Inhoud blog
  • VISSER ZONDER NAAM, VROUWENMANTEL EN MORE.
  • VERKIEZINGEN ANDERS.
  • PAARDENKONT, EEN MEREL EN DE MOOISTE VIER WOORDEN.
  • DE MAAGD.
  • ARDEENSE HOOGTES, BELCANTO EN DREAMS.
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    SEVEN VERTELT
    ochtendvruchtjes vol liefde
    20-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    JONG LUIPAARD, TIJDSROVER EN BEETJE KOUD

    In een wereldstad duikt uit de winterse mist de eerste bus op, als een soort reptiel op wielen sluipend reizend het binnenland in. De winter verbindt daklozen in de kou van hun aftandse jassen. Een jas als een jong luipaard met trendy ego, en toch heel alleen stapt huiswaarts.

    Ik worstel nog met letters en laat mijmers langs mijn hart glijden.

    Ik zie hoe ze mij -ochtendlijk vroeg- een kopje koffie brengt. Zij ziet hoe ik mijmerend naar het onbeschreven vel papier zit te staren. Haar vragende slaapoogjes ontlokken mij spontaan deze zin. 
    * Vandaag wordt het een dag zoals die dag waarop jij mij de eerste keer gekust hebt, de dag waarop jij mijn woorden gestolen hebt met je lippen* 
    Glimlachend llaat ik ze dan mijn werkkamer uitlopen. De tijd heeft ons samen gebracht in ware liefde uitgedrukt in eigen stijl.

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    Aan de bosrand vriest krakende stilte zich rondom de vijver. Een vroege eenzame wandelaar lijkt woorden te wandelen in de lichte winterstilte van januari. Als hij even halt houdt monstert hij het uitgemergelde riet waarin een winterspin zich doeloos laat zakken aan een draad. “Zinloos”, denkt hij wat ze doet. Het hiphoppen van een merel kort bij de beek heeft iets echt vrolijk. Rondom het erf van boer Nest ligt barre aarde in de kou te verstijven, het lijkt of het gras net uit een kapsalon gewandeld is “snit bros” terwijl de mist -treurig traag- zijn adem dicht plooit langsheen de schuur. Té oud geworden sleept -de vogel die niet meer vliegen kan- zijn vleugels over de gronden van het braakland waar hij wil vertrekken.

    Oeyen schrijft een mooie zin over wolken heen. “Het ochtelijk licht draagt de kracht van levenslust traag naar de middag.”

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    In de tuin staan nog wat resten van kolen als een winterparaplu zonder doel. Knoestige kale takken van de beukenhaag hebben nog dorre blaadjes. Laag bij de grond blaast de gure noorderwind. Vinken slaan gretig om zich heen bij het voer op een tafeltje, familie Gull komt zoals dagelijks een groet kwetteren en ziet hoe vetbollen lonken. Ze leest in het kleine schrift hoe mooi Lenaerts momenten vangt in zinnen.”Een ogenblik tijd houdt zich geklampt aan de dringende doortocht. Lucht heeft zich kwistig gestreept, zwaarmoedig om het behoud van de aanblik. Maar niemand kan de tijdsrover hier vangen. Zelfs een witte krater weent om het vluchten bij het afleggen van zijn gescheurde mantel. Huivert voor deze tegenstelling, ook dit moment verlaat alweer zijn wortels.”

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    Schaakmat gezet blijft de dag nog even liggen. Het raam, de muren en de stilte. Ze hoort hoe de koude uit de bomen valt. Zo vroeg bij morgen, Intensief voelbaar In een indringende stroom van ijzige lucht die zich rondom haar slingert. Gevallen boek, gevallen doek...In een dichtbundel vraagt iemand zich af : wie kan mij zeggen wat niet te zeggen valt, dat ik bij jou wil zijn altijd hier en nu ook als het niet kan of wellcht niet mag. Dan nog zijn het koude harde noten te kraken tussen de tanden van de tijd, ik weet dat jij het begrijpt als ik brieven wil schrijven zonder woorden.
    Als deze waarheid altijd verwrongen of ontkend en dan geen waarheid meer is, hoe dan de herfst in mij groeit zonder ooit de zomer te zijn van een blinkende hoogvlieger. Of hoe de liefde (ach, het woord) zich verkleedt voor vele goden die dan hun epos bevestigen zonder schaamte. Hou mij dan toch vast, laat me niet ontglippen op de adem van hoop die ik in jou nooit wil verliezen.

    Jong luipaard, tijdsrover en beetje koud.

    De rosse” is wakker. “Het is een beetje koud”, stamel ik haar toe. Géén reactie. Ik nip aan mijn zesde kopje koffie, ik voel hoe iets in mij binnendringt alsof het een warme gloed is van een houtkachel. En toch... In een zonder woorden tafereel maar alles zeggend laat ik op papier twee mensen samen genieten van kleine dingen. De ontluikende nieuwe dag, de vrieskou en hun vrije dag. Stilletjes hoopten ze op sneeuw. Samen kuieren op het wit tapijt. Nadien onwijs romantisch en gezellig hun natte sokken in de wasmachine stoppen. Hun benen en lichtjes bevroren tenen laten verstrengelen. Blauwe plekken tellen na de glijpartij. Een goed boek en warme chocomelk, genesteld in de zetel. Hier laat ik hun rusten, zacht en teder in elkaars armen. Zonder woorden tafereel maar alles zeggend. Stijn's Lijsternest heet hier Ware Liefdesnest. Terwijl ik lurk aan een sigaar en “de rosse” al ontbeten heeft ebt de warme gloed weg. Ik tuur naar buiten. Door de vrieskou heen zie ik onzichtbare draden zinnen weven over afstanden heen. Het mooie van het onbegrijpbare is voelbaar. Telepathie, voorspelbaarheid als de tijdsrover wegrent zichzelf in een schaduw achterlatend. Een jas als een jong luipaard met trendy ego 
    en toch heel alleen, is eveneens verdwenen. Als de sporen van zijn uitgewist, klaart de nieuwe morgen volop. Het werd een beetje koud...het was een beetje...

    20-01-2019 om 08:32 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ERGENS TUSSEN NIETS EN IETS

    ERGENS TUSSEN NIETS EN IETS

    De nieuwe morgen ontwaakt. Langzaam wordt hij wakker in de verregende lucht, terwijl de wind zijn spel speelt in het langschap en aan de takken van de bomen schudt als een wildeman. In de voren tussen de weilanden, dichtgeslibd, verrichten de laatste bladeren hun trage dodendans. Aan de bosrand, langsheen drie kortgewiekte bruine maisakkers houdt familie Chew een onderonsje met professor Tawny Owl. Op een skeletvormige struik gaat het gezin Magpie wippend en bekvechtend tekeer. Neen, bessen vallen er niet meer te pikken. Het bos zwijgt zijn stilte terwijl een kille dag langzaam druipt tussen de takken. Een schichtige eekhoorn -moe en beu van het wachten op Godot- springt als een acrobaat van tak naar tak. In de stal van boer Nest liggen de koeien nog loom te herkauwen.

    Ergens tussen niets en iets.

    Tussen de plooien van de nestwarmte laat Lenaerts woorden glijden. Ze ontwaakt langzaam en ziet zichzelf bergen maken van hopen herinnering die ze beklimt. Soms verdwaalt ze in haar woorden op hun ruggen en vindt de rust in een bos met toekomstpoorten. Ze praat er met de dieren, oude vrienden en ziet nieuwe boodschapdragers aan de voet van de bergen. Soms overvalt haar honger en dorst maar proviand in een rugzak heeft zij altijd bij. Voor vandaag en ook voor morgen. Buiten waait de wind zacht en terwijl ze nog gevangen in dons de rug strekt, hoopt ze dat de wind haar woorden naar hem toe waait waar de tijd hun nu scheidt.

    Ergens tussen niets en iets.

    In de schrijfkamer heerst een soort weekendmodus. Uit de stapels ochtendvruchtjes herleeft een pagina. Het vertelt over hoe het is als de avond valt en de nestwarmte mij omarmt en schapen tel. Ik tel...tel nog meer hoeveel maal jij reeds verscheen. 
    We wandelen samen door the streets of London. Monsterden vliegtuigen op London Stansted en dansten in gedachten bij een glas wijn een tango in Buenos Aires. 
    In het hard geworden zand aan zee tekenden wij een hartje. De nacht als bühne en jij in de hoofdrol. Sterren fonkelen en verlichten de donkere paden. Mijn leven is een hemel, jij mijn favoriete ster. Ik koester mijn gedachte, maar nog meer mijn hoofdrolspeelster. Ik sluit mijn al half slapende ogen terwijl ik ons zie dansen in het donker.
    Dit is het toneelstuk van ware liefde met constante extra verlengingen.

    Ergens tussen niets en iets.

    De rosse” -al de zoveelste maal- weggezakt in een extra kattenslaapje merkt er niets van hoe ik nip aan mijn derde tas koffie en haar ondertussen bestudeer.

    In de stilte van de ochtend aanhoort het aroma van een kop koffie mijn mijmeringen. Over haar met opgewaaide korrels zand vermengde glanzende haren, haar ogen vol twinkels en zoete zachte lippen. Hoe ze beiden hun hart volgden, elkaar plagen en samen lachen. Over hoe ware liefde altijd wint. 
    Op mijn werktafel ligt een boek in wachtmodus. Buiten strekt de nieuwe dag zich uit. 
    Ik sluit even de ogen, zie haar in gedachten en prevel bij mezelf ... ik zie je zo graag! 
    Als ze straks de nestwarmte zal ruilen voor de ontbijttafel,
    hoop ik dat de volgende regels haar een glimlach om de lippen toveren. Want de schoonheid van ware liefde is....

    Ergens tussen niets en iets lag het begin...Stilletjes te wachten op een tovervonk...
    die JIJ wakker kuste...die eerste kus vol ware liefde dat is onze blijvende reden!

    Ergens tussen niets en iets.

    Het licht heeft gewonnen van de donkere nacht. Het is koud en kil, herfstige tijden vol wind en regen.

    Het genoegen van een onzichtbare omhelzing vermengt zich met de geur van de schrijfkamer Buiten huilen de weergoden zachtjes, gevallen tranen tikken tegen het raam maar tussen onze harten schijnt een regenboog. Ware liefde is nooit verpakt in gekleurd toverpapier, maar schuilt in gevoel en bekommernis vertaald in oprechte lieflijk gedeelde woorden. En zo gaan ook vandaag mijn woorden hun eigen weg, ergens tussen niets en iets.

    19-01-2019 om 07:17 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BRIEF VAN HAAR HART

    BRIEF VAN HAAR HART
    Nat als een waterhoen is de ochtend. Het is koud. 
    Nog even en dan gaat de week in bad, schrobt zich helemaal schoon en zoekt nieuwe kleren. Weekend. Wakker. 
    Tussen de stilte van de muren breekt de kilte. 
    Zware luchten drijven een klad eksters over de velden als haar vertederende middelbare hart denkt aan teder blanco ontwaken. Zo net wakker lijkt vandaag mooier dan gisteren als ze denkt aan zijn guitige jongensogen. 
    Op de met nestwarmte gevulde matras glippen gedachten haar hoofd binnen. 
    In een parafraserende tekst verschuilt zich de waarheid. 
    Met een dubbel beeld en gespleten tong speelt de geveinsde goede huisvader pater "omni potens" over zijn eigen bekrompen kleine rijk. Hij nodigt niet uit, verbergt zich in muffige gedachtenschuiven waar voorbedachtheid altijd om de hoek loert. 
    Minzaam strijkt hij neer, klieft lijf en leden, aanmanend zachte toon in de schaduw van de schone schijn. Eventjes mag je nog eens je gedachten luchten, opgegeven braaf verzet en een minzame glimlach verder gekortwiekt.
    Brief van het hart.
    De denkbeeldig gespannen barrière van schrikdraad begeeft. 
    Zoekende ogen, nauwe opwelling terwijl ze de ingehouden strakheid van een duwende handpalm voelt. Buiten speelt de strakke gure noorderwind om het huis als diep van binnenuit vezels zich verbijten en een blote bast mee buigt met de wind mee, als een zucht een bliksemschicht door de kamer jaagt. In het fluwelen kussen verschuilen zich doorstane stormen. Woorden zwijgen, alles gaat gedempt terwijl een gedachte breekt en zich laat meevoeren bij eb en vloed. 
    De warmte van haar gedachtendroom spoelt weg als vingertoppen langzij drijven. De geest bevriest als vluchtig steigeren zich hult bij het summiere licht in een mantel van bedriegen wijl een lichaam liegt. 
    Langzaam verwoestend gespeeld gestreeld, natte wang zwart geproefd. Dwangmatig gefriemel van een tong en poriën van de huid die vechtend verliezen van de melancholie. Schaduwschelfen in spiegelbeeld en gesnoerd vast in nevelen, verschrikt en verloren meewandelend denkend aan het huis van ware liefde, het is daar waar haar hart is. 
    Geweten en gedachten navigeren een route. 
    Brief van het hart.
    Voor de spiegel werkt een aangezicht de rimpels der zorgen weg. Dat ze zichzelf soms niet meer is komt ze met wrevel tegen.Een spiegel verraadt niets, weerkaatst haar aan de buitenkant maar ziet de binnenkant niet en daar gebeurt iets dat haar tegen een muur drukt. Soms wil ze hem slopen om bovenop te gaan zitten en victorie te kraaien. 
    De muur, keikop van gewapend beton die weet dat ze haarzelf zal bijstellen. Het is een raderwerk dat loopt in de tijd, met trage slag minuten aangeeft. Haar hoofd zoekt rust, de motor bijstellen en gedachten luchten. Ze hapt naar adem, voelt de wind die haar naar elders meevoert alsof hij haar naar ware liefde vleugelt.
    Als de maand straks de deuren sluit wachten buiten bomen op de nieuwe lente. 
    Regendruppels vangen nieuw licht als de schrijver enigszins stoïcijns en in het omslagpunt midden het geruis van zijn woorden lurkt aan een zoveelste sigaar en op een foto een schelp bekijkt die zanderig ligt te blinken.
    Een echo van ware liefde schalt zichzelf de kamer in. 
    Op het bureau rusten Ilja Leonard Pfeijffer zijn idyllen. Op de vertrouwde schouder die geboden wordt sterken alle tedere dappere liefdeskrachten zich in een extra veerkrachtige stap. 
    Met veel begrip en bijna zonder woorden verstrengelen vingers zich in een verhaal. 
    De deelzaamheid van gebundelde sterkte. De kracht van ware liefde in samen gedragen momenten. Volmaakte eenheid in gedeelde tranen.
    Brief van het hart.
    In de letterbak knuffelen wat vederwoorden elkaar. Lenaerts fluistert me toe over het geloof in schaduwstilte die ongevraagd komt, maar ook zo weer vertrekt. 
    “De rosse” snort in poezendroomland terwijl ik voel hoe een goeie morgen een beetje uit de richting vloog maar zacht landt in mijn hart. Terwijl ik nip aan mijn zesde tas koffie deel ik het gekraak in een ziel, voel de deur van weemoed dicht vallen en geroep om wat troost. Ook al zie ik haar niet, ik lees de brief van haar hart. En ik denk, laat me eens wonen...ja daar.
    Ridder Klaroen begrijpt me en knipoogt.

    18-01-2019 om 05:37 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ORATORIUM TROOST EN VRAAG

    Ochtendvruchtje...

    ORATORIUM TROOST EN VRAAG

    Akkers en weilanden sluimeren, doods zonder bedrijvigheid. Het januari landschap lijkt een blinde muur, wekt een waas van geheimzinnigheid op terwijl een witte nevel langsheen wachtende bomen glijdt en hun wenkt uit hun stam. Ochtend, geur en kleur met allerlei gezichten ontwaakt. Dreigend donker of bevrijdend lichten? Fluisterende bladeren zijn reeds al een tijd gestorven, aan de bosrand palaveren eekhoorns over 't laatste grote dierenbosnieuws terwijl op het erf van boer Nest haan Boris zijn kippenharem luidkeels wekt. Verborgen verlangens komen boven, dierengedoe. Op het tuinhek hebben koolmeesjes verzamelen geblazen, ze lijken euforisch. Er is nieuw leven op komst.

    Wolken drijven zachtjes op het ritme van de wind, onbezorgd en doelloos.

    Oratorium van troost en vraag.

    Tussen de plooien van de nestwarmte sluipen gekartelde herinneringen. Foto's halen het verleden naar boven, gekneed tot vandaag in belevenissen van toen. Haar ogen glijden over een mandje vol bedenkingen in zoiets als : ach weet je nog? Zachtjes laat ze haar hand glijden over een imaginaire geoglief waar haar ware liefde in gegrift staat. Aan de muur -gevangen in een kader- lijkt de zee tot leven te komen. Rigoreus zou Elbert zeggen. Het is ochtend en ze hoort een stem die vertelt dat het leven dreint. Het strand schampert, briest en stroomt met éénzijdige verlangens naar binnen. Toornig is het melkwitte bruisen, storm en stampvoetend kolken. Langsheen de muren van haar hart schrijft onzichtbare inkt hoeveel gedogen er is in het mededogen, zolang de storm nog aanlijnd is in een koele schijn van even zijn.

    Oratorium van troost en vraag.

    In een klein schriftje liggen gesloten ogen die je niet hoeft te drogen. Langsheen de rand ligt het verstand, mist het hart vermogen en vraagt raad om tijd. Angst is wreedheid's vangst. Cursief de dwarrelingen van wrange nasmaak die als bevroren tranen naar beneden parelen. Onderaan glijdt moed langsheen verdwenen wolken. Dwalen met gesloten ogen, lippenzoekende liefdeslust tot je de ware liefde kust. Pagina vier, Audenaerd leest. “Wij zijn, tussen twee vingertopjes, elk woord dat jij zoekt. Dat steeds begint als een voorzichtig raken en dan verblindt, daarna...”

    Oratorium van troost en vraag.

    Ochtend van...de ruiten blijven ongeschonden, ook al dwarrelt haar blik naar buiten. De stoelen aan de keukentafel bezet, ellebogen op het tafelblad. Een gebruikte tas blijft onberoerd, de koffie blijft in de kan. De glazen kaarsenhouder – gisteren nog vol van vet en vuur- nu onbenut,
    kaarsen helemaal opgebrand. De ruimte lijkt wel leeg, het gemoed vol. Buiten slingert een trein zich door het landschap. Digitale wegen verwerken aan kruissnelheid het verkeer. In een boek ontwaakt pagina zeven. Terwijl ze bladert
    merkt ze hoe haar bladwijzertje verdwenen is. Tussen pagina 77 en 78 vindt ze een handgeschreven papiertje. * VENI-VIDI- AMAVI*. 
    Ze moet glimlachen.
    Hier en nu dacht ze hoe hij haar telkens attentvol wist te verrassen. Deze drie woorden zeiden alles. In het Engels betekenen ze : we came, we saw and we loved. Dat hadden ze gedaan, dat doen ze voor eeuwig. Voor haar lijkt hij Julius Caesar wel. Stilletjes onderdrukt ze een lachje onderdrukken, denkt hoe ware liefde schuilt in herinneringen van momentopnames, maar ook er zijn in troost.

    Oratorium van troost en vraag.

    In mijn wereldstad, in dagen van grijze kou lijken mensen onbereikbaar in woord. Vroege forenzen -met de nacht achter hun voetstappen- als schuifelende schaduwen wennen aan de zachte duisternis op het asfalt. De ochtend is bitter streng, wil hun verbannen maar blijft roerloos steken bij een poging. “De rosse” bekijkt het allemaal met haar gekende poezenargwaan. Terwijl ik nip aan mijn zesde tas koffie bedenk ik hoeveel openingszinnen van ochtendvruchtjes ik al geschreven heb. Géén idee. Nu ik hier zo zit -in de stilte van een nieuwe ochtend- borrelen gevoelens op. Wanneer schrijf ik een openingszin in geloof bij een oratorium voor troost? Vandaag dan maar. Ik verpak ze in een teder zacht papier, stop er een -vrij te gebruiken- korte boodschap in voor jou en laat een ruiker stilte zich neervleien aan de voeten van onze liefdes boomstam. De horizon van zachte moed daagt op, een hand vol sterkte streelt je ziel en ik schrijf straks een slotzin in een toekomst op een heldere morgen.

    Poging zonder nummer. Ingo fluistert me ongemerkt iets in mijn oor. ik kan slechts stil bevestigend zwijgen, het enkel schrijvend vragen. Ik zie je dan, jij regen in je haar wimpert mij toe. Het schemert in jouw ogen en in je ene hand ligt ’t verleden, in d’ andere de toekomst. Opengeslagen op het bed
    wil ik zwemmen -traag in onze hemel- waar de klok geen wijzers kent. Dijen, jouw lippen glanzend nat als ik jouw lief met heel mijn zijn en vraag of je het wil. Stil bevestigend zwijgen in één handgebaar.

    17-01-2019 om 05:59 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DECEMBER MORNING

    DECEMBER-MORNING
    Een wintermorgen, dwars door de vlakte van verlaten weilanden is rijm van de partij. 
    Dagen worden langzaam langer en nachten hollen achteruit. Tussen de plooien van zijn donkere en grillige kleren draagt koning Winter afwezigheid met zich mee. 
    Ook Lenaerts ziet hoe hij het zonlicht op een min heeft gezet en beslist -bij zijn gratie- wanneer het langzaam weerkeert. Winter spreekt harde en koude taal wanneer hij zijn schare onderdanen uitzendt over berg en dal. 
    Hij laat de schrale
    oostenwind bijten in onze huid, water laat hij bevriezen zonder pardon. 
    De duisternis hanteert hij kwistig tussen de kale bomen hangt heer Vriezemans'adem. De ijsprinses schalt met dunne lippen haar bewondering voor doorzichtigheid uit. 
    De winter draagt geen wanten of sjaal, mens en dier moeten zich verzetten tegen zijn wil en wet die hij hanteert. Tussen Kerst en nieuw verjagen ze hem bij de haard en het vuur. 
    In de keuken van boer Nest schenkt de vlam licht op een brandende kandelaar. Dan zit de winter op zijn honger, eenzaam in zijn eigen stijl en koppigheid van winter te zijn. 
    December-morning.
    Twee mensen in een wereld van chaos en emotie omhelzen elkaar nabij de vloedlijn. Onzichtbaar gebouwde brug van ware liefde. Zachte gebaren geslagen vanuit hun harten, dieper voelbaar dan gesproken woorden. Ware liefde, als stilte een taal geworden is en waar gedeelde smart zichzelf mag zijn.
    December-morning.
    Haar flanellen pyjama koesterde -tussen de plooien van de lakens- nog even de nestwarmte. In haar hart wakkert de warmte voor hem. 
    Slaapoogjes zoeken tastend naar haar bril. Vannacht had hij naast haar nog open geslagen boek een briefje gelegd. Zijn handschrift had haar een mooie zin getoverd. 
    * Voor de hele wereld ben je iemand, maar voor mij ben je de hele wereld *. Ze drukte het briefje tegen zich aan. 
    In de stilte van de ochtend fluisterde ze bij zichzelf hoe zeer ze zijn liefde koesterde. 
    Het zwerfkind op zoek naar ware liefde was eindelijk op de juiste bestemming. 
    December-morning.
    "L'amour, c'est être toujours inquiet de l'autre.". 
    De nieuwe morgen ontwaakt terwijl achter grijze wolken zich hongerige ogen verschuilen. De kracht in haarzelf spiegelt zich even en trekt een cape aan. De duisternis verhult het moment van de plaaggeest , momentum van herkenning der rillingen. 
    Wijl het innerlijke brult lijkt de wereld even leeg. Een doosje knuffels opent zich, aan de muur neemt een stil natuurgebaar zijn eigen plaats in. 
    Aan zee eren vrije vogels hun kode strandleven terwijl een rotskust van schelpen in getijden de eigen gedachten laat verteren. 
    Als een verdwaalde merel neerstrijkt op de vensterrand terwijl ze in nachtjapon nog aan een traantje wegpinkt, denkt ze aan hoe ware liefde smaakt. 
    Straks maakt een eerste slokje koffie haar nog bewuster van de schoonheid van gedeelde bekommernis.
    Moeilijke dagen. Als gisteren al voorbij is en morgen in feite nog niet vandaag is, praten zielen. Het liefdeslandschap vult zich met emoties.
    December-morning.
    In een wereldstad vult kaarslicht de schrijfkamer. Hij bedenkt hoe het rare weken zijn, voor mensen die ware liefde kennen en koesteren.Terwijl hij nipt aan een vierde tas koffie vult de pen zich met gedachten. Hoe hij aan God gevraagd had om wijsheid en problemen kreeg om ze te leren op lossen. Om moed had hij gebeden en God hem angsten had gegeven om te overwinnen. 
    Rijkdom was een droom maar God gaf hem hersenen en spieren om mee te werken. Hij vroeg om gunsten en God gaf hem kansen. Op een dag had hij ware liefde gevraagd. God vroeg hem geduld en gaf hem op een dag haar. Kerstmis is verleden tijd, maar toch had hij God nog een vraag gesteld. Of hij in het nieuwe jaar -één keer?- ridder Klaroen mag zijn. Een bede. Nu vraagt hij niets meer. 
    December-morning.
    Het is bijna 2019. Schimmen dansen nog een laatste maal met angsten. Samen spreken ze met zorgen en hoe moeilijk het ook is of was, ware liefde maakt alles waterpas. 
    Terwijl “de rosse” nog in poezendromenland snort vindt ware liefde troost in droefheid, stilte in tumult, rust in onrust en hoop in wanhoop. 
    Hoe mooi, “schoon” is het niet alleen te zeggen dat ik nooit zal vergeten hoe jij me alles vertelde, zonder iets te zeggen. December-morning, US-ochtend.

    16-01-2019 om 05:51 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TIKT DE TIJD

    TIKT DE TIJD
    Het regent . Aan de bosrand, natte bankjes waar niemand gaat zitten. Doorweekte gangpaden en zijn plassen zonder blijdschap. Twee vroege wandelaars schrijnen langzaam als grijze, stille en langzame schaduwen door de zondagochtend. Het regent op de zon van de verleden dagen. 
    Ze kijkt vanuit haar slaapkamerraam naar de trieste, bijna onbeschaamde regen. Er zijn zo van die dagen dat het zwaar valt in gedachten. Het regent nu op geluk, op herinneringen. Motregen op beelden en de stilte van een regenbui. Meander, haku. Donzen deken dekt ,langzaam ontwakend landschap, zon aarzelt nog wat.
    Tikt de tijd verder.
    Door de gordijnen slingert de schemer van de verhulling rond. In het kleine schriftje trekt een blauwe lijn de grens tussen het vroeger van voorheen, tussen het nu en later van aanstonds.
    Gonggrijp leest zijn “stille getuigen”. Parafraserend over de ruimte weer een kamer laten worden, de haperende vingers langs een kapotte snaar en vervlogen noten in een echo. Verstomde verhalen vol van de ochtend. Tegen het vergeten in, zegt Elbert klinkt een geruststellende gedachte vol ware liefde. 
    Tikt de tijd verder.
    Bijna 2019. Ondanks alles wat men heeft gezien, tikt de tijd verder. Ondanks alles wat men heeft gehoord, tikt de tijd verder. In kille situaties, lijkt de tijd te stoppen, ..voor een poos. 
    De liefde, de haat, van gezellig samenzijn tot eenzaamheid. Toch tikt de tijd verder.Tik tak, alsof het nooit gebeurd is. Tik tak, alsof er nooit verandering in komt. Iedere situatie, lijkt in tijd te verschillen. Maar toch tikt de tijd voor iedereen even snel. Ondanks alles wat men nog moet horen en moet zien, tikt de tijd verder.
    Tikt de tijd verder.
    Deben ontwaakt, dicht een vers over druppels op een hete plaat. Bert, en toch...als er vele druppels dansen op een hete plaat dan wint de dans van de onverschilligheid. 
    Ik zucht even, laat Deben weten dat ik niet akkoord ga. 
    In dezelfde zucht blaas ik hem toe dat voor mij ware liefde inhoudelijk een bijzondere peilbare combinatie is van begrip en bekommernis in een zielengevecht. Ook ridder Klaroen is wakker. 
    Zachtjes heelt hij het schreeuwen dat op de rand van haar lippen balans verliest, Vertelt over hoe vallende bladeren haar zacht zouden strelen in een geruisloos vallen en een schreeuw, weggeslopen zijn eigen weg gaat. 
    Waar jij niet bent, spreekt de stilte onderhuids.
    Tikt de tijd verder.
    Geerts wandelt in mijn wereldstad. In de verlaten straat een olievlek in de vorm van Belgisch Congo.
    Op de lantaarnpaal een kraai, die roept : “Kharma van de Sarma !” Straks de eerste tram vol Kenny’s en Benny’s, Gina’s en Marina’s en één enkele Rachid.
    Straks wordt 2019 geboren. Ik geef mijzelf de beste wensen. Om mijn hoofd even vakantie te geven, kneed ik langdurig deeg, kijk ik de pretoogjes van “de rosse” af, bind ik mijn loopschoenen aan en trap in het park bevroren plassen aan scherven. Of geldt dat van die scherven enkel voor een kostbaar servies? Ten slotte pel ik een mandarijntje, hopend dat ik bij negen partjes een wens mag doen, nog altijd telt. 
    Tikt de tijd verder.
    Ik nip aan een vierde tas koffie. Zondagmorgen, dit is de tijd. De klok tikt, maar daden verlopen een héél lichaam langs de lege stoel zijn afwezige oprechte verhaal. 
    Buiten fladderen vogels gehaast naar hun onbepaalde verte. Op de zetel ligt een handdoek. 
    Ik verwonder mij, omdat ik haar niet heb uitgevonden zoals jij met mijn wereld doet, en ik mijmer over een fijnbesnaard liefdesspel in deze grijze onbestemde morgen. 
    Wij, zwanen in vederdonsen ware liefde. 
    Tikt de tijd verder.
    Lees de krant van mijn ziel. Het dimlicht -van even, daarnet- is gedoofd, een nieuwe dag heeft zich ontworteld uit de nacht terwijl mijn innerlijk vuur brandt. Ik prevel tedere woorden in eenvoudige taal. Het voertuig van mijn geest omzwachtelt je. Het vruchtje is volmaakt als Klaroen je dit tenslotte nog vertelt. 
    Nog voor...wil ik mijn liefde in en uitzingen. Het laten klinken in etherische muziek, je hart als wilde boter laten smelten op de warmte van een enkel door ons begrepen melodie. 
    Ik vloei als de maan en het tij bij je binnen, beroof je van je zinnen en kijk in het diepste van je ziel. 
    De golven waarop ik glijd en dans, mijn evenwicht verlies en gans ondergedompeld in je overga. Me overwinnen laat, op zachte baren. Het schip dat we samen zijn, verdrinken op het einde van het lied en...zwijgen, gewillig in elkaar.
    Tikt de tijd verder, over littekens heen.

    15-01-2019 om 07:15 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HUIS VAN LIEFDE

    HUIS VAN LIEFDE 
    Straks wanneer de nacht zichzelf omruilt voor een nieuwe dag is in een wereldstad een schrijver al klaar met een nieuw ochtendvruchtje. 
    Het nog slapend Vlaanderen weet het dan nog niet maar het is koud en nat buiten. 
    Ergens slaapt een Queen nog, droomt ze van ware liefde maar zal ze straks bij het ontwaken zien dat de nacht de ramen heeft laten tranen.
    Wakker, laat ze hartverwarmende klanken van Jonas Winterland zorgen voor haar persoonlijke ochtendkoestering. 
    Buiten hoort ze hoe forenzen met rode oren, verkleumde handen verborgen in een regenjas in voorzichtige pas straatstenen wakker maken. 
    In de mistroostige tuin heeft de regenton, half verdoken achter een door de herfst geteisterde struik een regenlaagje als mantel gekregen. Terwijl de laatste regendruppels -van de dag voordien- nog plengen als tranen, om straks over te gaan in vastere vorm heeft ze een ontmoeting met zichzelf en haar gedachten. Een warm gevoel overvalt haar als zij denkt hoe straks, in geduld weggelegd ware liefde zal vloeien in een woordenval. 
    Huis van liefde.
    Woorden van ware liefde over hoe hij al haar onzekerheden heeft weggenomen, zijn hart steeds weer kleurrijk penseelt en haar tedere lichaam zich innig verstrengelt met het zijne. 
    Hoe zij mag rusten aan de oevers van zijn mannelijkheid, haar gesloten ogen worden gekust en twee paar voeten close elkaars warmte zoeken. 
    Straks zullen fluisterzachte woorden de juiste toon krijgen, weg vliegen en meegenomen worden door een zeebries. 
    Op de achtergrond vult radio Romantica op haar eigen wijze de kamer. Een liedje van Mama's jasje – naar het origineel van Peter Schaap- “Adem, mijn adem” maakt haar vrolijk. Ware liefde is de krachtigste zuurstof. In een lange zucht van verlangen denkt ze terug aan de eerste kus. 
    Huis van liefde.
    In een klein schrift herleest ze ridder Klaroen. De tekst waarin hij vraagt of ze voelt hoe hij met zijn onzichtbare hand al haar zorgen van morgen mag wegnemen? 
    Nog even put zij uit zijn inspiratiebron een emmertje letters. Hoewel hij in zijn vruchtjes zelden een Angelsaksische toets gebruikt, leest ze hoe hij de letters vandaag door elkaar schudt en schrijft dat : “true love has the habit of staying forever”. Het is een liefelijke gedachte. Het is al enkele pagina's geleden, maar het is haar bijgebleven dat hij geschreven had -en gevraagd ook- of hij één keer mocht wonen in haar huis van liefde. Schoon, teder en om nooit te vergeten. 
    Huis van liefde.
    Bij een tweede kopje koffie zoek ik de juiste zinnen. 
    De letters lijken vandaag een snipperdag te nemen. Zelfs de geopende mailbox staat er mistroostig bij als ik worstel met woorden en zekere schrik aftastende vragen neerpen, op zoek naar antwoorden die onbewust verborgen delen wakker maken. Gevoelens en gedachten raken mij, in een eenzame koestering van herinneringen en gewaardeerde mooie momenten. Bijzondere dingen. 
    Met nog lichtjes gesloten ogen mijmer ik over onverzettelijke overwinningsdrang, het overleven om uiteindelijk gegroeid te zijn in een onafscheidelijke band. Bij een nieuwe zin met vraagteken weet ik dat antwoorden altijd een mens over een pijngrens heen draagt. 
    Het inzicht van de waardering in de eerlijkheid van openheid die -at last- meer vreugde dan verdriet zal brengen.. 
    Gisteren was ik nog met luid kloppend hart onder het deken van mijn comfortzone gekropen en terwijl hemels sterrenpracht schitterde in de nacht had ik deels vruchteloos gezocht naar de slaap. Ik nip aan de tas koffie, lurkt aan een sigaar terwijl mijn zachte handen moeizaam de juiste aanslag zoeken. 
    Vandaag maar - nog meer – de komende weken worden we overspoeld met liefdesteksten.
    Dra trekt Ridder Valentijn op zijn romantische tocht doorheen het land. 
    Stilletjes denkt hij aan de mensen die het ware liefdesgeluk niet kennen. Ook zij verdienen de duurzame knusheid, de rust in hun leven met de juiste persoon aan hun zijde. 
    De klok telt op dat ogenblik geen tijd meer, alleen maar de momenten. 
    Een thuis staat niet meer voor een hoop bakstenen, maar wel voor een gevoel. 
    Op die momenten hoor je de klanken van je hart niet meer, je voelt ze en wil ze blijvend delen met je geliefde. 
    Een dag vol romantiek, kleine dingen die net dat ietsje meer zeggen dan wat onze consumptiemaatschappij ons voor ogen wil houden.
    Een dag waarin ware liefde vervat kan zitten in een knipoog, een guitige lach of een tedere zoen. Vervat in bekommernis, deelzaamheid en eerlijkheid. 
    Voor hen die ridder Valentijn nog niet zagen passeren, blijf jezelf. 
    Ware liefde komt ooit voorbij, blijf geloven en droom verder.
    Huis van liefde.
    “De rosse” is ook wakker, zich totaal onbewust van het feit dat ik vertoef in een soort ridderlijk tafereel, waar ik langs de kantelen van een burcht banieren laat wapperen. Kaligrafische teksten golven, gedragen door de wind. Valentijn maakt zich klaar terwijl ridder Klaroen voelt hoe gemis in zijn maliënkolder woekert. 
    De pen danst, de inkt zingt. De muze geeft hem woorden die nog niemand hoorde. In de zeldzaamheid van ware liefde heerst blauw in een wit wolkengeluk. 
    Zuinig pluk ik welgekozen letters uit een woordenvat. Het woord wachtwoord wacht. De processor warmt zich aan mijn vingertoppen. Rondzwervend zoekt een werkwoord zijn plaats als de tekstverwerking een passende tedere passierode kader zoekt. 
    Ware liefde, de rekensom van samen plussen door alle minnen heen. Optellen en alles samen delen. 
    Als de lente komt zal hij haar een Convallaria majalis plukken. Een heerlijk geurend bloempje want dat is zij voor hem. Zijn eigen meiklokje voor het leven. Of hoe ware liefde zich bij het lentegevoel zal laten aanspreken als Convallaria majalis. Ridder Klaroen sluit de ogen en droomt van één keer wonen in haar liefdeshuis.

    14-01-2019 om 08:58 geschreven door Books

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!