(Foto bezoek van de Koningin an een school achter het frond)Om half drie belde hij aan. Delacourt ontving er hem. In de kamer waren nog twee dames Delacourt stelde ze voor als zijn vrouw en schoonzuster, twee ingewijden en hij prees den bezoeker om zijn ijver en nauwgezetheid. Dan vroeg hij, of den bezoeker het verslag Gregoire mee gebracht had. Constant reikte het over; ging zich wat aan den haard warmen, want het was een bitter koude dag. Delacourt bood hem een stoel aan en spraak levendig over zijn werk. Zoo werd het drie uur.Grandprez zei toen , dat hij moest heengaan, daar zijn broer hem wachtte in de Continental.Delacourt antwoorde,dat hij ook in 't centrum der stad moest zijn en een rijtuig zou laten halen.Hij ging uit de kamer en kwam weldra terug, zeggende dat ze zo dadelijk zouden vertrekken.Even later was het voertuig daar, Grandprez nam afscheid van de dames en vergezelde zijn gastheer. Voor de deur stond geen rijtuig, maar een auto.Twee mannen noodigden den nijveraaar van Stavelot uit in te stappen.Grandprez begreep plots alles. Verraad? Maar hij was als verstomd over zooveel laagheid.Dan vroeg hij wat dit allemaal beteekende . Een van de mannen toonde zijn kaart van politieagent, en zei dat zijn gevangene meer uitleg zou krijgen op het gerechtshof.Delacourt reed mee, onbeschaamd,Cynisch. Zijn slachtoffer spraak geen woord tot hem.Een half uur later was den ongelukkigen vaderlander in de gevangenis van Sint-Leonard in cel 121 opgesloten. Zijn broer Francois was intusschen in het hotel Continental, maar zag natuurlijk Constant niet verschijnen. Hij maakte zich hierover niet ongerust, maar meende, dat de een of andere omstandigheid de reis belet had. Hij deed eenig boodschappen en wilde 's avonds aan het station Guillemins vertrekken, doch werd daar aangehouden. Scherp ondervroeg men hem , maar Francois bekende niets. Bij het verhoor was Delacourt aanwezig. De gemeene verrader, de fielt, toonde niet de minste schaamte. Francois werd ook naar de gevangenis gevoerd.Te Stavelot hield men Elise en Marie Grandprez aan, de zusters der gebroeders. Na een langdurige huiszoeking voerden de soldaten de dames naar het station.Ze moesten de ganschen nacht in de onverwarmde wachtkamer blijven en er heerschte een temperatuur van tien graden onder nul.Den volgenden morgen bracht men hen naat Luik. Dan volgde de gevangenneming van den briefdragerGregoire en zijn vrouw. Den 27"Maart 1917 begon het proces. In een celrijtuig voerde men de zes gevangenen naar de place Sait Lambert. Eerst kwam de zaak Beaupain voor. WilliamsBeaupain was advokaat te Vieilsalm. Delacourt beweerde, dat hij met de Grandprez samengewerkt had.Constant Grandprez hied bij hoog en laag vol, dat hij zulks wel aan Beaupain gevraagd,maar deze hardnekkig geweigerd had. De beschuldigde werd dan ook vrijgesproken. Na twee uur wachten verschenen nu de zes beschuldigden. Vijf officieren zaten achter een tafel. Een tolk hielp bij de ondervraging.Constant bekende, dat hij reeds minstens twee jaar inlichtingen aan de geallieerden verschaft hed en zulks deed uit plichtsgevoel als Belg.Hij weigerde de namen zijner medewerkers te noemen. Geen Belgisch advokaat mocht hem verdedigen, wel een Duitsch, die echter zeer kort moest zijn De auditeur eischte de doodstraf tegen drie mannen en voor elk der vrouwen tien jaar dwangarbeid.De rechtbank deed dien dag geen uitspraak. Deze volgde twee dagen later. Ze was verbluffend:Constant Grandprez, den briefdrager Gregoire en Elise Granprez kregen de doodstraf, en de drie overige elk 15 jaar dwangardbeid.(Vervolg enslot op 21)
|