Informatie over de vereniging kunt u vinden op [ www.oostgracht.nl ]
Welkom bij de Oostgrachttuinders. In dit blog wil ik mijn tuinbelevenissen bekend maken. Tevens hoop ik ook dat de tuinders zelf met artikelen komen, die voor de anderen leerzaam of interessant zijn.
Zoeken in blog
agenda
GORINCHEMSE OOSTGRACHTTUINDERS
05-10-2010
GROENBEMESTING
Alles wat in de natuur groeit heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. De natuur zorgt er in feite zelf voor. Grond, lucht en water zijn de leveranciers er voor. Lucht en water zijn altijd voorradig. Grond kan op een gegeven moment uitgeput raken wanneer we steeds de oogst van het land afhalen en er niets voor in de plaats terug doen. Het is daarom noodzakelijk om de grond iedere keer van voeding in de vorm van organische mest te voorzien. Ook de structuur van de grond kunnen we verbeteren door groenbemesting toe te passen. Na opkomst van dit gewas spitten we deze onder. Gewassen die hiervoor uitstekend lenen zijn gele mosterd, winter tarwe, lupine, tagetes, klaver en phacelia. Sommige gewassen zoals klaver en lupine brengen bovendien ook nog stikstof in de grond. Phacelia trekt heel veel insecten aan en tagetes bestrijdt aaltjes in de grond.
Asters zijn heel dankbare tuinplanten, die het in elke grondsoort goed doen. We planten ze bij voorkeur op een zonnige plek, maar een half beschaduwde plaats verdragen ze ook. Ze hebben de neiging fors uit te breiden. Het is dus zaak ze na drie jaar in het voorjaar uit te spitten, de buitenste delen te scheuren en deze op een nieuwe plaats te planten. Meeldauw en schimmels kunnen asters doen verwelken. Aangetaste planten moeten dan verbrand worden.
Eenjarige planten kunnen een enorme hoeveelheid zaden produceren. U kunt deze zaden op een zonnige dag verzamelen en in een papieren zak met de naam van de plant er op met een wasknijper aan een lijntje in de schuur ophangen. Als de zaden na enige tijd goed droog zijn worden ze van al het afval [dorre blaadjes en takjes] gescheiden. Pluk zoveel mogelijk verdord materiaal er af. Wrijf de zaadhulzen fijn boven een krant, zodat de kleine zaadjes eruit vallen. Leg een bergje zaad en ander gruis op een wit vel papier en schud voorzichtig het vel heen en weer terwijl u zachtjes over het zaad blaast. Al het lichte materiaal wordt op deze manier weggeblazen terwijl de zware zaadjes achter blijven. Daarna kunnen de zaden in een papieren envelop worden bewaard met de naam van de plant er op. Ook handig om te vermelden is: de kleur van de bloemen, de bloeitijd, de hoogte van de plant, vast of eenjarig, zonplaats of lichte schaduw en wanneer er gezaaid kan worden. Al wat u te veel heeft kunt u ruilen met medetuinders.
Weer zo'n manier om budjet vriendelijk te tuinieren.
September is de maand waarin we vaste planten die al te breed groeien kunnen 'scheuren'. Graaf de plant uit de border. Steek twee spitvorken in het hart van de grote kluit en duw de vorken uit elkaar. U heeft nu twee halve kluiten. Herhaal de procedure tot u kleine plukjes planten overhoudt. Doe in de oude kuil nieuwe bemeste tuinaarde en plant er een van de stukken in. De andere restanten kunnen in een potje worden gezet om met andere tuinders te ruilen. Op deze manier komt u goedkoop aan nieuwe soorten planten. Het is handig om in het potje ook een label met de naam van de plant te steken.
De Pompoen is een gemakkelijk te kweken plant, die wel wat ruimte vraagt om te groeien. Vaak worden de jong geteelde plantjes in een hoekje van de composthoop geplant waar ze door de broeiwarmte en de voedzame bodem flink kunnen uitdijen. In het najaar worden de prachtige vruchten in de vensterbank geshowd om ze later ook te gebruiken in pasteien en soepen. Vanaf eind maart/begin april kunt u twee pompoenzaadjes per potje zaaien, dit om de wortels bij het verplanten niet te verstoren. Naderhand wordt het minste plantje verwijderd. Gedurende het ontkiemen mag de temperatuur niet onder de 20*C komen. Pas als er geen gevaar voor nachtvorst is worden de planten buiten uitgeplant. Soms kan het nodig zijn om de bevruchting van de vrouwelijke bloemen te bevorderen. Daartoe knipt u een mannelijke bloem af, pluk de kelkbaderen er af en wrijf de helmdraden met het stuifmeel voorzichtig tegen de stempel van de vrouwelijke bloemen. Vrouwelijke bloemen hebben vlak achter de kelkbladeren en de stengel een kleine verdikking, die missen de mannelijke bloemen namelijk. Bij een onbevruchte vrouwelijke bloem zal nadat ze uitgebloeid is een vruchtje ontstaan die weldra vergeelt en afsterft. Dat gebeurt vaak bij langdurige vochtige dagen.
Hierbij de site om van de spaghetti pompoen een heerlijke salade bij de gegrilde kip te maken.
Door de overvloedige regens en afwisselende zonnige periodes zijn, zowel de groente als bloemenplanten in de tuin geweldig gaan groeien. Er moet bijna dagelijks geoogst worden. Soms zoveel dat we familie en vrienden ervan mee laten genieten.
Abrikoos,Prunus armeniàca, is een fruitboom uit de familie van de kers, de perzik, de pruim en de amandel. In Californië, Iran, Spanje en Turkije wordt de abrikoos gekweekt voor de export van gedroogde abrikozen. Deze kunnen verwerkt worden tot compote, jam en abrikozen-op-brandewijn. Wanneer men in onze streken abrikozen wil kweken moet men een van de gespecialiseerde rassen aanplanten. De plant vraagt een kalkrijke grond.
Bieten of kroten behoren net als de snijbiet, de suikerbiet en de spinazie tot de ganzevoetachtigen. Ook het jonge blad wordt veel gegeten bij een gemengde salade. Er zijn verschillende vormen van bieten - platte, ronde en langronde. De meeste tuinders geven de voorkeur aan de ronde soort. Bieten zijn niet zo kwetsbaar voor ziekten. Een teeltcombinatie samen met stambonen, uien of koolrabi bevordert de ontwikkeling van de bieten. Teel de bieten niet op een versbemeste grond. Gebruik liever een goede vruchtbare grond, die gecultiveerd is geweest voor een vorige oogst. Een mooie losse grond krijg je als de grond in de late herfst is bewerkt en de vorst er over is geweest. Voeg dan kalk toe tot een pH van 6 is bereikt. Van maart tot juni kan er gezaaid worden. Ook in februari kan er onder glas al gezaaid worden. Te vroeg buiten zaaien veroorzaakt doorschieten van de plant. De zaadkluwens worden op rij uitgelegd in 2 cm diepe geulen met een tussenruimte van 20 cm. Als de zaadkluwens een nacht in water gelegd worden zullen ze sneller ontkiemen. Houd de grond vochtig. Rooi de bieten zodra ze de gewenste grootte hebben. Trek de bieten met de hand uit de grond en draai het loof niet te dicht bij de hals er af. Bieten zijn langdurig te bewaren in een grote houten kist met tussen de lagen in wat turf.
Van de Lavatera zijn er zowel eenjarige als meerjarige soorten. De plant vraagt een zonnig plekje. Als we in april op een zonnige niet te vochtige plaats zaaien, kunnen we de hele zomer genieten van de rijke bloei. Naast de roze is er ook een witte varieteit. De meerjarige soort vermeerderen we door een hielstekje te nemen en deze meteen in een potje aarde in een koude bak te laten wortelen.
Zinnia's worden steeds meer gewaardeerd in de tuinen. Geen wonder ook want met haar grote bloemen in levendige kleuren kunnen ze een border prachtig opfleuren. Bovendien zijn Zinnia's heel goede snijbloemen. Wel moeten we voorzichtig zijn want het steeltje kan vlak onder het bloemhoofdje makkelijk knakken. We kunnen dit verhelpen door er een tandenstoker in te steken. Al in april kunnen we in de koude bak Zinnia's zaaien. Na ze 1 x te hebben verspeend kunnen ze eind mei buiten worden uitgeplant. Knip de hoofdstengel af als de plant bloenknoppen gaat vormen. Daardoor worden er meer zijtakken met bloemknoppen gevormd.
De Kaardebol, Dipsacus fullonum, wordt 100 - 200 cm hoog en bloeit in juli met lila bloempjes. In Limburg werd de Kaardebol vroeger gebruikt om de wol te kaarden alvorens deze te spinnen. De plant verlangt een zonnige plaats. De tweejarige planten worden in juni direct ter plaatse gezaaid. Ook in de winter is de uitgebloeide plant nog decoratief. De plant wordt veelvuldig bezocht door vlinders en vogels zijn dol op de zaden.
De Lampionplant, Physalis alkekengi, is een overblijvende plant met sterk voortwoekerende wortelstokken. De sterk opgeblazen kelk, die zich na de bloei ontwikkelt, het 'lampionnetje', verkleurt van groen naar oranje. Dit is vooral de sierwaarde van de plant. Binnen in deze vijfhoekige kelk bevindt zich de eigenlijke oranje bes. De planten kunnen zowel in de zon als in half schaduw staan.
De pruimenboom heeft dit jaar bij vele tuinders zeer rijk gedragen zelfs zo overvloedig dat ik menige tuinder hoorde verzuchten: "Neem alsjeblieft wat pruimen mee anders kom ik er niet doorheen". Dat is aan mij goed besteed want ik ben er gek op. Bij het plukken voel ik steeds even of de schil een beetje meegeeft wat een teken is dat de vrucht plukrijp is. Pruimen moeten snel gegeten worden omdat de bewaartijd slechts kort is. We kunnen er natuurlijk ook compôte of jam van maken. In de winter is het tijd om de boom te snoeien.
Al vanaf eind maart kan in de volle grond winterwortel worden gezaaid in een zandige leemgrond. Zaai in 1 cm diepe voren met een tussenruimte van 25 cm. Omdat de zaadjes erg klein zijn kunt u het zaaigoed vermengen met zand. Dit goed mengen en daarna dun uitstrooien in de geultjes. Als de zaailingen boven de grond komen water geven bij droog weer. Wees voorzichtig bij het uitdunnen want van heinde en ver komen de wortelvliegen op de geur af. Het beste kunt u het uitdunnen 's avonds na een bewolkte dag doen en daarna de rijen ruim begieten. Oogst de wortels in het najaar en bewaar alleen de gezonde exemplaren in een kist tussen lagen turf of zand in een vorstvrije ruimte.
Wat we bij de sappige en aromatische aardbei als een vrucht zien is eigenlijk de schijnvrucht. De 'pitjes' op de aardbei zijn in werkelijkheid de vruchten, de zaadjes. De aardbeien kunnen gewoon in de volle grond gekweekt worden. Ook het kweken in potten of bakken is erg leuk. vooral voor kinderen. De witte bloempjes verschijnen al vroeg in het voorjaar en groeien uit tot vruchten. Door het strooien van gehakte stro tussen de planten kunnen we verzekerd zijn van schone aardbeien. Het is raadzaam, als we tenminste zelf van deze heerlijke vruchten willen genieten, over het bed aardbeienplanten een net te spannen, zodat de vogels er niet bij kunnen. Span het net wel strak anders raken de vogels er in verstrikt. Gedurende de groei ontwikkelt de plant uitlopers waar na verloop van tijd een nieuw aardbeienplantje aan komt. Graaf een met potgrond gevuld potje onder dit plantje. Zet het vast met een omgebogen ijzerddraadje. Het plantje zal in dit potje wortels gaan vormen. Daarna kan het jonge plantje van de moederplant losgeknipt worden. Op deze manier kunnen we gemakkelijk nieuwe aardbeienplanten verkrijgen. Let wel goed op dat we van gezonde planten nakomelingen krijgen.
Wie in de winter ook nog van het land wil oogsten zal nu boerenkool moeten planten. Al in april of mei konden we in 2 cm diepe voren met een tussenruimte van 25 cm zaaien. Deze zaailingen zijn nu intussen uitgegroeid en kunnen met een onderlinge tussenruimte van 45 cm uitgeplant worden. Kies voor het uitplanten een dag dat de grond vochtig is. Als de planten groter worden de grond eromheen nog iets hoger stevig aandrukken zodat de planten niet omverwaaien. Vogels willen nogal schade veroorzaken door van de bladeren te pikken. Bescherm het koolbed dan met een vogelnet. Boerenkool is het lekkerst als de vorst eroverheen is gegaan.
De larven van de langpootmug, emelten, kunnen veel schade toebrengen aan het gewas. Zij leven ondergronds en vreten aan de wortels van de plant waardoor de plant afsterft. De langpootmug legt haar eieren in het gras. Houd daarom het gazon steeds kort gemaaid en let vooral goed op kale plekken in het gras. Ook slaplanten kunnen op onverklaarbare manier ineens slap en futloos er uit zien. Zodra dat opgemerkt wordt is het zaak om maatregelen te nemen. Leg 's avonds een stuk zwart plastic op deze kale plek en controleer 's morgensvroeg of zich daaronder emelten bevinden.
Dit jaar heeft Groei & Bloei een open tuinendag georganiseerd in Leerbroek en Leerdam. Ondanks de slechte weersvoorspelling zijn we er toch heen gegaan. Eerst was het de bedoeling geweest er op de fiets naar toe te gaan, maar dat vonden we toch te riskant. Bij veel tuinen was er ook een moestuin aangelegd. Onder een praatje met de eigenaars konden we veel tips uitwisselen. Ook waren ze blij verrast met de zakjes zaad die ik hun bij het afscheid overhandigde. Want een tuinder heeft nooit genoeg en is zeker benieuwd naar andere soorten planten.
Het blijft steeds leuk om in de tuin van anderen te kijken. Het is niet alleen een genoegen maar het kan ook vooral leerzaam zijn. Wie ook nieuwsgierig is hoe Alys Fowler tuiniert moet maar eens op deze site klikken.
Na al die drukke weken van voorbereiding voor de plantenruil -en verkoopdag hadden wij: Bert, Ronald, Cobie en Inge, er behoefte aan eens een dagje vrij van de volkstuin te nemen en er op uit te trekken om eens andere tuinen te bekijken. De keuze viel op het landgoed CLINGENDAEL, waar in mei de Japanse tuin opengesteld is. We keken er onze ogen uit. De golvende met zacht groen mos bedekte hellingen doorsneden door beekjes, waar overheen roodgelakte bruggetjes de ene oever met de andere verbonden. De ruimte was begroeid met geraffineerde combinaties van Azalea's, Rhododendrons en Wisteria's. Daar boven verhieven zich enorme oude bomen, die het geheel in een zacht licht zette. Het was of we in een mystiek landschap vertoefden en het noopte ons tot een zacht gevoerd gesprek.
Tegengesteld aan deze besloten intieme tuin was het Rozarium in het Westbroekpark. Daar stonden de bloembedden gescheiden door grasvelden in overzichtelijke vlakken verdeeld, zodat er een grote wijdse ruimte gercreëerd was.
Tot slot hebben we nog een wandeling over de boulevard in Scheveningen gemaakt voordat we vermoeid maar zeer tevreden naar huis reden.