Hier een gedicht van Slauerhoff.
HET EINDE
Vroeger toen k woonde diep in t land, Vrat mij onstilbaar wee; Zoals een gier de lever, want Ik wist: geen streek geeft mij bestand, En k zocht het ver op zee.
Maar nu ik ver gevaren heb En lag op den oceaan alleen, Waar zelfs Da Cunha en Sint Heleen Niet boren door de kimmen heen, Voel ik het trekken als een eb
Naar t verre, vaste, bruine land
Nu weet ik: nergens vind ik vree, Op aarde niet en niet op zee, Pas aan die laatste smalle ree Van hout in zand.
Van Slauerhoff heb ik niet al te veel gelezen, maar uit al de gedichten die in bloemlezingen of bundels worden aangehaald en die ik heb gelezen, komt duidelijk een intens verlangen naar zielsrust naar voren. De mooiste gedichten schijnen ook juist uit innerlijk lijden naar voren te komen. En dat geldt toch eigenlijk voor alle kunstuitingen, schilderkunst en muziek inbegrepen.
|