Rome, 51 na Chr. Vespasianus keert terug naar Rome met de grootste vijand van het rijk. Na acht jaar weerstand te hebben geboden, is de Britse strijder Caratacus gevangen genomen. Maar zelfs deze overwinning van Vespasianus is niet voldoende om de net aangewezen consul, en zijn eigen aartsvijand, uit de Romeinse politiek te weren: Agrippina, de vrouw van keizer Claudius verleent Caratacus gratie. Claudius is een dronken gek en Narcissus en Pallas, zijn vrijmannen, strijden om hem op de troon te houden. Tegelijkertijd besluiten ze Vespasianus naar het oosten te sturen om in Armenië de belangen van Rome te verdedigen. Maar er staat meer op het spel dan een bevriend koninkrijk. Er gaan geruchten dat Agrippina betrokken is bij een complot om het Oosten te destabiliseren, en Vespasianus moet een manier zien te vinden om twee meesters te dienen: Narcissus is erop gebrand Agrippina omver te werpen, terwijl Pallas haar wil beschermen. Ondertussen wordt het in het oosten almaar onrustiger. Er is een nieuwe Joodse cultus die aan populariteit wint en waarvan de aanhangers weigeren om trouw aan de keizer te zweren. Maar als hij in Armenië komt, wordt Vespasianus gevangen genomen. Ingesloten in de oudste stad op aarde, hoe kan hij er ooit uit ontsnappen? En is een Rome dat door een vrouw wordt geregeerd die hem haat veiliger dan een gevangeniscel?
|