De familiale economie in Salta, zoals op vele andere plaatsen waar mensen van het land moeten leven, is nauw verbonden met wat het woud kan schenken aan de vrouwen en kinderen die in deze streken achterblijven. De mannen trekken weg om hun heil en arbeid te zoeken in steden of industriele gebieden. Het dorp blijft achter, overgeleverd aan wat het land ter plaatse te bieden heeft. Deze mensen zijn nauw verbonden met het land, met hun streek. De voeling met de natuur is hun overlevingskans. Hun dagelijks leven, hun gewoontes, cultuur en opvoeding krijgen ze van de aarde die ze aanraken, de bomen die hen omringen, de wind die in het woud speelt. Hun fysische en geestelijke voeding vinden ze in deze onafhankelijke natuur om hen heen. Zij behoren tot het woud, het woud is een deel van hen. Het sociale leven, hun geestelijke ontwikkeling gaat gepaard met de seizoenen en de veranderingen die ze ervaren in de natuur. Zij beschermen hun levenstijl met hun leven. Zij zijn de miliciens van het woud. Deze Wichi vrouwen en kinderen die alleen zijn achtergebleven ontvangen de nieuwkomers als indringers, de agressie is wederzijds. De nieuwkomers behandelen deze Wichi's als overtollige last. Het zijn de nieuwe eigenaars van de duizenden hectaren woud, het zijn de vrouwen van deze nieuwe eigenaars die met hun hoog spaans niet eens de taal spreken van de streek. Het zijn de landbouwingenieurs die met hun kennis van de universiteit de natuur willen trotseren, naar hun hand willen zetten. De Wichi's zien hem komen, net zoals voordien hun voorvaderen de colonisten van Spanje zagen komen. Boodschappers met slecht nieuws. Onwetendheid en betweterij tegen alle regels van de natuurwetten. Deze vrouwen en hun kinderen zien het land verrotten, zien het land opdrogen, zien het land wenen en de droefheid van de tranen van dit woud, kerft hun hart tot bloedens toe. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|