De dualiteit in ons is als een parasiet. Hij leeft in ons, met ons, over ons. Hij is moeilijk te herkennen en zeker te elimineren. Het is alsof hij onszelf is, of we onszelf zouden elimineren als we hem opzij zetten. Het is en blijft een moeilijke opgave, maar daarom niet minder mooi. Als we onze dualiteit kunnen uitschakelen horen we volgens mij bijna in het lijstje van de verlichte personen, een korte lijst.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik heb al vaak ondervonden dat ik als waterman-vrouw een aangeboren talent heb om deze parasiet in mezelf te herkennen. Het is een geschenkje van mijn karma, waarvoor ik heel dankbaar ben. Dat wil niet zeggen dat ik mij niet schuldig maak aan dualiteit, verre van. Ik herken het wel. Als de dualiteit op een laag pitje staat, voel ik gemakkelijker de dingen aan. Het gevoel dat in me opborrelt, zonder dat ik weet waar het vandaan komt, is intuitie. Aanvoelen wat is, zonder echt te weten waarom. De parasiet wil steeds triomferen, hij gaat dadelijk de strijd aan met onze intuitie. Als we naar hem luisteren, zijn we weer dadelijk vertrokken: een dialoog zonder einde. Een kip zonder kop, een mens zonder hart...
"verlaat je gedachte die alleen in proza kan denken
neig naar je gedachte die je poëzie toefluistert
laat je talent om conclusies te trekken achterwege
vraag en antwoord spelen als vraag en aanbod
je hart te pletter
leef zoals in melodiën, neuriende voetstappen
teksten poetisch gedrukt in het voelen
ga over van intellect naar intuitie
ga van je verstand over naar je hart
pas dan zal je dichter bij de mysteries komen"
Osho
Uitkomen bij je intuitie is uitkomen bij je eigen poëzie. Het is net zoals je een ui pelt: schel per schel je ontdoen van je automatismen, van je denken, van je programmatie. Schel per schel naast je neerleggen tot je vanzelf uitkomt waar je begonnen bent: bij de kern, bij jezelf.
Leven is eenvoud, eenvoudig. Houden van is simpel, het is. Een moeder heeft geen uitleg waarom zij die pasgeboren snuiter zo lief heeft. Ze voelt liefde, ze is liefde. Het leven en al de aspecten rondom dat aardse bestaan zijn zo simpel, de eenvoud zelve. Juist daarom dat we ze ingewikkeld maken. We falen te vaak in ons leven, in onze liefde, onze vriendschap. Als we dan ook nog eens weten dat het zo eenvoudig is, ligt het falen nog zwaarder op onze maag. Het moet dus wel heel moeilijk en ingewikkeld zijn. Falen is dan normaal Iedereen faalt, moeilijke dingen zijn alleen voor enkelingen weggelegd. We falen liever in heel ingewikkelde problemen. We houden ons voor dat leven ingewikkeld is, liefde een aards moeilijk kluwen is. Falen is dan normaal.
Zetten we al wat wij denken dat belangrijk is, opzij, komen we tot de simpele bevinding: leven is eenvoud, houden van is simpel...
Een poëtisch leven, de gedachte alleen al bezorgt ons hoofdpijn. Poëzie is vreselijk ingewikkeld: er zijn enorm veel stijlen en nog meer regels.... naar gewone mensenmaat omgezet tot iets vreselijk geleerd: falen is dan heel gewoon. Het is niet voor simpele geesten weggelegd, denken we. Niets is minder waar: poëzie is de taal van je hart, de taal van intuitie. Waarom gaat dichten of mooie zinnen schrijven gemakkelijker als je verliefd bent, of als je verdrietig bent? Omdat je hart dan de boventoon aangeeft: en dat hart dicteert de taal van je intuitie.
Als we recht uit ons hart leven, leven we poëtisch. Mensen die deze mooie vorm schrijven, zijn volgens mij "meesters": meesters in de zin van: zij hebben het door hoe eenvoudig leven kan zijn. Zij hebben de ui verder afgepeld. Elke schel als een "belangrijke" stap overboord gegooid, tot ze bij de kern zijn uitgekomen: henzelf, hun hart, het leven, de liefde, de eenvoud.
|