden!

    Toen ook al...!

    Mocht je er per toeval toch eentje vinden: de foto staat hierboven, ze hebben een zeer dikke witte steel en een hoed die van bovenaf bekeken zo wat op een pistolet, een klein glanzend broodje lijkt....

    Als hij door beesten aangevreten is, snij die stukken dan weg. Liefst niet wassen!

    Snijd de paddenstoel nu in dunne plakjes en bak ze in olijfolie met wat gehakte knoflook en bestrooi ze nadien met dito peterselie... Peper en zout ...

    De eerste indruk is misschien wat vreemd, een beetje weekjes maar buitengewoon lekker bij elke vleessoort en in omelet. De paddenstoel zelf smaakt ook vleesachtig en is daardoor uiteraard geschikt voor zondige vegetariërs..

    Lekker bij gebakken aardappelen. Spekjes erbij en een beetje gehakte sjalot, dan hebben we meer en ’t is nog lekker ook...

    Mocht je twee eekhoorntjesbroodjes vinden, je weet maar nooit, ze kunnen zeer gemakkelijk gedroogd worden. In schijfjes snijden en laten drogen op een doek in de zon, maar waar vind je die nog ? Gewoon in een warme kamer of in een zeer zachte oven gaat het ook.

    Dan bekom je hetgeen men in Italië porcini noemt...

    ( Maar er is toch een verschil tussen de paddenstoelen volgens de streek waar ze gevonden worden. Officieel heten ze “Boletus edulis” maar er zijn verschillen. Misschien de bodem waarop ze groeien ?)

    Ooit heb ik zo een hoeveelheid gesneden paddenstoelen laten drogen op de zolder bij mijn schoonmoeder... Ik had ze mooi geschikt op een draadrooster... Onder de pannen, ’t was in augustus en buiten gloeiend heet....

    Toen ik enkele dagen nadien even ging kijken hoe het met het droogproces zat, bleek gans de zolder zwart te zien van een soort kleine motten...

    Dat waren die insectenlarven die wel eens in de eekhoorntjes enz... zitten die ontpopt waren!

    22-09-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Paddenstoelen
    15-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aangebrand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik heb vorige week een pot laten aanbranden !

    Maar ‘t is mijn schuld niet. ’t Is de schuld van mijn vrouw. Zij heeft niet goed opgelet.

    Het ging zo:

    Ik zou voor ’s avonds een dessert met in melk gekookte rijst klaarmaken. In ’t mooi Frans : riz à l’imperatrice... Een antiek, lekker en... zwaar dessert... Ik had ’s morgens de rijst met de melk reeds opgezet op een piepklein vuurtje af en toe roerend. We zouden boodschappen gaan doen, mijn keukenhulp en ikzelf... Ik zette alvast de rijst van het vuur.

    Juist voor we zouden vertrekken protesteerde zij, mijn hulpje, ook wel eens linkerhand genoemd, een beetje, wacht nog vijf minuutjes, dan heeft de afwasmachine gedaan en kan ze opnieuw opgevuld worden zodat alles netjes is tegen we terug zijn. Zogezegd, zo gedaan.... Maar dacht ik, dan kan mijn rijstpap ook nog wel enkele minuutjes verder koken. Weer een klein vuurtje er onder. Elke gewonnen minuut telt...!

    Ja, en dan maar gaan boodschappen doen...

    Jullie zien het natuurlijk al gebeuren, ik was vergeten om het vuur af te zetten....

    Toen we twee uur later thuis kwamen hing er een onmiskenbare brandlucht in de keuken...

    Mijn vrouw die een verdieping hoger stond te strijken had het te laat geroken... Daarom vind ik dat het haar schuld is !!!

    Feministen aller landen: geef maar van jetje !!!

    Alle gekheid op een stokje. Een uur later had ik nieuwe rijstpap en het dessert is zeer goed meegevallen. Ik zal seffens even het recept geven in telegramstijl.

    Maar nu stonden wij daar met een aangebrande pot. En aangebrand,dat wil zeggen aangebrand... Een dikke laag, donkerzwart, wel een centimeter dik, aangebrande rijst kleefde aan de bodem van de pot. Zelfs met een beitel er niet af te krijgen.... Geen ijzeren spons ter beschikking, daarbij die sponzen beschadigen de bodems van potten te erg... Met zo een groen sponske van een Schots merk, was er ook echt geen beginnen aan.

    Tante Kaat !!! Hulp !!!

    Ik herinnerde mij ergens gelezen of gehoord te hebben dat bleekwater zo een aangebrande pot zou kunnen proper krijgen. Dus, een baat het niet, het zal ook wel niet schaden zekers... ?

    Dus de grootste brokken verbrande rijst er met een houten spatel uitgekrabd en er een stevige scheut bleekwater in gegoten, eau de Javel, want ’t was in Frankrijk te doen...

    Een nachtje laten trekken en wonder boven wonder, de verbrande laag ging weg, zo maar, zonder wrijven of frotten...

    In het totaal heeft het wel drie dagen geduurd maar de pot was nadien als nieuw, of toch bijna...!

    Hierbij kan ik alleen maar bevestigen dat het trucje werkt, maar je moet wel een beetje geduld hebben...

    Terug in België ben ik dan wat “verbrande pottenkunde” gaan studeren en het blijkt dat hetzelfde trucje ook zou werken met een tablet voor de vaatwasmachine. Best mogelijk want dat is ook een zeer agressief goedje...

    Riz à l’Impératrice

    Het oorspronkelijk recept bevat enorm veel eierdooiers, dus dat zullen we al zo laten...

    Ook bevat datzelfde recept stukjes gekonfijt fruit. Een product dat door bijna niemand nog geapprecieerd wordt, dus dat laten we ook zo. ( De vruchtjes moeten te week gezet worden in kirsch en marasquin. )

    Dus maak een witte rijstpap en laat ze niet verbranden. Of koop een blik bij de Aldi maar zeg niet dat ik dit gezegd heb !!!

    Ook weer volgens dat oude recept moet hier nu evenveel bavarois bij gevoegd worden.

    Eenvoudiger kan er een beetje gelatine gesmolten worden in wat warme melk en dit mengen met de rijst. Laat afkoelen en meng er dan ongeveer evenveel slagroom door en giet in een vorm...

    Ook zou de vorm moeten bekleed worden met een laag aalbessengelei.

    Wil je toch de gele kleur van eierdooiers, meng deze dan met een scheutje room en meng ze snel door de nog hete rijstpap. ( Een liaison, zoals we zeggen )

    In een moderne versie kan de rijst beter verdeeld worden in individuele vormpjes.

    Nadien versieren met stukjes verse vruchten...en een toef slagroom.

    Daarna : aan de afwas !

    15-09-2007 om 21:32 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    08-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Passe-vite
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De passe-vite is één van de meest praktische uitvindingen die ooit gedaan is voor de keuken.

    Toch is ondertussen is de passe-vite ook reeds gedeeltelijk in onbruik geraakt.

    Allerlei keukenrobotten doen nu hetzelfde werk en nog veel sneller.

    Wat is een passe-vite ?

    Wel, een roerzeef !

    Onze grootmoeders kenden geen passe-vite. Dit hangt een beetje af van “onze” leeftijd, natuurlijk.... Als zij een puree van iets wilden maken of een fijne soep wilden maken zoals men dat deed in de kasteelkeukens of bij meneer den baron, dan kwam daar heel wat handenarbeid aan te pas.

    Een metalen, meestal geëmailleerde, zeef werd dan op een pot of emmer gezet en de te pureren grondstof werd dan door de zeef geduwd met armkracht. Men gebruikte daarvoor een houten stamper. Een halfbolvormig voorwerp, soms met een steel eraan.

    Mijn moeder gebruikte het nog. Lange tijd heeft zo een stamper hier nog in de kelder rondgeslingerd maar nu is ie kwijt natuurlijk....

    Als men de puree nadien nog fijner wilde hebben moest die nog door een haren zeef gewreven worden. Zoiets heb ik nooit gekend. Escoffier schrijft er nog over: un tamis en crin...

    Hierbij kan ik mij heel goed voorstellen dat dergelijk soort zeven de hygiëne in de keuken niet ten goede kwamen...

    Om een zeer fijne soep of saus te bekomen werd de vloeibare puree in een doek gegoten, een étamine, daaraan moest men met zijn tweeën draaien om zo de saus of soep door het doek te persen.

    Zo een étamine was een zeer stevig doek in lijnwaad, de ene kok moest rechts draaien, de ander links.

    Soepen werden toen ook op een heel ander manier gemaakt dan nu.

    Er werd eerst een puree gemaakt van een groente of van iets anders en die puree werd dan aangelengd met een fond of consommé tot soepdikte....

    Een mevrouw Simon was het beu om telkens de bewerkelijke actie uit te voeren om een soep te maken en vertelde haar probleem aan haar echtgenoot. Mijnheer Victor Simon zette zich aan het nadenken en heeft voor haar de “passe-vite” gemaakt. Hij was paswerker en kende dus wel wat af van metaalbewerking.

    Hij liet zijn eerste prototype door zijn vrouw uitproberen. Er waren nog wel wat foutjes aan maar alles kwam goed. Het nieuwe toestel had nog geen naam maar omdat het doorsteken van groenten of soep nu zo vlot verliepen heeft mevrouw Simon het toestel: passe-vite, genoemd....

    Passe-vite : snel passeren, snel doorsteken !

    Dit was in 1928. De uitvinding is toen gebrevetteerd geworden.

    En die meneer Victor Denis was een Belg! Hij woonde in een klein dorpje in Henegouwen.

    Zijn passe-vite is een successtory geworden. Drie jaar later is er een Fransman gekomen die een nieuw brevet aangevraagd heeft, maar dan in Frankrijk voor een soortgelijk toestel.

    Later is hieruit de firma “Moulinex” ontstaan.

    Ergens in de jaren vijftig kwam er een nieuwe uitvinding op de markt: de mixer ! De staafmixer. Bekermixers bestonden al langer, maar de staafmixer was veel goedkoper en veel gemakkelijker in gebruik.

    De eerste die in België op de markt kwam was de Novamix.... Een oersterk toestel. Tot halfweg de jaren negentig heb ik er nog een gebruikt. Dan heeft iemand het ding eens in de afwasbak laten vallen. Na openmaken en uitdrogen heeft het toestel nog gewerkt, geloof het of geloof het niet.... toen werd hij gestolen, misschien werkt hij nog...!

    Het fenomenale toen was ook dat er ook mayonaise kon mee gemaakt worden in enkele seconden tijd, een echte revolutie toen !

    Er werden bij de mensen thuis zelfs demonstraties gegeven hoe alles werkte...

    Dat was dan ook stilaan het einde van de passe-vite.

    Alhoewel, de passe-vite bestaat nog steeds in diverse uitvoeringen. Steeds worden er drie passeerplaten meegeleverd, fijn, middel en grof.

    Het voordeel van de passe-vite is dat eventuele pitten en harde stukjes ook in het toestel achterblijven. Dat is iets dat de elektrische mixer niet kan. Daar is men eigenlijk verplicht om nadien nog even door te zeven door een gewone zeef. Gelukkig zijn er geen paardenharen zeven meer.

    De professionals gebruiken nu de “chinois”, de puntzeef. Deze zeef bied geen enkele voordeel ten overstaan van een gewoon metaalgazen zeef. Ze is in de jaren achttienhonderd en een klets of zo ontstaan en ze word zo nog steeds gebruikt. Zij het nu in roestvrij staal.

    Met de handmixer kan ook geen aardappelpuree gemaakt worden daarvoor is de passe-vite het ideale toestel. Dikwijls hoor ik ook nog mensen zeggen dat zij liever een soep hebben die doorgedraaid is met ene passe-vite. Maar dat zal wel nostalgie zijn.

    08-09-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    05-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sorry
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sorry

    Aan degene die in de Colruyt aan de kassa kwam met vier pakjes lamskoteletjes in zijn karretje, sorry , hé...

    Of waren ze lekker ?

    Ik ben er dan maar andere gaan kopen in de Carrefour, daar stonden ze zelfs in promotie, een geluk met een ongeluk....

    05-09-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    01-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ratatouille
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bij het intikken van het woord “ratatouille” in de zoekmachine Google, kan men op dit ogenblik geen pagina meer vinden of het gaat over Rémy, de rat die kok wil worden. Grote chef zelfs...!

    Ik ga hier niet nog eens het verhaal van Rémy vertellen, het staat overal te lezen.

    Het is jaren geleden dat ik nog eens een film gezien heb, in een zaal bedoel ik, maar hier wil ik best eens naartoe gaan, maar mijn vrouw zal niet mee willen want die moet niets van ratten hebben en ze lust ook geen rat... !

    Nochtans ziet Rémy er een redelijk sympathiek beestje uit....

    Op bovenstaande link is de trailer van het filmpje te zien. Tik anders gewoon ratatouille in Google en er komt informatie bij overvloed...

    De echte ratatouille is een gerecht uit de Mediterrane keuken, algemeen gekend.

    De ingrediënten : tomaten, paprika’s, uien, courgettes, knoflook, tijm, laurier, aubergines maar de toevoeging van aubergines was niet altijd zo....Dat is redelijk nieuw...

    Alles in brokken snijden, aanstoven in olijfolie, water er over en gaar koken.

    Voila, dat is de simpelste versie. Vele variaties zijn mogelijk en toegelaten.

    Het woord “rata” duid reeds op een hutsekluts. Nu betekent het soldatenkost. La rata!

    Touiller, dat is ook Frans, voor het werkwoord roeren...

    Zo dus kluts de groenten bij mekaar, koken, enne goed roeren, dat is ratatouille, zelfs een rat, zoals Rémy kan het maken! Rémy kan zelfs nog veel meer!

    Als we de situatie nu een beetje gaan omdraaien dan komen we bij de rat terecht die in de keuken zit, er aanwezig is, en daar niet thuishoort....

    Een keuken die geïnfecteerd is met ratten, dat is een ramp. Alhoewel, echt veel komt dit niet voor. De Chinese restaurants hebben volgens de lasterpraatjes van vroeger, de voorkeur.

    Nu is het wel zo dat de keukens van die Aziaten echt niet van vlekkeloze netheid zijn...

    Als men ratten in de keuken krijgt is dit vooral omdat ze er etensresten komen halen. Etensresten horen dan ook niet thuis in een keuken na sluitingstijd...

    Nu diezelfde Chinezen eten ook ratten, zegt men....

    Ik zelf heb het nooit gezien of gehoord maar je weet toch maar nooit ...

    Hier zo een volledig onbetrouwbare site.

    Hier een relaas van een geïntegreerde Belg... van Thaise afkomst

    Als men het net zo wat afschuimt vind men allerlei over het eten van rat.

    Herinneren jullie zich nog dat er ook in België muskusrat gegeten werd, in de provincie Oost-Vlaanderen nog wel...

    Wel meen ik dat het dikwijls gaat over dieren die wel rat genoemd worden maar eigenlijk geen ratten zijn. Muskusrat is bijvoorbeeld geen echte rat !

    Ik heb vroeger nog massa’s Chinees konijn aan een belachelijk lage prijs gekocht in een diepvriesdiscount. Ik begin er nu aan te twijfelen of het wel konijn was...???

    En toch.... het verhaal is iets minder gekend, maar er bestaat in de klassieke keuken een bereiding die “à al Bordelaise” heet. Dus komende van Bordeaux, de stad van de wijn.

    De oorsprong van dit gerecht zou liggen bij de tonnenmakers, kuipers, in het vakjargon. Zij timmerden hun tonnen in de wijnkelders en vingen daar de dikste vette ratten en roosterden ze boven een vuurtje dat ze stookten van versleten duigen. Dat zijn de planken waarvan een ton gemaakt wordt !

    De kuipers, bestrooiden de rat wel eerst met fijngesnipperde sjalotten voor ze gebraden werd... De saus was vlug en gemakkelijk gemaakt door de geroosterde ratten in rode wijn verder gaar te sudderen. Dit zou dus de oorsprong zijn van de “sauce Bordelaise”.

    Waar of niet waar, si non e vero, es ben trovato....

    Als ’t niet waar is, is het toch goed gevonden...

    Maar een verhaal, en dit keer is het geen verhaal, maar de echte reële werkelijkheid speelt zich af tijdens de belegering van de stad Parijs in 1870.

    Toen werden er uit noodzaak ratten gegeten....

    Foto’s, maar foto’s waren er toen nog niet, maar schilderijen, bewijzen het !

    Dat jaar beleefde Parijs een hongerwinter. Oorzaak: de Duits - Franse oorlog. Dertigduizend Pruisische soldaten hadden sinds 19 September de stad omsingeld. Het beleg duurde lang en er werd honger geleden dat het niet meer schoon was. In het begin leek het enigszins draaglijk; men ving vis in de Seine en er was nauwelijks gebrek aan paardenvlees. Maar na 30 dagen belegering werd de toestand minder aangenaam. Brood ging op de bon, boter en eieren waren onvindbaar geworden, laat staan een stukje mals vlees.

    Inmiddels waren alle paarden en ezels opgegeten en begon men naar honden en katten uit te kijken. Op 7 November 1870 kwamen de eerste ratten aan de beurt. Ze werden verkocht aan 60 centiem, of 75 centiem indien schoongemaakt en klaar om te braden. Kenners beweerden dat de smaak van rattenvlees het midden houdt tussen patrijs en varken.

    In sommige tijdschriften verschenen fijne recepten : rat in ragout, rat in salade, taart van rat enzovoort. Overigens werden de Parijzenaars door de overheid gerustgesteld: rat is gezond, en er zijn nog 25 miljoen stuks in de stad voorradig. Het recept van “rat à la Monsellet” is een bekend gerecht...
    Begin December waren er geen steenkolen meer beschikbaar en de gaskraan ging dicht. De buitentemperatuur bedroeg -12° C. Op 19 December, met de feestdagen in het verschiet, werden de dieren van de stedelijke zoo geslacht. Het restaurant Lacroix betaalde 5000 Bef voor twee kamelen. De twee olifanten uit de zoo, Castor en Pollux werden geslacht...Slagers verkochten olifantenvlees tegen 30 Bef. het kilo. Zebra en beer gingen iets duurder van de hand.

    Obscure figuren schuimden de stad af op zoek naar “stadswild”, honden, katten, ratten.

    In de Seine zat geen visje meer groter dan een stekelbaarsje...

    Op 31 December organiseerde de burgemeester van het 3e arrondissement een nieuwjaarsbanket voor zijn vrienden. Op het menu stonden visjes uit de Seine met selderij, sagosoep ,olifantenlapjes in maderasaus en berenvlees met sjalot. Het beleg eindigde op 28 januari 1871. De Parisiens weenden van vreugde.

    De overgebleven honden, katten en ratten ook.

    Klik op het plaatje om te vergroten, niet voor gevoelige zielen...

    01-09-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    27-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een klein quizke
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Raad eens wat dit is ?


    Nee dat is het niet...!


    Klik op het fotootje....


    Met dank aan de Ronny



    27-08-2007 om 23:46 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    25-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrekkenkrant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nu wilde ik enkele stukjes schrijven voor de vrekkenkrant maar wat blijkt ?

    De vrekkenkrant bestaat niet meer.

    De uitgevers mochten de kopieermachine van de baas niet meer gebruiken om het krantje te drukken...

    Onze Belgische federale ambtenaren mogen dit vanaf nu ook niet meer.

    Geen voetbalkrantjes meer geprint op de machines van de Belgische staat. Gedaan!!!

    Terug naar mijn stukjes die ik wou schrijven voor die vrekkenkrant.

    Het gaat dus over zuinig zijn, zuinig wezen met voedsel....

    Zelfs; hoe overleef ik de crisis zonder voedsel aan te kopen ?

    Alle volgende verhaaltjes heb ik per toeval meegemaakt.

    Op een zeker ogenblik heb ik visafval nodig om er visfumet van te maken. ’t Was voor de school en ik was vergeten om wat afval, dus koppen en graten te bestellen. Genoodzaakt om les te kunnen geven ben ik op zoek gegaan naar visafval. Gelukkig is dat niet moeilijk voor mij, toen waren alle visgroothandels in mijn onmiddellijke buurt gevestigd. In de Riemstraat en de Scheldestraat in Antwerpen om juist te zijn...

    Naar de visboer gegaan en gevraagd of ik wat koppen en graten mocht hebben.

    Ze kenden mij daar wel hoor!

    Het antwoord was kort en laconiek : als je de hele rommel hier meeneemt mag je alles hebben, gratis, cadeau...! ( Maar dan in ’t Aantwaarps...)

    Dus even naar huis een grote plastieken wasmand gaan halen en de visafval er in gekieperd. Kostprijs; nul Belgische franken, ’t was nog in de tijd van de frank...

    Dan kwam het grote werk, de zaak uitzoeken.

    Van alles zat er in, kabeljauwkoppen met de kaken er nog aan, tarbotkoppen en graten. Graten van zalm. Soms zelfs kleinere vissen, nog heel maar een beetje beschadigd.

    Een grote pot met water opgezet, peper en zout er in en wat tijm en laurier en stukje per stukje elke kop en graat gekookt en het visvlees er af gehaald...

    De mooiste stukken heb ik rauw gelaten, die gingen de diepvriezer in.

    De buit : het was enorm. In totaal hield ik een vier kilo gekookte vis over en ook nog verscheidene porties rauwe visstukken. Het was niet allemaal van superklasse. Maar gratis, dan moet men niet te kritisch zijn... Een gekregen paard kijkt men niet inde muil !

    De mooiste graten heb ik voor de school over gehouden om er visfumet van te maken ...

    Voor mij de vis, voor de school de graat. Dat is eerlijk verdeeld vind ik!

    Nu stellen sommigen zich misschien de vraag: wat kun je daar nu mee ?

    In de diepvries stopen later gebruik. Vissalade maken.

    Een laagje spinazie, daarop een laag gekookte vis en daarop een stevige laag kaassaus.

    Gratineren in de oven een en schepje pureeaardappeltjes daarbij.

    Meer moet dat niet zijn!

    Vrijdagnamiddag is het hier markt in de buurt. De oorsprong was een “boerenmarkt”, nadien is ze verhuisd naar een groter plein in de onmiddellijk buurt van de PIVA. Die van Antwerpen kennen dat marktje wel. Groot is het niet en er wordt vooral voeding verkocht.

    Naast de boeren die van “over ’t water” komen staan er nu evenveel en meer zelfs Marokkanen en Turken op de markt, broederlijk opgesteld tussen Belgische vishandelaars, hondenvoerverkopers en slagers...

    Het trucje bij het naar de markt gaan is gekend, reeds lang....

    Men gaat naar de markt, een half uurtje voor sluitingstijd. Op het “schijten” van de markt zei ons moeder. Het kan ook “scheiden” zijn, ik weet het niet... Als de markt bijna gedaan is en de handelaars de rest van hun spullen terug aan het inpakken zijn....

    Dan zijn er zaakjes te doen...

    Een kist sinaasappelen, een hele kist, zo een doos, twee euro mijnheer, meepakken, meepakken...

    Een kist champignons, 3 kilo, geve, twee euro...!

    Dit zijn de vreemdelingen de Marokkanen en de Turken dus, die gaan ’s anderendaags naar de grote markt in Brussel en vernieuwen daarvoor hun voorraad.

    Vraag aan een verkoper of je zijn lege kratjes mag meenemen... om er je schoonmoeder in op te bergen, dat is een goede smoes...

    Kilo’s pruimen en nectarines heb ik zo verzameld... Ze gooien de kratten weg maar laten er wel de beschadigde vruchten in zitten...

    Twintig potten confituur heb ik ooit gemaakt voor fruit dat ik voor vier euro gekocht heb...

    Aardbeien, abrikozen en kersen...

    De echte sukkelaars schuimen op het einde van de markt, voor de reinigingsdienst komt, de markt af op zoek naar allerlei afval, maar zover moeten we het nu ook weer niet drijven.

    Ik heb nog altijd een huis om in te wonen en geen kartonnen doos...

    Ooit bood er een verkoper een hele kist met twaalf botten asperges aan voor 100 frank.

    De kwaliteit was zeker niet super maar voor soep of voor een eenvoudige bereiding...best te doen..

    Ik dus naar huis met mijn twaalf botten asperges.

    Bij mijn thuiskomst was er ondertussen een vriendin van mijn vrouw op bezoek gekomen.

    Terwijl ik mijn buit aan het uitpakken was begon ik mij wel te realiseren dat twaalf pakken asperges voor twee personen toch wel vrij veel is en mijn diepvriezer zat al vol met allerlei varia van vorige keren...

    Heb dan zes botten asperges verkocht aan de vriendin voor honderd frank...

    Iedereen tevreden en ikke gans de week gratis asperges gegeten.

    De kans dat die vriendin dit hier leest is vrij groot. Waren ze lekker Cecilia ?

    Commercie is mij van jongs af aan meegegeven. Op mijn twaalfde reed ik reeds rond met mijn fietske om koffie en bitterpeeën te verkopen. Toiletzeep, klontjessuiker en speculaas waren nevenartikelen.

    Aan de koffie was een redelijk cent te verdienen. Bij één pakje kreeg je een handdoek. Bij vier pakjes een keukenstoel en bij tien pakjes een mokkaservies...

    De bitterpeeën moesten er bij want toen ter tijd werd koffie steevast gemengd met evenveel bitterpeeën. Die blauwe pakjes van de Beukelaar... zaliger... ( Cichorei voor de niet kenners )

    Dus sleepte ik ook met die handdoeken, stoelen en mokkaserviezen rond... Ik denk dat ons moeder er nog een heeft, zo een mokkaservies, want eigenlijk kun je daar niets mee doen...

    Een mokkaservies is iets zoals een koffieservies, met dit verschil dat een mokkaservies nooit gebruikt wordt. Het dient om op de kast te staan pronken en het stof op te vangen.

    Heroïsche tijden waren dat... met de fiets door de modder, door de wind, door de regen, dwars door alles heen...

    Maar wij wijken af....

    Wil je aan gratis voedsel komen?

    Zoek een supermarktbaas als vriend of als goede kennis. Aan de toog van een café lukt dit soms wel eens. Beter nog probeer hem een beetje te helpen in bange tijden....

    Gegarandeerd levert dat allerlei op. Snoep, confituur, melk die juist over de limietdatum van verkoop gegaan zijn.... gratis. Hij mag en kan ze toch niet meer verkopen...

    Ik heb hier een runderhart liggen en weet niet wat ik er moet mee aanvangen, niemand in de buurt hier die een hond heeft...

    Waf, waf !

    De longhaas, niemand wil dat niet, zo een lelijk mottig stuk vlees, te donker en er zit een dikke pees in....’k Kan het zelfs niet in ’t gekapt draaien...

    Waf, waf....

    Kalfsnieren: hier jong, pak mee...

    Ook waf, waf , lekker...

    Een ganse kist bananen, pak mee....

    De bananen hadden reeds van die donkere vlekjes. Op dat ogenblik vind ik een banaan pas lekker. Ze ruikt dan zo een beetje naar aceton...

    Geprobeerd om de bananen cadeau uit te delen aan de buren maar dan : grote ontgoocheling : dat zijn rotte bananen...dat moeten wij niet hebben hoor, ook niet als we ze gratis voor niks krijgen....

    Sukkelaars !

    Indien je geen patron van een supermarkt kent is er nog een ander mogelijkheid.

    Elke supermarkt doet zo ongeveer rond negen uur ’s morgens zijn deuren open. Op dat ogenblik hebben de medewerkers er reeds een uurtje werk opzitten en hebben ze alle groente en fruit gecontroleerd op versheid en kwaliteit, alle andere producten gecheckt op de vervaldatum, enz...

    Ergens, tussen acht uur dertig en negen uur wordt een kar met alle afgekeurd materiaal buiten gezet.

    Nu bestaat de kunst er in om te ontdekken waar die kar gezet wordt....

    Auto in de onmiddellijke buurt parkeren en, hop, hop alle rommel in de kofferbak... Thuis alle bruikbaar materiaal er uit halen.

    Kilo’s perziken, tomaten een meloenen heb ik zo verzameld. Confituur van gemaakt!

    Net vervallen grondstoffen, daar mankeert niets aan . Zorg er alleen voor dat het niet nog eens maanden of weken blijft rondslingeren....

    Misschien is dit wel diefstal, ’t zal op het nippertje zijn. Maar we zijn vrekken, niewaar ?

    Mocht er iemand een kopieermachine hebben en die gratis ter beschikking willen stellen, of ze cadeau willen geven... Zullen we een nieuwe vrekkenkrant opstarten !

    25-08-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Maak het zelf
    18-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roomijs zonder machine
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wikipedia is voor de meeste wel bekend dacht ik. Als je het nog niet kent, Wikipedia is een internet encyclopedie waar iedereen kan aan meewerken. Met alle gevolgen van dien. Regelmatig is daar wel eens een kemel met twee bulten in terug te vinden. Doch door de band is Wikipedia wel erg interessant.

    Onlangs heb ik een variant hierop gevonden : WikiHow....

    Hetzelfde systeem, maar hier gaat het er om: hoe doe ik iets... Een fiets schilderen, een krans maken van papieren luiers, hoe vertel ik mijn baas dat ik weg ga bij zijn firma, enz...

    Allemaal een beetje lullig op zijn Amerikaans maar toch interessant en soms grappig.

    Een van de laatste projecten was: hoe maak ik ijsroom, roomijs zonder machine.

    De manier waarop is even simpel als geniaal....

    Let wel ik heb het nog niet geprobeerd maar waarschijnlijk moet het lukken.

    Hier staat het te lezen : http://www.wikihow.com/Make-Ice-Cream

    Ik zal het even verder verklaren :

    Het roomijsmengsel wordt als volgt gemaakt :

    Meng twee eetlepels suiker met een “cup” melk, dat is 225 cc ofte 225 gram.

    Voeg er ook vanille-extract of vanillesuiker bij of cacao, voor chocolade-ijs.

    Het recept lijkt mij echt pover maar om te starten en om het systeem te testen zou ik daar niet van afwijken. Later kan er room en of een gekookt mengsel gebruikt worden.

    Deze basisbereiding moet in een plastic zak gegoten worden die goed af te sluiten valt.

    Er wordt een “zip-loc” gebruikt, dat zijn die plastic zakken met een soort gladde ritsluiting. Eerst zou ik wel eens proberen of het soort zakken dat wij hier ( in Europa ) hebben evengoed sluiten.

    (Ik denk daarbij dat het merk “zip-loc” hier ook bestaat.)

    Dan neem je een grotere plastic verpakking waar de zak met het roomijsmengsel royaal ingaat...

    In de grotere zak doe je nu geschilferd ijs dat gemengd wordt met grof zout. Smeltend ijs gemengd met zout koelt theoretisch af tot een temperatuur van min zeventien graden Celsius...

    Dit systeem werd vroeger en ook nu nog gebruikt om ijsroom te maken.... wel in primitieve machines. De allereerste ijsroom werd ook op deze manier gemaakt.

    Goed, de kleine zak met het te bevriezen mengsel zit in de grotere zak omgeven door een laag smeltend ijs met zout.

    Nu moet er volgens de stellers van het artikel een kwartuurtje geschud worden en verwittigen zij ook, de buitenste ijskoude plastic zak vast houden met een doek of een oude t-shirt, want zeggen zij, deze wordt zeer koud...

    ’t Zal wel...!

    Mocht er iemand eens willen proberen, laat het resultaat dan weten, ik ben benieuwd...

    Het is verlof, een beetje toch, en op het internet is het rustig, dus heb ik wel eens tijd om te surfen op zoek naar zottigheden. Bovenstaande heb ik ook zo ontdekt.

    Een mooi filmpje waar voeding het decor is staat hier :

    http://www.dailymotion.com/video/xp7vr_verdi-traviata-choeur-bohemiens

    Ik zou het filmpje hier kunnen “embedden” maar klik maar, dat is gemakkelijker voor mij...

    Een andere serie filmpjes gaat over een soort super mixer, een blender.

    Een Amerikaanse machine die inderdaad zeer krachtig blijkt te zijn. Of dit in de keuken ook nodig is weet ik niet. In normale recepten worden geen GSM’s, kredietkaarten of golfballen tot stof vermalen maar het is wel impressionant...

    Als je naar deze site, U-Tube, surft is er een ganse serie filmpjes waaruit je kan kiezen:

    http://www.youtube.com/watch?v=3OmpnfL5PCw

    Toch heb ik een vermoeden dat er met de Blendtec geen mayonaise kan gemaakt worden.

    De beker van de blender heeft een vierkante vorm en ik vrees dat de mayonaise er zal in mislukken.

    Dit heb ik met schade en schande ooit moeten ondervinden :

    Het gebeurde op het voedingssalon in Brussel. Ik verkocht daar mixers. Van Bamix.

    Een mens leeft niet van de hemelse dauw alleen en om de kas wat te spekken was ik dus mixers gaan verkopen...

    Als laatste argument om een klant over te halen tot kopen maakten we mayonaise.

    De grote chef van de firma had dat niet graag, want mayonaise maken kost geld en nadien kon men daar niets meer mee aanvangen, tenzij weggooien.

    Dus toch eens : eierdooier in een potje van oploskoffie, azijn , peper en zout en mosterd daarbij, de olie er op.... Nu de mixer voorzichtig tot op de eierdooier gezet, toestel ingeschakeld en .....de mayonaise mislukte !

    Een waterachtige gele substantie was het resultaat.

    Er stonden zo een dertigtal personen te kijken die daar allemaal stonden te grinniken en besloten om dergelijke mixer toch maar liever niet te kopen....

    Toch heb ik er wat mee bijgeleerd : de mayonaise mislukte omdat het bokaaltje in kwestie een vierkant model was. De mayonaise kan daar niet in “draaien”, zij wordt gehinderd door de hoeken in de bokaal. In een ronde bokaal lukt het perfect. Dat weet ik nu !

    Ik zou Tom Dickson ( de presentator van de filmpjes ) zijn reactie wel eens willen zien...

    18-08-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Maak het zelf
    12-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vraagje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dit is dikwijls de titel van een vraag op een forum. Het resultaat hiervan is dat de interesse gewekt wordt, een vraagje, ja, ja maar wat dan?

    Even goed is het mogelijk dat de lezer denkt, domme kwiebus, formuleer dan je vraag toch ...

    Wel ik heb twee vraagjes, menens en echt waar. Ik hoop dat iemand mij kan verder helpen.

    Eerste vraag voor vijf punten :

    Ik ben van plan om zoiets als een boek of een publicatie of wat dan ook, te schrijven over mayonaise.

    Enkele titels van hoofdstukken zijn:

    De geschiedenis, woordverklaring.

    Hoe te maken.

    Hoe te mislukken en andersom.

    Wat mag. Wat mag niet ?

    Kwaliteit van de olie en de ander grondstoffen .

    Enz...

    Nu wil ik daar ook een hoofdstukje aan toevoegen over de manier waarop mayonaise industrieel gemaakt wordt.

    Daarom heb ik wat mailtjes verstuurd naar de verschillende fabrikanten van mayonaise en wat dachten jullie ? Geen enkele antwoord. Nul !

    Eén heeft er gezegd dat ie niet in zijn potten laat kijken en een ander gaf toe dat ze hun mayonaise niet zelf maken. Dat is de volledige oogst tot hiertoe.

    Eerlijk gezegd heb ik ook nog niet echt heel veel moeite gedaan.

    Ook heb ik wel een idee over het fabricatieproces, er bestaan er een drietal waar ik hier nu verder niet zal op ingaan maar het komt er onder andere op neer dat er een zeer snelle mixer gebruikt wordt die continu kan werken. Waterfase en oliefase...( High shear )

    Nu echt de vraag : is er iemand van de lezers van dit blog die mij enige inlichting kan verstrekken. Iemand die het productieproces gezien heeft of misschien er zelf in gewerkt heeft. Of een producent, wie weet ?

    Het is absoluut niet de bedoeling om “op mijn eigen” te beginnen. Gewoon informatief.

    Ik heb de vraag reeds twee keer gesteld op fora, maar daar ontaard het telkenmale over de kwaliteit van een fabrieksproduct. Wat is beter zelfgemaakt of fabrieksmayonaise. Daar gaat het dus niet over....

    Tweede vraag.

    Het is confituurtijd, al enige tijd zelfs...

    Nu is de binding van confituur steeds een heikel punt geweest. Principieel is het zeer eenvoudig. Confituur, jam voor de Nederlanders, bindt door de pectine die in de vruchten aanwezig is, die vruchten worden gekookt met suiker en er is een zuur nodig. Zuur dat zowel van de vruchten zelf als van een toegevoegd zuur kan komen. Bijvoorbeeld citroensap of industrieel citroenzuur.

    Het probleem zit hem bij de vruchten zelf: hoeveel pectine zit er in de vrucht, hoeveel zuur zit er in en hoeveel suiker bevat de vrucht van nature ?

    Deze gehaltes varieerden volgens rijpheid en soort, zeg niet zo maar banaan tegen een chiquita !!! Alhoewel dat er van bananen geen deftige jam te maken valt..

    Appels bevatten veel pectine maar bevat elk soort er evenveel ?

    In de literatuur vind men tegenstrijdige gegevens...

    Waarom lukt een confituur soms niet terwijl hij voordien reeds verschillende keren wel lukte met dezelfde werkwijze ?

    Bij ananas heb ik al resultaten gehad die varieerden tussen, waterachtig vloeibaar tot stevig genoeg om als voetbal gebruikt te worden...met dezelfde werkwijze !!!

    Het grote probleem zit dus bij het pectinegehalte van de vruchten zelf die men ter beschikking heeft.

    Nogmaals de vraag: bestaat er een mogelijkheid om het pectinegehalte van een vrucht op voorhand te bepalen? Suiker en zuur dat kan men wel een beetje inschatten, en is ook van minder belang.

    Heeft iemand hiervoor een oplossing?

    Zoiets als een refractometer waarmee men het suikergehalte kan bepalen...maar dan voor pectine. Of een eenvoudig testje?

    Ik weet dat bij de vruchtenwijn bereiding de pectine soms “vernietigd” wordt, zodat men kan starten met pectinegehalte, nul. Maar dat lijkt mij geen goede oplossing voor confituur.

    Vol ongeduld wacht ik op jullie overvloedige antwoorden...

    Zend een mailtje, het is niet de bedoeling dat er in het gastenboek of bij de reacties het hele procédé uitgelegd wordt...

    Mocht ik dat relevant vinden doe ik dat nadien zelf wel...

    Techneuten aller landen, Vlaanderen en Nederland is ook al goed.... help !!!

    12-08-2007 om 01:01 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    04-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Patat
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Een vriendelijk Nederlander of is het een Belg, dat is vrij onduidelijk, heeft een correctie ingestuurd op een artikeltje dat op mijn website staat over nieuwe aardappelen.

    Ik schrijf daar dat nieuwe aardappelen niet geschikt zijn om tot frieten verwerkt te worden omdat ze te snel bruin kleuren. Hier.

    Hij zal wel eens gelijk kunnen hebben, onze inlandse nieuwe aardappeltjes nemen inderdaad geen kleur aan tijdens het fruiten, of toch maar weinig.

    Vermits het nog steeds het seizoen van de “nief pattaten” is :

    Hier zijn reactie :

    Dan even over de aardappel: Bintje kent twee hoofdsoorten. Kleibintje (loskokend) en zandbintje (vastkokend).

    Het klei/polderbintje is loskokend omdat het meer zetmeel (suiker)bevat. Hier kan je mooie patat van maken omdat je bij het blancheren (voorbakken) op 140 gr. goed de gaarheid kan bepalen en ze worden bij het afbakken (180 gr.) mooi bruin, juist door die suikers. Een mooi afbak resultaat krijg je door de voorgebakken patat een nacht in de koelkast te bewaren. Hierdoor worden ze lekker knapperig.

    Mijn ervaring is dat de nieuwe aardappelen juist slecht kleuren bij het bakken van patat.

    Ik heb een periode een frietkot (snackbar in het Nederlands) gehad en als ik nieuwe aardappelen moest bakken werden deze niet bruin, wel gaar. De klanten wilden deze bleke patat niet. Ik heb toen besloten om bij mijn frietpannen een beetje (bruine) olie uit de croquetten- en frikandellenpan te doen. Deze patat verkocht wel.

    Het zoete van de importaardappelen komt vaak omdat ze te lang en te koel zijn opgeslagen geweest.

    ( Vooral hier heeft hij waarschijnlijk gelijk...)

    Vriendelijke groet, Mathijs.

    Aan de lezers, jullie zien en ondervinden ook wel dat het hier komkommertijd is, de baas is van huis, maar op dit ogenblik dat jullie dit lezen is hij net terug ! Mosselen aan het klaarmaken, van die lekkere kleine bouchot mosseltjes....

    Daarna, komen er nieuwe indrukken en sterke verhalen uit de Dordogne.... tenzij Michel zich dit keer zeer rustig zou houden !

    04-08-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    28-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevulde olijf / Turducken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gevulde olijf :

    Men neemt een goed rijpe olijf en verwijdert de pit. In deze holte stopt men een klein stukje gezouten ansjovis. Deze olijf stopt men nu een kleine leeuwerik, deze leeuwerik stopt men in een dikke kwartel, de kwartel in een piepkuiken en het piepkuiken in een mooie gans. Tijdens al het vulwerk zorgt men voor de nodige kruiding en links en rechts een schijfje truffel is zeker niet nadelig voor de goede smaak van het geheel.
    Nu braadt men voor een open vuur de combinatie tot de warmte goed door alle vogels heen getrokken is.
    Reken hiervoor een kleine twee uur. Vang de braadjus op in een pannetje dat onder het gevogelte staat. Als het geheel gaar is haalt men de olijf uit het gevogelte en deze olijf kan nu opgediend worden met de ontvette braadjus.

    Dit is een oud grapje uit de klassieke keuken.

    Zeer onlangs zond mijn broer me een mail met een onbegrijpelijke titel: Turducken. !

    Starting from the smallest bird, a hummingbird is stuffed into a sparrow, then a Cornish game hen, into a chicken, a duck, then a turkey, then in Michael Moore ("a bigger turkey") , then a penguin, a peacock, then an eagle, into an albatross, then an emu, an ostrich, a leopard, into a pterodactyl, and then finished off in a Boeing 747. Given the fact that the whole thing took about 11 years to cook thoroughly at a temperature 360 degrees and at 10 minutes per pound (as helpfully pointed out by Church), Sarge decided to deep fry (apparently in motor oil) it for it to be ready just in time for Thanksgiving.

    ( Die Boeing 747 mag voor mijn part weg gelaten worden…)

    In de USA schijnt dit geen grapje te zijn maar realiteit. Grote chefs zoals Paul Prudhomme houden zich daar mee bezig om kleine vogels in grote te stoppen, nog in grotere, tot zelfs in een Boeing toe, als dat ook al een vogel is... en dan het geheel te braden...

    Kijk even op deze link van Wikipedia , het is wel in het Engels, maar verwacht nu niet dat ik dit allemaal zal vertalen, het is typische Amerikaanse zever, indrukwekkend maar flauwe kul... Dat is mijn idee tenminste.... Wel grappig.

    http://en.wikipedia.org/wiki/Turducken

    Kijk vooral ook op de links die onderaan geven worden, daar vind je filmpjes, recepten , enz...

    Waanzinnig..... American Cooking !

    28-07-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    21-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Champignons draaien
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nee niet champignons omdraaien of zo wat maar champignons “tourneren”....

    Een kunst die weinigen nog verstaan. Misschien is het ook niet meer nodig om het nog te kunnen. Het is een trucje, een “tour de main” uit de klassieke keuken.

    Mijn vorige collega, den bokkie, die kon het nog. Ik zelf niet ! Hij heeft het mij tientallen keren voorgedaan maar er hapert iets aan mijn rechterhand... Klungelig...

    Toch ben ik vrij handig, letterlijk dan maar ik luk er niet in om champignons te draaien, te tourneren zoals het hoort.

    Eerste eis is om champignons te hebben die zeer vers en nog heel stevig zijn. Verder een linker en een rechterhand en een klein scherp mesje, een “office mes” zoals wij dat noemen. Met een domme “pattattenschiller” gaat het ook wel...

    In het stukje dat hier staat heb ik reeds enkele foto’s gezet over dit “draaien” van champignons, gevonden op de site van “Chef Simon”, nu heeft hij er ook een filmpje van of voor gemaakt.

    Hier de foto’s uit het stukje over : Sole Normande

    Hier het filmpje op U-tube


    Het filmpje zelf kan hier niet weergegeven worden, dus zelf even gaan kijken...

    Nu morgen allemaal naar de groentewinkel hollen, er een bakje champignons kopen en oefenen maar....

    Veel succes!

    21-07-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Paddenstoelen
    14-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruegel in de languedoc.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nog eentje van de Koen, sardienen festival in Agde...

    Monsieur le Maire wurmt zich langzaam en geduldig door de samengestroomde onderdanen, er angstvallend over wakend dat hij bij het handjes geven niemand overslaat. Dat hij daarbij heel wat pollekens geeft aan toeristen die hij nog nooit gezien heeft en die hem geen enkele stem zullen opleveren, is onvermijdelijk en hoort tot de beroepsrisico’s. Niet wetend dat ze Leroy-Beaulieu voor zich hebben en zich niet bewust zijn van de eer die hun te beurt valt, zijn deze vreemde eenden wederkerig beleefd, en lichtjes verbaasd.

    De Agdenaren zelf zijn opgetogen. De Maire zorgt immers goed voor hen. Heeft hij het alweer niet zo geregeld dat de feestende vissers stoelen en tafels van de stad ter beschikking kregen? (Gebracht en gehaald.) En zo nog één en ander.

    Het is dus maar normaal dat hij, in overeenstemming met zijn rang, eregast is op dit zoveelste traditionele vissersfeest op de “Place de la Marine.”

    In zijn zog nog enkele “conseils” die wat selectiever te werk gaan bij het handjes geven (zij zijn ook iets minder gegeerd), de feestcommissie en de gebruikelijke slippendragers. En dan volgt “het volk.”

    We kuisen dat hier niet zo simpel af hoor! De festiviteiten duren drie dagen, en één der hoogtepunten is de gratis uitreiking van een vismaaltijd aan al wie de moeite wil nemen hem te komen opeten. Vismaaltijd in zijn simpelste en populairste vorm. U mag rustig geloven dat er geestdriftig aangeschoven wordt, en niet alleen door de schamele armen! Wie de neus ophaalt voor het aangeboden menu heeft grotelijks ongelijk en bewijst enkel dat hij het nog nooit heeft geproefd: geroosterde sardienen met een homp krakend vers stokbrood en een glas roséwijn van de streek; Meum, meum . . !

    Die sardienen werden een paar uur tevoren uit de zee gehaald, en de bemanning van één der chalutiers ontpopt zich als een ploeg meester-rôtisseurs voor het bereiden van de vele duizenden sardienen.

    Op de kade, naast de Hérault, legde men een paar grote open sarments vuren aan en als roosters werden een paar afgedankte metalen bedressorts aangesleept. De visjes worden met veel geduld netjes naast en achter mekaar gelegd, en vier mannen heffen de rooster boven het vuur.

    Spoedig wakkert de vistraan het smeulend vuur aan en vervult een heerlijke schroeilucht de omgeving. De rook drijft in een lange sliert weg over de rivier, gedragen door een lichte zuidoosten wind.

    Terwijl het tweede rooster volgestapeld wordt moeten de visjes van het eerste baksel omgekeerd worden. Wie het niet gezien heeft gelooft niet hoe die onbehouwen bonken, met hun handen als kolenschoppen, zorgvuldig één voor één de beestjes omkeren zonder ze te breken, wat belangrijk is.

    Dan is het zover. De uitreiking kan beginnen en op geen tijd verandert de “Place de la Marine” in een grote feestelijke eetzaal. Natuurlijk werd de Maire allereerst bediend, terwijl de populaire zuiderse kwinkslagen, die niet altijd van de meest verfijnde smaak getuigen, hun hoogtepunt bereiken. De meterdikke platanen, wier uitbundig gebladerte één grote koepel vormen, kijken neer op het jaarlijkse schouwspel van etende, drinkende en genietende mensen.

    De honden en poezen uit de buurt komen ook eens kijken, maar zeer snel kunnen zij zelfs de naast de afvalbakken terecht gekomen resten niet meer verwerken. Dat wordt wel een smeerboel van jewelste, maar dat kan de feestvreugde niet dempen. Ook niet als blijkt dan enkele overmoedigen wat teveel vis en wijn “op hun vork” hebben genomen.

    Waaronder een Engelse toerist wiens spierwit zomerpakje er na de degustatie nogal besmeurd uitziet. Hij praat welgezind met iedereen en niemand verstaat er een woord van, maar hijzelf is reeds in een zulkdanige staat van gelukzaligheid dat het allemaal niet veel belang meer heeft. Zijn brandhoutachtige eega loopt er nogal onthutst bij. So what?

    Een rustige familie van vijf koppen – duidelijk ook toeristen, al dragen zij niet de clownspakjes die dit jaar obligaat zijn – wacht rustig haar beurt af. Wanneer het wat te lang duurt vraagt Mama in onvervalst Limburgs: “wachten we nog, of gaan we maar?” Waarop de wijze woorden van het familiehoofd: “Nu we al zo lang gewacht hebben zou ik toch eens willen weten hoe dat smaakt.”

    De smaak is goed genoeg, maar de onervarenen hebben wel wat moeite bij het degusteren. Er is niet altijd een hoekje tafel vrij, en dan moet men wijn en brood in evenwicht houden terwijl men de sardientjes van hun geblakerde huid en kop berooft. De kenners zorgen op voorhand voor de nodige papierwaren of kartonnen borden. Maar het is al doende dat men leert.

    Menig stuk lichte zomerkledij krijgt hier zijn doopsel met oliespatten of wijnvlekken. Volgende keer beter!

    Naargelang de rij gegadigden korter wordt en de voorraden slinken, vullen de bars uit de omgeving zich met dorstigen. Geroosterde sardientjes zijn nogal zout, weet U. . .

    Als één der laatste in de rij bemerken wij de Limburgse pater familias. Het moet zijn dat het artikel hem bevallen is. Hij heeft zich nu gewapend met een dubbelgevouwen krant. Men kan niet beweren dat de leden van onze stam “dur de comprenure” zijn!

    14-07-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    07-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Feesten op zijn Frans
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Volgend stukje en ook hetgeen volgende week volgt is geschreven door Koen.

    Koen woont al jaaaaaren in Agde , aan de middellandse zee in het departement Hérault.

    In Frankrijk....

    Nu profiteer ik er van om terwijl ik zelf aan het werk ben, en niet op vakantie zoals iedereen denkt, om zijn schrijfsels te gebruiken zodat ik even veel.... en Koen het werk gedaan heeft.

    Ik wilde schrijven verdiend, maar met blogs schrijven is tot hiertoe niets verdiend...






    Hier gaat hij:

    Het zal U maar overkomen dat ge door de barhouder uitgenodigd wordt, samen met Uw echtgenote, omdat ge nogal dikwijls naast één van zijn trouwe tooghangers staat. En omdat hij weet dat ge nogal goed met deze laatste bevriend bent.

    Les amis de mes . . . clients. . .

    Vooreerst is het niet erg duidelijk waarvoor die uitnodiging geldt. Het gaat over een mechwi, morgen zondag, nabij Montblanc, om twee uur. Er wordt 80 à 100 man verwacht. De barhouder richt dat in voor zijn trouwe klanten. Er zal lekker eten zijn maar mes en vork moet ge zelf meebrengen.

    De kleine slimmerik geeft uitkomst: (*)

    Méchoui: n.m. Chez les Arabes, rôti de mouton, de gazelle ou de chamelon.

    (*) Petit Larousse.

    Dat is wel duidelijk maar laat alle mogelijkheden open. Geroosterd schapenvlees voor 80 à 100 man, we zien dat niet zo goed zitten, maar we zullen ons toch in het avontuur storten.

    En een avontuur bleek het wel te zijn, al verwachtten wij geen gazelle- of kameeltjesvlees in het land waar schapen- en lamsvlees de grote lekkernij uitmaken. Dat klopte dan ook.

    In dit door de zon bevoordeligd oord zijn geen afspraken te maken. Behalve met tandartsen, dokters en inwijkelingen uit andere regionen. Niemand houdt zich aan een woord of een afspraak en iedereen voelt zich daar wel bij, behalve de onnozelaars uit filosofisch minder ontwikkelde landen, die geloven dat uurwerken en kalenders een zeker nut hebben. Maar . . . er zijn uitzonderingen en die zijn snel omschreven: bij alles wat de ingeborenen amuseert kan men op hun rekenen. Spelen, zich vermaken, ziedaar de voornaamste bezigheid.

    Die méchoui blijkt zo’n “spel” te zijn.

    Er is veel overredingskracht nodig om een geboren Languedocien te bewegen tot enige lichamelijke inspanning die naar werken zweemt. “Ca fatigue le cœur!”

    Maar voor wat hun aanspreekt mag het zweet hun langs de rug gutsen. We zouden ze bezig zien bij het méchoui-spel. Achteraf gezien hebben wij er geen spijt van.

    * *

    Het zal nog even duren want er wordt tot voorbij halfdrie geapéritiefd in de bar, vooraleer een karavaan van een vijf en twintigtal wagens zich in beweging zet aan de ronde sluis van het Canal du Midi, richting Bessan. Aan een gezapig gangetje rijden wij door de smorende juni hitte. Dat traag rijden hoort niet tot de plaatselijke geplogenheden want met een lichte druk van de voet kan men evengoed laag vliegen, en een blutsje meer of minder speelt ook niet zo’n grote rol.

    De koprijder is duidelijk bekommerd om geen deelnemers te verliezen onderweg. Die zouden van dorst kunnen omkomen. Eenmaal de départementale verlaten en Bessan achter ons, kruipen wij naar Montblanc toe. We dwarsen de “bretelle” en even later de A 9 zelf. Het contrast met onze trage stoet, die wat weg heeft van een reusachtige processierups, met de erg gehaaste Spanjevaarder, is zéér groot.

    Merkwaardig genoeg blijkt het tamelijk kleine Montblanc over een “Hôtel de Ville” te beschikken in plaats van de gebruikelijke “Mairie.” Maar wij zijn er snel doorheen, vier straten en een kerkhof. Het moet een zeer ongezond oord zijn, want de collectieve rustplaats is buiten verhouding groot. Misschien worden er bestellingen uit omliggende dorpen aangenomen? Mogelijk heeft men er simpelweg de gewoonte de zaken groot te zien. We weten dat er een zogenaamde Abbaye moet zijn die een goed wijntje produceert, maar daar komen wij niet langs. En onze karavaan trekt voorbij, al horen wij geen honden blaffen in de hete stilte.

    Wijngaarden, wijngaarden, laagstammige vruchtbomen en wijngaarden. . . Naargelang het centrum van Montblanc in de verte achter ons verdwijnt worden de wegen nog slechter. Tot het hoofd van de karavaan halt houdt op een stuk garrigue naast iets dat op een oase lijkt, alle verhoudingen in acht genomen natuurlijk.

    Het is waarachtig een terrein dat rondom afgebakend is met twee meter hoge roestige tennisdraad en voorzien van een dubbele, even hoge maar nog roestiger toegangspoort.

    Het terrein is een goede hectare groot en de wijd openstaande poorten zitten ten minste tien centimeter diep in de grond. Het geheel getuigd van een zware inspanning die ooit in het verleden geleverd werd door iemand die niet helemaal in deze omgeving paste. Zijn nakomelingen vonden zelfs het sluiten van de poorten nogal vermoeiend. Vandaar . . .

    Midden de eindeloze wijngaarden staan hier op dit afgebakend terrein een vijftigtal kleine parasoldennen samengetroept. Droog als kurk, klaar om in brand te vliegen wanneer iemand ze kwaad zou bezien. Maar zij geven schaduw! De grond erachter is bedekt met een al even droog naaldentapijt van tien centimeter dik. Nu vooral niet aan een lucifer denken. En die rokers daar, wou ik liever niet zien.

    De karavaan reizigers ontdekken onder deze dennen een eigenaardige verzameling lange tafels en zitbanken van de meest uiteenlopende soort. Waarschijnlijk het afgedankte meubilair van oude drankhuizen die omgevormd werden tot seizoen gebonden “restaurants” voor argeloze toeristen. Hier zullen deze oude meubels nog goede diensten bewijzen. Wie het klimaat kent weet dat ze hier nog vele jaren in weer en wind mogen staan eer ze uit mekaar vallen.

    Wat we verder aantreffen is minstens even belangrijk: een soort voorhoede of kwartiermakers, ongeveer tien man sterk, heeft reeds de nodige voorbereidselen getroffen. De aankomenden krijgen een glas in de hand gestopt en mogen langsheen een lange tafel hun eerste apéritief in ontvangst nemen. Ik zeg wel duidelijk “eerste”, want de aanschuivende rij verandert geleidelijk in een soort bijenzwerm die zich aan de apéritieftafel vasthecht.

    Na de préliminaire apéritieven in de vertrekbar, en de pastis en de wijn die hier geschonken wordt à gogo, vinden de bakjes met olijven en knabbels allerlei, gretig aftrek. Het middaguur is ook al lang voorbij. . .

    We verkennen het terrein en dat loont de moeite, zodat we één en ander beginnen te begrijpen. De plaatselijke mentaliteit in acht genomen, is de méchoui goed georganiseerd. Achter een tankwagentje van ongeveer duizend liter treffen wij een autokarkas met dieselmotor aan. Een vernufteling heeft het zo geregeld dat die motor met een lange drijfriem (eigenlijk een touw) het braadspit draaiende houdt.

    En op dat braadspit wentelt reeds een volwassen schaap boven een zacht houtvuur in een pas gegraven greppel. Er hoeft slechts één vonkje weg te vliegen en . . . Niet aan denken!

    Uit de fragmenten van gesprekken leer ik dat die tankwagen daar niet enkel staat voor de afwas, maar ook om de eerste bluswerken te verrichten in geval van. . .

    Oeioeioei, ocharme duizend liter water! Terwijl er een radiozender aanwezig is om de brandweer van Montblanc op te roepen “en cas d’en cas.”

    Montblanc heeft dus niet alleen een “Hôtel de Ville” en een reuzenkerkhof, maar ook nog een brandweer! (Ik moet mijn kleinerende manier van denken afleren.) Zouden die pompiers hier wel geraken voor we allemaal geroosterd zijn gelijk dat schaap, en, waar zullen die water gaan halen? Terwijl ik angstig onze overlevingskansen afweeg, wordt nog een groot vuur aangestoken naast het eerste. Toe maar. . . ! Zou dat voor het iets kleinere reserve schaap zijn dat op een ander spit klaar hangt? Neen, dit vuur heeft een andere bestemming.

    In een grote plaatijzeren bak met vier hengsels worden twee zakken van vijfentwintig kilo mosselen leeggegoten. Vier mannen, met ijzeren staven gewapend, hangen de bak boven het tweede vuur om de mosselen te roosteren. Een vijfde man, die het nogal warm heeft, roert regelmatig de schelpdieren om tot ze gaar zijn. Dat neemt niet veel tijd in beslag en plotseling hangt de bijenzwerm van de apéritieftoog rond de mosselbak, elke bij gewapend met een kartonnen bord.

    Het voorgerecht noopt tot plaatsnemen aan de tafels en het wordt wat stiller boven die galmende Middellandse-Zee stemmen.

    Er moet zowat honderd man bij mekaar zijn, ongerekend de zuigelingen en kleine kinderen die intussen door hun moeders werden bedacht met een borst, of een

    Lu-Parein-De-Beuckelaër-koekje om ze zoet te houden. Het eetmaal is nu op dreef en iedereen gaat om een tweede of derde portie geroosterde mosselen, want de tweede bak is intussen gaar en de derde wordt omgeroerd.

    De lege schalen worden netjes in zakken gedeponeerd. Men gelooft zijn eigen ogen niet, hoe proper ze soms kunnen zijn.

    Van de betrekkelijke rust rond de vuren maakt de grootste van de aanwezige honden gebruik om het reserve schaap een beetje nader te bekijken. Hoe is een hond ? Maar, voor hij eraan kan likken krijgt hij een droge tik op zijn snuit. Zijn collega’s die een beetje afwachtend toekeken, klaar voor de algemene aanval, nemen de les ter harte. Zij dringen niet aan.

    Opnieuw worden er stokbroden rondgedeeld en komen er volle kruikjes rouge op de tafels. En grote kommen sla, tomaten, komkommers, groene en rode pepers en wat er nog bij hoort aan “mâche”, krulandijvie, en ajuin, alles natuurlijk met de nodige vinaigrette bevochtigd. Niet alleen een lust voor het oog.

    Ondertussen worden wij omgeven door een heerlijke lucht van gebraad. En dan komt het grote moment:

    Het dieseltje wordt even stilgelegd en het geroosterde schaap komt tot rust op een uit haar hengsels gelichte deur, vooraf proper geschuurd met (blus)water.

    En of we het nu willen of niet, het is een plechtig moment wanneer de voorsnijder het grote mes in het vlees zet. En dan, zoals hier gebruikelijk is wanneer iets lekkers op tafel komt, beginnen alle aanwezigen in de handen te klappen en complimenten te roepen naar de bereiders. Zoals :”Salut l’artiste!” de artiesten glunderen door hun zweet heen.

    Schapenvlees is een lekkernij. Maar wat ik na enig geharrewar op mijn bord krijg, slaat alles. Vraag me niet welk deel van het beest het is, het enige wat ik zie is dat het van de buitenkant komt. Na verwijdering van de bruinzwarte geschroeide huid komt een gaar maar rozig plat stuk tevoorschijn, ter grootte van een hand. Mijn pollen zijn niet van de kleinste. Het vlees is onwaarschijnlijk lekker. In Antwerpen – hoever is dat nu weg? – zou men zeggen: “oem te zouige!”

    Het feest komt nu pas goed op gang. Geholpen door de wijn en het lekkere eten stijgen de conversatie en de stemming tot op grote decibel hoogte. Eer het zover was zijn de vrijwilligers zo opgegaan in hun “spel” dat het in deze warmte niet meer netjes was. Nu genieten zij natuurlijk dubbel mee. Wie nog iets hebben wil moet het zelf maar gaan halen. Het reserveschaap wentelt verder.

    Bij onze aankomst zag ik op de apéritieftafel tussen de pastisflessen en de wijnkruikjes een wat vereenzaamde magnum staan met het etiket “Nuits Saint Georges”. Omdat niemand ervan schonk dacht ik dat deze grote fles was nagevuld met de “gewone” rouge van Pinet, (spreek uit: Pinéed) die er trouwens nogal zachtjes binnenliep.

    De plastieken kruikjes goten handiger en elke tafel had er een paar geënterd om zeker niet zonder te vallen.

    Aan mijn schaap beginnend, valt mijn oog weer op de magnum met het lekkere etiket. Hij is opgerukt tot de tafel naast de onze en de inhoud is met een kwart geminderd. Eigenaardig, niemand schenkt er veel aandacht aan. Omdat ik niet van onopgeloste mysteries hou, ga ik de grote fles gewoon halen om er van te proeven. Het moest eens waar zijn . . . Niemand verdedigt de fles, of kijkt zelfs maar even op. En daar hebben zij ongelijk in, want het is waar! En een stuk zacht schapenvlees, vergezeld van een vier jaar oude Nuits Saint Georges kan ik aanbevelen. Onze tafelburen delen deze opvatting, en de magnum komt niet verder dan onze tafel.

    De gloeihitte van de dag vermindert een beetje en de feestvierders worden wat kalmer na de uitgebreide maaltijd. Met een deken, wat ik uit de wagen haal, trek ik naar een wat lager gelegen stuk van de “oase” en vlei me neer op de matras van droge naalden.

    Het laatste wat ik zie is de zinderende lucht boven het golvende landschap dat gelijkenissen heeft met onze Brabantse heuvelruggen. Het geroezemoes wordt zwakker en Morpheus moet niet lang naar me zoeken. Maar mijn slaap is niet zo heel rustig want mijn onderbewustzijn is met iets bezig dat maar niet aan de oppervlakte wil komen. Zalig is het hier.

    Wanneer ik de ogen weer open, baden de glooiingen in de karmijnrode gloed van de vooravond zon. De temperatuur is aangenaam geworden, en ver achter mij hoor ik het vertrouwde geluid van tegen mekaar tikkend metaal, begeleid door de commentaren van de boulisten.

    Alles is in zijn vredige plooi gevallen. Deze mensen genieten volop van de zevende zondag van de week.

    En plots weet ik waar ik onbewust naar zocht: de boerenbruiloft. Het wereldbekende werk van onze onvolprezen Pieter BRUEGEL.

    Zou het kunnen dat hij ooit een studiereis maakte in de Languedoc? Uitgesloten is dat niet, maar deze middag was hij hier in elk geval aanwezig.

    Ik heb hem zelf gezien!

    Zelf heb ik ook nog een verhaaltje over een mechoui in Algerije: hier...

    Volgende keer over gegrilde sardienen

    07-07-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    30-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mully Gattawny




    Mully Gattawny had een kat

    die beschuit met muisjes vrat.

    Vleer- of veld maakte niks uit

    het ging alleen om de beschuit.

    Mully Gattawny's laatste duit

    gaffie aan beschuiten uit,

    toen zeidie dattie 't wellejes vond

    verzoop de kat en kocht een hond.


    En die vrat alles wattie vond

    tot platgereden paardestront,

    paardekeutels, paardevijgen,

    hij kon er niet genoeg van krijgen

    Maar Mully, vieze bekken trekkend

    vond die eetlust weerzinwekkend.

    Hij nam het dan ook langer niet

    en ruilde 't kreng voor een parkiet.


    Weer sloeg de liefde om in haat;

    de vogel morste met zijn zaad.

    "Onan" zei Mully "de moord met jou,

    nou neem ik eens een weduwvrouw."


    En die bracht hem 's morgens whiskypap

    met sjiskebab als borrelhap

    waardoor zijn hand vroegtijdig beefde

    maar hij nog lang gelukkig leefde.


    vrij naar het Gaelic van Shaun O'Mull.

    En overgenomen uit het boekje : Literary larycook in Dutch en double Dutch : door John O'Mill.

    Een mulligatawny is een kruidige soep, waarschijlijk afkomstig uit India.
    Hier nog een verhaal over mulligatawny, niet de persoon van het gedicht maar over de soep !

    30-06-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    24-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De spaghettiboom

    ’t Is komkommertijd. Normaal heb ik mijn stukje voor dit blog reeds klaar op vrijdagavond, ten laatste op zaterdag. Nu is het reeds zondagsnamiddag en ...’k heb “writersblock”.... ‘k wee nie wa schrijve...! En ’t is slecht weer...Maar dat trek ik mij niet aan..

    Ik had een mooi verhaal over een spaghettiboom maar dan ben ik eerst even op het internet gaan kijken en het verhaal staat er reeds minstens tien keer op....

    Het verhaaltje stond in het tijdschrift “Quest”, het magazine dat voor mij het raadsel van de stenen in de rivierkreeft opgelost heeft. Lees hier.

    Vroeger had ik het ook nog gehoord, dat spaghetti aan een boom groeit...!?

    Ik zelf heb het nog aan klein mannen wijs gemaakt.

    Ook aan de nonnekes. Zij hadden macaroni te week gezet in een emmer water, om hem malser te maken... De macaroni... Toen heb ik hun gevraagd of zij ook een macaroniboom hadden maar dat wisten ze niet, daarvoor hadden ze een hovenier, die zou het wel weten!

    Het gaat om een aprilgrap die de BBC op TV uitgezonden heeft in 1957 op 1 april natuurlijk en waarin de Engelsen wijs gemaakt wordt dat er in Zwitserland dank zij de zachte winter de spaghetti welig tierde aan de bomen. De oogst was ook goed gelukt omdat de spaghettikever niet al te veel ravage had aangericht... Duizenden Engelsen telefoneerden toen om te vragen waar ergens in Zwitserland dat was en of ze ergens zo een boom konden kopen of hoe ze zelf spaghetti konden kweken.

    Nu is zoiets onbegrijpelijk maar spaghetti was toen nog een vrij exotisch voedsel.

    Ook bij ons in België diende macaroni en spaghetti lang als papvulling. Pillepap, zeggen ze in het Waasland. Een slappe vanillepuddingpap met gekookte macaroni. In het kookboek van de boerinnenbond werd het ook lang vermeld.

    In 1963 stond de pillepap nog steeds op het menu bij het Belgische leger.

    Nadien zijn wij, de koks milicien, er in gelukt om de legerleiding van idee te doen veranderen en maakten we “spaghetti bolognaise” met legerrantsoenen.

    Terug naar de spaghettiboom. Hier staat hij.


     Een mooie Zwitserse is bezig met het plukken van de rijpe
     spaghettisliertjes die later zullen gedroogd worden.

     Hier kan je het hele filmpje downloaden. Het is van
     miserabele kwaliteit, maar het dateert dan ook uit 1957...

     Klik hier.






    Nu we toch over bomen bezig zijn.

    De ingevoerde Judasboom groeit !

    Hij staat ergens in Hasselt te pronken, ondertussen is hij zelfs al uitgebloeid maar vermits het toch komkommertijd is: hier een paar fotookes...


         

    24-06-2007 om 18:03 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    15-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kikkerbillen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vlaanderen is in paniek !

    Enkele dagen terug kwam het alarmerende bericht op de radio dat de brulkikker gesignaleerd is in het Netebekken in de Kempen. Ook Limburg kent de plaag reeds.

    Een geleerde professor van de universiteit van Hasselt, dacht ik, kwam de onheilsboodschap brengen. Als wij ons niet haasten, zal die brulkikker alle waterfauna in de korstte keren verslonden hebben. Hij was zelfs zeer strikt ; al wat brulkikker is of er op lijkt, sla dood...!!!

    Hij, de kikker, niet de professor, vreet alles op wat maar beweegt en niet te groot of te zwaar is, tot kleine hondjes en katjes toe... Gewone groene en bruine kikkers, salamanders en waterinsecten staan met stip op zijn dagelijks menu...

    Gisteren vond ik ook een boodschap op het seniorennet, afdeling vijver, tuin en groen, dat er larven, beter gezegd dikkoppen, van de brulkikker, aangetroffen zijn in een lokaal vijvertje... In de Kempen...

    Nu wil ik hier weer niet de super slimme uithangen maar toch heb ik de bevolking er reeds bijna een jaar geleden, voorzichtig voor gewaarschuwd... Enfin, ze had toen toch reeds het gevaar kunnen inschatten.

    Lees hier.

    Het verhaal is in het kort dit :

    De brulkikker, grenouille taureau in het Frans, ofte bull frog in het Engels is ingevoerd vanuit de Verenigde Staten naar Italië, waar hij dan gekweekt werd voor zijn billetjes. Het zijn waarschijnlijk billen...! Uiteraard voor menselijke consumptie geschikt. Het beest kan tot twee kilo wegen. Hier in Europa blijkt 800 gram reeds een goed uit de kluiten gegroeid exemplaar te zijn.

    Gewicht van zijn billetjes, zeg dus maar billen, bedraagt ongeveer honderd vijftig gram, schat ik zo. Een mooie portie voor één persoon.

    Daarna zijn er twee rampen gebeurd :

    Primo: de brulkikker is ontsnapt uit het kweekgebied in Italië en hij verspreidt zich nu razendsnel over Europa en zijn trek gaat noordwaarts.

    Ze hadden nog een bordje bij de vijver gezet : “E proibito di fugersi” ( Verboden weg te lopen )....maar die kikkers snapten dat niet. Die begrepen alleen Amerikaans. Misschien ook, omdat de tekst fout gespeld was.

    Secundo : op de TV is er ooit een programma geweest waardoor de ganse kikkerbillenmarkt instortte. Ze hebben toen aan de brave zielen getoond hoe die diertjes geslacht worden en och, och, och arme toch... Nooit geen kikkerbillen meer voor mij ...

    Momenteel zijn ze te koop voor amper vijf euro, of zowat, per kilo. Netjes verpakt per paar in een mooi plastic zakje. Huisvlijt voor vele Aziatische families, ... gans hun inkomen naar de maan...

    Eerlijk gezegd, zo denderend vind ik kikkerbilletjes nu ook weer niet. Het smaakt vrij flauw maar met enkele looktenen en een beetje peterselie er bij en daarna gebakken in een paar dikke klodders boter, dan wordt het wel wat.

    Vroeger stond het gerecht op de chique Franse menu’s en dan werden ze : “ Les danseuses des prés” genoemd... de danseresjes van de weiden... het ging dan wel over de groene kikker die toen nog vrij mocht gevangen en verkocht worden. Zijn Latijnse naam Rana esculenta, duidt er reeds op dat ie lekker is om te eten.... Maar de “rana catesbeiana”, da’s de brulkikker, daar is geen gebruiksaanwijzing bij.

    Ook nu nog zijn verse kikkerbilletje in Frankrijk te koop aan exorbitante prijzen. Ze worden ingevoerd vanuit Turkije en dan worden ze ergens in vijvers verder opgevoed. Ze leren er Frans spreken, met twee woorden. Oui, oui...

    Hun achterdelen worden nadien verkocht voor 4 à 5 euro , per honderd gram...alstublieft...

    Alzo zou ik zeggen aan de bewoners daar in de Kempen of Limburg, nee niet “De Limburg”, vangen die kikkers.... !

    Pak ze... !

    Het kan best een lucratieve bezigheid worden en het milieu zal er wel bij varen...

    Op aanvraag zal ik wel eens een receptje posten.

    Zet de luidsspekers aan ! Klik even op het startpunt van de geluidsbalk, dan hoor je het "ijzingwekkende" geluid van het beest, daarna hoor je een Amerikaan, let op dat is geen kikker, dan het antwoord van de collega kikker en daarna de roep van een klein kikkertje dat een beetje schrik heeft... De Amerikaanse meneer vertelt dat allemaal wel, maar ik heb het er maar even bijgezet voor degenen die niet zo vlot Engels verstaan.

    15-06-2007 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    13-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weer examens

    Het was weer zwaar.

    Voor de cursistjes zeker en vast maar evengoed voor mij. Ik heb het er hier reeds over gehad.

    Het is nu traditioneel de gewoonte geworden dat die foto’s ergens op het internet komen zodat iedereen er kan van genieten ??? .

    Aan alle meisjes en de enkele jongens die bij de groep horen : hier staan ze:

    www.webshots.com/user/nicolay115 Rubriek : Examen 2007

    Vermits ik de foto’s, op de persoonlijke “portretten” na, niet zelf gemaakt heb, weer luiaardij..., staan er ook beelden bij van andere sukkelaars die hun examens deden.

    Doch die zijn ook best te genieten.

    De gegadigden zullen zichzelf er wel in herkennen....

    Om het heel simpel te houden : hieronder staan ze ook, maar op bovenstaande link zijn ze integraal te bekijken.



    Examens 2007

    Aan al degenen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit examen : proficiat !

     

    13-06-2007 om 01:05 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  




    Foto

    Hoofdpunten blog keukenweetjes
  • Dromomania – Het boek!
  • Gekonfijte eendenbouten
  • Op jacht!

    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Categorieën
  • Etymologie (6)
  • Grondstoffen (33)
  • Keukentheorie (34)
  • Maak het zelf (35)
  • Paddenstoelen (16)
  • Reisverhalen (15)




  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!