We supporteren en juichen voor coureurs en voetballers, maar niemand bemoedigt of feliciteert de man of vrouw aan de lopende band.
We omhelzen en kussen populaire rocksterren, en mijden onze zonderlinge eenzame buurman. We rollen de rode loper uit voor de stiletto’s van filmdiva’s, en laten een dakloze op karton slapen.
We luisteren naar het hoogdravende betoog van politici, maar doen alsof we de vreemdeling die de weg vraagt, niet verstaan.
Toch zijn politicus, vreemdeling, filmdiva, dakloze,rockster, buurman, coureur of voetballer en bandwerker, allen gelijk; ooit geboren uit een moeder die haar kind toewenste dat het omhelsd en gekust zou worden, dat er voor hem gesupporterd en gejuicht zou worden, dat zijn leven over een rode loper zou mogen gaan, dat het beluisterd zou worden en geëerd in zijn menselijke waarde, wat er ook van hem of haar zou worden.
|