Als je éénmaal begrepen hebt om het wenige dat je hebt, vijf broden en twee vissen, uit handen te geven, in Gods handen, dan zal je het wonder beleven: duizenden mensen zullen als broers en zusters van je breken blijven leven.
Zo leven wij van en voor elkaar. Want niemand is zo rijk dat hij of zij niet kan ontvangen, en niemand is zo arm dat hij of zij niets te bieden heeft, elk naar zijn eigen gaven en talenten. Velen onderschatten wat ze een ander geven, en daar ben ik blij en dankbaar om!
|