Ernstige ziekte roept angst op bij de omgeving. Niet alleen angst voor besmetting. Ook angst voor pijn, voor ontluistering, voor overlast, voor onmacht, voor kwetsbaarheid, voor lelijkheid, voor dood.
Uit die angst komen vreselijke reacties voort. Gezonde mensen ervaren nog steeds een drempel om in de buurt van een zieke te komen. Wie ernstig ziek is, wordt gemakkelijk gemeden.
Het verdriet van een zieke is daardoor een dubbel verdriet. Naast de pijn om de ziekte zelf, is er de pijn om de reactie. Isolement doet pijn, onbegrip doet pijn, veroordeling doet pijn, het gevoel tot last te zijn doet pijn, schaamte doet pijn.
We helpen de zieke niet alleen door de ziekte te genezen, maar ook door onze reactie te genezen. We kunnen leren ontroerd te worden en geraakt. We kunnen bij onszelf denken: ik ben bang en daarom dreig ik je uit de weg te gaan maar dat wil ik niet. Ik ben bij je.
Tussen twee uitersten staan we. In ons vermogen liggen wreedheid en mededogen. We kunnen iedere zieke die ons beangstigt, uit ons leven wegjagen. We kunnen ook over onze angst heen contact maken en zieken behoeden voor isolement.
|