Dien te breken wasdus het doel der Duitsche legers. Het mislukte gelijk we beschreven op den laatsten Octoberdag...Op Allerheiligen volgden weer aanvallen. Eerst te Klein Zillebeke tegen Bulfin 's 2è en 4è brigade en dan bij Meesen tegen Allenbv. De eerste werd vrij gemakkelijk met de hulp van Byngs kavalerie afgeslagen. Deze storm scheen slechts den anderen te moeten steunen,want bij het ongelukkige Meesen ging het geweldiger toe.De Britten boden hardnekkig verzet;echter moesten ze voor de overmacht Hollebeke en Meesen opgeven.deze plaatsen waren van belang,daar ze de tegenpartij gewichtige hoogten voor zijn geschut bezorgden.Meesen stond onder hevig vuur.Huizen storten in.De Engelschen trachten het te hernemmen.Dien dag ging het verscheidene malen van hand tot hand,maar ten slotte bleef de vijand er meester.Callewaert zegt in zijn overzicht van de gevechten:Meesen werd platgebrand onder een vreeselijk kanonvuur,en spijts onze verwoede tegenaanvallen,konden wij het niet herinnemen.Allenby riep de vier bataljons(tweede korps) ter hulp,die op rust lagen tusschen Meesen en Helle.en kwamen op, dolven loopgrachten en hielden stand tor 's nachts tegen een gestadig vijandelijk aanvallen:'t waren de London Scottich;voor het eerst in 't vuur,en ze toonden de koelbloedogheid van oude soldaten. Binst den nacht, braken de Duitschers door de linkerflank van de 1è kavalerie divisie,namen Wytschaete in-- op den steenweg van Ieperen naar Armentieres---en beschoten van overlang de London Scittisch, maar in den voormiddag van Maandag den 2è geraakten de steuntroepen met het Fransche 16è korps nader Wytschaete en versterken hun front.Meesen bleef in Duitsche handen;------'t een groote insprong in onze linie, die nu liep van De Heer tot tenWesten van Meesen,door Wytschaete,Sint Eloi en klein Zillebeke naar Geluwvelt .op de Gheer werd er dien dag hevig gevochten aan Pulteney's linkerhand,waar Dent,de trommelaar van de Oost Lancashires,het Victoria Kruis won,met het bevel te nemen over de troepen,na de dood van de officieren,en stand te houden tot dat er hulp kwam.Bloedig inderdaad waren de gevechten.Telkens en telkens sloegen als de golven der branding de vijandelijke linies aan. Soms sprongen ze juichend reeds in hun overmoed,deBritsche stellingen binnen, maar ieder maal werden ze er weer uitgeworpen. wordt vervolgd
|