Inhoud blog
  • Nog een kikker
  • Separatorvlees
  • Amerikaanse worsten.
  • Nog meer worsten...
  • Gerookte bloedworsten
  • Bloedworst
  • Reebok
  • Nog meer beesten.
  • Nog altijd van den hond..
  • 't Is van den hond.
  • Manolo Cortez
  • Pauze
  • Meer asperges
  • Aspergeverhalen
  • Vettig fornuis
  • Titanic
  • Het muiltje
  • Een notoire vreetpartij
  • Jefkenspeer
  • Kaas maken
  • ’t Is Godgeklaagd
  • Rode kool
  • Nog Belgische keuken
  • Belgische keuken
  • Valentijns menu
  • Met de vlam in de pan
  • Lichtmis: flensjes
  • Frikadellen met krieken
  • Stresskieken
  • Hutsepot
  • Nieuwjaar
  • Drie soepen
  • Aardappelkroketten
  • Potenkroket
  • Speciale aardappelbereidingen
  • Lieve Sint
  • Cherimoya en maniok
  • Eetbare paddenstoelen en warm vlees
  • Wilde duif
  • Over worst
  • Ei, ei, omelet
  • ’t Wordt weer wild
  • Spaghetti Bolognaise
  • Enige dessertjes
  • Koude rosbief
  • Waterzooi
  • Koffie zetten
  • Tabouleh
  • Mosselen
  • Vomitorium
    Zoeken in blog

    Keukenverhaaltjes en weetjes
    Herinneringen uit een lange keukenloopbaan

    06-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijgen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ondanks alle onheilsberichten van een paar weken geleden zitten we weer in Douchapt.

    In de vijgenboom…!

    Waar we op dit ogenblik hier ongeveer een maand vroeger zijn aangekomen dan vorig jaar staat de vijgenboon afgeladen vol met vruchten. Ik heb de indruk dat alle fruit zeer overvloedig aanwezig is in de Franse tuinen. Vorig jaar was een ramp, niets was er te vinden.

    De takken van de pruimenbomen breken bijna onder het gewicht van de vruchten. Alhoewel die wel zeer laat zijn. Die zijn normaal reeds in juli volop rijp. Nu, de pruimen interesseren mij ook niet zo erg, het is een halfwilde variëteit. De “prunus cerasus” wat zoveel betekent als kerspruim…of pruimkers. Een zeer taai vel hebben ze en ze bevatten veel water. Zeer lekker om compote van te maken maar ze bevatten te veel vocht om er confituur van te koken. Op de koop toe gaan de pitten er moeilijk uit….

    Als je rond kerstmis enkele takjes ervan in een vaasje met warm water zet, bloeien ze na enkele dagen! Mooie kleine roze bloempjes geven ze dan!

    Maar ’t gaat over vijgen.

    Dus de vijgenboom levert elke dag als de zon er een paar uur op staat, een hele lading rijpe vijgen. En de zon is er, ’s nachts is het koud maar vandaag tijdens de namiddag is het ongeveer 28 graden. ‘t Maar om jullie even jaloers te maken…

    Vijgen rijpen onregelmatig. Dit wil zeggen er staan steeds vijgen aan de boom die rijp zijn en de andere zijn dan uiteraard niet rijp. Of rot…!

    De rijpe vijgen zijn herkenbaar aan de manier waarop ze aan de boom hangen. Hangen, dat is het woord. Eerst veranderen de vijgen van kleur van groen naar paars en nog later naar bijna zwart…Eerst staan ze rechtop op de tak en later gaan ze hangen. Zoals de kloten van de paus…!

    Heiligschennis? Nee … Lees hier verder maar. Ik heb daar vroeger reeds een stukje over geschreven… Les couilles du pape!

    Er bestaan zeer veel vijgenrassen, rode, paarse en groene, droge en sappige… les couilles du pape is gewoon een ras van vijgen. Eén van de honderden.

    De naam komt van vroeger, toen de paus werd verkozen… Dan werd er een kardinaal aangesteld die moest controleren of de paus wel alle mannelijke attributen bezat die nodig zijn om de functie van paus te vervullen. De opperkardinaal voelde dan en verklaarde aan alle aanwezige andere kardinalen :

    DUAS ET BENE PENDENTES !

    De opgesmukte vertaling luidt ; hij heeft er twee mooie en goed hangende zoals onze vijgen....

    “Il en a une belle paire et elles sont bien pendantes, comme nos figues”

    HABEMUS PAPAM ! Leve de nieuwe paus!

    Bij elk geluk is er ook wel een ongeluk.

    De vorige gasten van hier waren zo verzot op vijgen dat ze de boom geplunderd hebben.

    Goed nu maar even afwachten, dinsdag zal er wel een nieuwe lading rijp zijn. Die zullen dan snel veranderen in confituur.

    De bokaaltjes staan al netjes op een rij, proper uitgewassen te wachten.

    De suiker zit in de kast en de PEC staat klaar.

    Nu moet ik nog een slachtoffer vinden om de vijgen te plukken. Als de vijg geplukt wordt komt er een wit melksap uit de wonde… Latex.. Dit sap zou wratten doen verdwijnen en is ook nog goed tegen enkele andere kwaaltjes wordt er beweerd.

    Maar dit sap werkt ook irriterend.

    Als ik tussen de bladeren ga rommelen om de vruchten te plukken staan mijn armen gedurende een uur vol rode streepjes… en dat jeukt. En armen met rode streepjes, dat is geen gezicht!

    Ik kan proberen om mijn vrouw de boom in te jagen…maar dat lukt nooit. Die laat zich niet de boom in jagen, die is heel wat slimmer… Dus ofwel een ander slachtoffer vinden ofwel een uur met jeukende armen rondlopen.

    Mijn vroegere assistente, bijgenaamd linkerhand, staat op dit ogenblik te koken in Italië en ik ben jaloers omdat ik niet mee mag. Die kon in de vijgenboom rommelen zoveel ze wilde, zonder jeuk!

    Het is op de koop toe gevaarlijk om in een vijgenboom te klauteren. De vijg is familie van de moerbei… en die hebben zoals algemeen geweten (?) zeer bros hout. En dat wil ik niemand niet aandoen.

    De moerbei… daar zou ik eens moeten gaan naar kijken. Lang geleden heb ik bij mijn moeder zo een moerbeiboom geplant en die staat er nog steeds…eens checken of er geen vruchtjes op staan???

    06-09-2009 om 17:53 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    29-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yufka Börek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zoals reeds geschreven hieronder, ben ik de website “Keukentheorie” aan het veranderen.

    Een zeer zware klus, meestal door te knippen en te plakken. De teksten heb ik wel maar die rotsoftware! Op het ogenblik dat je denkt, nu ken ik het, nu heb ik het, loop het fout en dan verdwijnt ergens een hele pagina waar je een heel uur aan “geprutst” had. De “redo” of “back” toets… heeft juist op dat ogenblik koffiepauze want zij geeft afwezig…

    Enfin weer een lange inleiding om te komen tot… dat in die website ook ergens een stukje staat over “yufka”.

    En dat is wat anders, kus van de juffrouw en een bank vooruit, voor de kenners…

    Dogan, Kemal en Ergün mogen niet mee spelen! ( Want zij kennen het wel)

    Yufka is een soort deegvel dat gebruikt wordt in de Turkse keuken. Tot daar niets speciaals…

    In vele recepten, alhoewel ik de indruk heb dat het gebruik ervan aan het afnemen is, wordt filodeeg gebruikt…

    Als je dan naar de betere winkel gaat om dat deeg te vinden, kom je meestal thuis met iets helemaal anders… Yufka is zo een mogelijkheid. Als je naar de Turkse winkel geweest bent tenminste, want ergens anders zal je yufka waarschijnlijk niet vinden.

    Loempiavellen, rijstwikkels, wontonvelletjes, wraps en zeker en vast brickvellen zijn allerhande deeglappen die de kruidenier in je “pollen” kan stoppen als zijnde “filo”… Dus ook yufka!

    Yufka vellen zijn deegcirkels van ongeveer zestig centimeter doorsnede. Het is een soort water-en-bloem-deeg dat lichtjes gedroogd wordt. De vellen scheuren gemakkelijk. Ze worden in driehoeken gesneden en er worden "börek" van gemaakt. Ze worden opgerold tot driehoekjes of rolletjes. Deze gelijken op kleine loempia's en worden eveneens gebakken in olie in de oven of in de frituur kan het ook. De rolletjes worden “sigara böreği” genoemd en de driehoekjes “Muska böreği”.
    De meest eenvoudige vulling bestaat uit fetakaas en platte peterselie en/of dille.

    Het deeg kan je zelf maken, maar dat heeft niet veel zin. Je moet het toch eens voor de eerste keer zien, dus ga het kopen in de Turkse winkel, het is spotgoedkoop. Het bestaat slechts uit bloem, water, vetstof en ei, gekneed en uitgerold tot een deeglap van een tweetal millimeter dikte. Meestal ligt het in de koelafdeling, verpakt in een plastiek zakje. Opgeplooid tot een handelbare grootte. Let op voor de vacuüm verpakte versie, die zijn soms zo goed verpakt dat alles aan mekaar kleeft en dan mogen de kippen jouw yufka opeten. De kippen vinden het ook wel lekker hoor !

    De ronde deeglap wordt dan thuis, zoals een taart in een achttal “spieën” gesneden. Aan de brede kant van de driehoeken die je aldus bekomt, leg je wat verkruimelde fetakaas gemengd met dille en peterselie. Je kan er ook wat geklopt ei bijmengen of verse witte kaas zodat de vulling wat plakkerig wordt. Rol de driehoek nu op naar de punt toe en plak de pakketjes dicht door de punt nat te maken met water. Voor de driehoekjes volg je de instructies voor “samosas”. Of zoek op het internet naar de recepten en je vind er heel wat met complete uitleg….In het Nederlands! Samosas Börek

    Bak de rolletjes in de oven nadat ze ingesmeerd werden met een weinig olie of in een Belgische frituur gaat het ook. ( En dan eten met mayonaise en stoofvleessaus…)

    Nu, zeer lang geleden toen ik zelf nog op school zat, kregen we daar soms een voorgerecht voorgeschoteld dat “Beurreck à la Turque” heette. Het was nog in de tijd dat de namen op het menu in het Frans vermeld werden. Dus “Beurreck op z’n Turks”.

    ( Ik moet daar ooit al eens een stukje over geschreven hebben maar vind het niet meer terug.)

    Best een lekker voorgerecht, een hartige pannenkoek gevuld met dikke kaassaus en in de saus blokjes goede gekookte ham. Het pannenkoekje werd dan wat bijgesneden om het een mooier model te geven, gepaneerd op de klassieke manier met eiwit en paneermeel en daarna gebakken in de frituur. ( Findus verkoopt dergelijke dingen nog steeds denk ik, in de diepvriesafdeling... Twee of vier stuks in een doosje)

    Dat model is dan voor jaren de “Turkse beurreck” gebleven…wij wisten niet beter.

    De eerste keer dat we nadien in Turkije kwamen, in Istambul, herinner ik mij nog, stond een man op ergens een groot plein iets te maken, te bakken op een dikke bolle metalen plaat die op een klein houtskoolvuurtje lag.….

    Een grote deeglap waar hij witte kaas en een groen kruid over uitstrooide, dat dan bestreek met, weet ik veel, boter, olie of iets onbestemds… en de deeglap dan verschillende keren dicht plooide tot er een rechthoekig pakje ontstond. Dat pakket verdeelde hij in vier stukken en zo een stuk kon je dan kopen… Wat dacht je, cadeau…?

    Bleek dat “beurreck”of börek te zijn… (In het Turkse kookboek dat ik nu heb staan twaalf varianten vermeld.)

    Ok, dat zal dan de stamvorm geweest zijn van de beurreck die we in school kregen waarschijnlijk?!

    Door gebrek aan die Turkse deeglappen werden die toen in school vervangen door flensjes…Zeker niet authentiek maar in die tijd bestonden al die exotische toestanden nog niet. Als er toen een zwarte over de straat liep, kwamen alle kinderen buiten om te kijken. (En er lelijke dingen naar te roepen.. zoals nu nog steeds gedaan wordt tijdens een voetbalmatch maar dan niet door de kinderen)

    Later, veel later, komen ook bij ons de brickvellen opdagen.

    Te koop in de winkels, zelfs de gewone supermarkten en dat blijken dan flinterdunne zeer taaie flensjes te zijn, die ook met allerhande varia kunnen gevuld worden. Zelfs met banaan en chocolade zoals op een van de plastic verpakkingen te lezen stond.

    De oorsprong daarvan bleek Tunesië te zijn. Eigenlijk de hele Maghreb. Brick a ‘l oeuf werd zelfs een echte topper op de Franse bistrokaarten.

    Een vel brickdeeg, daarin een weinig gestoofde spinazie, of wat anders en daarbovenop word een rauw ei gebroken. Nu hiermee een mooi rechthoekig pakketje maken en het geheel in de oven schuiven. Het deeg bakt zeer snel tot het heel krokant wordt, en voila, klaar is kees. Maar Kees heeft hier niets mee te maken. Die eet nog steeds broodje pindakaas en kroketten uit de muur.

    Nu zijn we rond!

    Het is niet moeilijk om in te zien dat er destijds in de Franse keuken weer eens van alles door elkaar geklutst werd. Dat hoort trouwens zo te zijn in een keuken…

    Van de Noordafrikaanse “brick”, gevuld met Turkse witte kaas ( feta) hebben ze de “beurreck” gemaakt. Beurreck à la Turque. Een flensje met kaassaus, en gefrituurd.

    Nu vinden wij zoiets onbegrijpelijk maar je moet weten dat in die tijd, de keukens uit andere landen niet echt geapprecieerd werden. Behalve de Russische en de Engelse keuken ( begrijpe wie begrijpen kan), al de rest was de moeite niet waard om vernoemd te worden.

    Wil je een beschrijving van de Spaanse keuken lezen, geschreven door Alexandre Dumas, rond 1860 ? Hier, maar ’t is wel in ’t Frans, dat was die man zijn moedertaal.



    29-08-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    23-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indonesische benamingen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op zoek naar een stukje om op “keukenverhalen” te zetten zat ik zo wat met hetgeen men “writersblock” noemt. Geen inspiratie dus…!

    Meestal ga ik dan op eerst zoek in mijn documenten naar stukjes “stof” die ik daar ooit opgeslagen heb maar ondertussen reeds lang vergeten ben.

    Ik vond wat over barbecueën, vissen roken, een zeer schunnige mop over een selder, bearnaise maken met een mixer, de tekst van een liedje van De Strangers over “kokenete spelen”… Dus als je zoiets in de toekomst eens leest, ik had dan weer eens geen inspiratie.

    Dat van die selder is een heel goede maar ik wil het hier toch een beetje deftig houden. Als je ze wil kennen, stuur dan maar een mailtje.

    Toen vond ik een lijst met uitdrukkingen die in de Indonesische keuken gebruikt worden. Document gemaakt in 2003. In een computertijdperk is dat dus archeologie….

    Toch interessant want veel van onze Noorderburen gebruiken die terminologie nog steeds.

    Zo spreken ze daar ook nog steeds over Indië als ze Indonesië bedoelen… en termen zoals ketoembar en djinten, allemaal gewone zaken maar dan anders benoemd…

    Dus hier een verklarende woordenlijst :

    En aan de Noorderburen, mochten er fouten in geslopen zijn, meldt het mij dan alstublieft. Dat is toch mooi gevraagd?

    Atjar: tafelzuur. Ook geschreven als acar. Diverse groenten in een zure waterige oplossing.

    Asem: zie tamarinde. Een soort boon die een bruine zure pulp bevat. De pulp wordt in

    de keuken gebruikt.

    Ati: lever

    Ajam: kip

    Babi: varkensvlees

    Bawang: ui

    Boemboe: mengsel van kruiden en specerijen, bevat steeds uien en knoflook.

    Dadar: omelet

    Daging Sapi: rundvlees

    Dengdeng: gedroogd, gekruid vlees

    Ebi: gedroogde garnalen

    Garam: zout

    Goreng: gebakken

    Gula djawa: Javaanse suiker

    Ikan: vis

    Djahé: gemberwortel

    Djeruk perut: blad van een soort citroenstruik

    Djinten: komijnzaad

    Katjang: pinda. Kunnen ook soja of mungboontjes zijn.

    Kambing: geitenvlees

    Kangkung: op spinazie lijkende bladgroente

    Keri: kerrie

    Ketjap: Indonesische sojasaus

    Kelappa: klapper, kokos(noot)

    Ketan: kleefrijst

    Kemirie: Sterk smakende noot. Veel olie bevattende noot.

    Kentjoer: wortelstok

    Ketoembar: koriander

    Koenjit: geelwortel, kurkuma

    Laksa: transparante Chinese vermicelli

    Lalap: rauwkost

    Laos: tropische wortelstok, gelijkt op gember mat een bittere bijsmaak.

    Lombok: scherpe Spaanse peper

    Lontong: rijstkoek gemaakt van kleefrijst

    Nanas: ananas

    Nangka: grote vrucht (Jack fruit)

    Nasi: gekookte rijst. Ongekookt:beras

    Oedang: garnalen

    Padi: rijstplant

    Pala: nootmuskaat

    Peteh: zeer sterk ruikende gefermenteerde bonen

    Petis: pasta van vis en garnalen

    Pisang: banaan

    Rawit: kleine groene Spaanse peper (heel erg heet)

    Salam: Indonesisch laurierblad

    Sambal: fijngewreven Spaanse pepers met zout

    Santen: geraspte, met water vermengde en uitgeperste kokosnoot. Kokosmelk

    Sapi: rund, rundvlees

    Sawi: Chinese kool

    Sereh: citroengras

    Tahoe: product van gestremd sojamelk dat op kaas lijkt. ( Chinees = tofu )

    Tamarinde: asem; tot pasta verwerkt vruchtvlees van de tamarinde

    Taotjo: gegiste Chinese bonen (vrij zout)

    Telor: ei

    Tempeh: tot een koek geperste en gegiste gekookte sojabonen

    Trassi: gefermenteerde garnalenpasta

    23-08-2009 om 10:26 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    16-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rare snijbonen en kapucijners
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het adjectief, rare snijboon, is een kwaliteit die wel eens aan een raar persoon toegekend wordt.

    Tante Sidonie, Sidonia in Nederland, is zo een lange rare snijboon.

    Ik wil het hier wel hebben over de echte snijboon. Een groente die bijna tot de “vergeten” groenten kon gerekend worden. De laatst jaren komt ze terug op de markt, zij het wel aan een nogal forse prijs… Maar de snijbonenkwekers mogen ook hun kost verdienen…ook als ze in Kenia wonen.

    Vroeger waren snijbonen arme-mensen-eten. Ik zie ze nog in de tuin staan, aan hoge staken opgebonden. Misschien waren die staken niet zo hoog, maar als kind zie je alles veel groter.

    Toen aten wij dikwijls snijbonen. Moeder had er een speciaal snijtoestelletje voor. Een “machientje” dat je aan de rand van de tafel moet vastschroeven, dan stak je daar twee snijbonen in, een smalle en een brede en draaien maar. Niet te wild want anders loste de machine …

    Een probleem waren de vliezen die aan de bonen zaten, de dikke nerf, op de rugkant van de boon, die kon je er best eerst afhalen. Naar het schijnt is men daarom begonnen met de bonen te snijden, juist om die vliezen kleiner te snijden.

    De bonen werden toen klaar gemaakt op de meest eenvoudige manier, zoals ik het nu nog altijd doe: zet ze op in kokend water met wat zout en kook ze gaar. Om te weten of ze gaar zijn moet je gewoon af en toe eens een stukje proeven en niet voortgaan op zinloze tijden die in kookboeken opgegeven worden. Wat weten die schrijvers welke variëteit van boon jij aan het koken bent, en hoe jong of oud ze zijn al zijn ?

    Het snijden met dat toestelletje doe ik al lang niet meer. Waar koop je nog zo een snijbonenmolentje? Op de rommelmarkt misschien…?

    De boontjes worden hier gewoon gesneden, zij het een beetje schuin zodat ruiten ontstaan, met het mes… Dat levert een niet zo slordig resultaat op…

    Terwijl stoof je een fijn gesnipperd sjalotje, bij gebrek daaraan een kleine ui, in wat vetstof.
    Liefst reuzel, varkensvet dus, maar waar haal je dat nog? Een beetje vet van uitgebakken gezouten spek is ook heel lekker. Bij gebrek daaraan neem je gewoon boter…

    Als de bonen gaar zijn giet je ze bij de gestoofde ui met hun kookvocht. De boontjes moeten juist onderstaan met vocht. Laat nog een paar minuutjes verder sudderen en bind het vocht dan met een schepje maïzena of aardappelmeel, aangeroerd in een scheutje water met azijn.

    Snijbonen à la grand-mère.

    Snijbonen zijn simpele groenten, dat eet je gewoon bij een stukje vlees en een paar “bloempatatten”… Alhoewel, lekker ? Absoluut!

    Later hoorde ik van snijbonen die bewaard werden in zout. Typische oorlogskost naar het schijnt, maar daar herinner ik mij niets meer van, ik wilde zeggen; spijtig genoeg, maar dat is ook niet waar.

    Nu, nog maar een paar jaar geleden heeft “de Flor” mij een bakje met gezouten snijboontjes aan de hand gedaan. Ongelooflijk lekker zou dat zijn… Uren hebben de bonen gekookt en die bleven maar taai…!

    Nadien bleek ik iets fouts gedaan te hebben, vraag niet wat, ik weet het niet meer.

    Ik zal wel verse bonen kopen.

    Nog eens naar ons moeder gebeld om te vragen hoe zij die gezouten bonen geërvaard had tijdens en na de oorlog… Jongetje, zei ze, d’er zijn beter dingen om te eten… zo zout als brak en… taai…! Wij waren altijd content als de winter gedaan was en de bonen op waren…

    Zeer lang geleden toen ik nog bij de traiteur werkte hebben we eens een “teerfeest” gedaan… Dat soort feesten van- ’t moet niet goed zijn, als ’t maar veel is…-…!

    Er stonden snijbonen met witte bonen op het menu en daar werd “bouillie” bij gegeten….

    Boerenkost van juist na de oorlog maar de bonen waren aangebrand en dat stonk dat het niet schoon meer was.

    Ze hebben alles opgegeten !

    In Nederland noemen ze dat gerecht, blote billetjes in het gras… als dat niet romantisch is ?

    Zie je de witte boontjes boven de groene snijboontjes uitsteken ? En maar wippen.

    Die Nederlanders toch!

    Dan wil ik ook nog iets toevoegen over een voor mij tot nu onbekende Nederlandse groente…

    Kapucijners!

    Kennen jullie dat ?

    Heb ik ze hier in België nog nooit gezien. Laat staan gegeten.

    In vele Nederlandse recepten is wel eens iets te lezen over kapucijners… grauwe erwten, raasdonders en zo nog een paar exotische namen van een mij totaal onbekende groente…

    Het blijken peulvruchten te zijn. Zover reikte mijn kennis wel.

    Ook weeral vele weken geleden kwam ik, zoals zo dikwijls, in Nederland en moest dringend wat boodschappen doen… tijdsgebrek.

    Zo een Nederlandse supermarkt, dat is puur exotisme voor mij…

    Een volledige muur gevuld met aardappeltjes met alle mogelijke smaken zoals , basilicum, pesto, gedroogde tomaatjes, zwarte olijven, met spekjes, boerenaardappeltjes, je kan het niet zo onnozel bedenken of het ligt er. Zoek je een gewone zak Bintjes of Charlottes, daarvoor moet je in een donkere hoek gaan zoeken. Daar liggen een paar zakjes aardappelen te verpieteren.

    Een volledige rayon alleen met kroketten…. En poelet… rara… Komijnekaas, da’s leker.

    Flauw-zoete koeken en gebak dat aan je tanden plakt…

    Worstenbroodjes, in alle mogelijk maten en gewichten…

    In de Arendonkse bossen is er waarschijnlijk nog steeds een eksterfamilie zich tegoed aan het doen aan een pakje worstenbroodje dat ik daar met een brede zwaai door het raam van de auto gekieperd heb….

    Ja, dat is niet erg milieubewust, ik weet het, het gras groeit er al niet meer op de plaats waar het pakje neerkwam maar de jonge eksters in Arendonk zien er toch goed doorvoed uit.

    Maar ik wilde het hebben over raasdonders, kapucijners, grauwe erwten, blauwschokkers, enz.

    Terwijl ik in de supermarkt een bosje raapsteeltjes stond te bestuderen was een niet onaantrekkelijk persoon van vrouwelijk kunne naast mij een rek met conserven aan het bijvullen. En wat heeft zij in haar handen?

    Juist, een bokaaltje met kapucijners van het wereldberoemde merk: HAK.

    Dat wilde ik wel hebben.

    Mijn devies is altijd geweest, wat je niet kent moet je minstens één keer proberen.

    Dus griste ik een bokaal met kapucijners uit de juffrouw haar handjes. Haar heb ik ook nog eens gevraagd of die dingen soms ook vers verkrijgbaar zijn. Dat bleek moeilijk te zijn want de vraag naar kapucijners bleek niet zo groot. Misschien zouden ze de verkoop ervan zelfs stop zetten. Misschien heb ik dus één van de laatste bokaaltjes mee naar huis gegrist.

    Dan heeft die bokaal thuis nog weken overal in de weg gestaan…tot ik hem toch eens opengemaakt heb om te controleren wat de inhoud nu eigenlijk was.

    Een soort bruine erwten met een taaie pel. Ze zaten samengeklit in een kleverig vocht. Maar dat is normaal. Erwten geven een soort plantaardige gel af bij het koken en na afkoeling.

    Dan voorzichtig eentje geproefd en in de bruine pel zat een melige substantie…
    Ik was op dat eigenste ogenblik net bezig met het maken van soep. Een gewoon dagelijks huishoudelijk soepje… Er was nog geen bindmiddel in, dus een schep van die grauwe erwten bij de soep gevoegd…

    Het commentaar van de eters was niet mals, evenmin als de erwten!

    De bokaal is dan in de koelkast beland waar ik hem vergeten ben.

    Toen ik het potje later terug vond achter een pak tortellini was er ondertussen een grijze vegetatie over de erwten gegroeid… Zo zijn ze in de GFT zak terecht gekomen.

    Toen vond ik een mooie foto op een ander blog. Geschreven door een Nederlandse jongedame, Edith. Er stond een foto in van die blauwschokkers. Prachtige peulen, paars blauwe erwten in de peul.

    Vermits ik de jonge dame in kwestie zo een beetje ken, ik heb haar toch al eens een mailtje gestuurd, heb ik de foto gevraagd… en gekregen.

    Prachtige mooie groente…. Maar ik denk niet dat ik nog eens een bokaaltje zal kopen. Vers in de peul misschien wel maar het schijnt aartsmoeilijk te zijn om die blauwe jongetjes te pakken te krijgen…


    Lees het blog van Edith : http://www.eediete.nl/keuken/?p=536

    16-08-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    09-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fugu
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als het over straffe kost gaat, wat nu komt dat is straffe kost, letterlijk.

    De fugu !

    Het is die vis waar vele Japanners verlekkerd op zijn en deze rare “goesting” af en toe met de dood mogen bekopen.

    Enkele dagen geleden stond er in EOS een artikel over de fugu.

    Ik was hem vergeten, de fugu.

    Ooit heb ik de kans gehad om fugu te gaan eten maar om onbepaalde redenen is het er nooit van gekomen. Mocht het toen slecht afgelopen zijn, wel, no problem, dan zou dit stukje hier ook niet staan. Nu dacht ik er weer aan, dus...

    Destijds werkte ik in Korea en ook daar wordt fugu gegeten. Deze vis wordt verkocht in speciale restaurants die alleen deze vis op de kaart hebben.

    De eethuizen zijn van buitenaf zeer gemakkelijk herkenbaar. Zij hebben de opgeblazen “kogelvis” als logo. Een groene bol, bezet met grove stekels.

    De fugu is een vis die zich razendsnel kan volzuigen met water en daardoor de vorm van een grote bol aanneemt. De aanvaller schrikt er zo van dat hij dan het beestje met rust laat. Mocht hij toch opgegeten worden, dan was het ook voor de agressor de laatste keer geweest.

    De fugu bevat een enorm sterk gif !

    Over de bereiding valt er niet veel te vertellen, de vis wordt in de regel rauw gegeten of even in een hete bouillon gedoopt. Sushi of sashami... De lever ( of milt ) zou het beste stukje zijn maar ook het gevaarlijkste.

    Onze Koreaanse chauffeur, mister “OH” sprak er altijd over als zijnde : danger fish. Gevaarlijke vis.

    De vis bevat een vergif dat honderden malen sterker is dan cyaankali. ( Het vergif dat Agata Christie met kwistige hand door haar geesteskinderen liet rondstrooien.)

    Enkele milligrammen van dit fugu gif zijn voldoende om een mens te doden. Een hoeveelheid die de kop van een speld nog niet eens kan bedekken.

    Dit gif bevindt zich vooral in het bloed, de darmen en in de geslachtsorganen van de vis. De koks die dergelijke vissen verwerken krijgen een opleiding van enkele jaren vooraleer zij bekwaam genoeg zijn om de vis op de juiste manier voor te bereiden. Vooral het reinigen schijnt een moeilijke klus te zijn.

    Als de kok faalt bij zijn werkzaamheden dan wordt dat een drama. Het klantenbestand van het restaurant daalt daardoor spectaculair. Vooral omdat ’s anderendaags in grote letters in de krant staat hoeveel doden er weer gevallen zijn. Bijna elke dag lazen wij artikels over restaurant zus of zo, gesloten wegens klanten gestorven na het eten van “blowfish”.

    En die klanten betaalden uiteraard de rekening niet meer! Naar het schijnt zou een portie fugu tussen de honderd en de tweehonderd US dollar kosten. ( Nu )

    Voor de kok bleef er maar één oplossing over : hara kiri.... In een land als Korea was het verliezen van klanten omdat ze stierven in jouw restaurant een schande die alleen maar kon uitgewist worden door ze zelf in de dood te volgen.

    Schande over de familie brengen was een ernstige zaak. Zelfs bij een gewone aanrijding tussen twee personenwagens was de eerste taak; een doek over de nummerplaat hangen zodat ze onherkenbaar werd...!

    Hoe het visje smaakt weet ik niet vermits ik het spijtig genoeg nooit gegeten heb. Daarentegen kan ik mij troosten met andere exotica die ooit op mijn menu stonden zoals: sprinkhanen, de poppen van zijderupsen, kamelenschouder, schapenkloten, waterbuffel, eland, andouillette, hond en bananenbier dat spontaan ontstaat omdat oude vrouwtjes de bananen eerst voorkauwden om ze aan het gisten te brengen. Krokodil en ratelslang at ik ook maar die kwamen gewoon uit de diepvriezer van de Aziatische supermarkt...

    De fugu’s zelf heb ik dikwijls gezien, ze lagen gewoon te koop op de centrale grote vismarkt van Seoul, Korea. Geel en groen gevlekt, een kilo of vier, vijf per stuk. De twee konijnentandjes in hun muil duidelijk zichtbaar. Ik heb ze zelfs aangeraakt maar daarna voor alle veiligheid toch maar zo goed en kwaad als het ging mijn handen afgeveegd. Je weet maar nooit. Naar het schijnt kan het gif zelfs door de huid dringen

    Naar wat smaakt de vis? Ik weet het dus niet maar zoals dikwijls, als het gerecht peperduur is en als men het overleefd heeft, dan kan het alleen maar goed geweest zijn.

    Te vergelijken met truffels....

    Alhoewel van truffels kan je niet dood gaan.

    Als dit geen straffe kost is, dan weet ik het ook niet meer !

    09-08-2009 om 01:24 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    01-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fokker
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Enkele weken geleden zat ik per toeval vele malen aan tafel met een groepje Duitsers.

    Nu is mijn Duits niet meer wat het geweest is en buiten “planckskes sagen” en “der, die, das”, kom ik niet veel verder...

    Gelukkig voor mij zat er in het gezelschap een vriendelijk dame die Engels sprak.

    Zodoende zaten we daarna elke avond naast mekaar wat keuvelend over koetjes en kalfjes.

    ( Cows and calfs, in dit geval...)

    Waarover praat je dan zoal, van alles en nog wat, tot ze vertelde dat ze tien jaar lang air hostess geweest was bij een of andere mij totaal onbekende Duitse luchtvaartmaatschappij.

    Daardoor was ze ook meertalig, ze sprak eveneens een behoorlijk mondje vol Frans en ze kon in perfect Nederlands zeggen; “de passagiers met een ticket voor Amsterdam, Schiphol, gelieve het vliegtuig te verlaten langs de deur achteraan.”

    Later begin je wilde verhalen te vertellen over grote jets die bijna kantelden tijdens de vlucht of over die captain die het hele verslag deed van een baseballmatch tijdens een trans-Atlantische vlucht naar de US...

    Maar nee, zij had steeds gevlogen in een Fokker. Nu bestaan er vele types van Fokker vliegtuigen maar ik vermoed dat het over de Fokker Friendschip ging... Een vliegtuig(je) dat nog steeds gebruikt wordt om passagiers te vervoeren. Ik zie er hier in Antwerpen steeds één rond elf uur dertig richting Deurne vliegen en ’s avonds rond zes uur komt er weer één....

    Toevallig heb ik er ook enkele keren mee kunnen meevliegen. Het is een aangenaam klein vliegtuigje, ten opzichte van een Boeing 747 toch, het geluid van de propellers en de hobbelende vlucht, het is eens een ander ervaring dan in die logge reuzenvliegtuigen...

    Er kunnen zo ongeveer tachtig passagiers in dacht ik.... maar er bestaan veel types van.

    Enfin gans deze uitleg om er toe te komen dat ik op één van de vluchten met een Fokker iets meegemaakt heb dat weinig anderen ooit zullen meegemaakt hebben of nog kunnen navertellen.

    Vermits ik dit nu schrijf heb ik het overleefd...!

    We zouden naar Luanda vliegen, dat is de hoofdstad van Angola...in Afrika.

    We dat zijn: Roger, een leraar van de hotelschool van Koksijde, ikzelf en twee Antwerpse artiesten die destijds een beetje bekendheid genoten ; Serge en Rita.

    De vlucht ging van Brussel naar Kinshasa met een vliegtuig van Sabena (zaliger)

    Van die vlucht herinner ik mij niets meer, alleen dat ik gans de nacht geslapen heb...

    Vanuit Kinshasa ging er dan een vlucht naar Luanda, inderdaad met zo een “kleine” Fokker...

    Stel je dus het vliegtuig voor: de achterdeur geopend. Twee logge imposante zwarte matrones die als hostess fungeren. De passagiers stappen in via een laddertje en zoeken hun zitje op...

    Het vliegtuig was geparfumeerd met de geur van gezouten, lichtjes ranzige gedroogde kabeljauw, en dat ‘s morgens op je nuchtere maag.

    Achteraan in het vliegtuig ontstaat er grote herrie... Helemaal duidelijk was het niet maar ik begreep dat het vliegtuig te zwaar geladen was en dat er bagage uit moest want dat zij anders niet zouden kunnen vertrekken... Nu, een deel van die bagage zat geladen achteraan in de staart van het vliegtuig... en bediendes waren begonnen met pakken bagage uit het vliegtuig te gooien.

    De deur van de stuurcabine vliegt open, de captain, de grote chef, komt er uit en begint zich te bemoeien in het krakeel en beveelt dat er nog meer bagage uit het vliegtuig moet gegooid worden... Gegooid zeg ik wel... ze begonnen inderdaad allerlei kleurige pakken en zakken vanuit de staart van het vliegtuig gewoon naar beneden te gooien, misschien wel vier, vijf meter dieper, de tarmac op...

    Tot daar geen probleem tot er plotseling ook een gitaar uit het vliegtuig gegooid wordt....boiink, op het harde asfalt...

    Serge, de zanger herkent zijn gitaar, vliegt recht uit zijn stoel en begint daar een kabaal te maken, dat, dat zijn gitaar is en dat hij die moet hebben, uiteraard, en er ontstaat een nog grotere herrie. Trouwens hoeveel weegt een gitaar...???

    De chef piloot, trekt zijn schouders op en gaat doodgemoederd terug naar de besturingscabine, zet zich naast de tweede, we kunnen ze zien want de deur van de stuurhut staat wagenwijd open.... Hij start de turboprops en begint te taxiën.... Serge in alle staten vliegt naar voor, naar de piloten, mijn gitaar moet mee, mijn gitaar moet mee en een hele scheldtirade volgt nog, het vliegtuig taxiet gewoon door....

    We horen de motoren luider grommen, teken dat ie zal opstijgen, het vliegtuig versnelt, en versnelt...

    Serge wordt woest en grijpt de piloot bij zijn strot.... Mijn gitaar !!!!

    Het vliegtuig stijgt op, bestuurd door een piloot die bezig aan de wurgingsdood te ontsnappen....

    Fokkers zijn blijkbaar goede machines, het vliegtuig is verder gewoon opgestegen, met een versufte piloot, verder hebben we een aangename vlucht gehad boven de uitgestrekte tropische wouden van Zaïre en Angola... de term ‘luchtzakken” hebben we toen ook opnieuw geleerd...

    Eens in Luanda was de anderen hun bagage, ook de mijne, er niet bij... de klassieke historie. Is ze er ook in Kinshasa uitgegooid, wie weet.

    Volgende week komt er weer een vliegtuig en die brengt de bagage mee... ! Dat was de troost. Ondertussen is het een kwestie van zich behelpen, roeien met de riemen die men heeft.

    Het hotel zorgde er wel voor dat we elke avond twee flessen whisky kregen om het leed te verzachten....

    Koppijn dat ik daar gehad heb....!

    Over de poging tot het wurgen van een piloot in volle actie is er verder nooit niets meer gehoord!

    01-08-2009 om 15:52 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    26-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beroofd in Spanje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Smiling Cobra, een andere blogger, schreef in één van zijn verhalen dat hij zich feestelijk uitgedost had om met een bevriend paar ergens uit te gaan eten in de stad.

    Net toen hij zich in zijn feestelijk pak met das gewurmd had krijgt hij telefoon van het ander stel; de vrouw is ziek en ze kunnen daarom niet mee.

    Hij verontschuldigd zich beleefd maar is in alle staten wegens verloren tijd, mooi opgedoft en nu alles voor niets.

    Dus besluit hij, ik ga alleen op restaurant, zijn outfit is toch reeds in orde.

    Terwijl hij in het restaurant zit te wachten aan het raam ziet hij buiten op het plein het zogenaamde bevriende koppel lopen, de vrouw in super goeie doen. Ziek ? Alles behalve...

    ’t Is om ....Ja om wat ? De vriendschap zal daarna waarschijnlijk wel enkele graden bekoeld geweest zijn....

    Maar dit voorvalletje deed me terug denken aan een gelijkaardig feit ten tijde dat ik, wij, moet ik zeggen, in Spanje werkten.

    Ik dus, werkte er in een hotelletje maar wij woonden het dorp ernaast. Prachtig dorpje en we woonden er in een prachtig huis !!!

    In het hotel logeerde een koppel uit Zuid Afrika. Vriendelijk mensen en het hotelletje was zodanig klein dat we mekaar af en toe wel eens tegen het lijf liepen. Van het een kwam het ander en we maakten af en toe ook wel eens een praatje.

    Op een mooie namiddag nodigde ik hun uit om thuis koffie te komen drinken.

    We praatten wat over koetje en kalfjes, lieten hun het huis zien, want het was een zeer mooi huis, hoog boven op een rotswand met uitzicht over de Middellandse zee en interessant voor mij, de dorpskroeg juist naast de deur. Bij Trini en Pepe... wat wil je nog meer...

    Het Zuid-Afrikaanse stel logeerde lang in het hotel en op een mooie dag inviteerde hij ons om ergens “cabrita” te gaan eten. Dit omdat ik hem verteld had dat geit nu niet bepaald mijn lievelingskost is. Ik hou niet van geiten...!

    Hij kende een restaurant waar ze subliem jonge geitjes klaar maakten en we zouden er samen eens naar toe gaan.

    Goed, ik wou wel eens proberen, “cabrita” klinkt al wat exotischer dan “geit”...

    Dus op dinsdag of woensdag, mijn vrije dag, weet ik niet meer, zouden we naar het fameuze restaurant gaan. Hij, de man, had alles reeds geregeld, de plaatsen waren gereserveerd.

    Een uur voor we samen zouden vertrekken komt hij me melden dat er iets met zijn paspoort niet in orde is en dat hij dringend naar de “guardia civil” moet om enkele zaken te regelen maar dat er van op restaurant gaan nu niets meer kan in huis komen....

    Spijtig, een andere keer dan maar..... Maar zegt hij de plaatsen zijn toch gereserveerd, ik heb reeds afgebeld maar ga er toch maar naar toe, alles is geregeld, je hebt vrij en alles is voorzien...

    Ja, natuurlijk, overmacht noemt men zoiets en inderdaad wij, mijn vrouw en ik stonden klaar om ook eens uit te gaan eten, die kans deed zich niet zo dikwijls voor.

    Dus, wij weg....

    Eerlijk gezegd, de “cabrita” heeft lekker gesmaakt.

    Een weelderige serveerster die ons bediende en het zonnetje scheen door het lover van de moerbeiboom waaronder we zaten...

    ’s Anderdaags was er het Eurovisie songfestival....Dat herinner ik mij nog zeer goed.

    Later toen alle stukjes van de puzzel in mekaar klikten werd alles duidelijk of toch duidelijker, waarom het songfestival ook bij het verhaal hoort.

    De hotelgast had zich nogmaals verontschuldigd om niet mee te kunnen maar er zou wel een andere dag komen en vroeg tussen zijn tanden door of we naar het songfestival zouden kijken op TV....

    Het was net het festival na Sandra Kim en nu werd het uitgezonden vanuit Brussel met de bloedmooie Viktor Lazlo als presentatrice. Als je op dat ogenblik in Spanje zit, dan moet dat toch meegemaakt worden...

    Tot daar alle voorbereidingen...

    Enkele dagen later komt mijn vrouw zo wat zenuwachtig uit de slaapkamer en vraagt mij of ik weet waar haar halssnoer met robijnen is.

    Weet ik veel, ik draag geen halssnoeren!

    Ja maar zij vind het nergens meer....

    Nadien bleken vele juwelen te ontbreken, allemaal verdwenen...alleen de echt mooie dure stukken waren weg...foetsjie !

    Geween en tandengeknars....

    Iemand moet die spullen dus gestolen hebben!

    Ja maar wij zijn hier toch steeds, hoe kan hier nu iemand iets stelen ???

    Niemand komt hier binnen... Tenzij...?

    Onze fameuze hotelgast had terwijl reeds een slechte reputatie opgebouwd, zijn rekeningen van zowel van hotel als restaurant bleven onbetaald en stilaan begon hij de verdachte te worden.

    Mijnheer de Zuid-Afrikaan, als hij dat ook al was, had ons weg gestuurd naar het restaurant ondertussen heeft hij ingebroken, langs het venstertje van de badkamer, dat hebben we later ontdekt en heeft eerst zijn verkenningsronde gemaakt of reeds een deel gestolen.

    ’s Anderdaags, tijdens het songfestival, heeft hij dan zijn grote slag geslagen of heeft nog meer gestolen, wie weet dat...

    Het ergste aan het verhaal is dat dit alles niet bewijsbaar is.

    We hebben met de hoteleigenares nog hun kamer doorzocht maar niets te vinden natuurlijk.

    We hebben wel wat voetafdrukken gevonden, maar van wie waren die ?

    De politie: die toeristen, die spelen alles kwijt ...! Volgens hun toch!

    Toen zij, de Zuid-Afrikaanders uiteindelijk vertrokken heeft hij mij zijn foto gegeven. Zo zou ik hem nog lang herinneren.... Hij was duiker, zegde hij, en dit was een werkfoto...

    Ook zonder foto ben ik hem nog steeds niet vergeten!

    Ik ben wel zijn naam vergeten, ik dacht dat het John was....

    26-07-2009 om 01:12 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    18-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld is klein.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was tijdens de periode dat we in Korea verbleven. Dit wil zeggen, ik werkte er en mijn vrouw verbleef er...

    Het klinkt geweldig exotisch om in Korea te werken en te verblijven maar na een drietal weken verblijf aldaar maakt het niet zoveel verschil meer uit of men nu in België of ergens anders ter wereld werkt.

    Ik was aangeworven door een wereldgekende Antwerpse firma die telefooncentrales ontwerpt en bouwt . Den “Bell” dus....

    Om de zoveel maanden mochten we op verlof naar België. Dat is zo eens wat anders dan naar Benidorm gaan.

    Het moet ergens in ‘82 of ‘83 geweest zijn. Mijn zuster zou gaan trouwen. Dus even met de firma overleg gepleegd en we konden naar België, op het juiste ogenblik, om goed op tijd te komen voor het huwelijk.

    We mochten zelf kiezen met welke maatschappij we zouden vliegen en zelfs langs waar we zouden vliegen. Allen het grootste gedeelte moest met Sabena (zaliger) gebeuren, maar dat doet hier verder niets ter zake.

    We wilden gewoon recht naar Europa vliegen met een tussenstop in Bombay.

    We waren nog nooit in Bombay geweest en dit was nu het moment, gewoon even een stop van een drietal of viertal dagen in Bombay en dan naar België, naar het trouwfeest.

    De tickets werden besteld maar in Korea was er steeds hetzelfde probleem; uit het land geraken! Er waren te weinig vluchten naar Japan en van daaruit moesten we vertrekken....

    Dus afwachten, we stonden stand-by, valiezen ingepakt en op het ogenblik dat er ook maar twee zeteltjes zouden vrij komen op gelijk welk vliegtuig naar Japan ; GO !

    Waarom nu al dit bovenstaand geleuter ? Gewoon om aan te duiden dat we op een totaal onverwacht, niet geprogrammeerd ogenblik, vertrokken zijn...

    Op het vliegtuig naar Japan hadden we zelfs geen zeteltjes naast mekaar maar na 20 jaar huwelijk maakt men zich daar niet zoveel zorgen meer over ...

    Goed na vele uren vliegen met drie verschillende luchtvaartmaatschappijen landen we, midden in de nacht in Bombay.

    Ik weet niet of jullie ooit in India geweest zijn maar gelijk waar en op gelijk welk ogenblik staat daar steeds een “ontvangstcomité” klaar.

    Schoenpoetsers, ambulante handelaars, slangenbezweerders, rikshadrivers, bedelaars en uiteraard taxichauffeurs die hun wagen aanprijzen als zijnde zeer betrouwbaar en vooral , uitgerust met een meter...wat zeer belangrijk is...

    Dus zo een taxichauffeur gecharterd en hem als opdracht gegeven; breng ons naar een hotel !

    ’t Was ondertussen drie uur ’s nachts...

    Natuurlijk brengt die Indiase pipo ons naar een Sheratonhotel, daar kreeg hij waarschijnlijk de grootste commissie. Maar ja, iedereen moet leven.

    Geld kon mij op dat ogenblik niet zo veel schelen maar we beslisten dat we één nacht in die dure barak zouden blijven en dan ’s anderendaags naar een hotel zouden zoeken met meer modeste prijzen.

    Dus na een korte nacht: mooi ontbijt, vriendelijk personeel, dat waren we niet gewoon van onze vorige budgetreizen in India, toch maar op zoek naar een ander hotel.

    De shuttlebus van het hotel bracht ons naar het centrum van de immens grote stad en dan, eerste werk, een plan van de stad kopen...zo moet dat !

    Terwijl we over één of andere laan lopen, ik liep zoals elke rechtgeaarde boerenbuitenste echtgenoot als eerste..., hoor ik achter mij een kreet van verbazing en zo nog wat herrie in het Engels , zoiets als “how are you ? “, “ fine, thank you !“ en zo nog wat ....en dan met een luide kreet : MARC ....! Dat was mijn vrouw!

    Mijn broer....!!!!

    Midden in Bombay, op een zonnige voormiddag op het trottoir voor een kraampje waar ze kaarten en andere prullaria verkopen !

    Marc kwam op dat ogenblik voorbij in een taxi, zag ons lopen en is ons achterna gekomen....

    De rest van het verhaal :

    Mijn broer was op een soort wereldreis, alhoewel hij het zo nooit genoemd heeft, hij was bij ons geweest in Korea is nadien verder gereisd naar Japan ( hij heeft dus een ticket kunnen bemachtigen), nadien hebben we nog een kaartje gehad uit New York en ook nog eentje uit Nepal denk ik ...

    Hij wou dus ook naar het trouwfeest van onze zuster gaan maar hij had een “budgetticket” . Daarom was hij verplicht om vanuit New Delhi in India te vertrekken. Hij had vier dagen de tijd en dacht, in Bombay, daar ben ik nog nooit geweest...treinticket gekocht enz...

    In een stad van toen, acht miljoen mensen, zijn we mekaar, puur toevallig, gewoon op het lijf gelopen !!!!

    Nog maar eens het bewijs dat de wereld zeer klein is...

    (Oh, ja, we zijn in de Sheraton gebleven....)

     

    18-07-2009 om 17:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    12-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Help al eens iemand !
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nog een laatste verhaaltje over die Vietnamreis.

    We waren beland in het stadje Sapa. Ook geschreven als Sa Pa , op zijn Chinees. Een must op elke Vietnamreis.

    Het ligt in een prachtige streek, zeer hoog, rond de zeventienhonderd meter dacht ik. En vooral, de streek is hoofdzakelijk bevolkt door “minderheden”. Dit zijn reizende stammen die zich verplaatsen over gans Azië en mogelijk blijven ze ergens hangen ....Zo ook in Sapa. Ze spreken een andere taal, en ze zijn anders gekleed. Ze droegen donkerblauwe kleren gekleurd met de indigoplant. De H’Mong.

    Verder heeft dit niets te maken met het volgende verhaal.

    Wij zouden een wandeling gaan maken naar een dorp van die H’Mong. Het dorpje lag in een dal, er was een mooie waterval te bekijken, veel hangbuikvarkens, buffels en kinderen...

    Als je uit een dal wil komen moet je er natuurlijk ook weer uitklimmen, opwaarts...en dat moest nu!

    Men had ons beloofd dat er moto’s zouden klaar staan om de vermoeiden naar het hotel te rijden.

    Eens boven waren de moto’s er, maar wij vermoeid ? Een beetje jawel....maar, we zullen doorgaan...wij zijn nog jong en wij hebben geen moto nodig !?

    Dus geen moto en zoals alle grote jongens en meisjes, te voet verder, richting hotel....

    Bij nader toezien bleek de weg nog een heel eind te stijgen en de vermoeidheid begon zich stilaan te laten voelen....Overwegend dat de eerste motorrijder die ik nu zou tegenkomen mijn taxi zou worden...

    Na nog wat gesjokkel stond er achter een bocht een grote Toyota wagen, zo een soort mini bus, met één achterwiel vast gereden in het slijk van de berm.

    Hier zag ik de oplossing om zonder gezichtsverlies toch met een gemotoriseerd voertuig terug te keren naar het hotel...

    Achter de wagen stond er een bloedmooie jonge dame, heel beteuterd naar de auto te kijken.

    De chauffeur probeerde door veel gas te geven uit zijn benarde positie vrij te komen maar dat lukte natuurlijk niet.

    Dus, de tactiek; even wat aan die wagen gaan duwen, hopelijk komt ie dan los en dan onnozelweg vragen of ik nu mag meerijden tot aan het hotel ...Slim van mij, niet ?

    Om te beginnen ben ik achter het slippende wiel gaan staan, om te duwen. Bij de eerste gasstoot die de chauffeur gaf kwam mijn pas gewassen en gestreken broek van boven tot onder, onder het warme slijk te zitten...

    Het mooie juffrouwtje heeft dan versterking gehaald vanuit de auto en met twee mooie poezen, en ik met mijn stomme kop is de wagen uit de modder geraakt....De chauffeur, zeer tevreden, thank you, thank you en zo...de juffrouwtjes sprongen terug in de auto, maar ik wou mee...!!! Hello, hello ...

    Natuurlijk, mocht ik meerijden. Helemaal onder gespat met slijk klom ik in de chique “mini-bus” en voelde mij daar direct onwennig, ik vuil en smerig, in de zeer luxueuze Toyota...

    Naast de twee knappe vrouwtjes, de leeftijd van Vietnamese vrouwen is niet te schatten, zat er ook nog een oudere dame. Deze begon onmiddellijk vragen te stellen zo in het genre van: hoelang ben je hier al, waar ga je nog naartoe, waar ben je al geweest enz...en dit in een vlekkeloos mooi Frans. Waar ik logeerde, enzovoorts, gewone toeristenpraat...

    Toen we aan het hotel kwamen heb ik hun vreselijk bedankt voor de rit enzovoorts en een gemeend “au revoir” toegewenst. Snel gemaakt dat ik uit de wagen kwam met mijn vieze kleren en zou aan de balie van het hotel gaan vragen of ze mijn slijkbroek nog konden wassen, diezelfde dag.

    Op het ogenblik dat ik aan de balie van het hotel kom, valt mijne nikkel, frank, euro, dat mijn “zwart saccocheke” nog in die auto ligt....!!! Heel mijn hebben en houden aan papieren, paspoort, portefeuille met geld, dollars, euro’s, Vietnamese dong, kredietkaarten, enz... stak daar in...

    Ik als de weerlicht weer naar buiten, juist op tijd om de auto in de verte te zien verdwijnen...

    Miserie, miserie, miserie....! miljaarde...vlammende...

    Mijn vrouw, die een geroutineerde wereldreizigster is had het mij nog zo op het hart gedrukt: jullie weten wel wat ze gezegd heeft, ik ga dat hier niet herhalen ...Ze had weeral eens gelijk!

    Een brommer gecharterd om de Toyota te gaan zoeken; resultaat, niets natuurlijk...!

    Maar, toch was ik er redelijk gerust in. De mensen in die auto waren van een bepaalde klasse, dat was er echt aan te zien. Ik fantaseerde, dat ze zouden gaan eten in het stadje, dan mijn “ saccoscheke” ( handtas) zouden zien liggen op de zetel van de auto en vermits ze wisten waar ik logeerde het terug zouden brengen...ja, ja...

    Ik ben niet gaan eten die middag. Ik ben gewoon buiten in een cafeetje voor de ingang van het hotel blijven wachten tot ze zouden komen...Wishful thinking...!

    Alleen wat glazen boterhammen genuttigd... op de pof, ik had geen cent meer…

    Het verhaal van die stomme Belg die al zijn bezittingen ( financiële dan toch) in een vreemde auto achter gelaten had bleek blijkbaar reeds door het stadje te circuleren.

    Iemand in het hotel had gezien dat er een auto gestopt was waar zo een viezerik met smerige broek was uitgekropen en ....ze hadden de nummerplaat niet genoteerd, wie zou dat trouwens doen want op de voorkant van die auto stond in koeien van letters geschilderd : VTV

    Vietnamese Television....Dat had ik zelf niet gezien, alleen dat slippende achterwiel.

    De rest was snel geklaard, die TV mensen bleken steeds te logeren in hetzelfde staatsgebouw ergens in de stad. Dat wist men aan de receptie van het hotel. Ik nogmaals meegereden op de duozitting van een brommerke. De auto werd snel gevonden, zij dat ie op slot was, maar al mijn spullen, ook een donkergrijs jakje lag er nog onaangeroerd in.

    De chauffeur lag reeds te slapen in het hotel maar hij werd snel gevonden en ...... toen werd er een zucht van verlichting geslaakt! ‘k Kan het u verzekeren!

    Alle mogelijke doemscenario’s waren mij reeds in revue gepasseerd : ...gedaan met de reis, ambassades, politie...bankrekening geplunderd...”in den bak...”...

    Nadien bleken die knappe meisjes ‘famous Vietnamese movie stars” geweest te zijn...

    ‘k Zal de laatste nieuwe Vietnamese films echt eens moeten gaan bekijken.

    Help dan als eens iemand. Al het gebeurt uit eigenbelang kan dat dus fout aflopen!

    12-07-2009 om 01:31 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    04-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De moeizame klim naar de top.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als jullie nu denken dat ik het hier even ga hebben over mijn carrière en de moeizame klim naar de top, sorry, maar dat is het niet.

    Ik bedoel hier letterlijk, de klim naar de top van de “An Phu”....en berg in Vietnam.

    Zoals reeds vermeld in een ander blog ben ik even naar Vietnam geweest, zo maar op reis, gewoon als toerist.

    Nochtans was het geen zomaar gewone toeristenreis, we gingen met enkele leden van Acam tevens Aced , dat is de “Academie voor Mineralogie en Edelsteenkunde” naar Vietnam om er onder andere een edelsteenmijn te bezoeken. Een mijn, van robijnen, saffieren en spinellen.

    Zoals reed vermeld gaat dit blog niet altijd over eten en drinken, zuipen en vreten maar ook wel eens over wat anders. Edelstenen zijn een onderdeel van mijn andere interesses.

    Begin nu niet te mailen met vragen over de “werking” of de “eigenschappen” van edelstenen , daar krijg ik dus het vliegend “ heen en weer” van : dat is de larie, apekool en de grootste flauwe kul die er bestaat !!! Zeg maar dat ik het gezegd heb.

    Alleen de verkopers van edelstenen worden daar beter van ...

    Dus we zouden een edelsteenmijn gaan bezoeken in Vietnam!

    Ene mijnheer “Long” , wat draak betekent, wetenschapper, bij een erg officiële dienst die zich bezig houdt met het exploiteren van edelsteenmijnen in Vietnam, nam de leiding. Hij zou de gids worden...

    De reis werd afgeleid van de gewone toeristische paden en de trek ging naar : Luc yen...da’s een stadje in het hinterland van Vietnam.

    Probeer het niet uit te spreken, want je zal er zo je bek over breken...

    Toeristen bleken er onbekend te zijn, we werden er nog aangekeken als een soort buitenaardse wezens. Toch had er niemand van ons een slurfke of flaporen.

    We waren met eenentwintig, met de gidsen en andere begeleiders er bij ; vierentwintig dat is een hoopje volk natuurlijk

    We werden zelfs verdeeld over drie hotelletjes, zoveel toeristen tegelijkertijd waren er nog voordien nog nooit geweest.

    ’s Morgens, was er in het stadje een edelsteenmarkt, gewoon op de marktplaats, waar ook kippen, vissen en vreemde groenten verkocht werden. We zijn er uiteraard naartoe gegaan en het was daar ook zoals overal in Azië: bieden en palaberen....!

    De stenen die verkocht werden waren uiteraard robijnen, saffieren en spinellen !

    Ook nog enkele andere edelstenen die in dezelfde omgeving gevonden werden ...

    Voor hetzelfde steentje kon betaald worden tussen de 10 en de 200 dollar. Dit hing waarschijnlijk af van je smoelwerk..

    De prijzen stegen en daalden volgens het koopgedrag van de Belgen...

    Er werden zelfs nepstenen aangeboden en het werd al snel duidelijk dat de meeste verkopers – meestal verkoopsters- zelf niets kenden van hetgeen ze aan het verkopen waren..

    Toch was het zeer interessant om dat alles mee te maken.

    Ik heb een tiental robijntjes kunnen kopen voor 60 $, hier zijn ze evenveel waard per stuk, dus dat is goed....

    Nog een viertal, ongeslepen robijnen, gekocht voor 10 $ samen, de Felix, is ze nu aan het slijpen het worden mooie steentjes, elk zo een 90 $ waard per stuk, ook niet slecht, hé !

    Dit is wel wishful thinking...!

    Later, in een winkel, heb ik een geslepen spinel gekocht voor 140 $, die er maar 60 waard is, maar ja dat is commercie, hé...’k Kan hem moeilijk terugdragen !

    Heel dat systeem van loven en bieden is ons (mij) niet echt aangeboren....

    Toch zijn er Belgen die daar verdomd sterk in zijn, ik dus niet....( Maar Rita....!)

    Maar we moeten nog naar de top van de berg, de moeizame klim !!!

    Een mijn wordt verondersteld, ergens diep in de aarde te zijn...

    Deze mijn niet, zij lag op de top van een berg. Een marmeren berg...

    Heel het geneseproces van robijnen, saffieren en spinellen ga ik hier niet uitleggen want dat is

    zeer ingewikkeld, maar ze komen in Vietnam voor in een “karstgebergte” en dat zijn bergen uit zuiver gekristalliseerd calciet, zeg maar marmer.

    Om de mijn te bereiken moesten we vanuit de kleine hotelletjes, waar de air-conditioning, weeral eens weer niet werkte, nog een vijftiental kilometer noordwaarts rijden. Over een baan die alleen geschikt was voor muilezels, koeien, voetgangers en brommers...

    Onze Vietnamese gidsen hadden er voor gezorgd dat er 25 of zelfs 26 brommers klaarstonden. Met privé bestuurder!

    In Vietnam is een auto iets dat zeer duur is en dus zeldzaam. Daartegenover rijden er miljoenen brommers en moto’s rond.

    Zelfs in het stadje Luc-yen, probeer het niet uit te spreken, stonden er op een mooie namiddag om twee uur, 28 moto’s te wachten, met bestuurder...! 26 Personen, dus dat is 26 moto’s en twee in reserve tegen eventuele pech...da’s 28 !

    Iedereen kreeg tijdens de briefing op het hart gedrukt om zich te beschermen tegen de zon en tegen de muggen.

    Ik had natuurlijk, noch zonnecrème noch muggenmelk bij.... Mijn “roommate” de Guido, heeft mij dan een en ander gegeven! ( Die stomme toeristen, toch...eigenlijk blijven ze beter thuis als ze niet beter de lijst lezen van de “mee te nemen voorwerpen”...)

    Bescherming tegen de zon, daarvoor had ik zo een base-ball petje gekocht. Er een hele dollar voor betaald: het logo : Vietnam...

    Nog wat vettig smeersel op de neus en ok , here we go..!

    Guido heeft eerst nog wat muggenmelk op mijn body gespoten, maar ik heb geen mug gezien of gehoord, misschien dank zij die melk...Muggen lusten mijn bloed trouwens niet, te sterke alcoholsmaak vermoed ik.

    De moto’s waren van diverse pluimage, enkele Honda’s en Suzuki’s maar de meeste waren van het onbekende en goedkope merk ; MINSK. Een Russisch machien...

    Wij allemaal; zo wat onwennig achterop de moto gaan zitten, voor mij was dit de eerste keer in mijn leven, alstublieft. Een Vietnamese chauffeur voorop waar je zelfs geen woord kon mee spreken, want die verstond geen ‘Vloms”, noch Engels, noch Frans of welke taal dan ook maar....Ja, Vietnamees, maar mijn Vietnamees is niet meer wat het geweest is!

    Zij, de chauffeurs, hadden duidelijk instructies gehad. Ze wisten waar ze naartoe moesten en de karavaan vertrok, 28 moto’s in grote wolk van stof en uitlaatgassen.

    Ze hadden de instructie gekregen om er geen race van maken maar mijn “chauffeur” had dat duidelijk niet gehoord.... Na een kilometer was ik mijn petje reeds kwijt, een hele dollar zo maar weggewaaid...

    Na nog een kilometer begon het begrijpelijk te worden waarom we niet met een auto of bus naar de mijn konden gaan.

    De weg veranderde regelmatig in een rivierbedding, daar waar het een beetje effen was lag het vol buffeldrek, zo van die platte vlaaien. Rotsblokken staken overal uit het wegdek en de moto’s dokkerden daar over aan een rotvaart, die indruk had ik toch. Mijn armen zijn enkele centimeter langer geworden alleen maar door mij krampachtig vast te klampen aan de bagagedrager van de moto.

    Natuurlijk had ik mij ook kunnen vasthouden aan de bestuurder, maar wie weet zou die daardoor geen andere ideeën krijgen ?

    Na , weet ik hoelang, dokkeren en sjokkelen en racen stopten we in een dorpje. Eindpunt dacht ik.

    Nee, het was maar een tijdelijke stop om even te drinken, stof van de kleren te blazen en een nieuwe pet te kopen.

    Het bleek dat we twee derde van de rit achter de rug hadden en dat het moeilijkste stuk nu nog zou komen....Eventueel konden degenen die het niet meer zagen zitten hier blijven.

    We zijn allemaal verder gegaan!

    De twee reserve moto’s waren terwijl reeds ingeschakeld.

    Nog enkele kilometer verder gereden door rivierbeddingen, door het water, door de koeiendrek en over de keien en toen stopten we op een open plek waar enkele huizen stonden en een boom die wat schaduw gaf...Het was buiten rond de 38 graden Celsius en de luchtvochtigheid zat in de buurt van honderd.

    Mijn motorbestuurder wou weten hoeveel ik woog. Wat een vraag...?

    ’t Was om te gaan “stoefen” tegen de andere motorrijders hoeveel gewicht zijne MINSK wel gedragen had...

    Mister “Long” , de draak, wist mede te delen dat er nu nog een klim volgde van ongeveer een half uur...

    ’t Zal wel een Vietnamees half uur geweest zijn en dat er geen weg was, of is, heeft hij er ook niet bijgezegd!

    In het begin ging het redelijk, niet te steil maar later werd het letterlijk klimmen, weer over rotsen, over watertjes waar een boomstam als brug fungeerde, over glibberige paadjes, scherpe rotsranden en nergens een leuning om zich aan vast te houden....

    De natuur rondom ons was wel geweldig, allerlei planten die bij mij thuis in de woonkamer staan te verpieteren tierden daar welig, zo maar... en zonder dat ze roze korrel kregen!

    Door de hoogte, de warmte en de luchtvochtigheid begon de vermoeidheid zich snel te manifesteren...

    Iedereen hijgde als amechtige paarden, zweet vloeide bij beken tot in onze schoenen maar : wij zullen doorgaan zong Ramses Shaffy destijds...

    Mijn lichtblauw hemd veranderde tot donkerblauw van het zweet en de anderen zagen er ook niet erg fris uit.

    Maar iedereen heeft de top gehaald....

    Nu moeten jullie weten dat de zwaarste lichamelijke inspanning die ik normaal presteer, bestaat uit het heffen van glazen tot net onder mijn neus....

    De mijn zelf was niet zo spectaculair, dat is natuurlijk een persoonlijke mening, een rots die regelmatig met lichte ladingen dynamiet opgeblazen wordt en de brokken marmer rollen dan naar beneden. Daartussen werd er dan gezocht naar de robijn of spinelkristallen....

    We hebben enkele kleine stukken marmer met kristallen kunnen vinden, dat was de beloning voor de helse klim...

    Naar beneden ging natuurlijk veel vlotter.

    De rit terug op de moto, ging al heel wat soepeler, we waren het nu gewoon....Ondertussen zijn de striemen op mijn billen ook reeds verdwenen. De duozitting van een Russische moto is niet zo comfortabel .

    Het ontvangstcomité in het hotelletje applaudisseerde elke keer er een “overwinnaar” terug binnen gestrompeld kwam...

    Een douche, droge kleren en wat afkoelen...( Hoe heette dat bier daar ook al weer ?)

    04-07-2009 om 00:33 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    29-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zuinige kip !
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Er wordt wel eens beweerd dat de kippen van tegenwoordig… niet meer de kippen zijn van vroeger.

    Dat is typische praat van mensen die ouder aan het worden zijn, zoals ik onder andere.

    Maar het is wel waar dat de goedkope supermarktkip niet meer dat van het is !!! Om niet te zeggen; niet te vreten!

    Als je een goede kip wil moet je ook een goede kip kopen. Die is nog wel te vinden, alleen, ze is duurder, veel duurder dan die goedkope brokken vet die belachelijk goedkoop worden aangeboden in de supermarkt.

    Een gewone supermarktkip is ongeveer zes weken oud vooraleer ze geslacht wordt. Een speciaal geselecteerd ras van kippen uit Bresse bijvoorbeeld wordt gedurende vier maanden gevoed met uitsluitend melk en mais…

    Dat is het verschil! De supermarktkip heeft zes weken geleefd tussen een paar duizend droeve soortgenoten met als voeding water en een onbestemd poedervoedsel.

    In België hebben we de Mechelse koekoek. Die moet niet onderdoen voor een poularde van Bresse… Het verschil: een kip van Mechelen draagt schijnbaar een broek met te korte pijpen en een kip uit Bresse heeft zwarte voeten…! Sommigen vinden dat een Bresse kip blauwe poten heeft maar die zijn mijn part kleurenblind.

    Dan duikt nadeel nummer twee op: zo een kip is te groot voor twee mensen. Of voor één. En ze wordt niet verkocht in stukken zoals vroeger de borsten en billen… Of als kipfilet.

    Dan heb je een kip van goede kwaliteit maar met veel te veel vlees.

    Daar hebben we het volgende op gevonden: we gaan de kip volledig gebruiken, tot het laatste vliesje toe. Je hebt er wel een diepvriezer voor nodig.

    Nu gaan jullie zeggen, ja maar diepvriezen, dat is toch kwaliteitsverlies. Juist, maar in het leven moet je soms keuzes kunnen maken.

    Lekkere kip eten uit eigen diepvriezer of vettige kip uit de supermarkt.

    Het is mij trouwens al dikwijls opgevallen dat producten die je zelf diepvriest, en ze niet te lang bewaart, er veel beter uitkomen dan de commerciële diepvriesproducten. Wat de fabrikanten zoals Captain Iglo ook mogen beweren !!!

    Nu het moeilijkste gedeelte.

    We gaan die kip verdelen in porties. Borsten en billen.

    Neem je scherpste mes en zet het nog eens extra op de slijpsteen.

    Snijd eerst de twee bouten ( billen) weg. Leg de kip op haar rug en snijd maar, tot aan het gewricht waar deze bout aan de rug vastzit. Even goed doorduwen en daar gaat ie … Als alles goed gaat krijg je nu twee bouten. Snijd deze nog eens in twee stukken, juist op het gewricht snijden. Als je dat op de juiste plaats doet gaat je scherpe mes er door als door boter.

    Hak het botuiteinde waar de looppoot aan vast zat, er af.

    Leg de kip nu met het borstgedeelte naar je toe. Snijd de twee filets nu weg. Snijd daarvoor juist naast de kam op het borstbeen. Laat je mes goed langs bet bot glijden en dan vind je onderaan weer een gewricht waar de vleugel aan vast zit. Punt van het mes er op en duwen; hard duwen!

    De vleugel zelf blijft nu nog vast aan de filet en nu is het gemakkelijk om die er af te snijden.

    Desgewenst trek je het vel van de filet maar dat zou jammer zijn… Bak de filet later met dit vel er aan, dat bespaart boter en geeft een veel betere smaak.

    Stop nu de filets en de bouten, goed verpakt in plastic zakjes, in de diepvriezer.

    Beye, beye kipje, die is voor later.

    Nu hebben we nog een karkas over, een nekvel dat soms nog aan de kip vastzit, de vleugels en de toppen die we van de bouten gehakt hebben.

    Neem en grote pot water en gooi al de resten daar in. Laat aan de kook komen en haal het schuim er af. Stop er een ui bij en een wortel, een blaadje laurier en mochten er nog wat kruiden in de kast staan…doe maar. Laat dit nu een twintigtal minuten koken en schep dan het karkas en de rest uit de pot.

    Laat afkoelen.

    Haal nu alle vlees dat er nog aan de botjes hangt er af. Afplukken noemen wij dat wel eens…

    Vellen een afgepluisde beenderen gaan terug in de kookpot.

    Laat deze beenderen enz.. nog een tijdje trekken, een half uurtje of zo wat.

    Zelfs daarna kan je nog eens de beentjes contoleren op resterende stukjes vlees…( Maar dat begint dan op Hollandse manieren te gelijken…)

    Zeef de fond, en zet deze na afkoeling in de koelkast.

    Nu mogen de beenderen ook naar de vuilnisbak. Tenzij Fido of Bobbie er nog wat plezier willen aan beleven ?

    ’s Anderendaags schep je het eventuele vet van de kippenfond af en gooi dat ook maar in de vuilnisbak. Maar dat mag niet dacht ik .?

    Koop nu een klein bakje zeer verse champignons en eventueel een honderd gram kalfsgehakt en dan zijn we helemaal klaar om een prachtige “vol au vent” of “videekes” te maken.

    Hoe dat moet kan je hier lezen…

    De hoeveelheid vlees die je zo van de botjes kan “plukken” is ruimschoots voldoende voor twee personen. Als je er ook nog wat gehakt aan toevoegt en veel champignons kan er zelfs een maaltijd voor vier personen van bereid worden.

    Van de resterende fond kan je nog een soep bereiden. Een lekkere echte kippensoep.

    Dan resten er nog de twee bouten en de twee filets in de diepvriezer.

    Daarmee maak je later natuurlijk wat je ook maar wil…

    Uiteindelijk zal de prijs van je dure kip nog best meevallen.

    29-06-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    22-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ingeblikt!

    Vijftig jaar geleden stonden onze moeders of grootmoeders nu in de keuken, want juni en juli zijn de maanden dat er geweckt, ingemaakt moest worden. Groene boontjes, snijbonen, erwtjes, asperges, kersen, krieken, alles wat destijds de tuin voortbracht werd in glazen bokalen gestopt en daarna gekookt in een grote zinken steriliseerketel. In het deksel was er een opening voorzien om een thermometer in aan te brengen. Binnenin zat een speciale houder waarop de glazen bokalen konden gerangschikt worden. Daarna werden de bokalen met inhoud gedurende lange tijd gekookt, zo werden ze steriel en konden ze lange tijd bewaard worden, als alles goed afliep tenminste…!

    De kennis over hygiëne en het hoe en waarom van het conserveren door verhitting was zeker niet de hoofdkennis toen. Het kookboek van de boerinnenbond lag wel binnen handbereik om daar de nodige uitleg te vinden over het hoe en waarom…Know how zouden we nu zeggen.

    Lees de tekst uit dit kookboek hier en hier. ( 1934 )

    Ik weet niet of er nog velen zijn die zich bezig houden met zelf groenten te wecken, het hele procedé is verhuisd naar het museum voor heemkunde en de materialen zijn nu terug te vinden in de koopjeskrant!

    Eén uitzondering ken ik, de Jan ( van Belle) of liever zijn Simone, die steriliseert er nog lustig op los in hun verblijf in Frankrijk. De Fransen houden zich dan ook veel meer bezig met inmaken dan wij; uitgestrekte vlaktes, geen winkels in de directe omgeving en grote tuinen vol groenten en fruit…

    In elke behoorlijke supermarkt of “quincaillerie” vindt je daar nog de nodige attributen om zelf aan de slag te gaan. De ketels, de glazen, de rubberringen, de klemmen , alles..!

    Ikzelf heb vroeger heel wat paddenstoelen gesteriliseerd maar ik deed dat in een kleine snelkookpan. De drukpan heeft het zeer lang uitgehouden maar laatst ze letterlijk uit mekaar geknald. Ik heb toch geen tijd meer om paddenstoelen te zoeken…

    Als bokaaltjes gebruikte ik tweedehands confituurbokalen.

    Over de verschillende conserveringsprincipes zoals drogen, steriliseren, bewaren in vet of onder alcohol, in zout of in olie… zouten of roken…boeken kan men er over vol schrijven.. en dat is dan ook reeds gedaan.

    Nu lopen we naar de buurtwinkel of supermarkt en schaffen ons daar een blikje erwtjes of boontjes aan zonder er verder bij na te denken. Trouwens de diepvriesgroenten en fruit hebben nu wel de bovenhand gekregen, de kwaliteit is veel beter dan gesteriliseerde producten.

    Maar iemand moet toch eens als eerste op het idee gekomen zijn om voedingsmiddelen te bewaren in een glazen bokaal of blikken bus. Dit was de Fransman Nicolas Appert. Soms wordt hij ook foutief François Appert genoemd maar dat komt door een vergissing in een “Larousse gastronomique” van lang geleden…

    De geschiedenis van de conserven in blik gaat terug tot 1795. Frankrijk kende op dat moment een aaneenschakeling van oorlogen. Het bevoorraden van de soldaten was een groot probleem want het aangeleverde voedsel was vaak smaakloos of bedorven. De Franse regering schreef een prijsvraag uit voor een methode waarbij voedsel beter bewaard kon blijven.
    De suikerbakker ( confiseur) Nicolas Appert won de beloning van 12.000 Franse francs. Hij stak de levensmiddelen in goed afgesloten glazen flessen welke hij sloot met kurken die vastgebonden werden met touwtjes en dompelde ze daarna in kokend water. Volgens hem waarborgde de hitte de houdbaarheid van de eetwaren. Appert wist niet juist waarom de voedingsmiddelen ook langer goed bleven, het was gewoon ervaring. De wetenschappelijke verklaring voor dit proces werd later door Pasteur geleverd. Pasteur bewees dat het bederf in gang gezet werd door toedoen van bacteriën. Door producten te verhitten boven de 72°C werden deze bacteriën gedood maar Appert wist reeds langer door ondervinding dat bij het verhitten boven de 100°C de grondstoffen veel langer bewaarden. Zo had hij een fles met vlees die reeds acht maanden oud was en nog steeds in goede staat verkeerde.

    De glazen potten of flessen waren echter het zwakke punt van deze bewaarmethode. De Engelsman Peter Durand kopieerde Apperts methode, maar gebruikte hermetisch afgesloten, met tin beklede metalen blikken. Ook Nicolas Appert stapte over op de metalen conservenblikken en schreef later een boek over zijn uitvinding.

    ( Le livre de tous les ménages, ou l’art de conserver pendant plusieurs années toutes les substances animales ou végétales )

    Appert’s verbetering zorgde voor een revolutionaire doorbraak in de voedselindustrie. De vraag steeg enorm en er werden steeds meer conservenfabrieken opgericht. Op het einde van de negentiende eeuw waren er in België reeds een zestigtal actief.

    Een andere manier van voedselbewaring werd op het einde van de negentiende eeuw uitgevonden door de Duitse fysicus Johann Weck. Met behulp van een glazen bokaal en een ring in gummi slaagde hij erin om voedsel op een kiemvrije manier te bewaren. De verhitting in vacuüm resulteerde in de wet van overdruk en onderdruk. Johann Weck vestigde zich in Oeflingen (Duitsland) en liet er zijn idee patenteren. De fysicus had echter geen commerciële ambities. Hij verkocht zijn vondst aan het bedrijf Georg von Eyck, dat de bekende rode aardbei als logo invoerde. Het product was zo populair, dat "wecken" zelfs een werkwoord werd.

    Normaal bestaan blikken uit drie delen: een cirkelvormige boven- en onderkant en een cilindervormige zijkant. Het is echter ook mogelijk om de zijkant en onderkant uit één stuk metaal te vervaardigen. Dan moet men enkel nog het deksel erop monteren. De zijkant van conserven is steeds gegolfd of heeft ribbels. Dit zorgt voor stevigheid en vangt eventuele drukverschillen op. De binnenkant van een conservenblik bevat meestal een coating om het voedsel te beschermen. Dit laagje bestond vroeger uit metaal of verf, maar tegenwoordig zijn blikken vrijwel altijd van een kunststoflaagje voorzien. De meest voorkomende conserven hebben een diameter van 10 centimeter en zijn 11 centimeter hoog. Rekening houdend met de materiaaldikte van 0,25 millimeter kan er zo'n 0,85 liter inhoud in een blik. Aangezien de blikken nooit tot de rand gevuld worden, staat er op de wikkel meestal 0,8 liter aangegeven. De resterende ruimte is noodzakelijk om het uitzetten van het product op te vangen. Er zit meestal iets meer van het product in het blik om zeker te zijn dat de afnemer tevreden is.

    Voor het vullen van de blikken ging men anders te werk met groenten dan met fruit. De groenten werden zorgvuldig uitgezocht, gesorteerd en volgens grootte verdeeld. Daarna werden ze gereinigd, klaargemaakt en meestal geblancheerd. Vervolgens kwamen ze terecht in de met vocht gevulde blikken of glazen. De conserven werden gesoldeerd of afgesloten met een deksel. De groenten werden steriel gemaakt bij een temperatuur van 100 tot 115° gedurende een periode van twintig tot zestig minuten. Ten slotte werden ze afgekoeld en van een etiket voorzien. Vruchten werden achtereenvolgens gesorteerd, van steeltjes en pitten ontdaan, gewassen, volgens grootte verdeeld, geschild en soms gekookt. Daarna werden ze in blik gedaan, hetzij op stroop of in hun eigen vocht en gesteriliseerd op een temperatuur van 100 tot 110°C. Na de afkoeling kreeg ieder blik een etiket opgekleefd.

    De eerste conservenblikken waren zo zwaar van uitvoering, dat ze moeilijk te openen waren. Meestal kwam er een hamer en een beitel aan te pas. Pas toen het metaal van de blikken dunner werd, konden er ook speciale openers ontwikkeld worden. De eerste blikopener werd gepatenteerd door Ezra Warner uit de Verenigde Staten. De blikopener met een snijdend wiel werd uitgevonden door William Lyman in 1870; de eerste elektrische blikopener kwam in 1931 op de markt. Het blikje met lipje dat zonder opener kan geopend worden, was een uitvinding van Ermal Fraze in 1966.

    Naast de gevaren die het openen van een blikje met zich meebracht, was er ook nog de kans op loodvergiftiging. De eerste blikken werden gesoldeerd met lood dat nadien in het voedsel terechtkwam. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de mislukte Franklin Expeditie naar de Noordpool (1845-1848) te wijten was aan een vergiftiging door het lood dat in de getransporteerde conserven zat.

    Bekijk een blikje conserven de volgende keer niet meer zo minachtend, het heeft levens gered….

    22-06-2009 om 00:55 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    15-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aardnoten

    Aardnoten, apennoten, olienoten, pinda’s, peanuts, des cacahuetes, des arachides…

    Ook naar Antwerpen geweest, naar de babyborrel voor Kai-Mook, de olifantenbaby ?

    Ook een glaasje K-Bier gedronken, getapt door de Patrick himself ?

    Ook een pakje pindanoten gekocht voor de vogeltjes of het olifantje ?

    Ik niet ! Ik ben thuis gebleven en heb Kai-Mook op TV gezien en terwijl ben ik ook eens een beetje aan het kokkerellen gegaan, zoals dat heet.

    Enige tijd geleden heb hier eens een stukje gepost over “poulet choucoune”, een kip die in Afrika klaargemaakt wordt in een saus van aardnoten.

    Misschien is het interessant om het eerst hier even te herlezen.

    Daar beschrijf ik hoe ik voor het eerst kennis gemaakt heb met die kip in aardnotensaus maar vandaag heb ik ze ook gemaakt…

    Er kwam een reactie op het artikel van ene Dany:

    Ikzelf heb jaren in Afrika gewoond waar we regelmatig kip met arachides (apenootjes) klaarmaakten. De verse nootjes werden droog geroosterd, dan gepeld en dan pas in de houten pot fijngestampt. De kip werd dan aangebakken in arachide olie, ajuin bijgevoegd, water en de pasta van nootjes erbij, laurier, peper en zout. En voor een echte Afrikaanse kip was uren nodig om ze zacht te krijgen. Met een Belgische kip ging dit heel wat vlugger. Ik maak het gerecht nog altijd regelmatig klaar met potten pindapasta uit de natuurwinkel (de gezouten ). Dit lukt fantastisch goed en het is altijd een stukje nostalgie! Serveren met rijst, banaan en verse ananas! Mmmmm. Echt eens proberen!

    Vandaag heb ik het dus echt geprobeerd.

    Ik had al eens getracht om de pinda’s te week te zetten in water en te kijken wat er dan gebeurde. Na een nacht weken waren de noten heel wat in volume toegenomen en malser geworden. Toen heb ik ze gekookt maar bij gebrek aan tijd zijn de nootjes toen in de soep beland.. en er is niemand aan dood gegaan. Dat was dus al bemoedigend.

    Vandaag heb ik de noten gewoon rond elf uur ‘s voormiddags te week gezet en ze rond zestien uur verwerkt. Dus een veel kortere weektijd.

    De noten waren nu toch redelijk opgezwollen, daarna heb ik ze gekookt in water met niets er in …indachtig dat ik ooit eens gehoord heb dat hard, of zout water, peulvruchten minder snel doet gaar worden dan zacht water… Nog steeds weet ik niet of dit nu echt waar is.

    Na twee uur kooktijd, op een piepklein vuurtje weliswaar en bij regelmatige toevoeging van een beetje water bleken de nootjes toch wat malser geworden te zijn.

    Dan de noten, plus hun kookvocht gemixt met de staafmixer. Een witte soepdikke vloeistof was het resultaat.

    Voordien had ik al een tweetal in stukken verdeelde kippenboutjes gebakken in (arachide)olie samen met een dikke gesneden ui en enkele teentjes knoflook. ( Die moesten dringend op…)

    En voila; de pindasoep en de stukken kip plus ui in een kookpotje overgebracht en laten gaar sudderen. Nu zout, peper en een snuif rode hete peper er bij gedaan en het zaakje verder laten gaar sudderen. Wat kerriepoeder heb ik er ook nog aan toegevoegd maar daar was nadien niets meer van te proeven.

    Merkwaardig was wel dat de saus zienderogen dikker en dikker werd. Regelmatig heb ik scheutjes water moeten toevoegen. Dit is logisch, pinda’s zijn een soort peulvruchten en die bevatten een hoog gehalte aan zetmeel. Dit zetmeel begon nu zijn bindkracht te manifesteren.

    Toch traden er geen aanbrandingsverschijnselen op. Uiteraard moet je regelmatig roeren en vocht toevoegen, dat water kookt er nadien wel terug uit.

    De saus werd ook steeds donkerder. Dit had misschien te maken met de lichtjes gebruinde ui die haar kleur af gaf.

    Het uiteindelijk resultaat zag er zeer goed uit.

    Nog wat zoete sojasaus er bij ( ketjap manis) en het zou een heuse pindasaus geworden zijn.

    Maar vermits wij Belgen dat niet lusten, zelfs verfoeien, heb ik die er ook maar uit gelaten…

    ( Wedden dat er nu iemand bij de reacties zal schrijven dat hij of zij pindasaus wel lekker vindt !)

    Hoeveel noten heb ik nu gebruikt om te starten? Ik zou het begot niet weten, honderd gram misschien maar dat is een zeer ruwe gok. Twee kippenbouten, dat weet ik wel.

    Het waren nootjes zoals die veelal verkocht worden, in de pel maar reeds geroosterd zodat de nootjes zeer droog geworden zijn en lichtjes gekleurd. Die heb ik eerst uit de bast gepeuterd en daarna van de bruine vliesjes ontdaan. (Blowing in the wind…!?)

    Aardnoten, apennoten, pinda’s, olienoten, peanuts, des cacahuetes…

    De aardnoot is een rare snijboon, letterlijk dan. Ze groeit op, boven de grond, maakt daar bloemetjes, gelijk alle bonen maar eens de vruchten zich beginnen te vormen buigen deze zich naar beneden en wriemelen zich in de aarde om daar verder te groeien.

    Eens heb ik in Vietnam van een struik met verse aardnoten een foto kunnen maken, rap, rap, in de schaduw van de bus… welke idioot wil nu foto’s maken van apennoten?

    De buschauffeur heeft het plantje vastgehouden… nadien bekeek hij mij ook maar met rare ogen… Veronderstel dat er hier een Japanner foto’s zou komen maken van patatten aan de struik ???

    Nog een laatste vraag: wat heb je daar bij gegeten?

    Toch geen patatten zeker? Wat dacht je ?

    Met een schep onbepaalde risottorijst die ik ooit in een zak van twee kilo gekocht heb en waarvan nu jaargang drie ingaat… heb ik een risotto gemaakt.

    Twee kilo rijst voor twee personen , dat is veel hoor!

    Een halve wortel, een ui, enkele champignons, alles in kleine blokjes gesneden en een handvol erwtjes werden aangestoofd in wat olie, een dikke handvol rijst er bij, roeren maar, en nu ook weer hetzelfde… regelmatig een scheutje water toevoegen en nogmaals, roeren maar.

    Na twintig minuten bekom je dan een smeuïge massa zo wat op rijstpap gelijkend.

    De puristen gaan nu zeggen, ja maar en de witte wijn ? En de kaas… ? Dat is geen risotto!

    Ik, maak risotto zoals ik dat wil en laat die schrijvelaars van de boekskes maar zeveren…

    Niets moet, alles mag…

    Het idee van Dany, de man die reageerde op het eerste artikel heeft ook gelijk. Ananas en banaan zijn de klassieke begeleiders bij dergelijke gerechten in Afrika.

    En Kai-Mook hangt nu aan de uier van haar moeder of tante te slurpen…Zij slurpt van twee walletjes ..!

    15-06-2009 om 09:38 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    07-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat verwerk je in de keuken?


    We zijn zover. Ik heb hier reeds enkele keren laten horen dat ik aan een boek bezig ben.

    Aan een boek bezig was moet ik nu zeggen.

    Het is klaar!

    Vorige woensdag werd het samen met de twee gelijkaardige andere werken voorgesteld in de VIP- ruimte van de VLAM te Brussel.

    Het was een project waarbij diverse hotelscholen betrokken werden. Er stonden drie projecten op stapel:

    :: Boek 1: Wie doet wat in elke keuken?

    :: Boek 2: Hoe werk je in de keuken?

    :: Boek 3: Wat verwerk je in de keuken?

    Het laatste boek, wat verwerk je in de keuken, hetgeen vroeger warenkennis genoemd werd, was een kolfje naar mijn hand.

    Weken ben ik er mee bezig geweest.

    Ik had al een boek voordien gemaakt over warenkennis maar nu is het uitgebreid tot misschien wel drie keer het volume van de eerste uitgave. Uiteindelijk bevat het werk nu bijna 360 bladzijden, A4 formaat, fonts van 12 punten….! Een paar honderd foto’s op klein formaat. Een aparte CD bevat alle tabellen en foto’s op groot formaat. Deze CD is alleen verkrijgbaar door schooldirecties…

    Een primeur is ook dat er een vijftal foto’s in gebruikt werden die afkomstig zijn van de fotodatabank van SeniorenNet. Dit is toevallig en in extremis gelukt. Ik had nog enkele beelden nodig van wild en enkele beeldjes om saaie hoofdstukken wat op te fleuren… Woensdag of zo wat kreeg ik bericht dat de fotodatabank aangemaakt was en volgende vrijdag was de deadline voor het boek in druk ging…

    Speciaal aan de boeken is ook dat ze geen echt kaft hebben. Ze moeten opgeborgen worden in een ringmap. De bladeren zijn slechts licht gelijmd zodat er later nog meer pagina’s of eigen opmerkingen kunnen tussen geschoven worden.

    Dit is de volledige inhoud van : Wat verwerk je in de keuken?

    WAT VERWERK JE IN DE KEUKEN?

    ISBN ISBN 978-90-78715 21 4

    360 blz full color

    Verkoopprijs: €43

    Inhoud:

    :: Voeding en gezondheid: voedingsstoffen, voedingsmiddelen, de voedingsmiddelentabel,

    Het voedingsmodel, additieven, contaminanten, voedingsfouten, basisprincipes van de dieetleer, aspecten van gezonde voeding, initiatie in de alternatieve voeding.

    :: Productinformatie van voedingsmiddelen: aankoop van voedingsmiddelen, bewaren

    Van voedingsmiddelen, verpakking en etikettering.

    :: Productkennis: plantaardige en dierlijke vetten en oliën, de zuivelproducten, de eieren, de

    groenten, paddenstoelen, truffels en hopscheuten, de granen, rijst en meelspijzen, de suikers,

    het fruit, de aardappelen, de vissen en o.m. schaal- en schelpdieren, kaviaar, het vlees, het

    wild, het gevogelte, specerijen, kruiden, azijn, de noten, Texturas El Bulli, Texturas Sosa,

    andere verdikkingsmiddelen en emulgatoren, de bindmiddelen.

    :: Halffabricaten en toegeleverde producten: argumenten voor en tegen, convenience.

    Het boek maakt dus deel uit van een serie van drie :

    DE KEUKEN IN DE HORECA

    Reeks van drie boeken die perfect aansluiten bij de leerprogramma’s voor de 2de en de

    3de graad van alle netten, ook voor het zelfstandigen – onderwijs

    Uitgaven zijn licht gelijmd zodat ze losbladig kunnen gebruikt worden (handig voor het

    klasseren van eigen bevindingen en nota’s).

    Formaat 21 cm x 29,7 cm

    Voor diegenen die zich deze boeken willen aanschaffen, geen mailtjes sturen maar mij maar rechtstreeks naar de uitgeverij. Leraars van hotelscholen kunnen best eerst contact opnemen met hun directie. Leraars krijgen speciale voorwaarden!

    BESTELLEN KAN

    :: per post naar mjPublishing, Eikendreef 21 – 2390 Malle

    :: per fax op nummer +32 3 385 92 78

    :: per e-mail: info@mjpublishing.be

    :: per tel.: +32 3 385 92 78 of GSM +32 478 55 55 98

    Website : www.mjpublishing.be

    Werkten mee aan de 3 delen:

    Sabrina Caeckaert (Spermalie – Brugge), Linda Coninx (Hotelschool Hasselt), Virgile

    Eeckman (Syntra West), Luc Geeraerts (keukenverantwoordelijke De Pelikaan –

    Antwerpen), Anthony Hennebert (Ter Duinen – Koksijde), Eddy Hermans (Campus

    Wemmel), Dirk Jaques (Ter Groene Poorte – Brugge), Francis Loiseaux ( Spermalie

    –Brugge), Björn Matheusen (Colomaplus – Mechelen), Fons Nicolay (Syntra St. Niklaas),

    Katleen Penel (Kempinski – Brugge), Marc Rouckhout (St. Theresia – Deinze), Koen Toye

    (Syntra West), Eddy Van Den Langenbergh (VTI Spijker – Hoogstraten), Guy Van de Leur

    (VTI Spijker – Hoogstraten), Jean Van Der Stuyft (KTA Oostende), Chris Vanmechelen (VTI

    Spijker – Hoogstraten), Toon Verhelst (Campus Wemmel).

    Algemene coördinatie: Guido Franque

    Culinair advies: Peter Coucquyt

    07-06-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Suiker

    De voorraad confituur van vorig jaar is op!

    Het was dan ook een schrale oogst vorig jaar. Er waren in het najaar geen vijgen, geen braambessen, geen appelen of kweeperen te vinden en daardoor waren nu alle bokaaltjes leeg of toch bijna.

    Van een pak rabarber had ik reeds enkele bokaaltjes bijgemaakt maar ook daarvan was de bodem in zicht.

    Dus, confituur maken! Op een mooie zonnige zondagvoormiddag 31 mei kan dat geen probleem zijn. De abrikozen in de Turkse supermarkt waren nog vrij duur en de aardbeien ook. Dus, ik moest toch tanken, oostwaarts richting Melsele om enkele bakjes kleine aardbeien te halen speciaal voor confituur. Ze zijn even lekker als de grote alleen kosten ze maar de helft van de normale prijs. Waarom iedereen steeds maar grote aardappelen, appels, mosselen en zo nog wel een en ander wil, begrijp ik niet. Groot en mooi misschien, ik prefereer klein maar fijn.

    Dan hadden we ook nog suiker nodig.

    Geen nood, die lag reeds verscheidene weken in de kelder te wachten. Het was geen gewone suiker, het was een suikerbrood. Nu denkt iedereen onmiddellijk aan een brood met suikerpareltjes er in. Nee, een echt suikerbrood, een brood van suiker!

    Weinigen herinneren het zich misschien nog maar suiker werd vroeger verkocht als suikerbroden.

    Wie herinnert zich nog het woord “broodsuiker”, een product dat nu niet meer bestaat en dat nu vervangen is door suikerklontjes of klontjes suiker.

    Hiernaast prijkt de foto van zo een suikerbrood. De foto is gemaakt door Joris Luyten, niet de minste onder de fotografen. We hadden de foto nodig voor het boek waaraan we (ik) bezig zijn en dat nu woensdag zal voorgesteld worden in de lokalen van de VLAM te Brussel.

    Het suikerbrood heb ik gewoon gekocht bij de kruidenier hier achter het hoekje.

    Bij de Marokkaan. De Marokkanen gebruiken dat nog om hun fameuze muntthee te bereiden.

    Je neemt een liter kokend water en doet daar ongeveer een kilo suiker bij, suiker van zo een suikerbrood, en laat er een bosje munt in trekken. Dat is in grove lijnen het recept.

    Misschien gebruiken zij dergelijke suiker alleen bij plechtige gelegenheden.

    Vermits ik niet zo een theedrinker ben, stond het suikerbrood in de kelder te wachten tot het nieuwe confituurseizoen zou aanbreken.

    En nu was het zover! Met een goed gerichte mep van de hakbijl werd de kegel in twee stukken gehakt. Zo een suikerbrood weegt twee kilo en ik had maar één kilo aardbeien, zelfs iets minder want ik had er al een paar opgegeten.

    Dus, de bijl er in.

    Dan heb ik eerst de suiker gesmolten in een beetje water omdat ik vreesde dat hij niet snel genoeg zou oplossen in de aardbeienmassa.

    Er staan nu vier potjes aardbeienconfituur in de kelder en een restje in de koelkast. Dat restje gaat morgen op mijn boterhammetje.

    Terwijl de suiker aan het oplossen was in het beetje water viel het op dat de siroop niet echt helder was maar gelig en troebel.

    Dat verklaarde ook de uitleg die dikwijls in oude kookboeken te vinden is dat de suiker eerst geklaard moet worden vooraleer verder te gebruiken. Er word zelfs gesproken over afschuimen en citroensap toevoegen om de suiker helder te maken.

    Probeer nu eens om een deel suiker op te lossen in water: de prachtigste heldere siroop is dan het resultaat.

    Daarom ben ik eens gaan zoeken wat suiker nu eigenlijk is en hoe die gemaakt wordt.

    In de oudheid kende men nog geen suiker. Honing werd er toen gebruikt als eerste zoetstof.

    De door mensen gemaakte suiker is waarschijnlijk ontstaan in Indië waar men het sap uit suikerriet perste en dit sap liet inkoken of verdampen in de zon waardoor er zoete kristallen in de stroop ontstonden die “sarkara” genoemd werden.

    Later ontdekte men dat suikerbieten, het woord zegt het zelf, ook veel suiker bevatten.

    Voor die tijd werd alleen suikerriet gebruikt als basisgrondstof.

    Het sap van riet of biet wordt helder gemaakt door de troebele deeltjes te doen neerslaan met behulp van kalk. Het latere primitieve inkoken van het sap uit dit riet of deze bieten is een arbeidsintensief proces waarbij het water, door koken in platte schalen, uit het sap verwijderd wordt. De bekomen dikke stroop word dan uitgegoten in poreuze schalen of kommen waar het resterende water door opgezogen wordt of er uit kan weglekken. Deze sterk verdikte stroop kristalliseert nu uit tot dikke of fijne korrels en vormt een stevige harde brok, een suikerbrood.

    Dit was ook de eerste handelsvorm van suiker maar is nu bijna nergens meer in de handel te vinden… behalve bij de Marokkanen.

    Dit is de zeer beknopte uitleg hoe suiker gemaakt wordt. ’t Is nog niet genoeg om er een spreekbeurtje mee te geven in het zesde leerjaar. Het proces is veel ingewikkelder dan dat maar zoek dat zelf maar op.

    Het raffineringproces is nu veel verder doorgedreven waardoor er geen enkel onzuiverheidje meer in de suiker over blijft.

    Mijn suikerbrood was blijkbaar niet volledig geraffineerd.

    Wie herinnert zich nog die oude suikerklontjes? Dat waren staven gezaagde suiker die nadien gebroken werden tot klontjes. Nu worden ze geperst, met een gleufje in het midden om ze gemakkelijk te kunnen breken. Sucre scié, stond er op de platte doos waarin ze verpakt waren.

    Het zaagsel dat vrijkwam tijdens dit zaagproces werd “rapésuiker” genoemd. Geraspte suiker. Die was fijner dan de kristalsuiker. Nu S2 genoemd.

    Elke suikerfabriek heeft nu een beetje zijn eigen productieproces waardoor er verschillende types van suiker op de markt komen. De kristalsuiker van de ene is niet dezelfde als die van de andere producent. Voor kristalsuiker valt dit niet zo erg op, wel bij de nevenproducten zoals bruine suiker, rietsuikerproducten, kandijsuiker en noem het maar verder op.

    Rietsuiker wordt wel eens aanzien als beter, gezonder dan bietensuiker. Niet waar. Alle geraffineerde suikers hebben dezelfde kwaliteiten. In ruwe minder geraffineerde suiker kunnen nog bepaalde mineralen overblijven die misschien een gunstige werking hebben op ons organisme. Deze suikers hebben dan ook een donkere kleur.

    Zo worden ook de kwaliteiten van honing fel overdreven…

    Dikwijls stellen Vlamingen zich ook de vraag wat basterdsuiker nu eigenlijk is. Wij hebben dat hier niet en kennen het ook niet!

    Klopt, dat is een typisch Nederlands product. Dit is een kristalsuiker met fijne korrel waar nog een heel klein gedeelte glucose in aanwezig is… daardoor plakt deze suiker ook een beetje.

    Je moet daar verder niet over wakker liggen, onze gewone kristalsuiker heeft juist dezelfde eigenschappen. Het is trouwens allemaal niet eenvoudig om uit te leggen hoe de vork nu juist aan de steel zit.

    Nu gaan we stilaan aan de verkiezingen denken, voor de andere : zoete dromen….

    01-06-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Grondstoffen
    25-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kai-mook
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vorige week heeft hier gedurende enkele dagen een kort berichtje gestaan over Baby-K.

    Toen was het nog Baby-K.

    Zoals zovele Vlamingen en vooral die van Aantwaarpen, heb ik uren naar de PC zitten turen in afwachting van de naderende geboorte van een baby olifant in de Antwerpse Zoo.

    Toen ik dan uiteindelijk op zondagmorgen om negen uur de PC opstartte hoorde ik juist op de radio dat Baby-K enkele minuten voordien geboren was…

    Tot daartoe, ik ben zeker niet de enige die juist een plasje ging doen en daardoor de bevalling mistte. Er zijn er slechts zeer weinigen die echt wat gemerkt hebben, zo snel ging het,…naar het schijnt…

    Bijna onmiddellijk dacht ik toen ; ik ga snel een link op mijn blog zetten voor de argeloze lezers, mochten ze het nog niet weten, dan hoeven ze hier maar even te klikken. Je weet toch maar nooit dat het bericht nog niet tot in Stalhille of Herstappe doorgedrongen is…?

    Dezelfde avond zette één van mijn lezers, MVB uit SN een reactie op mijn blog. Hij was een beetje verwonderd om zoiets hier aan te treffen. Niets geen gekook, niets over de keuken maar en sentimenteel berichtje over een olifantje… een baby olifantje.

    En toen zijn vraag, moet olifant rosé of bien cuit gebakken worden ?

    Zoiets in die aard was het toch want het bericht is ondertussen weg, ook uit mijn mailbox verdwenen.

    Er kwam zelfs nog een boze reactie van een andere lezer maar dat berustte meer op een vergissing…

    Ikke een olifant koken???

    Kippen, konijnen, eenden en ganzen zijn niet echt veilig in mijn buurt maar een klein schattig olifantje zoals Kai-Mook zoals Baby-K nu gedoopt werd, nee toch!!!

    En toch….

    Onmiddellijk wist ik dat ergens in mijn bibliotheek zich een boek bevindt met daarin een recept voor olifant. Voor olifantenpoot om juist te zijn.

    Na lang zoeken, heb ik het ook gevonden en ik wou het hier neerpoten maar mijn scanner werkt niet meer, weigert te werken onder Vista…. Zeer plezant is dat.

    Het recept staat te lezen in de “Grand Dictionnaire de la Cuisine” van Alexandre Dumas.

    Op mijn vorige Pc had ik dat boek ook “on line” maar bij het overschakelen naar Vista is dat door slordigheid verloren gegaan… en ik vind het nergens meer terug…

    Maar wie goed zoekt, die vindt, soms toch, en na veel gepieker heb ergens toch het recept terug kunnen opdiepen.

    Eerst zal ik gewoon de volledige Franse tekst weergeven, daarna een korte vertaling.

    Alexandre Dumas schreef in het Frans, wat dacht je?

    Ik vermoed trouwens niet dan één van jullie ooit olifantenpoot zullen klaar maken.

    Eléphant


    Que ce titre n'effraye pas le lecteur, nous n'allons pas le condamner à manger tout entier ce monstrueux animal, mais nous l'engagerons, si toutefois il lui tombait une trompe ou des pieds d'éléphant sous la main, d'y goûter en les assaisonnant de la façon que nous allons indiquer plus loin, et à nous en dire après des nouvelles.
    La Cochinchine est peut-être aujourd'hui la seule nation qui mange la chair de l'éléphant et la regarde comme un aliment très délicat. Quand le roi en fait tuer un pour sa table, il en envoie des morceaux aux grands, ce qui est une très grande marque de faveur ; mais les morceaux les plus estimés sont toujours la trompe et les pieds.
    Levaillant dit que c'est un mets exquis. « Les pieds grillés, ajoute-t-il, sont un manger de roi ; je ne concevais pas qu'un animal aussi lourd, aussi matériel, pût fournir un mets aussi délicat ; je dévorai sans pain le pied de mon éléphant. »
    Nous allons donc indiquer, pour ceux de nos lecteurs qui voudraient faire comme Levaillant, une recette pour les pieds d'éléphant que nous devons encore à M. Duglerez de la maison Rothschild.
    Prenez un ou plusieurs pieds de jeunes éléphants, enlevez la peau et les os après les avoir fait dégorger pendant quatre heures à l'eau tiède. Partagez-les ensuite en quatre morceaux dans la longueur et coupez-les en deux, faites-les blanchir dans de l'eau pendant un quart d'heure, passez-les ensuite à l'eau fraîche et égouttez-les dans une serviette.
    Ayez ensuite une braisière qui ferme bien hermétiquement ; placez au fond de cette braisière deux tranches de jambon de Bayonne, mettez dessus vos morceaux de pieds, puis quatre oignons, une tête d'ail, quelques aromates indiens, une demi-bouteille de madère et trois cuillerées de grand bouillon.
    Couvrez bien ensuite votre braisière et faites cuire à petit feu pendant dix heures ; faites passer la cuisson bien dégraissée à demi-glace en y ajoutant un verre de porto et 50 petits piments que vous aurez fait blanchir à grande eau et à grand feu pour les conserver très verts.
    Il est nécessaire que la sauce soit très relevée et de bon goût ; veillez surtout à ce dernier point.
    Les Indiens ne font pas tant de façons ; il est vrai qu'ils sont moins versés que nous dans les mystères de la haute cuisine ; aussi font-ils tout simplement cuire sous la cendre, après les avoir préalablement enveloppés dans des feuilles serrées avec des fibres de jonc.
    Ce qui ne les empêche pas, du reste, de s'en régaler.

    Het zijn alleen maar de inwoners van “Cochinchine” die olifantenvlees zouden eten.

    Het vroegere Cochinchine is nu ongeveer het zuidelijke deel van Vietnam.

    De beste stukken zijn de slurf en de poten.

    Om ze te bereiden ( met e en i ) neemt men één of meerdere poten van een jonge olifant. ( Kai-Mook... let op je pootjes hé…)

    Ze moeten vier uur uitgewaterd worden ( heeft niets met plassen te maken) maar geweekt worden in lauw water. Daarna de beenderen en het vel verwijderen, snij ze in vier stukken en laat ze blancheren gedurende een kwart uurtje.

    Braiseer ze nadien in een goed gesloten braadpan met twee sneden “Jambon de Bayonne”, twee uien en een bol knoflook. Als bevochtiging een halve fles maderawijn, een paar scheppen bouillon en enkele Indische kruiden… (?) Waarschijnlijk bedoelt hij, Dumas, kerriepoeder… Du carri… noemden ze dat in het Frankrijk van toen.( 1867)

    Na tien uren zachtjes stoven, braiseren, zijn de poten gaar. Passeer de saus, ontvet en voeg nu vijftig geblancheerde groene pepertjes toe… de saus moet goed pittig smaken. ( met vijftig pepers zal dat geen probleem zijn denk ik zo…)

    Anderzijds schrijft Dumas dat de poten ook kunnen klaargemaakt worden in de as van de haard, verpakt in bladeren die met wilgentwijgen dicht gebonden worden.…

    Want die Cochin chinezen kennen niet al te veel van koken zoals wij, de Fransen bedoelt hij daarmee.

    Spijtig genoeg beschrijft hij nergens hoe de slurf moet klaar gemaakt worden maar op dezelfde manier zeker… Maar in een slurf zitten geen beenderen, denk ik toch.

    Dus aan Mvb uit Sn, rosé bakken is er blijkbaar niet bij!

    De laatste maal de link naar de site van Kai-Mook : http://www.baby-olifant.be/

    25-05-2009 om 00:19 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    17-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Culinaire en andere quiz.

    Deze quizjes hebben al een hele tijd op dit blog gestaan in de linkerkolom.

    Plotseling, ik denk dat het reeds sinds vorig jaar is werkte het systeem niet meer. Je mocht je vingers tot moes tikken op de blokjes: er gebeurde niets…

    Het probleem is zeer technisch en ingewikkeld, echt!

    Tot drie keer toe aan de webmaster de vraag gesteld om er aan te verhelpen, zonder resultaat.

    Nochtans het rare is dat ik de code wel kan plaatsen op andere sites op het internet en daar werkt het wel…

    Het heeft te maken met het programma waarmee die quizjes gepresenteerd worden, het zijn flashbestanden… Indien iemand de volledige uitleg wil… ‘k Zal hem dan geven.

    Enfin, ik heb nu een ander systeem uitgedokterd waarmee die quizjes opnieuw kunnen gespeeld worden en ineens heb ik er ook maar een nieuwe aan toegevoegd.

    Op dit ogenblik staan er dus vier quizjes op :

    Culinaire quiz 1

    Culinaire quiz 2

    Culinaire quiz 3 (nieuw)

    Wijnquiz 1

    De moeilijkheidsgraad loopt van 1 naar 3.

    Dus de laatst toegevoegde quiz nummer drie is de gemakkelijkste. Dat vind ik toch.

    Als je echt geen patat kan koken, dan is dat wat anders maar.. probeer eens.

    Als de Ludo terug is van zijn snoepreisje zal die met plezier nog wel eens een nieuwe quiz over wijn maken, een gemakkelijke, alhoewel ik dat zelf ook wel zal kunnen. Op voorwaarde dat ik er eerst niet te veel van geproefd heb.

    Veel succes er mee.

    Voor degenen die nog zoeken naar de link voor het pasgeboren olifantje :

    http://www.baby-olifant.be/

    17-05-2009 om 16:24 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    11-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nootmuskaat
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het woord – muskaatnoot - wordt in Vlaanderen meer gebruikt.

    Wie heeft er gelijk ? Welk is het juiste woord? De muskaatnoot is de noot zoals ze aan de boom groeit en nootmuskaat is de specerij, de geraspte noot.

    Het doet er niet toe, de smaak blijft toch gelijk of je nu muskaatnoot of nootmuskaat gebruikt.

    In Vlaanderen wordt zelfs heel veel “kruidnoot” gebruikt, dit alleen maar om aan te geven dat noot muskaat een belangrijke specerij is.

    Tijdens het schrijven over specerijen voor het boek waar we aan bezig zijn: ”Wat verwerk je in de keuken”, stak plotseling een hemelsbreed probleem de kop op.

    En dat gaat over muskaatnoot!

    Hoe het staat met het boek?

    Goed!

    Op drie juni worden alle drie de boeken voorgesteld aan de schooldirecties. Een plechtige bedoening zal het worden in de gebouwen van VLAM te Brussel.

    Als het zover is laat ik wel wat weten.

    Maar ik heb dus nog één probleem.

    Het stukje geschreven in het boek, over muskaatnoot gaat als volgt :

    Een muskaatnoot is eigenlijk geen noot, maar de zaadkern van een vlezige vrucht die er ongeveer als een perzik of een abrikoos uitziet en die aan de tropische muskaatboom groeit.

    Rond de pit zit een rood vlies, de foelie. De geschiedenis van de muskaatnoot loopt ongeveer

    parallel met die van de kruidnagel. Toen Pierre Poivre enkele kruidnagelboompjes wist te

    bemachtigen, bracht hij ook enkele muskaatnootbomen mee.

    De muskaatnoten die bij ons op de markt komen, zijn wit bestoven met talkpoeder. Oorspronkelijk verkleurden de noten wit omdat men ze in zeewater en kalk dompelde om zo de kiemkracht te doden. Gewoon door te drogen kiemt de noot niet meer, maar dat wisten ze toen nog niet.

    Muskaatnoten worden nu ingevoerd uit Maleisië, Sumatra en de Antillen. Goede muskaatnoten zijn zwaar, niet wormstekig en sterk geurend. Bij een naaldenprik moet de olie zichtbaar worden. Versgeraspte hele noten geven het beste aroma, maar voorgemalen noten geven een aanvaardbare smaak.

    Muskaat wordt in onze streken veel gebruikt, bij witte sauzen, worst- en gehaktbereidingen,

    pureeaardappelen, kroketten en koekje.

    Zie je die twee vette woordjes. Talk en Kalk.

    Daar gaat het over.

    Tijdens het nalezen van de teksten was er iemand die zich de vraag stelde of dit geen vergissing was ?

    Volgens mij niet!

    Mijn vader werkte vroeger in een groothandel van voedingswaren en die vertelde dat zij de muskaatnoten eerst door talk rolden om ze wit te maken, want de klanten wilden dat zo.

    Later heb ik ooit wat klusjes helpen klaren in een grote drogisterij en de baas daar vertelde mij juist hetzelfde, dat ze de muskaatnoten vroeger door talkpoeder rolden…

    Zo heb ik steeds verder geleefd in de gedachte dat het witte poeder rond de muskaatnoot talk zou zijn.

    Vermits deze gedachte nu in twijfel getrokken werd ben ik gaan zoeken, op het internet natuurlijk en wat vond ik niets, doodgewoon niets!

    Overal stond er wel bij dat de noten inderdaad in kalk gestopt worden om de kiemen te doden of om insecten weg te houden. Van talk, nergens een woord te bespeuren.

    Dan ben ik gaan telefoneren, naar ongeveer alle grote specerijenfirma’s in Vlaanderen tot naar Verstegen in Rotterdam toe, om hun mening te vragen. Niemand wist iets van talk…

    Maar het viel wel op dat ze dergelijke vragen nog nooit gekregen hadden en niet goed wisten wat ze moesten antwoorden…

    Nog naar een in Antwerpen wereldberoemde drogist gebeld maar die herinnerde zich niet veel meer van zijn jeugd…

    Nog verder gezocht op het internet en eindelijk, daar was hij dan … wat las ik?

    Wij zijn naar Indonesië geweest hebben daar muskaatnoten zien bewerken en die werden bestoven met talkpoeder.

    De tekst kwam mij vrij bekend voor… gewoon gekopieerd van mijn website…!

    Daar heb ik niets tegen - doe maar - maar dit bewijst weeral eens hoe goed je moet opletten en niet zo maar alles klakkeloos aanvaarden wat er op dat internet te lezen staat.

    Toch geef ik mijn zoektocht niet op.

    Want : talk is een vochtafstotend poeder van minerale origine, volledig onschadelijk en dus “eetbaar”, dat gekend is als babypoeder en dat baby’s billetjes droog houdt.

    Kalk is juist vochtaantrekkend is dat nu helemaal niet hetgeen men wilt bij muskaatnoten want vocht trekt ook de insecten aan en schimmels en dergelijke…

    De ultieme test zal ik één van volgende dagen uitvoeren, als er kalk op de noot zit dan moet dat poeder bruisen als het in contact komt met een sterk zuur….!

    En talk zal niet reageren…!

    Nu nog ergens een hele muskaatnoot zien te pakken te krijgen. Ik ben niet van plan om ze te kopen want dat spul is hier thuis niet gewenst in de keuken…( Mijn vrouw weeral…)

    Mocht er iemand meer over weten: alle informatie wordt in dank aanvaard.

    ’t Is voor de wetenschap!

    11-05-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Grondstoffen
    03-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maaltijdcheques
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De boog moet niet altijd gespannen staan en daarom voor de verandering eens een mopje.

    Een keukenverhaal, alhoewel het niet over hoogstaande keuken gaat.

    Op een mooie namiddag draait er een chique zwarte Mercedes het erf op van boer Sjarel.

    De boerin komt nieuwsgierig buiten kijken, wie er op het erf gereden komt. Een klein manneke stapt uit de auto en vraagt of de boer thuis is. Ach zegt de boerin, hij is in het varkenskot, ga maar eens kijken ge zult hem wel herkennen, hij heeft een rood klakske op.

    De man komt bij het varkenshok en zegt: dag boer Sjarel. Mooie varkens hebt ge daar.

    Ja, ja vind Sjarel ook.

    Enne, wat geeft ge die beesten zo al te eten?

    Ach zegt de boer de boer, zo wat afval van de tafel, de rotte patatten en wat meel. Water als ze dorst hebben.

    Haha, zegt het klein manneke, ik ben Michel Vandenbosch van Gaia en gij behandelt uw varkens als beesten. Dat wordt een boete van 2500 euro. Dat zal u leren om uw varkens slecht eten te geven.

    Enkele weken later komt er weer een zwarte Mercedes het erf opgedraaid, een man stapt uit vraagt waar de boer is… weer in ’t varkenskot…

    Schoon varkens Sjarel, en wat krijgen die beesten zoal te eten?

    Ah, zegt de Sjarel? Als voorgerecht geef ik ze nu een carpaccio van geelvintonijn. Als hoofdgerecht een tournedos bearnaise met kroketjes en als dessert mogen ze kiezen uit chocolademousse, sabayon of vanille roomijs.

    Ja man, is de repliek, ik ben Jos Geysels, de voorzitter van de 11-11-11 actie en dat wordt dus een fikse boete…

    Terwijl de rest van de wereld vergaat van de honger verkwist gij hier duur luxe voedsel aan uw varkens. 2500 Euro boete!

    Nog eens een paar weken later. Zelfde scenario. Mercedes op het erf. Een man stap er uit en wil boer Sjarel zijn varkens zien.

    En, wat eten die beesten hier zoal?

    Ah zegt de Sjarel nu, ik geef ze maaltijdcheques, zo kunnen ze vreten wat ze willen…

    03-05-2009 om 23:09 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    26-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Truffelolie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De eerste keer dat ik met truffelolie in contact kwam moet nu een jaar of zeven geleden zijn.

    “ De madam” had van één van haar expedities naar Italië een klein flesje truffelolie meegebracht.

    Iets zeer speciaals en exclusiefs. Koste veel geld, dus moest het wel goed zijn.

    Olio aromatizzato al Tartufo Bianco, stond er op het flesje.

    Die avond stonden er duifjes op het menu en aardappeltjes, sterk gelijkend op rösti, maar dan anders en toen heb ik enkele lekjes truffelolie uit het dure flesje op de aardappeltje gedruppeld.

    Bijna onmiddellijk dacht ik dat er dringend naar de gasmaatschappij moest gebeld worden want dat er wat fout ging in de gastoevoer… een onmiskenbare gasgeur vulde de keuken.

    De gasten waren tevreden, vonden alles lekker en hadden geen vermoeden van de gaslek in de keuken.

    ’s Anderdaags ’s morgens stonk de keuken nog naar gas. Het was natuurlijk die truffelolie die de geur verspreide en van toen af moest ik niet veel meer hebben het spul. Het flesje olie hebben we nadien verkwist in vinaigrettes en dergelijke, dan warmde de olie niet op en was de geur aanvaardbaar.

    Later verkocht zelfs de Aldi truffelolie voor enkele euro per flesje. Dan gaat het alarmlampje over van oranje naar knipperend rood…!

    Stilaan staken er meer en meer geruchten de kop op, dat deze truffelolie gewoon nep, vervalst, zou zijn.

    Voor mij geen probleem, ik had mijn laatste flesje reeds in de glasbak gedeponeerd.

    Enkele dagen geleden heb ik weer eens gekeken naar het zeer gewaardeerde programma op Nederland 3, de “Keuringsdienst Van Waarde”. KVW.

    Waarom: het ging over truffelolie.

    In onderstaande stukjes heb ik die KVW ook al eens aangehaald. Hier en hier.

    In dit filmpje zie je Rudi de Volder van restaurant ’t Convent de nodige uitleg geven over truffels en truffelolie. Een beetje raar om plotseling West-Vlaams te horen in een Hollands programma… Maar deze man weet tenminste waarover hij praat en is zeer verhelderend.

    Alle truffelolie is nep !

    Ik wil niet de woede van een eerlijke truffelboer op mijn hals halen want het zou inderdaad kunnen dat er ook echte truffelolie gemaakt wordt, door truffels in olie te bewaren.

    Wat mij wel intrigeert: op het einde van het filmpje haalt chef de Volder een bus met de beruchte smaakstof te voorschijn. Wat doet dit product in zijn keuken ???

    Wat is deze smaakstof nu ?

    Ik vermoed, maar dit is echt een losse gok: hetzelfde product dat in aardgas gemengd wordt om gemakkelijk gaslekken te ontdekken. Mercaptaan of thiolen worden misschien gebruikt om truffelolie te parfumeren, dus om die gasgeur te geven.

    Het product is giftig, dat is ook nog te horen in het filmpje. Maar giftig is zeer relatief. Dat hangt af van de hoeveelheid.

    Klik hier om het filmpje te zien. Wacht wel even want het starten laat even op zich wachten.

    -

    Met dank aan Wikipedia : Door de zwavelverbinding zijn thiolen sterk geurend, waardoor ze ook in lage concentraties waargenomen kunnen worden. Thiolen worden dan ook gebruikt als additief aan reukloze gassen, zoals aardgas, butaan en propaan om de gebruiker te waarschuwen in geval van lekkage. Hiervoor gebruikt men (mengsels van) methaanthiol, ethaanthiol, propaan-1-thiol, butaanthiol en 2-methyl-propaan-2-thiol (tertiair-butylmercaptaan, TBM).

    Bijlagen:
    Tama.ico (3.2 KB)   

    26-04-2009 om 00:00 Lees ook keukenweetjes eveneens geschreven door Nicolay  


    Categorie:Grondstoffen


    Foto

    Hoofdpunten blog keukenweetjes
  • Dromomania – Het boek!
  • Gekonfijte eendenbouten
  • Op jacht!

    Blog als favoriet !

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Categorieën
  • Etymologie (6)
  • Grondstoffen (33)
  • Keukentheorie (34)
  • Maak het zelf (35)
  • Paddenstoelen (16)
  • Reisverhalen (15)




  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!