. . . . Ik had het geluk ? als men het zo mag noemen , verschillende malen te worden geconfronteerd , met de honger in de wereld , van Mexico , Nepal , India , Azie . . . . Eens op stap met een Boedistise monik , werd ik de neus gedrukt op de verdrukking der armen ; de uitbuiting der kinderen , die verstoken achter weefgetouwen nog op de schoot van hun moeder , tapijten moesten kammen in stof en ellende , hoe jong kindmeisje van een jaar of acht met haar zusje op de rug gebonden een karretje zwaar beladen met hout voor trok , hoe drie kleinen aan het zelfde kommetje rijst "smulden " op de grond tussen de poten van een heilige koe . . . . ik zag hoe een oud vrouwtje , en die zijn er , naar het monniken bedelhuis kwam om een portie rijst . . . . de prijs een lotus bloem om het beeld; van het Boedabeeld te eren , en toch moest zij niet dank u zeggen want zij had haar offer gebracht een wilde bloem uit de beek en was gelukkig want zij die geven moeten dank u zeggen . . . dat zij kunnen geven . . . . raar maar waar en mooi het te mogen hervaren , wij moeten dankbaar zijn dat wij kunnen geven . . . . .handen die vragen en handen die geven zijn één beeld in onze ontspoorde wereld van vandaag . armoede , , , . .
|