Het leven is dualiteit. Het proces van het leven is afhankelijk van twee tegengestelde polen. Het is zoals een rivier: ook hier zijn twee oevers nodig om het water in de bedding te laten stromen. Het leven heeft deze dualiteit nodig. De dualiteit komen we overal tegen, tegenpolen, tot het ultieme uiterste, tot alles één wordt. In dat éne stromen de tegenpolen in elkaar, wordt de dualiteit opgeheven, verdwijnt het leven en wordt het onzichtbaar. Daar heeft het geen naam, geen vorm, daar wordt het leven meer, het wordt Nirvana.
Het leven in dualiteit is dialectisch: tussen man en vrouw, tussen licht en donker, tussen leven en dood, tussen goed en kwaad. Als de dualiteit wordt opgeheven verdwijnt het in de vorm zoals wij het kennen, tijd en ruimte verdwijnt. En de poort wordt geopend. Dan pas kunnen we binnengaan in het onzichtbare, in het misterieuze. Alles is maar manifesteert zich niet, dit is het Nirvana, Moksha: het ultieme waarin alles verdwijnt en alles is.
De gnostische traditie zegt dat er twee wegen,wederom de dualiteit, zijn om de poort te ontdekken *langs meditatie, het Zen, of *de weg nemen van de liefde, Sufi.
Zoals Hakim Sanai zegt:
De pure man verenigt twee in 1 de geliefde verenigt drie in 1
De eerste weg noemen de gnosten: de weg van de puurheid, meditatie, het leegmaken en zo totaal leeg de eenheid te ontdekken. De tweede weg noemen ze de weg van de eenheid om zo vol van alles en vol van liefde de pure liefde te ontdekken, of liever, pure liefde worden.
De twee wegen zijn gelijkwaardig, zoals een woestijn en een tuin vol mooie bloemen, naargelang je voorkeur kan je je stilte vinden in de woestijn of in de tuin.
Buddha volgde de weg van de puurheid, door totale leegte eenheid worden. Hij is zoals een woestijn: stil, bewegingsloos, puur en leeg. De suffies volgen de weg van de liefde, de dans, de vrolijkheid, de weg in de tuin vol speelse vlinders, geurige bloemen, bomen die pure liefde zijn en hun omgeving voorzien van zuurstof, planten die liefde ademen.
In de woestijn van Buddha of in de tuin van de suffies is geen plaats voor onze ego. Het achterlaten van onszelfzijn moet gebeuren aan de poort van deze woestijn of de tuin. In de stilte en de droogte van de woestijn kunnen we onze ego laten opdrogen, verdorren, tot wij hem verpluverd kunnen achterlaten. Op de wandelwegen in de tuin kan onze ego de geur van de bloemen niet opsnuiven, het groen van de bomen lijkt vaag kleurloos door de ogen van onze ego. De vlinders lijken lastige muggen die ons beperken om te genieten. Aan de poort van de tuin is geen plaats voor onze ego.
De methode van de meditatie is net zoals een ui schillen, schil per schil onze "ik" wegnemen tot we niets meer overhouden en de leegte ons doel is. De methode van de Suffies is de ui juist koesteren tot er weer een schil bijkomt, het "ik" "wij" wordt, tot ze genoeg voedsel heeft om te bloeien en open te barsten in volle glorie.
Meditatie is elimineren, suffie is alles opnemen.
Zen zegt net als Sartre: het andere is de hel. Maar zij geven een antwoord op de hel van Sartre. Als we zelf verdwijnen, verdwijnt ook de hel. Als het "ik" verdwijnt, verdwijnt ook "jij" en wordt alles 1.
|