(Foto;Belgische ruiters patroeljeeren langs de kust)Bij het hooren van de verschrikkelijke ontploffing, heeft kolonel Leestmans zich rekenschap gegeven van het gevaar. Met bewonderenswaardige kalmte, snelt hij onmiddelijk aan het hooft zijner kolon, in stormpas naar de brug die men op 800 meter van daar ontwaart. De mannen ijlen hem achterna.. Als een stormvloed, stormen de zes compagnieén van het elfde over de brug, onder een regen van schroot. Van uit de naburige loopgraven zien de dappere marine-fusiliers den opwekkenden optocht voorbij trekken. Ze slaken geestdriftige toejuichingen en zwaaien met hun muts: en luider dan het gedonder der bommen klinkt ter omzent eere geestdrifig:" Leve de Belgen ?" Onvergetelijke stonden, tragisch en grootsch onder allen. "Ik geloof wel, zei later iemand, die aan dit drama heeft deelgenomen," dat zoo hun officieren met de onzen waren vooruit gestormd." Ondertusschen werd aan gene zijde van Diksmuide de weerstand van het 12° linie regiment voortgezet, tegen een steeds hardnekkigen, maar zichtbaar door zijn vorige pogingen verzwakten vijand. Ook is kolonel Jacques,verwittigd van de nakende aankomst van de zes kompagnieén van het 11°, nu van de overwinning verzekerd.Een weinig na 17 uur, komt luitenant-kolonel Leestmans op den Groote Markt, aan het hoofd van zijn troepen, hijgend van den looppas onder den regen schroot, dakpannen en materialen, die vanaf de brug zonder ophouden op hun is neergekomen. De kolonel weet dat hij met dergelijke kerels het verloren terrein terug zal winnen. Hij stuurt drie kompagnieén op den weg naar beerst, met den opdracht den vijand overhoop te werpen. Twee anderen worden naar Bloedputteken gezonden om er de kompagnie van kapitein Labeau , die reeds sedert verscheidene uren heldhaftig het hoofd biedt aan een zeer sterke overmacht,te steunen
|