Herinner jij je nog de geur van de vers gestreken lakens toen je als kind in bed werd gestopt? En de geur van de wafels op die winteravond? : De geur van thuis, de geur van de keuken? Onvergetelijk. Hoe de school rook, of de geur van de kantine? Dat ben je al lang vergeten maar de geur van thuis blijft een leven lang in je geheugen hangen. Hoe komt dat? Het zijn niet de geuren die zich onvergetelijk maken, het is het gevoel van geborgenheid waaruit ze voortkomen. Je ruikt de lakens niet maar wel de zorg die er achter zit, wel dat gevoel van veiligheid, van geborgen te zijn. Je ruikt de wafels niet maar veeleer de verrassing, de hele sfeer van liefhebben en voor elkaar bestaan.
De armoe van onze dagen is dat we niets meer te ruiken hebben. Veel keukens zijn zo clean als een operatiekamer. Er wordt bijna niet meer gekookt, er wordt niet meer in geleefd. Dat is te veel werk . Niet alleen de armoe, maar het drama van onze dagen is dat men de geborgenheid gaat ervaren als een belemmering voor de persoonlijke ontplooiing, iets dat de individuele vrijheid in de weg staat. Men wil koste wat kost zijn eigen leven leiden, thuis is enkel een goedkoop hotel. Maar als we de muren van de geborgenheid rondom ons wegduwen, duwen we onze eigen identiteit weg, dan wordt je niet meer bij naam genoemd, dat ben je jezelf niet meer, dan ben je altijd onderweg naar nergens.
|