(Onze Koning in gezelschap van general Horne)Den 7*April 1916 vond men in de Artanstraat te Shaarbeek het lijk van een man, die door revolverschoten gedood was. Het was het lichaam van een zekeren Neels. Ziehier hoe het drama ontstond. Maurrice Neels, zoon van een gepensioneerd majoor, ook wel Neels de Rode genoemd, naar de naam zijner vrouw Oppenheimer Rode, was een slecht befaamde jongeling. Hij trad in diest der Duitschers. Hij kwam in betrekking met een zekeren Louis Bril, 27 jaar oud, een verstandig, flink ontwikkeld man, die zijn vaderland wilde dienen. Voor den oorlog was hij hotelmeester te Parijs en nu woonde hij bij zijn schoonmoeder, die een hotel had in de Koolmarktstraat te Brussel. Hij ook wilde naat het front, waar hij twee broeders had, maar zijn zuster weerhield hem, zeggend, dat ze hem nodig had in het Hotel, daar haar voornaamste bediende ook voor den legerdienst opgeroepen was.Toch wilde hij later vertrekken, en men wees hem Neels als een goede gits aan, om over de grend te vluchten. Hij bezocht Neels op de Claeslaan, maar kreeg dadelijk achterdocht.Hij zou nader onderzoeken met wat voor een man hij te doen had en vroeg daarover inlichtingen aan Neels gebuur, den gepesioneerden kolonelAlfred Betrancourt.Deze vertelde hem, dat den zoogenaamde gids voortduurend bezoek van Duitschers kreeg en uit een raam van de woning kon Bril Zich daarvan zelf overtuigen.Bril huiverde bij de gedachte,wat al ongelukken den verrader kon bewerken en sprak hierover met twee vrienden.Ze smeedden een plan hem onschadelijk te maken. Intusschen vernamen ze van Neels den zoon van den politie-inspekteur, Gaston Guillaume aan de Duitschers overgeleverde, onder voorwensel hem naar de grens te geleiden.En toen Bril vernam, dat Neels hem nu beschuldigde bij de Belgen zelf in dienst van de Duitschers te staan , was se maat vol. Bril ging nu Neels na en volgde hem een ganschen dag, zag hem bij de Duitsche politie in de Berlemontstraat binnen treden, dan met een jonge vrouw wandelen.'s Avonds beocht hij met deze de koffiehuizen. Een vriend, Leclercq , voegde zich bij Bril. Samen bespiedden ze dien avond het paar. Dit nam den laatsten tram naar Schaarbeek. Bril en Leclercq deden hetzelfde en stapten op dezelfde plaats af. Neels bracht de vrouw naar haar woning en ging dan naar huis. In de Artanstraat stond Bril voor Neels. een korte woordenwisseling en Neels dreigde met een revolver, maar Bril was hem voor.Twee revolverschoten en Neels storte neer. Een bewoner opende zijn venster en zach twee personen vluchten.Het lijk bleef liggen. wat later struikelde een voorbijganger er over en ging de politie waarschuwen. Men bracht den doode naar het bureel van de Radiumstraat.'sMorgens kwam Bril bij zijn vriendin en vertelde haar alles. Nu kwam de reactie na al de opwinding en vier dagen en nachten bleef hij koortsig gejaagd.Dan besloot hij de grens over te trekken, maar eerst zou hij alles aan kolonel Betrancourt gaan vertellen.Wordt vervolgd op 16
|