Nu we weten dat er een stevige driehoeksverhouding bestaat tussen het denken, onze emoties en ons fysieke lichaam, en we er ook van bewiust zijn. Kunnen we deze driehoeksverhouding ook positief gebruiken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In veel gevallen weten en hebben we ook ondervonden dat als we angstige gedachten hebben we die kunnen controleren door eens diep te ademen, die gedachten opzij te zetten en onze emoties niet te laten meeslepen. Zo onverwinnen we angst. Zo ook is het met alle emoties. Als we triestig zijn en we huilen ( fysieke reactie ) worden we daarna ook meer ontspannen. Deze techniek hanteren we in extreme gevallen. We kunnen deze techniek ook toepassen in minder extreme gevallen. Onze gedachten zijn niet altijd of bijna nooit juist. We laten ons meeslepen. Dat moeten we vermijden. Als de gedachten de controle overnemen van onze emoties volgt ons lichaam automatisch. Dit automatisme kunnen we doorbreken door de gedachten die in ons opkomen te controleren. Positief denken is dus de boodschap. We denken zo vaak: " we kunnen dit niet" we denken zo vaak: " dit haal ik nooit". Dit zijn gedachten die het beeld van ons zelf ons ingeeft. Als we dit beeld van onszelf nu veranderen, denken we ander, of andersom: als we anders denken, verandert ons eigenbeeld. Waarom zouden we vele dingen niet kunnen, omdat we het niet doen zoals de anderen het doen? Dat is geen reden. We doen de dingen zoals wij ze kunnen en dat is het voornaamste, dat is gewoon perfect. Als we in onszelf steeds denken dat we perfect zijn, is dit een rechttrekking van de negatieve balans die we van onszelf hebben. Dit perfect eigenbeeld zal nooit onszelf overstijgen. Het zal nooit een arrogantie kweken in ons. Vertrouw daar maar op. Want die perfectie komt uit ons hart. En ons hart denkt altijd eerlijk, puur. Arrogante mensen die steeds "zeggen" dat ze alles aankunnen, zeggen dit vaak omdat ze in hun binnenste van het tegendeel overtuigd zijn. Kijk dit maar eens na bij jezelf. Als we drie keer ZEGGEN dat we zo niet zijn, is dit eigenlijk een bewijs dat we wel zo zijn, maar onszelf willen overtuigen van het tegendeel. Door dingen te zeggen maken we onszelf niet meer geloofwaardiger bij de anderen. Zij zien ook wat we doen en hoe we de dingen aanpakken. De anderen kunnen we niet zo gemakkelijk van het tegendeel overtuigen. En dat is ook niet de bedoeling. We moeten onszelf van het tegendeel overtuigen en dat gebeurt enkel door onze denkwereld te veranderen, niet onze uitgesproken woorden.
Denk nu eens andersom: " we kunnen dit wel en als het resultaat niet dat is wat we verwachten, is dat ook geen ramp." " ik haal dit wel". Deze gedachte zal zoals we gezien hebben in de driehoek, ook onze emoties beinvloeden en daardoor ook onze fysieke toestand. Waardoor we meer ontspannen aan een taak beginnen en het toch lukt. Deze kleine truuk is levensbelangrijk om de kracht van de driehoek eerlijker te verdelen. Positief denken neemt kracht weg uit die onze gedachten hebben, zij geeft kracht aan onze emoties die we dan beter kunnen controlen, en we zo ons fysiek lichaam ook onder controle krijgen. Als we zekerheid uitstralen, als we positieve gedachtenenergie uitstralen zal ook de wereld rondom ons veranderen, aangezien we zijn wat we denken: dus in dit geval : positief! De wereld zal rondom ons positief veranderen.
Als we in die zin het verhaaltje van hier boven herschrijven krijgen we een heel andere uitkomst:
Een man rijdt in zijn auto naar een familie-bijeenkomst. De grootouders van de man wonen een heel eind buiten de stad. De laatste 10 kilometers slingeren zich desolaat in het landschap. Geen dorp, geen benzinestation, geen enkele plaats om even halt te houden. Hij haat... hij vindt het heerlijk om heel de weg voor hem alleen te hebben. Rustig rijdt hij tussen het landschap door. Ademt de rust in van de natuur om zich heen en de radio speelt een mooi klassiek muziekje. De avond valt en de donkerte slokt hem op. Het geeft hem een veilig gevoel. Juist voor hij de afslag neemt en het laatste zichtbare huisje aan hem ziet voorbijglijden, denkt hij: " heerlijk, ik ben er bijna, mijn grootouders zullen blij zijn me nog eens te zien. ..."
Nog voor hij uitgedacht is, voelt hij zijn wagen slingeren. Hij remt, verlaat de wagen en ziet dat de linker-achterbandlek is. Hij kijkt verlaten om zich heen. Hij herinnert zich dat de laatste keer bij het vervangen van een wiel, zijn krik het begeven heeft. Hij is ongeveer vijf kilometer van het ene punt of het ander punt verwijderd. Hij kijkt om zich heen en wrijft door zijn haar met een diepe zucht. Plots ziet hij voor zich tussen de bomen een lichtje. "Dat zou een huisje kunnen zijn", denkt hij. "Dat lijkt me niet zo ver. Ik kan er heen wandelen en vragen of ze me willen helpen.". Hij trekt zijn laarzen aan, kruipt onder de afspanning en begint door het veld te stappen, recht op het licht af. Langzaam ziet hij de contouren van een boerderij. Blij stapt hij vlugger. Het huis komt langzaam in zicht. "ja, als er nu maar iemand thuis is. Ik kan vragen of ze een krik hebben, dan is mijn wagen zo gerepareerd en breng ik dadelijk de krik terug. Dat zou fantastisch zijn" Monter loopt hij vlugger en vlugger door de zware kleigrond van het weiland.
"oei, misschien is dit weiland wel van de boer, ja waarschijnlijk wel. Als hij nu maar niet boos is dat ik zo maar door het land loop. Ik kan zeggen dat de afspanning gebroken was aan de weg en ik niet wist dat ik er niet mocht doorlopen. Maar hij zal wel weten of de afspanning kapot is of niet. Dan weet hij dat ik lieg. Daarna zal hij me wel helemaal niet meer vertrouwen. Als ik dan de krik vraag, zal hij denken dat ik ze niet zal terugbrengen. Mensen die liegen, zijn niet te vertrouwen. Dus zal ik maar eerlijk zeggen dat ik onder de draad ben doorgekropen. Ik zal eerlijk zeggen dat ik geen tijd wilde verliezen door helemaal rond te lopen, dat ik eigenlijk mijn weg hier niet goed ken. Dat is waar. Ik kan zeggen dat ik bang was om te verdwalen en daarom recht op het licht ben afgestapt in de hoop hulp te vinden. Mensen die in zo een mooie natuur leven zijn vriendelijke mensen. Ook is de solidariteit onder de mensen van het platteland groter dan in de stad. Er is minder wantrouwen. Ze hangen meer af van elkaars hulp dan in een grootstad. Zelfs als hij geen krik heeft, ben ik zeker dat hij me zal helpen, deze mensen hebben veel meer ervaring met zich te behelpen met de riemen die ze hebben. Ze zijn praktischer dan stadsmensen. Ik zal maar doorlopen, of ik stoor deze mensen nog op een nachtelijk uur en dat zo onbeleefd zijn."
Al peinzend komt hij aan bij de voordeur. Het is nu ook totaal donker.
De man in het huisje had hem al een tijdje zien aankomen. "Moeder, waarschijnlijk iemand in nood. Ik ga even kijken, zet jij al vast een kopje koffie klaar voor hem?" nog voor de man van de auto kon bellen, deed de man van het huisje de deur open. De man van de auto schudt hem vriendelijk de hand. Hij excuseert zich voor de nachtelijke storing en legt zijn probleem uit. " ja ik dacht al dat je hulp nodig had. Kom toch binnen, het is te koud, we zitten in de keuken, moeder de vrouw zal dadelijk een kopje koffie voor je brengen, of hebt u liever thee? "
" koffie is heerlijk, dat zal smaken, bedankt voor dit hartelijk ontvangst. Maar ik wil echt niet veel tijd van u in beslag nemen, als u een krik hebt, kan ik dadelijk mijn wiel vervangen en de krik aan u terugbezorgen."
"Och man, neem rustig je tijd. Drink je kopje op, ik zal ondertussen de krik even voor je halen. Daarna gaan we samen naar je auto en fixen we het euvel.."
Dit is al een heel ander verhaal. En wat is er eigenlijk in veranderd? De manier van denken waardoor ook de lichaamstaal van de man totaal veranderd. En het resultaat een sprookje lijkt. Maar is dat ook werkelijk zo? Als we positief denken, onze lichaamstaal daarbij aanpassen en rustiger overkomen, zou ons leven dan werkelijk een sprookje worden ?
JA!
Probeer het maar eens in de praktijk!
|