(Generaal Jacques leest de namen af der gefusilleerden van Luik tijden de herdenkingsplechtigheid)) Door een Duitsch advokaat wilde men haar laten bijstaan.Gabrielle weigerde,zeggen", dat zij zelve't best haar zaak zou verdedigen."Waarom hebt hij den inlichtingendiest georganiseerd"vroeg men haar."Waarom?Uit haat tegen uw daden, vooral uit liefde voor mijnland en mijn Koning.,""Uw Koning", tergde de Duitschers,"" uw Koning,'t is een pop, een Koning van karton?;"Mijn Koning", riep ze uit,"bevindt zzich in uw loopgraven, bij de soldaten. Uw keizer integendeel houdt zich met zijn lievelingen buiten gevaar?" " waarom wildet hij ons kwaad berokkenen?" hernam meer fleemend den ondervrager. "Wij hebben u toch niets misdreven."" Wat Gij hebt ons niets midaan", zo gaf Gabrielle aan haar verontwaardiging lucht." Dat is durven zeggen gaat over hout.Maar ge kijkt me toe als de verpersoonlijking van het kwaad?Gij hebt geplunderd, verwoest, ons land in vuur en vlam gezet; niet alleen onze soldaten,ook onschuldige burgers, zelfs vrouwen en kleine kindders hebt ge gemarteld?....."" Die vertelselkens heeft men u wijsgemaakt"onderbrak den voorzitter.Wijs gemaakt?Met eigen oogen heb ik gezien, zoo bekrachtigde Gabrielle haar stoute beschuldigingen. "Maubeuge heb ik zien branden.In de zakken uwer soldaten vond ik afgekapte kinderhandjes. In de nabijheid van Charleroi, heb ik, onder de duivelsche uitjouwingen uwe, manschappen, aaneengebonden vrouwen in de Samber zien werpen.'k Heb een echtgenoot zien doodschieten, wiens vrouw hem met haar kleed tegen de kogels uwer beulen poogde te beschermen.Ik persoonlijk heb dat lijk begraven.Ik heb gezien"Zwijg", gebood den Duitscher. "Een vrouw mag zich daarmee niet bemoeien.... Weet gij dat uw spionnendaden den dood verdienen?" "Ik ben geen spion, die met de uwe mag vergeleken worden.'k Heb het gedaan in mijn eigen land, voor mijn eigen regeering, voor mijn eigen vaderland.Gij, integendeel,zijt tegen alle recht in ons land binnengevallen; en steunt alleen op 't geweld.Ge wild mij dooden...... doe het." "En indien wij u genade verleenden?" "Dan zou ik herbeginnen."Ze weigerde opnieuw haar medehelpers te noemen.Eens zei men haar, dat dat er vier agenten van haar dienst aangehouden waren. De Duitschers wilden hun namen van haar weten."Gij zijt domkoppen?"riep ze," Toen gij mij aanhieldt, hebt ge dan mijn naam aan een gevangene gevraagd?Doe dus voor hen, als voor mij?"Ik ken er geen van."Den 8* Maart werd het vonnis uitgesproken 't was de dood.Den 1* April werd het voltrokken.Gabrielle weigerde een vraag tot genade te onderteekenen.Haar zuster, die haar eenige malen bezoeken kon, smeekte het haar toch te doen.vervolg op (5)
|