Het is wel nodig dat je deze eerste oefening een paar keer doet tot je ze echt onder de knie krijgt. Het is belangrijk dat je weet hoe je bewust je gedachten kan observeren voor je overgaat naar de volgende observatie.
Tweede observatie:
Deel I: Passieve observatie
We ontspannen ons opnieuw, net zoals bij de eerste oefening. We gaan traag spiergroep per spiergroep na tot we helemaal ontspannen zijn, al zittend. We concentreren ons op onze ademhaling. Langzaam in en uit. Als we ons bewust zijn van onze ademhaling, gaan we over tot het observeren van ons hoofd. Welke gedachte sluipt er binnen, welke volgt die eerste weer op. Observeer, oordeel niet, ga niet in dialoog met die eerste, tweede, derde gedachte. Als je voelt dat je toch eentje achternaholt, ga dan niet dadelijk terug naar je ademhaling, maar observeer je emoties die bij deze gedachte samenopborrelen. Dit is één stap meer dan de vorige observatie. Je geeft even aandacht aan je emotie die bij deze gedachte samenvalt. Hoe voel je je, verander er niets aan, observeer gewoon of je je triest voelt, blij, boos... laat de emotie niet te veel terrein winnen. Observeer je emotie en ga dan terug naar je ademhaling, in - en uit -.
Deze oefening is al iets zwaarder dan de vorige omdat je toelaat dat je gedachte je laat leiden. Je mag het toelaten maar je mag nooit de bewuste controle verliezen. De emotie mag je niet helemaal in beslag nemen en dat is niet gemakkelijk. Als je voelt dat je toch de controle verliest en je jezelf verliest in je emotie, ga dan dadelijk terug naar je ademhaling. Negeer die emotie totaal en ga terug naar je in- en uitademing.
Deze observatie is heel belangrijk. Zo voel je heel bewust dat de gedachten die in en uit je hoofd rollen ook jouw emoties sturen. Als je je daar bewust van bent, is dat een enorme stap voorwaarts. Zo voel je tijdens deze oefening hoe jou gemoed plots kan veranderen, alleen maar door aan iets te denken. Je gedachten nemen de controle van jezelf over en doen gewoon wat zij willen. Daar moeten we ons heel degelijk van bewust zijn om verder te kunnen gaan.
Deze oefening kan je in het begin ook maar een korte tijd doen. Als je het beu bent, stop je gewoon, zoals bij de eerste. Je zal merken dat als je deze oefening een paar keer per dag doet, en als dagelijks ritueel inlast in je bezigheden, je er heel handig in wordt. En dat is de bedoeling. Bewust worden van de handigheid van je gedachten om dan over te kunnen gaan naar de uitbreiding van deze tweede observatie. Het eerste deel is een passieve observatie, het tweede deel van deze observatie is actiever. Maar voor we dit doen stellen we nog even vast dat bij de stroom van de gedachten in ons hoofd ook een vloed van emoties gepaard gaan.
De gedachten die in en uit je vloeien hebben eb en vloed bij aan emoties. Ze leiden je lijden.
Deel II: Actieve observatie
We doen de oefening zoals hierboven beschreven maar dan omgekeerd. We nemen zelf de leiding. We ontspannen ons en concentreren ons op onze ademhaling. Daarna ademen we even drie keer heel diep in en uit.
1.
Nu denken we aan een voorval waarbij we de laatste keer gelachen hebben. Gelijk welk voorval of gebeurtenis of moment waarop je echt gelachen hebt. Dat je grappig vond. Waarbij je ook totaal ontspannen was en gelukkig. Dat moment herdenk je nu even terug. Je voelt daarbij terug de emotie van dat moment. Het borrelende lachen dat toen uit je kwam reflecteert zich nu in een glimlach. Je houdt dit moment even vast, Observeer nu je lichaam.
Wat is er veranderd aan je ontspannen toestand?
- Je glimlacht, dus waarschijnlijk zal je gezicht nog steeds ontspannen zijn
- Je spieren rond je ogen, zijn ze ontspannen of in rimpels getrokken door het plezier dat je terug ondervindt?
- Is je rug gespannen? Of juist meer ontspannen?
- Heb je met je benen bewogen?
- Liggen je handen nog op je schoot?
Observeer even heel je lichaam opnieuw, lijkt het nog ontspannen zoals bij het begin van de oefening of ben je nu meer ontspannen?
Adem terug drie keer diep in en uit.
Ontspan opnieuw je lichaam, overloop het even vlug, je nek, je rug, je armen en benen, zijn ze ontspannen? Verzet je even, zodat de spanning uit je onderrug en schouders verdwijnt. Nemen even de tijd om gewoon te ademen, en daarna haal je weer drie keer diep in en uit.
2.
Nu denken we even terug aan een voorval dat ons boos heeft gemaakt. Til niet te zwaar aan de emotie. Maar laat toch even de boze emotie terug in je sluipen, zonder er weer over na te denken. Hou de gedachte even vast waarover je zo boos was, maar niet te lang. Je moet goed in gedachten houden dat dit een oefening is en geen wedstrijd om om ter boost te zijn... Het is maar een experiment, verdiep je niet terug in deze emotie van opgewonden boos-zijn. Laat de gedachte van het voorval in je opkomen, observeer je boze emotie van toen en laat de gedachte weer los. Observeer nu opnieuw je lichaam:
- Is je gezicht nog ontspannen?
- Je hals?
- Waar liggen je handen nu? Gebald? Of liggen ze nog ontspannen op je schoot?
- Heb je je benen gekruisd? Zijn ze nog ontspannen?
- Voelen je schouders gespannen aan?
Hou je niet te lang bezig met deze oefening. Laat de boosheid gewoon weer uit je vloeien. Laat ze niet terug de overhand krijgen. Maar stel, als een koele observator, vast of je lichaam al dan niet gereageerd heeft op deze gedachte en deze emotie. Als je voelt dat je je laat meedrijven met deze emotie, keer dan terug naar je ademhaling. Concentreer je op het in - en uitademen. Je ademhaling werkt als een anker in het over en weer gaan van je gedachten en emoties.
Het doel van dit experiment is om je duidelijk te maken dat de gedachte niet alleen emoties in ons losmaken en daardoor de leiding over onze gemoedstoestand overnemen, maar ook ons lichaam beheren. Onze spieren reageren op de emoties en de gedachten die door ons hoofd spoken.
Deze observatie-oefening moet je niet te vaak doen. Het is beter om gewoon de eerste oefening dagelijks te doen om je observatie-talent meer te ontwikkelen. Dit experiment is enkel om je bewust te maken dat ook ons lichaam reageert op de gedachten die in en uit ons vloeien en dat de gedachten heer en meester blijven over zowel onze gemoedstoestand als ons fysiek lichaam.
Als je even deze experimenten bij elkaar optelt kan je je voorstellen dat we zijn wat we denken? Dat we met onze gedachten een heel eigen wereld vormen? Kan je nu een beetje aan der lijve ondervinden wat buddha eigenlijk wil zeggen met het zinnetje:
Jij bent wat je denkt
Al wat we zijn spruit voor uit onze gedachten
Ons denken geeft vorm aan de wereld
Dit bewust worden is heel belangrijk. Pas als we bewust zijn van iets kunnen we er iets aan veranderen. Als we weten dat we ziek zijn, kunnen we maatregelen nemen om ons te genezen. Ziektes die langzaam in ons sluipen zijn het gevaarlijkste. Deze ziektes nestelen zich heel diep in ons voor we ze voelen en dan is het vaak al te laat. Zo ook is het met dit automatisme of mechanisme van onze denkwereld. Het is tijdens onze opvoeding langzaam in ons geslopen en nu is het heel moeilijk om er iets aan te veranderen. Het zit als het ware in heel ons zijn. In al onze vezels. En we zijn er ons niet echt van bewust. Pas als het ons echt parten begint te spelen, is het vaak al te laat. De heerschappij van ons denken kan dan zo ver gevorderd zijn dat we zelf niet bewust zijn waar het probleem zich voordoet. Maar deze oefeningen kunnen stilaan ons bewustzijn aanzwengelen om ons wegwijs te maken in dit mechanisme. Als we de laatste oefening een paar keer doen met verschillende emoties zoals pijn, angst, boosheid, zullen we ervaren hoe groot de kracht is van onze gedachten. Onze gedachten geven voer aan deze emoties. De emoties geven een reactie aan ons lichaam, ons lichaam geeft ons pijn, een ongemak. We worden krikkel en onze gemoedstoestand verandert totaal.
Als onze gedachten controle hebben over ons, zijn ze net als de blaren op onze voeten, heel storend en ze nemen heel ons zijn in beslag.
Daarna wordt het gewoon een rollenspel. Je gedachten sluipen in je, je dialogeert met hen, andere gedachten komen erbij. Je emoties krijgen voeding uit deze gedachten, je fysiek lichaam reageert op je emoties, je spieren ontspannen of spannen zich al naargelang, hierdoor krijgen je emoties nog een sterker karakter en voeden zo op hun beurt weer je gedachten. De gedachte die je eerst boos of triestig of bang heeft gemaakt, wordt versterkt door je emoties en de reactie van je lichaam en weer omgekeerd. Het is een gaan en komen, een kettingreactie, dat heel je "zijn" overneemt en waar je niet tegen bent opgewassen als je niet bewust bent van het mechanisme.
Voor je het weet tuimel je in de valkuil van je gedachten en ben je de controle kwijt.