Peppi en Kokki was een Nederlands komische duo en televisieserie, gespeeld door Gerard van Essen (de dikke Peppi) en Herman Kortekaas (de dunne Kokki). Het werd geschreven door Nan de Vries.
Hun act was geïnspireerd door de Dikke en de Dunne. Net als zij gebruikten ze slapstick humor. Dat deze humor van een veel simpeler niveau was dan bij Laurel en Hardy komt doordat Peppi en Kokki zich voornamelijk richtten op kinderen, terwijl hun Amerikaanse collega's een volwassen publiek voor ogen hadden. Net als de eerste Laurel & Hardy films, waren Peppi & Kokki ook stom. De filmpjes werden wel voorzien van een pianomuziek en een voice-over (Will van Selst en Bob Verstraete) die uitlegde wat er precies gebeurde.
De eenvoudige verhaaltjes draaien om twee matrozen die korte avonturen beleven op zoek naar een baantje om 'centjes te verdienen'.
Hun avonturen werden vanaf 1973 door de KRO als kinderprogramma op de Nederlandse televisie vertoond. Tot 1978 verschenen 78 afleveringen. In 1976 verscheen een film getiteld Peppi en Kokki bij de marine.
In 1979 moest Herman Kortekaas vanwege een hernia zijn medewerking stoppen. Gerard van Essen heeft toen enige tijd met een andere acteur in de rol van Kokki gewerkt, maar dit is geen succes geworden. Hij is toen alleen verder gegaan, en trad op op (kinder)feesten en partijen.
Hun populariteit deed niet onder voor die van het vergelijkbare duo Bassie en Adriaan dat hen opvolgde en waarvan tussen 1978 en 1994 er 140 afleveringen op de tv verschenen. Het grote verschil tussen de beide duo's is dat laatstgenoemde de marketing en merchandising in eigen handen hielden.
De herkenningstune van het programma werd halverwege de jaren '90 verwerkt in een happy hardcore nummer van Gabber Piet, genaamd "Hakke & Zage".
Paulus de Boskabouter is een creatie van de Nederlandse striptekenaar Jan van Oort die in 1946 onder het pseudoniem Jean Dulieu (= franse vertaling van zijn naam) de eerste Paulusstrip tekende in Het Vrije Volk.
Naast kabouter Paulus komen in de verhalen figuren voor als de heks Eucalypta, de uil Oehoeboeroe, de das Gregorius, de raaf Salomo en de kraai Krakras. Dezelfde figuren komen ook voor in de Paulus-kinderboeken die Van Oort schreef. Tien van deze boeken zijn vertaald, onder andere in het Duits en het Japans.
Paulus was jarenlang een radiohoorspel van zo'n 10 minuten voor het slapengaan. Het opvallende was dat Jean Dulieu alle stemmen zelf deed, behalve de stem van Prinses Priegeltje die werd ingesproken door zijn dochter Dorinde van Oort. In totaal werden er 900 afleveringen gemaakt. De herkenningsmelodie was Dance of an ostracised imp van Frederic Curzon.
In 1967 kwam Paulus de Boskabouter als poppenserie op de Nederlandse televisie. Ook hier werden alle stemmen ingesproken door Jean Dulieu, die ook de marionetten maakte. Van 1 oktober tot 29 december werden 39 afleveringen uitgezonden. De serie werd geëxporteerd naar het Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland, Canada en Australië.
In 1974 werd opnieuw een poppenserie over Paulus gemaakt, ditmaal door de studio van Thijs Chanowski met Loek de Levita als producent. Leen Valkenier schreef hiervoor de teksten. De afleveringen werden dagelijks uitgezonden van 29 september 1974 tot 31 mei 1975. Elsje Scherjon, Frans van Dusschoten en Ger Smit, die ook de Fabeltjeskrant inspraken, zorgden voor alle stemmen. De poppen waren ditmaal niet door Van Oort gemaakt, maar door de gebroeders Slabbers. Valkenier introduceerde ook nieuwe karakters, zoals Stien Fee, Laurens de Tuinkabouter en de robot Boelie (Joris het Vispaard was een karakter gebaseerd op één der boeken van Dulieu). Van Oort was ontevreden over het resultaat. Zijn karakters waren erg kleurloos geworden. Verder was Krakras een man geworden, en werd Gregorius veel netter uitgebeeld dan oorspronkelijk.
NOS van 29-september-1974 tot 31-mei-1975: 250 afleveringen
Volgens de Televizier nr.39 van 28-Sep-1974 zouden er 250 afl. gemaakt worden. Loek de Levita, rechterhand van Thijs Chanowski, bracht Leen Valkenier en Jean Dulieu samen om een nieuwe serie te creëren, waarvoor niet Jean Dulieu, maar Leen Valkenier de verhalen zou schrijven. Aldus gebeurde. De stemmen waren dezelfde als van DE FABELTJESKRANT, Elsje Scherjon, Frans van Dusschoten en Ger Smit. Er zaten ook liedjes in, waarvan de muziek van Ruud Bos was. Meindert de Goede en Paul Zomer verzorgden de geluidsopnamen en Cocki Andreoli de film-regie. Evert Duetz was de cameraman en Ger van Wort deed de montage. De verantwoording voor de decors had Henk Lou. De poppen waren in overleg met Jean Dulieu gemaakt door de gebroeders Slabbers en ze werden bespeeld (de poppen!) door Jantien Windhouwer, Catherine van Woerden, Martien Oltmans en Els Schomaker.
Maar naast de gebruikelijke figuren introduceerde Leen Valkenier ook andere figuren, zoals Stien Fee, Joris en Laurens de tuinkabouter. Waar Jean Dulieu minder blij mee was, was een robot, genaamd: Boelie.
Een koffertje gevuld met....krentebollen, maar alleen als hij de koffer zelf openmaakte. Dat was één van de uitvindingen van Okkie Trooy uit Kukelton. Okkie gaat Nono achterna als die per ongeluk het drankje drinkt waarmee men op Fabelonië terecht komt. Okkie en Nono komen nog terecht bij de Sajapiti-indianen en gaan samen met koningin Fifi op zoek naar de 'fluistervink'. Of ze die ooit vinden? Komen ze nog terug in Kukelton??
Op zaterdagmiddag 19 oktober 1968 werd de KRO ruw van het scherm gestoten door de 'stoorzender' OOOH, oftewel: de Oebeler Omroep voor Ontspanning Hoera. Een pleintje, een kinderkoor (o.l.v. Henk van der Velde), een rits akteurs (Rob de Nijs, Willem Nijholt, Ab Hofstee, Wieteke van Dort) en het duo dat de Nederlandse jeugdtelevisie voor de komende jaren zou beheersen (Harrie Geelen en Joop Stokkermans) zorgden voor een serie waarvan velen zich minstens de titel nog steeds herinneren. Denk alleen aan de voetbalperikelen tegen o.a. Feijenoord (Eddie, wil je een snoepje?) en het woordje 'hupsakee' komt waarschijnlijk bovenborrelen....want:
Oebele is hupsakee-Oebele is hupfalderiere- Oebele is jippiejee-driemaal in de rondte-olé.
Voor één van de vier Oebele LP's zou men zelfs een Edison ontvangen. Later zou bijna het hele team verantwoordelijk voor Oebele zorgen voor de langstlopende jeugdserie uit de omroepgeschiedenis, Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?
Oebele was een van de populairste Nederlandse televisieprogramma's voor kinderen in de zeventiger jaren. De serie werd van 1968 tot 1972 door de KRO uitgezonden en werd geschreven door Imme Dros en Harrie Geelen. De regie was in handen van Bram van Erkel. Veel Nederlandse acteurs zijn bekend geworden door deze serie, waarin ook veel kinderen meespeelden. De muziek was van Joop Stokkermans.
Uit Oebele ontstond de serie Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer?, met hetzelfde kinderkoor van Henk van de velde. In 2006 heeft een jeugd-talentenshow onder de naam Oebele door Nederland gereisd.
Het titellied is als volgt:
Welkom in Oebele Oebele parompompom Snel kom naar Oebele Vraag niet waarom, maar kom ! enz. Oebele is hupsakee Oebele is hup falderiere Oebele is jippiejee Driemaal in de rondte, hollee!
In deze Japans/Oostenrijkse tekenfilmserie voor de kleintjes verschilt Maja de Bij al na haar geboorte van haar soortgenootjes. De lerares Kassandra kan zich slechts verbazen: een bij die al vragen stelt, nog voordat ze één stap buiten de honingraat van de bijenkorf heeft gezet! Maar Maja stelt niet alleen vragen. Ze wil de opwindende grote bijenwereld zo snel mogelijk ontdekken. Geen wonder dat reeds haar eerste vlucht een avontuur wordt.
Wat valt er veel op een papaverveld te ontdekken! Maja en haar duffe vriendje Willie drinken honing van de bloemen van de hommel- generaal en laten zich in een limonadefles over een meer drijven. Heerlijk vinden ze dat. Maar tussen de bloemen en de grassprieten is er ook gevaar! Maar goed dat de vriendelijke sprinkhaan Flip steeds een oogje in het zeil houdt. Thekla de spin is de schrik van alle kleine diertjes, die als ze in het web terecht zijn gekomen, door Maja en Willie te hulp worden geschoten.
Deze vanaf 1976 door de kro uitgezonden serie is gebaseerd op verhalen van de Duitse schrijver Waldemar Bonsels (1880-1952), die met spannende en leerzame verhaaltjes op humoristische wijze het doen en laten van allerlei insecten met het leven van kleine kinderen vergelijkt. De avonturen van Maja de Bij verschijnt voor het eerst in 1912.
Er was een land, ik weet niet waar Daar leefde eens, een kleine bij En die beleefde, het klinkt raar Een avontuur voor jou en mij
Dat kleine bijtje had een naam en heette maja m a j a, kleine bijtje maja Kijk en luister allemaal Altijd weer een nieuw verhaal Dus ga maar zitten want hier heb je bijtje maja Dat lieve, kleine slimme bijtje maja MAJA, dolle dwaze maja Maja (maja) Maja (maja)
Klaas Vaak, het Zandmannetje, is de naam van een kabouter die zou komen om kinderen enkele korrels slaapzand in de ogen te strooien, zodat ze gaan slapen.
Als bewijs voor het nachtelijke bezoek van Klaas Vaak zijn dan in de ooghoeken zandkorrels te vinden. 's Morgens moet men dan ook zijn gezicht wassen om het zand weg te halen. De naam Vaak komt waarschijnlijk uit de (in Nederland) verouderde uitdrukking vaak hebben voor slaap hebben.
John Blund is de Zweedse variant op Klaas Vaak en is als figuur die kinderen helpt slapen van oorsprong te vinden in één van de sprookjes van Hans Christian Andersen, maar wordt inmiddels genoemd in ontelbare kinderboeken over de gehele wereld.
In 1965-1966 zond de NTS elke dag vóór het slapen gaan "Klaas Vaak" (Das Sandmännchen) uit, een TV serie die oorspronkelijk uit het toenmalige Oost-Duitsland komt, waar de SFB het vanaf 1959 uitzond, naar een idee van Ilse Obrig.[1]
Trivia Klaas Vaak was ook het pseudoniem van radiodiskjockey Tom Mulder. In 2005 presenteert Klaas van Kruistum op 3FM een nachtprogramma met de naam Klaas Vaak. Klaas Vaak is ook een Bijnaam van de voetbalspeler Klaas Jan Huntelaar. Tussen 1993 en 1999 speelde Dick Poons de rol van Klaas Vaak in het jeugdprogramma Droomshow.
Hadimassa was een populair satirisch Nederlands televisieprogramma dat van 1967 tot 1972 door de VARA werd uitgezonden. Het programma werd geregisseerd door Dimitri Frenkel Frank en gespeeld door Van Kooten en De Bie, Ton van Duinhoven, Ton Lensink, Annemarie Oster, Herman Schoonderwalt, Henk van Ulsen en anderen.
Hadimassa leverde Frenkel Frank in juni 1970 de Zilveren Nipkowschijf op, een prestigieuze Nederlandse televisie-prijs.
In 1972 ontstond een kleine rel toen Kees van Kooten en Wim de Bie in een sketch in het kader van weerzinwekkende gesprekken discriminerende opmerkingen maakten over joden, homoseksuelen en negers (uiteraard met de bedoeling mensen die dit soort dingen zeggen te kijk te zetten). Veel mensen vonden dit erg kwetsend. De onderliggende bedoeling vermoedde men wel, maar die kwam er te weinig uit. Van Kooten en De Bie boden toen voor de tv hun excuses aan voor deze uitglijder.
In dezelfde uitzending vertolkten Van Kooten en De Bie ook het nummer 1948 - Toen was geluk heel gewoon. Het is een nostalgisch nummer over het leven in Nederland in de wederopbouw, het Nederland onder Drees op melodie van het nummer Alone again (naturally) van Gilbert O'Sullivan. 1948 werd eind 1972 in een uitvoering van Gerard Cox een kleine hit. In 1994 begon Cox samen met Sjoerd Pleijsier de succesvolle televisieserie Toen was geluk heel gewoon, waarbij 1948 als openingstune werd gebruikt.
De Film van Ome Willem was een kinderprogramma, uitgezonden door de VARA tussen 1974 en 1990, met liedjes en kleine voorstellingen. In 2004, 2007 en 2008 werden de shows in de ochtenduren herhaald op Nederland 3 door Z@ppelin.
Ome Willem, gespeeld door Edwin Rutten, liet allerlei voor kinderen zeer herkenbare items de revue passeren. Steeds terugkerende zaken zijn de uitspraak lust je soms een broodje poep? in de door Rutten gezongen en op het drumstel begeleide begintune en het liedje deze vuist op deze vuist aan het eind van het programma. Tevens was de poppenkast met Jan Klaassen en Katrijn een regelmatig terugkerend onderdeel verzorgd door Pieke Dassen.
De muziek van het programma werd verzorgd door het combo van Harry Bannink die als hoofd-geitebreier van het orkestje jarenlang achter de piano zat, met Ome Willem op het drumstel. De overige geitebreiers waren Harry Mooten (de grote grijze geitebreier) en Frank Noya (de papjesgeitebreier).
In de voorstellingen speelden de acteurs Jennifer Willems (Teun), Aart Staartjes (Toon) en Pieke Dassen (August). Ook spraken zij de stemmen van de poppen in, Jennifer Willems leende haar stem voor Katrijn, Pieke Dassen de zijne voor Jan Klaassen en Aart Staartjes die van hem voor Jantje. Een schrijverscollectief van Willem Wilmink, Karel Eijkman, Hans Dorrestijn, Ries Moonen, Fetze Pijlman en Jan Riem leverde belangrijke tekstuele bijdragen aan het programma.
Na 1986 verdwenen Toon en Teun van de voorgrond en bleven, behalve de geitebreiers, alleen August en Ome Willem over. Aart Staartjes (Toon) bleef echter wel actief achter de schermen als regisseur en sprak tevens de stemmen van Katrijn en Jantje in.
August Pieke Dassen is op 18 april 2007 in Maastricht op 80 jarige leeftijd overleden.Hij was al een geruime tijd ziek.
De Fabeltjeskrant was een dagelijks terugkerende korte uitzending juist voor kinderbedtijd op de Nederlandse televisie over de gebeurtenissen in het Grote Dierenbos. Het nieuws werd voorgelezen door meneer de Uil (Jacob). Ook in Vlaanderen groeide een hele generatie op onder de vleugels van Meneer de Uil... echt waar? Echt waar! In 2005 werd het programma in Nederland verkozen tot beste kinderprogramma ooit.
Eerste serie Het brein achter de Fabeltjeskrant was Leen Valkenier, het programma werd geproduceerd door Thijs Chanowski. De eerste poppen werden met de hand gemaakt door Joke Aletrino. De Fabeltjeskrant werd voor het eerst uitgezonden op 29 september 1968. De eerste fabels en personages waren geïnspireerd op de verhalen van Jean de La Fontaine, maar al snel ging het programma meer op het 'echte leven' lijken. In de vier jaar waarin de eerste serie op de TV was ontwikkelde de Fabeltjeskrant zich tot het best bekeken programma van die tijd. Het aantal kijkers lag tussen de één en twee miljoen per dag. Vertaalde versies van de Fabeltjeskrant waren ook buiten het Nederlandstalig gebied zeer in trek.
Ogenschijnlijk was het programma bedoeld voor kleuters, maar door allerlei toespelingen op de landelijke politiek was het ook voor veel volwassenen een leuk programma. Zo werkte bijvoorbeeld in een periode dat Joop den Uyl minister-president was van Nederland, een Meneer de Uil die uit de Fabeltjeskrant voorlas op vele lachspieren. Na vier jaar en 1041 afleveringen kwam er in 1973 een einde aan de Fabeltjeskrant.
Tweede Serie In 1985 kwam producent Loek de Levita met een nieuwe reeks afleveringen, die meteen weer een groot succes werden. Het brein achter de serie was wederom Leen Valkenier. Inmiddels was Nederland veranderd in een multiculturele samenleving en dat is terug te zien in de nieuwe serie, waarin veel exotische dieren voorkomen. Deze dieren komen in het Dierenbos terecht vanuit het Derde Dierenbos (lees: de Derde Wereld) en elk hebben ze zo hun eigen problematiek. Voorbeelden van deze uitheemse dieren zijn o.a. Zaza Zebra, Chico Lama en Mister Maraboe. Tijdens verkiezingen voor een nieuwe burgemeester van Fabeltjesland werd Chico Lama door de kijkbuiskindertjes verkozen. De tweede serie eindigde in 1989. Het totaal aantal afleveringen van de Fabeltjeskrant kwam hiermee op 1640. Nadat de publieke omroep de Fabeltjeskrant had stopgezet kocht het nieuwe RTL 4 de serie en zond de krant uit tot 1992. Gevolg hiervan was wel dat er wat sluikreclame in de serie sloop. Zo bouwde Willem Bever op een gegeven moment een schotelantenne zodat hij ook RTL 4 kan ontvangen omdat ze geen kabeltv hebben in het bos.
In de jaren zeventig verscheen als een soort spin-off de serie De Woefs en de Lamaars, waarvan enkele dieren zoals Woef Hector, Snoes Poes en Woefdram in de tweede serie van de Fabeltjeskrant hun opwachting maakten.
Het merendeel van de stemmen werd gedaan door Frans van Dusschoten, Ger Smit en Elsje Scherjon met daarnaast bijdragen van Aart Staartjes, Philippine Ackerlin, Trudy Libosan en Bert Plagman.
De personages met hun gevleugelde uitspraken (op alfabetische volgorde, de dieren uit het Nijverdal (Woefdram, Woef Hektor, Hondje Woef en Lamaar Snoespoes) staan gerangschikt op hun eigennaam):
Orm de Aap, een brutale aap die graag Droes de Beer uitdaagt Droes de Beer, een humeurige beer (in het begin nog boosaardig genoemd) Wasa de Beer, de vriendelijke broer van Droes Ed en Willem Bever, rasechte sleutelaars met hun waterpomptang Blinkert de Bliek Marius de Bok, zeer goedgelovig en hier wordt door Lowieke de Vos vaak dankbaar gebruik van gemaakt Margaretha Bontekoe Borita, dochter van Bor de Wolf en Oléta Vulpecula, vriendinnetje van Greta 2 en Hondje Woef Melis Das, de das met zijn reusachtige burcht en zijn bloemenverzameling Woefdram Wip de Eekhoorn Frija Forel Greta 2, dochter van Teun Stier en Margaretha Bontekoe Zoef de Haas (zoefzoef) de gezusters Hamster, Martha en Myra Woef Hector Timme de Hond Pepijn de Kater Plons de Kikvors Cas de Kraai, krast graag door het gezang van Flora Nachtegaal Irma de Krekel, de vrolijke buurvrouw van Truus de Mier Chico Lama Arthur de Leeuw, baas van het dierenbos, althans dat denkt hij zelf Harry Lepelaar, de eerste geliefde van juffrouw Ooievaar, vriend en gabber van Piet de Pad Hondje Woef, het vriendje van Greta 2 Juffrouw (Truus) Mier (tuut-tuut-tuut-tuut) Mister Maraboe, de tweede geliefde van juffrouw Ooievaar Jodokus de Marmot, die altijd op zijn nagels bijt Momfer de Mol (mmf,mmf,ik neem wel een sigaartje) Mia de Muilezel, vervoerde zakken met geld voor koning Arthur de Leeuw Maup de Muis Stokebrand de Mug, vindt zichzelf een zeer goedgebouwde mug Flora Nachtegaal, een goede vriendin van meneer de Raaf Toeter de Olifant Juffrouw (Kato) Ooievaar, die het als een echte juffrouw altijd beter wist (laten wij de handen ineen slaan) Meindert het Paard, de dierenarts van het Grote Dierenbos Piet de Pad, verkoper van patat met smots en hete honden Isadora Paradijsvogel Gerrit de Postduif (Ome Gerrit) Meneer (Crox) de Raaf Arie de Rat, een onbetrouwbare rat, jegens koning Arthur de Leeuw zeer onderdanig Tijl Schavuit Sjefke Schelm Lamaar Snoespoes Stoffel de Schildpad (ik voel me appelig) Asa de Spin Teun Stier Kirreke de Tortelduif, vormt een stel met Koer, geen familie van Ome Gerrit de Postduif Koer de Tortelduif, vormt een stel met Kirreke, geen familie van Ome Gerrit de Postduif Meneer (Jacob) de Uil (Dag lieve kijkbuiskinderen, oogjes dicht en snaveltjes toe) Gies de Vlieg Rocus de Vrije Vogel Lowieke de Vos (Hatsikidee, smikkelen en smullen) Oléta Vulpécula, het vriendinnetje van Bor de Wolf George de Wezel, eet altijd veel te veel Bor de Wolf (beukenootjes en Hoea, ik ga wel naar het Enge Bos), de kroegbaas Zaza Zebra
Het andere oog van Meneer de Uil Aan het einde van elke aflevering wenste meneer de Uil de kijkbuiskinderen een goede nachtrust toe. Hij deed dit door middel van een omgekeerde knipoog (een open knipoog, waarbij de ogen gesloten zijn) met zijn rechteroog (voor de kijkers links). Af en toe kwam er in de jaren zeventig een aflevering voorbij, waarbij hij juist een omgekeerde knipoog gaf met zijn linkeroog (voor de kijkers rechts). Ofschoon de samenstellers dit als een bewuste gimmick hadden gepresenteerd, was het toch wel iets wat diverse kijkbuiskinderen opviel en waarover ook brieven werden geschreven, waarbij waarschijnlijk opmerkingen als een grapje of een vergissing van meneer de Uil genoemd werden. In de nieuwere afleveringen in de jaren tachtig en bij de latere herhalingen van oudere afleveringen kwam deze gimmick niet meer voor.
Tegen de achtergrond van de opkomst van de mijnbouw in de jaren rond de Eerste Wereldoorlog speelt dit humoristisch verhaal rond de naieve kapelaan Erik Odekerke. Altijd in gesprek met zijn 'engelbewaarder', de stem van Kees Brusse, en vaak in botsing met de conservatieve pastoor Bonhomme. Door zijn onhandigheid weet hij de bevolking vaak tegenover zich. Gelukkig is er ook nog pastoor Lumens, een gemoedelijke vriend voor onze kapelaan. Als een rode draad door de vertelling heen weeft zich de belangstelling van menig man, inclusief Erik Odekerke, voor Miete van der Schoor. Haar aantrekkingskracht veroorzaakt dan ook menig conflict in de gemeenschap. Naar een verhaal van Jacques Schreurs 'Kroniek Ener Parochie'.
Citroentje Met Suiker 16 afleveringen 1e aflevering: 6-10-1972 KRO
Zonder Tante Toos (Adele Bloemendaal), die zat in Spanje, maar wel weer in een café. Dit keer was dat 'De Kip Met Gouden Eieren', waar de muziek nu niet door Harry Bannink, maar door Joop Stokkermans (zie ook tientallen andere series) werd gecomponeerd. Het leverde geen hits op. In tegenstelling tot 't Schaep' werden er nu 16 afleveringen gemaakt. De serie zou nog even doorleven in het quasi-vervolg 'Durmazon'.
Calimero is gemaakt door de twee Italiaanse broers Nino en Toni Pagot. Oorspronkelijk werd hij bedacht in 1963 om publiciteit te maken voor het wasmiddel Ava (daarom is hij ook zwart) maar het succes ging verder en hij groeide algauw uit tot een tekenfilmicoon. Van 1992 tot 1995 werd er een nieuwe reeks van 52 afleveringen gemaakt door de Japanse tekenfilmstudio Tôei Animation, waarin Calimero een meer modernere look kreeg.
Waar ging het nu ook alweer over ?
"Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk !"
Calimero is een klein zwart kuikentje dat altijd in de problemen komt omdat hij zo braaf is. Hij is te herkennen aan het witte eierdopje dat is blijven zitten sinds zijn geboorte op z'n hoofd. Hij heeft een vriendinnetje die ook in zijn klas zit, Priscilla. Maar als hij weer iets doms uithaalt gaat ze er altijd vandoor met de pretentieuze eend Pieter.
Calimero is een tekenfilmfiguur; een klein zwart kuiken in een gezin met verder enkel gele kuikens. Op zijn kop draagt hij een halve eierdop (met een barst).
Calimero werd in 1963 voor het eerst getekend door de in 2001 overleden Italiaanse tekenaar Toni Pagot. De naam Calimero is ontleend aan de kerk in Milaan waar Pagot was getrouwd: San Calimero. De serie werd in Nederland voor het eerst uitgezonden in 1972. Er bestaan twee tekenfilmversies van Calimero. Allereerst de oorspronkelijke versie van de gebroeders Nino en Toni Pagot zelf; later werd in Japan een nieuwe serie gemaakt.
Er zijn diverse afleveringen van Calimero door de TROS uitgezonden; in de jaren tachtig werd Calimero samen met het programma Rosco leest voor van poppenspeler Ton Hasebos gecombineerd uitgezonden. Daartoe werd er ook een pop van Calimero gemaakt die samen met de hond Rosco het totaalprogramma presenteerde. De nieuwe afleveringen van Calimero waren in 2004 te volgen op de televisiezender Nickelodeon. In deze Nederlandstalige versie heeft Paul van Gorcum de regie op zich genomen.
De Bereboot van stripschrijver Lo Hartog van Banda was in de midden jaren '70 razend populair op de TV. De bemanning van de Bereboot bestond uit: - Kapitein Brom, een brombeer met een hart van goud. - Brilbeer de machinist, een vakman die alles wist van piefjes en palletjes. - Maatje, een jong, maar slim zeebeertje.
Verder waren er nog enkele vaste personages, waaronder Tante Neel, een Rotterdamse die het zeemanshuis runde en dol was op haar kapitein Brom. In elk verhaal doken meestal heel wat vreemde personages op, waarvan de meeste heel exotisch waren.
Van de poppen-serie zijn in totaal 407 afleveringen gemaakt, die van oktober 1976 tot en met september 1978 door de NOS (1976-1977) en de AVRO (1978) werden uitgezonden. In 2000 werd een aantal afleveringen herhaald op KinderNet 5.
De Bereboot werd orgineel uitgezonden door de NOS, daar had men de herkennings-melodie die hieronder als eerste staat. Toen de serie in 1978 verhuisde naar de AVRO, kreeg ze ook een andere herkennings-melodie en dat is de tweede.
1 Ahoy, daar komt de Bereboot Met dikke beren, klein en groot Met beren, met een beresnoet Ze varen beren goed En Brom de kapitein staat aan het stuur Zo varen ze weer naar een ander avontuur Ahoy, de Bereboot legt aan Nu kunnen we beginnen gaan Ahoy, ahoy, ahoy
2 Wie stapt er mee in de Bereboot De Bereboot, de Bereboot Wie stapt er mee in de Bereboot Kom vaar nu met ons mee Met Maatje en Brilbeer en Kapitein Dus zorg nu maar wel om er bij te zijn Wie stapt er mee in de Bereboot De Bereboot legt aan
Beertje Colargol is het geestelijk kind van de Franse Olga Pouchine, die de verhalen over Colargol verzon in 1960 voor haar zoontje. De televisieserie met poppen werd in de jaren zeventig gemaakt door Albert Barillé, samen met de Poolse animator Tadeazs Wilkoz. De serie was erg duur omdat er gewerkt werd met poppen en men dus enkel heel langzaam kon werken. Een stukje animatie van nog geen kwartier kostte meer dan honderdduizend gulden.
In de Engels sprekende landen werd hij 'Barnaby the Bear' genoemd, en in Canada is hij bekend als 'Jeremy the Bear'.
Ook in Vlaanderen en Nederland kwam Beertje Colargol op de buis. Verschillen zijn niet heel erg duidelijk wegens te weinig info. De intro's en de stemmen waren anders. In Vlaanderen leefde Beertje Colargol in het Mooibos, in Nederland was dat het Bloesembos.
De Vlaamse versie van Beertje Colargol was samen met Bollie en Billie, Vrouwtje Theelepel, later Boes en Ovide, een jaar lang te zien in het zondagochtendprogramma 'Zoetekoek' op BRT1 eind jaren '80.
Waar ging het nu ook alweer over ?
Beertje Colargol woont samen met zijn ouders in Mooibos. Hij is een jong beertje dat wil zingen. Zijn ouders zijn er niet blij mee, want beren zingen nou eenmaal niet. Bovendien zingt Beertje Colargol vals. In het bos ontmoet Beertje Colargol een nachtegaal die héél mooi zingt. De nachtegaal vertelt dat dat komt door een fluitje in zijn keel. De Koning der Vogels maakt deze fluitjes, maar alleen voor kleine vogeltjes. Beertje Colargol besluit hem te bezoeken.
Dat lukt hem met behulp van de vogels die hem op een vliegend tapijt naar de Koning van de Vogels brengen. Weer thuis vinden zijn ouders het maar niks, en hij loopt daarom weg. Als de directeur van 'Circus Pimoulu' Colargol dan hoort zingen, krijgt hij een baantje in het circus. Als Colargol het circus weer wil verlaten, sluit Pimoulu hem op want hij wilt zijn ster niet kwijt. Maar één van Colargol's vrienden helpt hem ontsnappen.
Colargol wil dan leren zwemmen, maar hij wordt de zee ingesleurd en opgepikt door een schip dat op weg is naar de Noordpool. Op het schip moet hij hard werken, maar hij ontsnapt van het schip en wordt vriendjes met een pinguïn. Ook ontmoet zijn vriendinnetje Nordine op de Noordpool.
Na dit avontuur besluit hij naar de maan te gaan, om de sterren te zien. Uiteindelijk reist hij dan de hele wereld rond.
De Fransman Claude Laydu is de geestelijke vader van Barend de Beer (Nounours in het frans).
De serie komt in frankrijk voor het eerst op de buis in december 1962. Van januari 1964 tot maart 1965 werd Barend de Beer in Nederland door de ncrv nagesynchroniseerd uitgezonden. De uitzendingen waren in het begin nog onregelmatig maar na 60 afleveringen werd Barend zes dagen per week uitgezonden. In juni 1968 start de nts met een nieuwe serie van 122 afleveringen.
Barend (stem Jan Duiveman) kwam samen met zijn baasje, de Zandman (stem Piet Ekel), op een wolk aanzweven en daalde dan via een trap af in de huiskamer van de kinderen, Klaasje (stem Joke van den Berg) en Pimpernel (stem Sylvia Schippers).
Als Barend te lang bij de kinderen bleef haalde de Zandman hem weer op, en nadat Barend met zijn zware stem Welterusten had geroepen gingen alle kleintjes slapen.
Het verhaal van De Zevensprong is gebaseerd op het gelijknamige boek van Tonke Dragt. Na romantische en nostalgische jeugdseries als Swiebertje en Pommetje Horlepiep ging de NCRV begin jaren tachtig met De Zevensprong een hele andere kant uit. Ruud Keers, toenmalig hoofd drama van de NCRV, noemde De Zevensprong eigentijds, fantasievol en zeer verassend. Het verhaal van Tonke Dragt heeft spanning en snelheid. Geheimzinnige gebeurtenissen volgen elkaar steeds op. De regisseur Karst van der Meulen was bij het lezen van het boek meteen enthousiast. Hij wilde het verhaal daarom ook graag uitwerken tot televisieserie.
Centraal in het verhaal staat Meester Frans van der Steg die zijn leerlingen iedere dag een zelfverzonnen verhaal vertelt waarin hij als Frans de Rode de held is. Op een dag, als hij niets meer weet te verzinnen, zegt hij dat hij een brief zal krijgen, waarna hij ze weer wat meer kan vertellen. Tot zijn grote verbazing krijgt hij inderdaad een brief waarin hij wordt uitgenodigd bij de Graaf Grisenstijn. Hij wordt opgehaald door een koets en zo begint zijn grote avontuur. Graaf Grisenstijn blijkt in het Trappenhuis te wonen waar hij zijn neefje Geert-Jan gevangen houdt. In het Trappenhuis ligt een schat verborgen die bestemd is voor Geert-Jan. De graaf doet er echter alles aan om er voor te zorgen dat zijn neefje niet de schat vindt zonder dat hij het weet. Meester Frans komt eigenlijk tegen zijn zin in een complot tegen de graaf terecht. Met zijn komst is het zevental samenzweerders compleet: meneer Thomtidom, de Brozem, tante Willemijn, juffrouw Rosmarijn, Jan Toereloer, Iwan de Verschrikkelijke en uiteindelijk dus meester Frans doen er alles aan om Geert-Jan te helpen met het vinden van de schat.
Vele kinderen volgden de avonturen van meester Frans en de serie werd dan ook een ware hit. Sinds de eerste uitzending in 1982 is de serie nog regelmatig herhaald op de televisie.
Hoog in de wolken, in een luchtkasteel, woont Ti Ta Tovenaar met zijn dochter Tika. Hij probeert al tijden om aardbesiën in kamelen te veranderen. Het is hem, meen ik, nooit gelukt. Er gaat ook nogal eens iets mis met de toverkunsten van vooral Tika. Maar die moet alles ook nog leren, natuurlijk. Vooral het heertje uit het dorp beneden op de grond is slachtoffer van de mislukte toverpogingen. Maar ook de andere dorpsbewoners (het kruideniertje, de ober, de agent) ontkomen niet aan allerlei vreemde gebeurtenissen. Dan zit daar zomaar een aapje op de stoel! En dan is het plotseling weer weg........
Over aapjes gesproken, eerst was er Tato en later Titi. In de latere afleveringen maakten we nog kennis met Opa, Kwarkje en Grobelia uit het Grobbedal. De serie werd uitgezonden in dagelijkse afleveringen van zo'n 4 minuten. Later werd de serie nog eens herhaald, maar nu in afgeronde verhaaltjes van ongeveer een half uur. Ti Ta Tovenaar was een grote hit getuige ook de enorme hoeveelheid produkten die uit de serie voortkwamen. Boeken, platen, verzamelplaatjesalbums, toverkijker met toverstrips. Ja, zelfs een Albert Hein papieren boodschappenzak.
In 1992 werd door Disky een serie van vijf videobanden uitgegeven. Vanaf 2000 volgden er, nu door de firma Bridge Ent., nog eens vijftien (drie dubbelboxen plus acht losse banden) en een DVD. In 2003 is de serie weer te zien op televisie: op zondagmorgen bij de zender Yorin.
Van 1977 tot 1983 presenteerden Jan Fillekers en Henk van der Horst in het NCRV programm Showroom ongewone landgenoten. In Denkend aan Showroom bezoeken Jan en Henk de gasten of familieleden van destijds. Op deze DVD vindt u een unieke combinatie van oude en nieuwe beelden.
Onvergetelijke mensen Bij het terugzien weet u het weer. Showroom bevat stuk voor stuk unieke en onvergetelijke mensen. Een feest om terug te zien! Zoals Daan Modderman, die zijn eigen lijkkoets in de schuur had staan. Ansje Gerding, de kabouterdeskundige en Henk Kuiper die met zijn ideaal Huttonia in de natuur wilde leven, maar dat van de overheid niet mocht. Of Peter Haack, de vliegtuigspotter en natuurlijk Dirk van Noort, de man die niet geloofde dat de mens op de maan is geweest
Het zal heel wat ohs en ach jas opleveren
Samen met Henk van der Horst maakte Jan Fillekers een van de opvallendste televisieprogrammas van de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig. Wie in Showroom te gast was, verwierf eeuwige roem. Voor Denkend aan showroom spoorde hij de vreemde vogels van weleer op. Een hilarische reis terug in de tijd.
Tekst: Ellen Leijser
Denkend aan Showroom... Zie ik kleurrijke mensen door het medialandschap gaan. Verder dan deze twee regels ben ik nog niet gekomen, parafraseert Jan Fillekers lachend het beroemde gedicht van Hendrik Marsman. En kleurrijk waren ze zeker, de gasten van Showroom. Half Nederland zat dertig jaar geleden aan de buis gekluisterd, razend benieuwd welke vreemde vogels nu weer waren opgespoord. Fillekers dook samen met zijn trouwe werkmaatje Henk van der Horst in het verleden van het roemruchte NCRV-programma om op zoek te gaan naar de gasten van weleer. Veruit de meeste geportretteerden bleken te zijn overleden, aangezien het merendeel van de gasten destijds al aardig op leeftijd was. Maar met kinderen, buren, vrienden en zelfs attributen wordt in acht afleveringen een aardig beeld geschetst van hoe het leven er uitzag na hun optreden in het populaire programma.
Serie 1: 13 afleveringen 1e aflevering: 5-10 -1974
Serie 2: 13 afleveringen 1e aflevering: 3-1-1976 KRO
Na het grote, nu bijna mythische, succes van 'Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer', was het weer het koningskoppel Harrie Geelen (verhaal/teksten) en Joop Stokkermans(muziek) dat de KRO met haar zoveelste jeugdserie succes bezorgde.
Wie herinnert zich niet de beklemmende leader met een onscherpe foto van een dode (?) man in het bos. Het was het begin van 13 superspannende afleveringen van het duo Q en Q, in hun eerste serie. Er zou er een jaar later nog één volgen over kunstsmokkel en chinezen. Een rigoreus ingekorte versie hiervan draaide in 1978 in de bioscopen en werd zelfs op video uitgebracht.
Pipo de Clown is een Nederlandse televisieserie. De eerste aflevering werd uitgezonden op 17 september 1958. Tot 1964 werden Pipo de Clownverhalen verdeeld over meerdere afleveringen uitgezonden. Tussen 1966 en 1968 was Pipo te zien bij de NTS in korte afleveringen van ongeveer vijf minuten. Vanaf 1970 zond de VARA weer een aantal lange Pipo-verhalen uit. De laatste uitzending was in 1980.
De verhalen werden geschreven door Wim Meuldijk (1922-2007). In de televisieseries speelde Cor Witschge (1925-1991) de rol van Pipo.
Pipo woont met zijn vrouw Mamaloe en dochter Petra in een woonwagen, waarmee ze volgens eigen zeggen de hele wereld rondtrekken.
Overige personages zijn:
Mamaloe, Pipo's echtgenote, Petra, hun dochter, Nononono, hun trouwe ezeltje, Klukkluk, hun vriend de indiaan, Felicio, de vriendelijke zigeuner, Dikke Deur, circusdirecteur en tegenstrever van Pipo, Mik, de vriendelijke neger, Snuf en Snuitje, een boevenduo. Hiep, vriendelijk mager mannetje. Beginliedje Pipo de clown en Mamaloe Reizen recht door zon en regen Langs de wijde wereldwegen Pipo de clown en Mamaloe Maken van hun leven een heerlijk ratjetoe.....
Daar komt een ezelswagen ver over berg en dal. Je hoeft ons niet te vragen wie daar in zitten zal. Een clowntje met een ruitjesjas, een vrouw met duizend krullen. Hun namen zijn je weet het vast wat wij nu zingen zullen:
Pipo de clown en Mamaloe Reizen recht door zon en regen Langs de wijde wereldwegen Pipo de clown en Mamaloe Maken van hun leven een heerlijk ratjetoe.....
Ik ben een circusclowntje, ik sta graag op mijn kop Ik ben een circusvrouwtje, toe Pipo sta rechtop. We reizen recht door zon en hei met ons gezellig koetsje En bakken voor onszelf een ei en anderen een poetsje.
Pipo de clown en Mamaloe Reizen recht door zon en regen Langs de wijde wereldwegen Pipo de clown en Mamaloe Maken van hun leven een heerlijk ratjetoe.....
Bekende uitspraken
Sapperdeflap! (Pipo) Hou 's even vast, Mamaloe (Pipo) Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen... (Pipo) Boterham met pindakaas (Klukkluk) Floepens, mis! (Klukkluk) M M M Mooie P P Parels, F F Fijne P P Parels (Snuf) Pipo, Koeien! (angstkreet van de Dikke Deur) Soep met sliertjes! (Felicio) Ik droom (Mik) Dat zijn toch van de gekke (Klukkluk) (Als "dat is toch van de gekke" werd deze kreet later algemeen geaccepteerd Nederlands)