don't judge me by my outside, try to understand my inside....
13-12-2005
Kerstwens
Warme Kerstgroet
Kerst en Nieuwjaarswens
Ik wens jullie brieven en kaarten die op de deurmat vallen.
Gelach en kussen die naar chocolade smaken.
Ik wens jullie warmte en beschutting,
innerlijke rust en vrede,
liefde en vriendschap.
http://blog.seniorennet.be/poco_loco/
De waarschijnlijkheidstheorie is gebaseerd op het principe dat feiten uit het verleden repeterend zijn. Hierbij wordt verondersteld dat het feit de
waarheid is.
Een voorstelling hiervan kan gegeven worden door het op echtheid geleverde
feit voor te stellen als Q, de som van een aantal stukjes van het
desbetreffende feit. Deze Q is dus gelijk aan de reële waarheid van een
gebeurtenis.
Indien men nu niet in het bezit is van de gehele Q, maar slechts van een deel ervan, dan kan de gehele Q verkregen worden met behulp van de
waarschijnlijkheidstheorie.
De optelling van de delen die men bezit en de ontbrekende delen zijn immers
weer de Q.
Doordat feiten uit het verleden zich herhalen kunnen de ontbrekende delen
daaruit gezocht worden en vervolgens worden toegevoegd aan de delen die men
reeds tot zijn beschikking heeft. Met als resultaat de complete som Q, die
het vernoemde feit weergeeft.
Ik zal een voorbeeld geven. Meneer X gaat iedere morgen op zijn fiets naar
het werk. Op een willekeurige morgen kom ik meneer X op de fiets tegen.
Ik bezit nu enkele delen van het feit dat meneer X iedere morgen op de fiets naar het werk gaat. Namelijk, ik kom meneer X op een morgen tegen èn hij is met de fiets.
Het ontbrekende deel is dus dat ik niet weet waar meneer X naar toegaat.
Omdat meneer X iedere morgen op zijn fiets naar het werk gaat mag ik het
ontbrekende deel hieruit bepalen. Het ontbrekende deel is dus 'naar het
werk'.
De conclusie is dat naar alle waarschijnlijkheid meneer X, op de betreffende morgen dat ik hem ontmoette, op weg naar het werk fietste. Voila zo een eenvoudige verklaring voor een ingewikkeld woord.
Surrealist René Magritte krijgt nieuw museum
do 08/12/05 - De Belgische surrealist René Magritte (1898-1967) krijgt een nieuw museum in Brussel. De plannen waren er al en nu is ook de financiering rond, melden verschillende kranten. Het Magritte-museum zou in maart 2007 de deuren openen.
Het museum is een project van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) en de Stichting Magritte. Voor de financiering wordt een beroep gedaan op de nutsgroep Suez.
werk van René Magritte
De KMSK bezit 150 schilderijen en tekeningen van Magritte en heeft daarmee de grootste collectie ter wereld.
De werken krijgen een onderkomen in de vier verdiepingen van het Altenloh-gebouw op de hoek van het Koningsplein. In dat gebouw loopt momenteel de retrospectieve van Panamarenko.
Naast het museum zijn er ook plannen voor een documentatiecentrum René Magritte in de KMSK. Daar zouden alle archieven ondergebracht worden.
Volgens Michel Draguet, directeur-generaal van de KMSK, is de financiering rond maar moeten er nog afspraken gemaakt worden met de kabinetten van minister Reynders en Verwilghen.
"De principeovereenkomst is er, maar het is zeer complex om alles wettelijk geregeld te krijgen", zegt Draguet in De Morgen.
Vandaag is het precies 25 jaar geleden dat John Lennon doodgeschoten werd door Mark Chapman. Als de geschiedenis anders verlopen was, zou de ex-Beatle morgen 65 jaar geworden zijn. Daarom vroeg Radio 1 aan zijn luisteraars om uit een lijst van 65 Lennon- en Beatlesnummers hun dertien favoriete nummers van de zanger te kiezen. Imagine werd zoals verwacht verkozen tot het beste Lennon-nummer.
Imagine
Imagine there's no heaven,
It's easy if you try,
No hell below us,
Above us only sky,
Imagine all the people
living for today...
Imagine there's no countries,
It isnt hard to do,
Nothing to kill or die for,
No religion too,
Imagine all the people
living life in peace...
Imagine no possesions,
I wonder if you can,
No need for greed or hunger,
A brotherhood of man,
Imagine all the people
Sharing all the world...
You may say Im a dreamer,
but Im not the only one,
I hope some day you'll join us,
And the world will live as one.
Blondje:belt naar supportmedewerker;"ik zit met een probleem, ik geraak niet op de sekssite van mijn man". Supportmedewerker; je gebruikt toch wel het juiste passwoord?"Blondje;"jazeker, ik heb gekeken toen mijn man het invulde!" Supportmedewerker;"en wat is het passwoord dan, mevrouw?" Blondje;"*******".Twee domme blondjes zitten in het restaurant zegt het ene blondje tegen de andere "ik heb vandaag een zwangerschaptest gedaan" vraagt het andere blondje daarop "en waren de vragen moeilijk?"
Aan het eind van zijn leven heeft de oude man
nog één vraag die onbeantwoord is gebleven.
Wat was de reden van mijn bestaan?
Ik heb gezien, ik heb gevoeld, ik heb gehoord,
ik heb gelachen en ik heb gejankt.
Ik werd bemind en werd gehaat.
Maar nu de dood dichtbij is.
Nu ik geen angst meer voel
voor iets dat ik mijn hele leven gevreesd heb.
Nu ik geen emoties meer ken,
nu ik uit ben gespeeld op het spel des levens.
Nu vraag ik mij af: Wat was het nut?
Was ik het verschil?
Heb ik de wereld veranderd?
Word ik gemist?
En is er wel een reden om mij te missen?
Dit vraag ik mij af nu ik alleen nog
een verleden heb om achter te laten.
En nu mijn toekomst mij ook al ontnomen is.
Liever had ik angst gevoeld dan onzekerheid.
Liever was ik in pijn gestorven denkend dat ik alles wist.
En dan, met zijn laatste adem mee,
als hij nog een keer in zijn gedachten wegzweeft,
zegt hij tegen zichzelf: "Ik heb geleefd".
Een buschauffeur van een touringcar is onderweg met een bus vol oudere dames, als hij na een kwartier op zijn schouder wordt getikt, waarna een van de dames hem een handvol pindas aanbied. Na een bedankje peuzelt hij deze op. Na weer een kwartier staat er een andere dame achter hem met een handvol pindas. Dit gaat door tot hij acht keer een handvol pindas in ontvangst heeft genomen, en opgepeuzeld. Bij de negende dame vraagt hij:waarom eten jullie de pindas niet zelf op? Waarop de dame zegt dat dat niet kan in verband met hun tanden. Vraagt de buschauffeur:waarom kopen jullie ze dan? Waarop de dame antwoord:we vinden de chocolade er omheen zo lekker.
Wist je dat 8 uur slapen per nacht helemaal niet zo gezond is?
mensen die dit doen hebben zelfs 12% meer kans om vroegtijdig te overlijden dan mensen die 6,7-7,5 uur slapen
Onderzoekers in Amerika van de universiteit van San Diego bestudeerden meer dan één miljoen mensen in de leeftijd tussen 30 en 102 op hun slaapgedrag.
Uitkomst van het onderzoek was dat mensen die acht uur per nacht slapen meer kans lopen om vroegtijdig te overlijden dan mensen die 6,5 tot 7,5 uur per nacht slapen.
Slaap je meer dan 8,5 uur of minder dan 4 uur per nacht, dan loop je zelfs een kans van 15% of meer op vroegtijdig overlijden.
Dit onderzoek is zonder twijfel een zeer interessant onderzoek geweest, en lijkt ook zeer betrouwbaar op grond van het aantal subjecten (meer dan 1 miljoen!), de leeftijds groep (tot 102 jaar!) en de looptijd ("jarenlang onderzoek"). Enkele aantekeningen die bij dit onderzoek gemaakt moeten worden zijn echter de volgende zaken: De mensen moesten zelf aangeven hoe lang ze sliepen per nacht, wat uiteraard niet absoluut betrouwbaar is.
Verder werd er niet gekeken naar de gezondheid van de mensen en naar de kwaliteit van de slaap. Het ligt nogal voor de hand dat gezonde mensen minder slaap nodig hebben dan oudere mensen. Het is dus maar de vraag in hoeverre dit onderzoek de juiste conclusies heeft getrokken. Het is wachten op meer onderzoek naar dit onderwerp.
Niet jachtig, eerder tastend valt de sneeuw
Alsof het wit naar zwarte plekken zoekt.
Maar heel het landschap ligt al volgeboekt.
De dag staat zwaarbepakt om te vertrekken.
De bomen dromen rechtop in de sneeuw,
Verwonderd en in hun verwondering verrast.
De vorst heeft ieder takje afgetast .
Het is windstil, er valt niets te vertellen
.
De laatste vlokken vallen, in de lucht
Zweeft al wat zonlicht, geel en droog.
En vogels, eerstgeborenen van het oog,
Haasten zich om de schade te herstellen.
In de winter zijn er niet bepaald veel insecten te vinden en hebben de vleermuizen niet genoeg te eten. Voor dit probleem zijn 2 oplossingen; zoals de vogels naar het zuiden trekken, of een winterslaap houden. Het is nu wel al duidelijk dat vleermuizen helemaal niet op vogels lijken. Ook op dit vlak niet! Ze houden gewoon een winterslaap.
Hiervoor zoeken ze een andere plaats dan hun zomerverblijfplaats. En ze stellen er ook enkele eisen aan.
Het mag er niet vriezen, er moet een constante hoge luchtvochtigheid heersen en het moet er donker zijn.
Sommige soorten trekken zich terug in holle bomen, andere in kelders en zolders of oude gebouwen, als het er maar rustig is.
Tijdens hun winterslaap laten ze hun lichaamstemperatuur zakken tot de omgevingstemperatuur. Dit doen ze door hun hartslag te verlagen van enkele honderden tot amper 30 slagen per minuut en hun ademhaling van zo'n 300 keer per minuut naar 1 keer om de paar minuten!
Op die manier overleven ze van oktober tot april, zonder ook maar één keer te eten! Soms worden ze wel eens wakker, dan drinken ze eventjes wat vochtdruppels en slapen verder.
Er zijn soorten die wakker worden om te paren en andere om een betere plaats te zoeken. Hoe kouder het wordt, hoe kouder ook de overwinteringplaatsen worden. Gevoeligere soorten verhuizen dan naar een warmer oord. Bepaalde soorten durven zelfs, op een warme winterdag, op jacht gaan. Ja, zelfs overdag!
Lente
Ze worden wakker bij de eerste warmere dagen, tussen eind maart en begin april. Kort daarna gaan ze terug naar hun zomerverblijfplaats (eind april). De winter- en zomerverblijfplaatsen liggen vaak dicht bij mekaar, maar ze kunnen net zo goed tientallen kilometers uit mekaar liggen.
Zomer
Begin juni verzamelen de vrouwtjes zich in de kraamkolonies. Bij ons kan zo'n kraamkolonie wel uit 400 dieren bestaan. De mannetjes verblijven ondertussen alleen of in kleine groepjes op een andere plaats. In de kraamkolonies brengen de vrouwtjes hun jongen ter wereld en brengen ze ze groot.
De jongen worden in juni geboren en ze worden een viertal weken overdag en 's nachts gezoogd. 's Nachts, tijdens het jagen, komen de moeders regelmatig terug naar het hol om hun jong te zogen. Ze nemen hun jongen niet mee als ze vliegen, tenzij ze om één of andere reden moeten verhuizen.
Tegen het einde van juni (als de jongen niet meer gezoogd worden) lost de kolonie op en vind je enkel nog kleine groepen vleermuizen in de omgeving.
Aangezien vleermuizen zoogdieren zijn, komen hun jongen dus levend ter wereld en niet uit een ei of zo. Ze krijgen ook maar 1 jong per keer. Uitzonderlijk kan er eens een tweeling bij zijn. Hun trage voortplanting wordt gecompenseerd door het feit dat ze relatief gezien redelijk oud worden. Gemiddeld worden de meeste soorten 7 à 10 jaar. Sommigen worden meer dan 20 of zelfs 30 jaar oud!
Herfst
Voor vele soorten breekt in augustus de paartijd aan. Hoe dit proces juist verloopt is nog niet altijd helemaal duidelijk. Wel is geweten dat bij bepaalde soorten (de dwergvleermuizen en de rosse vleermuis) de mannetjes een lokroep uitstoten vanuit hun hol. Op die manier lokken ze vrouwtjes en daardoor kan je ze dan aantreffen met een harem vrouwtjes rondom zich. Andere soorten (bv. de watervleermuis) paren dan weer in de winter.
Opmerkelijk is dat de bevruchting niet vlak na de paring plaatsvindt. Neen, het vrouwtje slaat het sperma op en de eicel wordt pas in het voorjaar, na de winterslaap, bevrucht en dan begint pas de ontwikkeling van het embryo. Hierdoor voorkomt moeder natuur dat de jongen in de winter (als er weinig voedsel is) geboren worden, of in het voorjaar als de moeder nog verzwakt is van de winterslaap.
In de herfst bereiden de meeste soorten zich al voor op de winterslaap en gaan ze op zoek naar een geschikt winterverblijf. Ze jagen in die periode volop om hun vetreserves aan te dikken, zodat ze de komende winter aankunnen. Op het einde van de herfst zoeken vele soorten dan ook hun winterverblijf al op.
Egels zijn voornamelijk insecteneters. Een egel die in de natuur eet voedt zich met rupsen, larven, wormen, pissebedden, slakken, oorwormen, mieren, spinnen, enz. Maar soms ook een zieke of dode muis. Een nest muizen, kikkers, padden zelfs af en toe bijen en wespen. Door hun goede reukvermogen en hun goed gehoor weten ze al deze prooidieren op te sporen. Egels maken een hoop herrie onder het eten, ze smakken en snuiven er op los. Na het ontwaken uit de dagslaap snuffelt de egel voortdurend rond. Hij ruikt in de lucht, aan boomstammen en woelt mos en bladeren om met zijn poten en zijn natte neus. (Zo worden zijn reukslijmvliezen vochtig gehouden). Snel bewegende dieren (hagedissen, muizen) worden dood geschud. Kauwen doet hij luid smakkend.
Geef een egel nooit melk.
Een egel kan de lactose die in melk zit niet afbreken. Hij krijgt ernstige diaree en zal door uitdroging sterven. Zet liever wat water neer. Ook lusten egels graag poezenvoer (blik of droge brokjes.) Dit eten krijgen ze ook in de egelopvang.
Winterslaap
Egels beginnen hun winterslaap als het koude jaargetijde aanbreekt. Het voedsel raakt dan op. Wanneer zij wakker worden (maart& april) is er weer volop eten. Egels zijn de enige echte winterslaper onder de insecteneters. In de maanden voorafgaand aan de winterslaap heeft de egel flink wat voedsel tot zich genomen, zodat hij vetreserves heeft om de winterslaap door te komen. De egel rolt zich in november/ december op en gaat slapen. Hij teert op zijn vetreserves. Zijn lichaamstemperatuur daalt van ± 35°C tot ± 5.0°C, de hartslag daalt naar ± 9 slagen per minuut en de ademhaling gaat naar ± 3 keer per minuut. Een egel die midden in de winter wakker wordt gemaakt zal dood gaan zijn lichaamstemperatuur zal stijgen en zijn overreserves worden allemaal aangesproken. Hij vindt niet meer genoeg voedsel om zijn verbruikte energievoorraad aan te vullen.
11/11 weeral zolang geleden nog steeds in gedachten bij zovele mensen hier een vertaling van Flanders Fields van John McCrae(1872-1918)als hulde voor hen die voor ons sneuvelden
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij aan rij,
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend,
ook al hoor je ze nauwelijks temidden het kanongebulder
aan de grond.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden
leefden we nog, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan
beminden en werden bemind en nu liggen we
in Vlaanderens velden.
Neem ons gevecht met de vijand weer op:
Tot u gooien wij, met falende hand,
de toorts; aan u om haar hoog te houden.
Als je breekt met ons die sterven
zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen
in Vlaanderens velden. ..
Als daar muziek voor is, wil ik het horen.
Ik wil muziek voor oude mensen, die nog krachtig zijn,
En omgeploegd met lange, diepe voren en ongelovig.
Die de wellust en de pijn nog kennen.
Die bezaten en verloren.
En als er wijsheid is, die geen versterving is,
Wil ik die zien, wil ik die horen.
En anders wil ik zot en troebel zijn.
In hoogstaande culturen heeft men steeds de grootste eerbied gehad voor bejaarde mensen, voor de ouderen, de oudsten. Meestal hadden zij alles te zeggen In elk geval werden ze telkens geraadpleegd! Onze tijd heeft van'oude mensen'een probleem gemaakt. Dat is vreemd en een teken van verarming! In onze gekke maatschappij worden de mensen opgedeeld. De bejaarde mensen behoren tot de onproduktieven. Ze worden dikwijls gewoon 'afgeschreven', zoals machines en materialen. In de produktiewereld heeft men het over afvoer van personeel, van 'mensenmateriaal' ! Men heeft het over problemen van huisvesting, het opbergen en bezighouden van oude mensen, maar nooit over de fantastische bijdrage die ze kunnen leveren in familieverband, groepsverband, bedrijfsleven, in elke gemeenschap, soms alleen al door hun stille, wijze aanwezigheid ! We maken ons wijs dat we leven, omdat we jachtig voorthollen alsof we geen minuut te verliezen hadden. Bejaarde mensen zijn kostbare mensen, die ons vooral de betrekkelijkheid van vele dingen leren. Ze zijn mild geworden en maken zich geen illusies meer. Ze kijken dieper, zijn innerlijker gaan leven en genieten van geestelijke waarden. Wijze mensen. Rustige mensen. Mensen vol humor!
In de vijfde klas zit een heel braaf meisje. Zij maakt altijd keurig, haar huiswerk.; ze spreekt de meester altijd aan met "mijnheer" en zegt netjes "u " tegen hem. Ze ziet er altijd zo keurig uit, dat het net lijkt of ze helemaal gestreken is. Aan kattekwaad doet ze nooit mee. Ook deze keer niet.
Vera, Marja en Magda zijn naar de stad geweest, samen met hun moeders. In de stad zijn de moeders samen gaan winkelen en de meisjes mochten zelf wat rondkijken. Ze hadden een tijd bij een leuk restaurantje afgesproken. In een van de winkelstraten was een reuze leuke winkel. Daar verkochten ze allemaal dingen om mensen mee voor de gek te houden. Het mooist vond Marja de kunstdrollen, maar die waren best duur. Met zn drieën zijn ze naar binnengegaan en het resultaat hiervan, moet vanmorgen even uitgeprobeerd worden. De meester is een echte koffieleut en hij gebruikt er altijd suikerklontjes in. Hij zet zijn kopje voor de les begint altijd klaar, dan hoeft hij alleen even naar het koffiezetapparaat te gaan in de kamer naast hun klaslokaal. Er liggen twee suikerklontjes klaar op zijn schoteltje. Als de meester de klas uitloopt, rent Vera naar voren en ruilt vliegensvlug een klontje om, voor een klontje dat ze in haar zak had zitten.
Als de meester binnenkomt, zit Vera weer heel onschuldig op haar plaats en doet of ze hard zit te werken. De meester gooit de suikerklontjes in zijn kopje, roert en....trekt een heel vies gezicht. In zijn koffie drijft een levensgrote spin met hele harige poten. Hoe is die er nu ingekomen. Het lijkt wel of dat beest steeds groter wordt. De meester zet zijn kopje neer en blijft er naar staren. Hij heeft niet in de gaten, dat de hele klas naar hem kijkt en zit te stikken van de lach. Dan bedenkt de meester, dat dit geen normale spin kan zijn. Hij vist met zijn lepeltje de spin uit zijn kopje en dan ziet hij dat het een sponsachtig geval is, dat helemaal vol koffie gezogen is.
"Wie heeft dat gedaan," vraagt de meester. Alleen een heleboel, zeer onschuldige ogen kijken hem aan. "Wat bedoelt u meester," vraag Peter, met zijn liefste gezicht. "Ik bedoel dit," zegt de meester en wijst op het zwarte kliederige, smerige hoopje op zijn schoteltje. "Daar weet ik niets van, meester," zegt Peter en schudt daarbij verwoed zijn hoofd.
"Dat heeft zij gedaan, mijnheer," klinkt het ineens door de klas. Het keurige nette, gestreken meisje, wijst met haar vinger naar Vera. "Zo, Lientje, heb jij dan gezien dat Vera dat er indeed," vraagt de meester. "Ja, mijnheer, dat heb ik gezien. Vera liep naar voren en deed iets bij uw kopje en dat vind ik niet netjes," zegt Lientje. "Zo, Lientje, ik vindt het niet netjes, dat jij klikt," zegt de meester. "Heb jij dit gedaan, Vera," vraagt de meester."Vera kijkt hem aan en zegt: "Ja, dat heb ik gedaan. Ik wilde het eens uitproberen, of het zo leuk was als dat het op het zakje van het suikerklontje stond." "En is die proef geslaagd," vraagt de meester. "Ja, want uw gezicht toen u dat ding ontdekte, was nog veel leuker als alle gekke bekken op het zakje," zegt Vera. De hele klas begint te lachen. De meester kan moeilijk iets anders doen en lacht ook maar mee.
"Vera, dan ga jij nu voor straf, voor mij een nieuwe kop koffie halen, en wee je gebeente als je nog iets moet uitproberen." Toch wel opgelucht dat de meester het zo opneemt, gaat Vera gauw koffie voor hem halen. De enige die het met de gang van zaken niet eens is, is Lientje. Zij zit verontwaardigd te kijken, want dat de meester gezegd heeft dat zij klikte, vind ze niet netjes. Ze gaat eens goed rechtop zitten en kijkt maar uit het raam. Toch vangt ze op wat Bart achter haar rug, zit te fluisteren: "Heilig boontje, heilig boontje." "Mijnheer," zegt ze, "Bart scheldt mij uit!" "Zo," zegt de meester, "waarvoor dan wel?" "Hij zegt: heilig boontje," antwoordt Lientje. "Dat is geen scheldwoord, dat is gewoon een uitdrukking," zegt de meester. "Kom we gaan eens een taallesje wijden aan uitdrukkingen en gezegden, wie weet een goede uitdrukking?" Bart steekt stralend zijn vinger op en zegt: "Heilig boontje meester!" "Dan mag jij uitleggen wat dat betekent," zegt de meester. Bart, niet zo gauw voor een gat gevangen zegt: "Nu heilig, dat is iemand, die zo verschrikkelijk goed is en zulke goede dingen doet, dat je hem niet na kunt doen. Een boontje, ...dat is gewoon een sperzieboon, die zich verbeeldt dat hij een doperwtje is." De klas, lacht hevig en de meester besluit maar snel op een ander onderwerp over te gaan.
Het duurt nu toch wel lang genoeg
dat het even niet meer gaat
dat een plotseling gebeuren
de dagen verkleuren laat
Geen oog meer voor de mooie dingen
't lijkt kouder, soms wel kil
in zo'n nare periode
staat de tijd, zo'n beetje stil
En dan ineens
zolang verwacht
straalt de nieuwe morgen
Daar is de tijd dat je weer lacht
oprecht en zonder zorgen.
Mannen die het lekkerste eten op hun bord tot het laatst bewaren, denken in bed vooral aan zichzelf. Minnaars die hun aardappels en groente volledig door elkaar prakken, zijn saai tussen de lakens. Degenen die een kuiltje maken voor de jus of de saus zijn daarentegen zeer gevoelig en creatief.
Dat stelt de Duitse psycholoog prof. Alfred Gebert. Vrouwen die willen weten wat voor vlees ze in de kuip hebben, kunnen volgens hem tijdens een eerste afspraakje het beste gaan dineren in een restaurant. Door hun mogelijk toekomstige partner van het voorgerecht tot het dessert nauwlettend gade te slaan, kunnen zij namelijk nagaan hoe hij zich in bed en in de rest van de relatie zal gedragen.
Volgens Gebert bestaan er zes verschillende type mannen: nummer een bewaart het lekkerste voor het laatst, nummer twee maakt een kuiltje, nummer drie gooit royaal zout en peper over zijn eten, nummer vier eet werkelijk alles op (ook hetgeen zijn partner laat staan), nummer vijf prakt alles door elkaar en nummer zes verdeelt het eten in kleine hapjes.
Vooral voor type nummer een en vijf waarschuwt de professor van een hogeschool in Munster de vrouwen. Deze mannen zijn in bed geen ideale partners: de ene groep is egoïstisch, de andere verre van creatief.
De kuiltjesgravers en restjeseters zijn de betere minnaars. De eerstgenoemde groep is volgens Gebert zeer gevoelig en creatief in bed. Daarnaast kan van deze mannen worden verwacht dat ze regelmatig met verrassingen als bossen bloemen of bioscoopkaartjes op de proppen komen.
Degenen die het niet kunnen aanzien dat er voedsel wordt weggegooid, zijn in een relatie zeer trouw en aanhankelijk. Wat seks betreft zijn deze mannen onverzadigbaar.