10 personen

Aan de slag

Verwarm de oven voor op 160 °C. Kneed de boter, suiker, speculaaskruiden, het zelfrijzend bakmeel en het zout door elkaar.

Voeg lepel voor lepel de melk aan het beslag toe, zodat het een lekker soepel deeg wordt.

2

Snijd het deeg in 4 gelijke stukken en vorm er 4 lange rolletjes van 1 cm dik van.

Snijd de rolletjes in stukjes van 1 cm en rol elk stukjes tot een balletje. Leg de balletjes op de met

bakpapier beklede bakplaten en druk ze een beetje plat.

3

Bak de balletjes in de oven in ca. 15 min. gaar en lichtbruin. Wissel de bakplaten halverwege.

Neem uit de oven en laat in 15 min. helemaal afkoelen.

Wat heb je nodig (voor 2 potten):

• 4 sinaasappels (liefst biologisch)

• 200 gr. geleisuiker

• 1 citroen

• 100 gr water

• 1 steranijs

• 2 kruidnagels

• 1 kaneelstokje

Hoe maak je het:
Borstel twee sinaasappels goed schoon onder warm water. Snijd met een dunschiller

de schil eraf en snijd in smalle reepjes (julienne).

Zet de schilletjes met koud water op en breng aan de kook.

Giet af in een zeef. Herhaal dit nog 2 keer met schoon water.

Schil alle sinaasappels door de schil met het witte gedeelte weg te snijden.

Haal met een klein kartelmes (ik gebruik een tomatenmesje) de partjes tussen

de vliezen uit: snij telkens vlak langs de vliesjes, dan kun je de partjes er

makkelijk tussen uit wippen. Vang het sap op in een kom of diep bord.

Pers de citroen uit en doe dit bij het sinaasappelsap.

Weeg het sap en de partjes sinaasappel.

Doe nu de het sap, het water met de geblancheerde schillen en de

specerijen in een pan. De partjes sinaasappel worden nu nog niet gebruikt.

Breng alles aan de kook en regelmatig roeren gedurende 10 minuten op hoog vuur.

Voeg nu de sinaasappelpartjes toe en breng opnieuw aan de kook. Draai dan het vuur laag

en laat nog 10 minuten koken.

Voeg de geleisuiker toe en laat nog drie minuten koken

Controleer of de jam genoeg ingekookt is:  vul de potten.

Draai de deksels dicht en zet de potten ondersteboven weg tot ze afgekoeld zijn.

 Wanneer de jam afkoelt, trekken de potten vacuüm en sluiten de deksels goed.

1 ui grof gesneden

2 tenen knoflook geperst

1 wortel

750 gram pompoen

1 blokje groentebouillon 

750 ml water

olie om in te bakken

Verwarm olie in een grote pan en fruit de ui met knoflook aan op medium vuur.

Doe de wortel en de pompoen erbij en bak 5 minuten mee.

Dan een bouillonblokje en het water erbij.

Beng aan de kook en laat de soep 25 minuten koken.

Pureer de soep met een staafmixer glad.

Serveer de soep met een broodje. Lekker als lunch of snelle avondmaaltijd.

Varieer met de soep door extra kruiden toe te voegen

zoals tijm, rozemarijn of verse oregano.
Serveer met een drupje kookroom of crème fraîche

voor een lekker romige soep.

Hallo alle lieve mensen,.

Bedankt voor de lieve berichtjes en trouwe bezoekjes de afgelopen weken.

We gaan weer proberen om er een fijn seizoen van te maken met elkaar.

Veel liefs, Harmke

Wij zijn even thuis om bij te komen van het herfstweer

Maar gaan volgende week nog een paar dagen terug om

na te genieten en om op te ruimen.

Dus tot spoedig ziens als mijn blog nog werkt want er een 

hoop vuil in de oude berichten.

Veel liefs, Harmke

Ingredienten

1. Kabeljauw filet of een andere witvis 300 gram ongeveer 3 porties

2. Tarwebloem 45 gram + extra voor het paneren van de vis

3. Water met prik 90 ml

4. Viskruiden (zonder zout) 2 tl

5. Bakpoeder 1/2 tl

6. Frituurolie voldoende om een (frituur)pan te vullen

Bereiding

• Snij de vis in blokjes van  ongeveer 5 cm.

• Zeef het bloem in een kom.

• Voeg ook het bakpoeder en viskruiden toe aan het bloem. Mix alles goed.

• Voeg geleidelijk het water met prik toe.

• Roer alles goed tot er geen klonten zijn.

• Doe wat bloem op een bord.

• Bedek een kabeljauw filet met het bloem.

• Klop het overtollige bloem af.

• Dompel deze filet onder in het beslag.

• Doe de filet meteen in de, tot 180 graden celsius, verhitte frituurpan.

• Bak deze goudbruin.

• Laat de gebakken kibbeling uitlekken op wat keukenpapier.

• Serveer de kibbeling met b.v. kerriesaus.

ingrediënten

4 personen

5 middelgrote uien

700 g runderriblappen

50 g boter

3 el tarwebloem

500 ml water

2 el witte wijnazijn

1 tl kristalsuiker

2 laurierblaadjes

4 kruidnagels

5 korrels jeneverbessen

Halveer de uien en snijd in ringen. Snijd het vlees in stukken van ca. 3 cm.

Bestrooi het vlees met peper en zout. Verhit in een braadpan de helft

van de boter en bak de helft van het vlees al omscheppend op middelhoog vuur

in 3 min. rondom bruin. Schep uit de pan en bak de andere helft van het

vlees in de rest van de boter. Doe al het vlees terug in de pan.

Zet het vuur laag, voeg de ui toe en fruit 5 min. op laag vuur. Roer regelmatig.

Bestrooi het vlees en de ui met de bloem en laat op laag vuur 3 min. gaar worden.

Roer regelmatig. Voeg het water toe. Voeg de azijn, suiker, laurierblaadjes kruidnagels en jeverbessen toe.

Breng aan de kook en stoof het vlees met de deksel op de pan op heel laag vuur in ca. 2 ½ uur

gaar. Roer regelmatig.

Haal na 2 uur de deksel van de pan en laat het laatste halfuur tot de gewenste

dikte in inkoken op laag vuur. Breng de hachee op smaak met peper en zout.