Een kleine jongen kwam met zijn moeder langs een grote kathedraal. Hij keek omhoog en zei: “Kijk mama, die grote ramen zijn toch heel erg vies, die zien er echt niet zo mooi uit!” Waarop de moeder hem meenam naar binnen. Daar waren de ramen die er van buiten grijs en vies uitzagen, opeens stralend licht in de prachtigste kleuren. De jongen was verbaasd en keek zijn ogen uit. Boven het altaar was een bijzonder mooi raam met veel heilige figuren. En door één figuur scheen net de zon, zodat die helder stralend oplichtte. “Mama, wie is dat?” wilde de jongen weten. Z’n moeder antwoordde: “Dat is een heilige, de heilige Franciscus.” De jongen onthield dat goed. Een paar dagen later vroeg de onderwijzer in school aan zijn leerlingen: “Wie kan mij zeggen wat een heilige is?” Grote stilte in de klas. Alleen de kleine jongen stak zijn vinger op en zei: “Ik weet het. Een heilige is een mens waar de zon doorheen schijnt!”
|