BALLET, VLINDERS EN EEN BUNDEL. De nieuwe morgen dropt zich tegen het vale licht aan de horizon. Het regent blaasjes, het water gutst tegen de muren van de oude dorpskerk. Wolken formaties-méér dan 50 tinten grijs- als een groot verdriet hangen schreiend over de velden. Het is nog vroeg. Aan de bosrand, een oude man op een houten bank -de hond aandoenlijk mooi in zijn doorregende bruine vacht-, luistert als trouwe vriend zittend naast zijn baas in een taal zonder woorden. Een -nog niet lang wakker- fietsende dame probeert tevergeefs een knoop in de adem van de wind te leggen. Een zwanenkoppel siert de parkvijver met een ballet. Hun kunst oogt een matige bijval, zo vroeg in de ochtend. Ik denk dat Noah er met zijn ark langs moet varen om hen te redden. Het regent verdriet. Dakpannen rillen betraand langsheen een kapel. Hier worden smeekbedes verhoord, hangen restanten van wensen onzichtbaar in kaarsgeur en zoeken mensen antwoorden. Ballet, vlinders en een bundel. Net wakker. De pent trilt nog in haar hand als ze in het kleine schriftje noteert. Hoe geniet ik van het ogenblik wanneer je zachte ademhaling me meevoert naar een werkelijkheid, die dromen overbodig maakt en ik soelaas vind in ware liefde. Door het slaapkamerraam ziet ze hoe de lichte regenval en ochtendstilte een bed vormen voor de in barensnood verkerende lente. De laatste maartse gril houdt zijn laatste voorstelling, nog even persen en alles is herboren in fris groen. Tussen de warmte van de lakens, ware liefde die haar ogen en hart gegrifd heeft met onuitwisbare rode inkt. Al zijn woorden raken haar, ze leest zijn zinnen en diep in lijf en leden weet ze dat hij haar immens sterk aanvoelt. Ze sluiert haar gezicht met een glimlach terwijl de trage morgen plagend haar zichzelf laat hervinden met de zang van een merel. Herinneringen bellen aan in haar gedachten terwijl ze met een veerkrachtige stap de nieuwe dag begint. Liefde omgordt haar lenden, terwijl ze de vlinders vangt die haar buik vullen. Samen varen ze op hetzelfde kompas, zeezicht deinend op de golven. Het half geopende raam toneelt een klad vogels in dansvlucht terwijl een ekster het nog ongeploegde akkerland groet. Het bos in mozaïek van kleuren zal straks haar ware liefdesgeur snuiven. In de spiegel van gemoed zweeft haar werkelijkheid geworden droom voorbij. Ballet, vlinders en een bundel. Ik nip aan mijn tweede tas koffie. In een soort boekbundel gedachte, de vlag die de lading dekt op een schip -wimpel erbij- verenigt met het schrijven. Mijn ochtendlijk lentegevoel verweeft zich met zwevende gedachten aan tastbare momenten. Ware liefde verlicht het hart en verzwaart het met het dragen. Op het klankbord - zonder ruis op de lijn - klinkt het perfecte liefdesduet. Het is een soort tedere mimiek bij trillingen op tedere golfbewegingen die de muze laten spreken bij de frisse morgendauw vol regendruppels. De puzzel van het leven ligt er opgelost bij, ingekaderd met een dunne gouden liefdesrand. Door het raam zie ik -wat verder weg- in het park de schoonheid van een ontwakende boom. Gesloten ogen weerspiegelen haar glimlach. Een nieuw etmaal ontwaakt en als de dag de deuren zal sluiten zal ik kijken naar de invallende duisternis en de muren van de stad die langzaam sluiten. Puur en onvoorwaardelijk smelt ware liefde bij het kopje koffie. De tikkende wandklok met enige jaloezie voor het ritme van het hart hangt er stil bij. De “rosse” is wakker en ziet hoe een glimlach mijn gezicht verlicht wanneer ik -weggevloeid in een mijmer- de echo hoor van haar stem. Op de schrijftafel sla ik het boek van verborgen eenzaamheid open, herlees haar kwetsbare tederheid vermengd met plaaggeest zinnen. Ware liefde, gebonden bundel met gevoelens van twee harten.
|