Niets blijft duren Niet de vuren niet de muren van het ouderlijk huis Niet de kinderen in de straat niet de vrienden, 's avonds laat Niet de vogels in de bomen niet de dag die nog moet komen Niets blijft duren tenzij die onrust, diep in mij dat onophoudelijk geruis.
Oas ge nie keunt vliegen, luupt Oas ge niet keunt luupen, goat Oas ge nie keunt goan, kruipt moar blijf nuutnie stillestoan altijd noar omhuuge goan Oas ge niet keunt lachen, glimlacht - Oas ge niet keunt glimlachen, zij toch blije - Oas ge nie keunt blije zijn, zij content - moar nuutnie opgeven en altijd gaze geven.
Groots is poëzie, goedheid, schone kunsten Maar kinderen zijn 's werelds schoonste gunsten En bloemen, muziek, maanlicht en de zon die op z'n hoogst Teleurstelt als hij niet doet groeien maar verdroogt
Eenzaam drijf ik des nachts over het water en door de stilte valt er dan soms een witte ster Ik vind die ginds wel, in de diepte, later en blijf als altijd ieder doel te ver.
Waneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. Vertel het aan de wind die in de bomen klimt, of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan een kind, dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, misschien alleen al door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens. Ze zouden je niet geloven, ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man , alleen maar een vrouw dat een mens een mens zo liefhad als ik jou. (Hans Andreus)
Hij reist onder de meest azuren luchten Voortdurend met de reisgids in z'n hand Want met die welvoorziene informant Heeft hij van niets of niemand wat te duchten
Hij leest zich door het mooiste buitenland Hij leest zijn weg door steden en gehuchten Hij staat voor de beroemde Brug der Zuchten En leest: De brug is oud en imposant
Hij moet naar huis toe na een week of drie De leesbril kan terug in zijn etui Het dikke boek wordt eindelijk gesloten Hoe heb je het gehad ? vraagt z'n gezin Fantastisch, jubelt hij, ik heb genoten Maar jammer van die drukfout achterin
onderweg terug naar haar betonnen kaartenhuis beslaan terneergeslagen ogen de ramen verzacht door volksmuziek op gedempte toon
botst het landschap onder haar vandaan verborgen achter jaren onkruid en ongeplukt fruit zijn daar de deuren als deksel dichtgetimmerd een breekijzer kraakt de cocon van rustend stof de holte beantwoordt haar in vertrouwde echos
als ze bij slingerlicht de trap en haar voordeur vindt overwint ze de drempel waar ooit warmte begon maar wat nu door een hellestorm lijkt leeggezogen en zo is zij
ze vindt niet het portret van toen, van hem, van samen ze vindt niet de doorgang terug naar haar wereld maar zal verder gedroomd leven in nachten zonder slaap wachtend op haar tijd
Wat is het heerlijk te ervaren, dat ergens iemand aan je denkt, en ongevraagd je laat genieten, van iets waaraan men aandacht schenkt, een mailtje slechts met weinig woorden, maar met een inhoud die het doet, een gedicht, met gevoelens uit het hart geschreven, waarbij je even slikken moet, een handdruk of een schouderklopje, een warme kus over de pc, een spontane lach, een vriendelijk gebaar,
spontane hulp, een gewaardeerd bezoekje, het zijn zo van die kleine dingen, maar "groot" aan waarde voor elkaar
"If you think you are beaten, you are; if you think you dare not, you don't If you'd like to win, but you think you can't, i't's almost a cinch you won't. If you think you'll lose, you've lost, for out in the world you'll find Success begins with a fellow's will It's all in the state of mind.
"Full many a race is lost ere even a race is run, And many a coward fails ere even his work's begun. Think big, and your deeds will grow, Think small and you fall behind, Think that you can, and you will, I's all in the state of mind.
"If you think you are outclassed, you are; you've got to think high to rise, You've got to be sure of yourself before You can ever win a prize. Life's battle doestn't always go to the stronger of faster man. But sooner or later, the man who wins Is the fellow who thinks he can "