Cruciaal in de transatlantische slavenhandel waren de slavendepots an de westkust van Afrika. De Europese slavenhandelars trokken immers niet zelf het binnenland in , maar wachten hier op de aanvoer van slaven door-veelal zwarte-handelaars.
In het 15de-eeuwse Europa gonsde het van de geruchten dat er ten zuiden van de Middellandse zee goudmijnen waren. Gedreven door de goudkoorts bereikten de Portugezen in 1470 als éérste Europeanen de West-Afrikaanse kust. Ze vonden goudmijnen in het huidige Ghana , dat de toepasselijke naam de Goudkust kreeg. In het vissersplaatsje Elmina bouwden de Portugezen hun handelsfort , St. George.
In 1637 veroverden de Nederlanders Fort Elmina op de Potugezen. Onder het Nederlandse regime groeide het fort uit tot één van de grootste slavendepots van de Transatlantische slavenhandel. Vanaf deze plek hebben Nederlandse handelaren enkele honderduizenden Afrikanen naar Amerikaanse plantages vervoerd. Eén van de belangrijkste handelspartners van de Nederlanders was de koning van de Ashanti, een machtig volk uit het binnenland van Ghana. De gouden pijp is een geschenk van de koning van de Ashanti, Asantehene Kwaku Dua , aan de koning Willem 1 ter bezegeling van hun handelsrelatie.
De Asantehene is te herkennen aan de prachtige , veelal gouden , sieraden en attributen , die zijn bedoeld om zijn welvaart en macht te benadrukken. Deze uitstraling van macht werd versterkt door attributen met menselijke resten. ZO is de onderstaande blaashoorn gemaakt van een gebit , waarschijnlijk van een gedode vijand en heeft de zetel aan de weerszijden een menselijkschedeldak.
De mensen uit het dorp Elmina waren natuurlijk ook erg belangrijk voor de fortbewoners.Deze kustbewoners zorgden voor de bevoorrading van het fort en voor contacten met de handelaren uit het binnenland. Omdat er op het fort nauwelijks vrouwen waren, zochten veel Nederlanderse mannen genegenheid bij vrouwen in het dorp. Soms leidden deze relaties tot een huwelijk. De nakomelingen van deze huwelijken gingen vaak werken op het fort.
Het fort Elmina werd bemand door kooplui, soldaten, beamten en fortslaven. Er heerste een strenge hiërarchie met de directeur-generaal aan het hoofd. Het leven op het fort was hard. Van de gemiddeld 300 fortbewoners stierven er jaarlijks 50 aan tropische ziekten en drankmisbruik. Op 16 mei 1645 beschrijft generaal Jacob Ruychaver in het dagrigister van het fort Elmina hoe een dronken soldaat dienst weigert. Terwijl hij de soldaat samen met een sergant met veel moeite in het gat (het gevang) krijgt, scheldt de soldaat hen uit voor schelmen, dieven en noemt Jacob zelfs een onwaardige generaal.
Watertekorten treffen niet alleen de armste landen. Ook welvarende naties kampen vaak met te weinig water, waarschuwt het Wereld Natuur Fonds in de aanloop naar de Wereld Water Week ( 20- 26 augustus in Stockholm). Het WWF-rapport geeft een overzicht van de waterproblemen in de ontwikkelde landen.
Een paar opmerkelijke feiten.
* Grote delen van de Verenigde Staten , en enkele van de droogste steden ter wereld zoals Houston en Sydney , verbruiken meer water dan kan worden aangevuld. * in Japan is vervuiling van de watervoorraden een ernstig probleem. * De verouderde waterleidingen van Londen verliezen per dag een hoeveelheid water waarmee je 300 olympische zwembaden kunt vullen.
Uit de publicatie blijkt dat de watercrisis echt een probleem op wereldschaal is. Dat komt door een combinatie van klimaatverandering , droogte , verlies aan wetlands die water kunnen opslaan , verkeerd geplande waterwerken en slecht beheer van natuurlijke waterbronnen. Het rapport gaat in op de gevolgen van waterproblemen in landen zoals Australiê , Spanje , delen van het Verenigd Koninkrijk , de Verenigde Staten en Japan.
Het WWF roept regeringen op oplossingen voor rijk én arm te zoeken , en pleit voor herstel van verouderde infrastructuur , maatregelen tegen verontreiniging , en alternatieve irrigatie-methodes voor teelt van gewassen.