(FOTO. Den Yzer voor den oorlog))In de onmogelijkheid de troepen in de ruine op te stellen,brengt men hen in de loopgraven er om heen,vanwaar ze kruipend van gracht tot gracht , trachten den Yzer te bereiken. De Kompagnie Pottier, welker honderd mannen reeds tot 30 verminderd zijn, wordt aangeduid om de hoeve Vasseur met de haak van kommandent Severin te verbinden.Rond den middag is de vereeniging voltrokken. Kruip achter dat dijkje, 't is een prachtige schietpost, mompelt Maes als hij met Graide in het slijk daalt.Rechts wordt het landschap afgesloten door den oever van den Yzer, maar in het front ligt een vreeselijk kale vlakte. Een oogenblik werpt de zon een bleek licht door de zilveren druppels van den mist,maar weldra wordt den nevel weer dichter."Ik ken niets vervelenders dan slijk, dat hard wordt op het vel", zegt Graide."En een kogel dan?"Rond de gracht ruischen de koperen punten en maken bij het dringen in den grond een droog gerucht, als van waterdruppels op bladeren.Zonder verpoozen schieten de soldaten in schuinsche richting naar den dijk, waar de Duitschers, die den stroom overstoken hebben, over de kruin kruipen om zich dan in de loopgraaf te laten zakken."Spaar uw patronen maatje" zegt vriendelijk totWittamer een soldaat, die bij het laatste woord in de armen van zijn kameraad valt, door een kogel in het hart getroffen.Zijn buren willen hem beklagen, wanneer hun aandacht gewekt wordt door iets vreeselijks: op een lichaam dat zich in den gruwelijkste smarten wringt, verheft zich de helft van wat een menselijk wezen was.Uit de halve mond klinken nog kreten onder zin en een gehuil, dat men vermoedt een smeekbede te zijn om te drinken.De gracht knettert onophoudelijk in den nevel en de officieren van het 8° en de genie sturen dan ook naar den korpsoverste,ravitailleur na ravitailleur."Munitie, munitie?".De angstkreet van alle loopgraven trilt op den kommandopost van majoor Blairon, en tot Vicogne.Willems, de Corthis, Wittammer, de kleine soldaat Leopold Chevalier en anderen en nog anderen, doen verscheidene malen de gevaarlijke reis.Een der bevoorraders die druipt van het water der vlieten, waarin hij doolde is op het punt de achterhoede van de linie te bereiken, als een granaatscherf met de juistheid van een geweldigen bijlslag hem den rug klieft van den nek tot de laatste wervels. Alle organen liggen trillend bloot;de man die nog leeft, slaakt een dat men zich niet kan voorstellen.Is het die kreet welke de ruwste soldaten aangrijpt? Weer bevangt de vage vrees Graide. Bij elke granaatontploffing beheerscht hem,dorst doet hem hijgen. wordt vervolgd op 8.
|