Foto) Onze koning en general Joffre in een vlaams dorpje in West -Vlaanderen)Den 21' reeds vroeg,donderde het Duitsch geschut weer uit alle macht.O nze artillerie antwoorde dapper, maar was zoover in de minderheid.Kolonel De Vleesschhouwer te Kaaskerke bestuurde ze en hij was zeker een der bekwaamste oversten op dit gebied in gansch ons leger De groep Pontus, 31',32' en 35' batterij,(2' regiment), de 1é groep van het 8' regiment, 49', 50' en51' de batterij;2° groep, 37', 38' en 39' batterij; de brigade van Majoor Hellebout,40',41' en 42' batterij, bestreken de wegen van Beerst, Eessen, Woumen, zoodat ze steeds de aanrukkende troepen onder vuur konden nemen.Het groot hoofdkwartier, dat te Veurne op het stadhuis zetelt,ziet nu, hoe de vijand zijn hoofdaanvallen op Diksmuide richt, en zendt er nog twee bataljons heen,(2'regiment). Het eerste en 2' bataljon van het 12' werden afgelost.Jacques deelde nu zijn troepen anders in: 3 kompagnieén van het 11' en 2' kompagnieén fusiliers in den Noordelijken sektor;3 kompagnieén van het 11' en een kompagnie mariniers tusschen Handzame en den spoorweg een kompagnie van het elfde en een van het 2' jagers tusschen den spoorweg en het kerkhof,aan den weg van Woumen..Vijf Fransche en vier Belgische sekties mitrailjeurs werden over de geheele linie verdeeld.Het derde van het 12' stond aan den Yzer en een kompagnie fusiliers het overige van het 11' en het 3' der jagers vormden te Diksmuide de reserve, evenals de wielrijders van de 3' divisie.De Duitschers schoten brandbommen en op tal van nieuwe plaatsen woedden de vlammen. Diksmuide was een hel , dien 21' Om tien uur, vertelt Margeriette Baulu, komt de dappere vrijwilliger Lenoir op de Markt voor het bordes van het stadhuis met 40 gevangenen, door luitenent Mansaert genomen; eensklaps omringt een verschrikkelijke ontploffing de groep met een wolk van zwavel en rook. Als deze optrekt, ziet men veertig Duitschers nog overeind, maar hun bewaker aan hun voeten.In het stadhuis heerscht een ernstige stemming daar rust het stoffelijk overblijfsel van den kommandant Pouplier, die op den weg naar Beerst gevallen was. De soldaten staan zwijgend te luisteren naar de gebeden van den almoezenier. Buiten raast den oorlog voort.( vervolg op 2)
|