(De lijken van Brusselsche gefusilleerden op het stadhuis ,Burgemeester Max spreekt een redevoerig uit)) Er waren35 beschuldigden.De openbare aanklager was zeker Stoeber,militaer auditeur; die pas van het frond kwam.De verdedigers waren de vier advokaten, meestersKirschen, Alexandre Braun, Dorff en Braffort. terwijl meester De Saedeleer als sekretaris van den heer Braum, de debatten kon bijwonen.Andere Belgen mochten niet bij het proces aanwezig zijn. De eerste zitting had plaats in de zaal van de senaat, en de tweede in de zaal van de Kamer der volksvertegenwoordiging. De rechters-officieren waren in groot uniform,de beschuldigden vonden zich wreemd in deze in deze rijk gedekoreerde zaal, de soldaten als beelden en Stoeber scheen een beul, die zijn slachtoffers beloerde.Hij had een houding, alsof het hier zijn cariere zou maken. Hij was krijgsauditeur geweest in bezet Frankrijk.Ofschoon uit Beieren scheen hij een hartnekkige Pruis,brutaal niet alleen tegen de beschuldigden, maar ook tegen de soldaten, den tolk en opdringerig tegenover de rechters. Als deze vragen stelden, antwoorde hij hooghartig en liet verstaan, dat aan het Duitsch gerecht niet kon getwijfeld worden, dat hij niets verborg, over alles het licht liet schijnen.Miss Cavell werd het eerst ondervraagd. Zij antwoorde in het Fransch met Engelsch accent. Ze stond daar nederig gekleed,bleek, maar volkomen rustig en onbevreesd.Ze verklaarde 49 jaar oud te zijn,protestant en van Engelsche nationaliteit. De eerste vraag was of zij van November 1914 tot juli 1915 Fransche en Engelsche soldaten huisvesting verleend en Belgen,Franschen en Engelschen, die in militaire jaren waren, naar het frond geholpen had." Ja?" klonk het antwoord" Op de vraag waarom, sprak ze"Omdat ze in doodsgevaar verkeerden."De auditeur sprak dit tegen: zulke soldaten zouden naar Duitschland gestuurd worden,beweerde hij.Miss Cacell was overtuigd geweest, dat zij gefusilleerd zouden worden. Zij bekende aldus tweehonderd personen geholpen te hebben.Mejuffer Thuliez bekende 45 Engelsche, 69 Fransche en 13 belgische soldaten naar Belgie te hebben laten brengen en ook meegewerkt te hebben aan het werk van den "Familiegroet"( Mot du soldat), de briefwisseling met het frond. Op de vraag warom zij zoo gehandeld had, antwoorde ze:" Omdat ik een Fransche ben.." De derde beschudigde was Fhilippe Baucq;35 jaar architekt te Schaarbeek, vader van twee kinderen. Op de gewone vraag of hij katholiek en Belg was aantwoorde hij:" Ja een goed patriot?"Stoeber vatte het edele van dien uitroep niet en noemde Baucq tijdens de debatten spottend " de goede patriot." In een werkje over den" Familliegroet" lezen wij van Baucq."Mijne betrekkingen met Filips Baucq dagteekenen van 't eind der maand Maart1915.Sedertdien ontmoetten wij elkaar bijna alle dagen,en telkens leerde ik dit edel en vurig hart meer en meer naar waarde te schatten. Hij kon maar niet begrijpen dat iemand voor zijn dienstbetoon geld durvde vragen op het oogenblik dat het vaderland gevaar liep. Zekeren dag zegde ik hem:" Baucq, mijn beste vriend, ge moet U een weinig ontzien; vergeet niet dat hij vrouw en kinderen hebt; daarbij de toekomst lacht u toe, hij zijt"Prijs van Rome" houd u op de hoogte der bouwkunst, ontwerpplannen met het oog op de heropbouwing, zoo zult gij ook nuttig werk verrichten en uwe belanden behartigen....."(Vervolg op 5"
|