Wij liepen verder, van de Korenmarkt, waar net als in Amsterdam, het oude postkantoor omgebouwd is als winkelgalerij, naar de Groenselmarkt, die vroeger een vismarkt was en waar het oud vleeshuis staat (n.v.d.r. Roep maar indien u niet kunt volgen!) over de Korte Munt, waar bij Tierenteyn, de mosterd kan worden gehaald, en langs het kraam met de Gentse neuzekes, de Lange Munt in. Aan het eind van deze winkelstraat even een blik geslagen op het groot kanon, de Dulle Griet. Verder op de Vrijdagmarkt, een van de oudste pleinen van Gent omringd door gildehuizen en in vroegere tijden een soort van evenementenplein, staat Jacob Van Artevelde, de opperhoofdman van Gent, op zijn sokkel uit te kijken over zijn stad.
Wij liepen het straatje in, links van de twee imposante gebouwen van de socialistische beweging en stopten nog even voor het uitstelraam van 3 bekende Belgische kleding designers (n.v.d.r. uw jonge gedachtespinnendevijftigster en haar Brugse vriendin keken elkaar aan na dat zij de gezichtsloze pop met de rok en de bloes en de laarsjes en de daarbij behorende prijskaartjes hadden geïnspecteerd en kwamen tot dezelfde conclusie
....het zou wel aan ons liggen, maar wij zagen het er niet aan af !) Toen gingen wij over de Zuivelbrug , richting Kraanlei, waar de best gekende gevels van Gent staan en slaakten vervolgens verraste kreetjes (n.v.d.r. Moet je dat eens zien
.! En
dàt hadden wij vroeger ook nog!) Bij het zien van de Retro collectie van Priem, de koning van de Gentse behangwinkels. Aan het eind van de Kraanlei, tegen de gevel, juist boven een deur, staat daar het Gentse Manneke. Hij plast niet! merkte mijn Brugse vriendin, die over een bijzondere opmerkingsgave beschikt op. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|