LENAERTS, HAN, TACO EN HET SPIEGELBEELD. Early morning! Lenaerts laat haar lopen over het strand waar ze diep wegzinkt in haar sporen terwijl de zee nog veraf ruist met de wind. De morgen is jong, de lucht ijl en de belofte vol. Zij is meer dan blij dit te mogen omhelzen. Verzonken in gedachten bedenkt ze : zou hij daar schuilen diep onder het wier of aan het oppervlak achter de horizon? Zonder antwoord huppelt ze verder. De ochtend draagt zijn nachtkleed over vermoeide ledematen en vloeiend danst het eerste licht. Het tovert een warm gevoel in haar mensenogen terwijl een frisse bries flora en fauna liefkoost. Hagar Peeters wrijft de slaap uit zijn ogen. Lente. De stilte is krols, een lach komt ten val aan geluk. Twee vliegen breken het raam, weten dat het je de das omdoet als je voorgoed je lijfsbehoud aan gene zijde ervan zoekt. Rommelt de lucht nabij, stommelt een vrouw op de trap. Geur van lokroep, verlaten vlinders bijtijds onderkomens om vogels, naar vlinders op zoek. Gevonden ben je allang. Hoe ben je anders bij mij. Lenaerts, Han, Taco en het spiegelbeeld. De lente neuriet haar eerste klanken. Op het tuinterras bloeien met stralende gezichten seringen. Bij een matig briesje fluisteren dikke bolle berken een nieuw ochtendlied, een espenblad trilt zichzelf de dag in terwijl naast een nog verlaten wandelpad de plataan een laatste dauwdruppel van zich afschudt. De winterse stal ontvlucht loeien koeien over het net geploegde veld heen als de dag binnensluipt. In de knopjes die de bomen krijgen ziet ze zijn gezicht als in verzonken gedachten de eenzaamheid en het gemis voorbij peddelen. De nestwarmte in de nieuwe lentemorgen doet haar goed. Tussen de lakens door vloeien herinneringen van a table for two naast een kabbelende rivier, wandelingen in de branding van een rustige zee getooid te midden van een helder blauwe lucht en concerten in het park zonder Natascha. Ontelbare malen hebben zijn zachte handen en woorden haar lichaam ontroerd, zoentjes haar tederheid geschonken en bekommernis haar hart omzwachteld. In een eigen taal van twee versmolten zielen prevelden ze ware liefde over afstanden heen. Het is heerlijk wakker worden met mooie gedachten. In de keuken wacht de goed gevulde koelkast op de nieuwe dag. Verse groenten en vlees broederlijk naast elkaar en een potje yohourt glunderend naast een flacon melk. Aan de ontbijttafel laat ze haar handen rusten naast een pak krantenknipsels, tuurt even door het keukenraam en nipt aan een eerste tasje koffie. Het dagblad van hun leven telt nog onbeschreven bladzijden waar de ware liefde nog letters zal inkleuren. Stil stromen haar gedachten aan en verdwijnen langs de geopende keukendeur in de lucht die zoet en warm aanvoelt. Terwijl vliegensvlugge vogels over het tuinhek scheren en het eerste getoeter van een auto schel klinkt door de landelijke stilte droomt ze nog even van hem. Tussen de stapels lectuur zoekt een stukje poezie wat aandacht. Voor ze de deur uitgaat leest ze de zinnen en denkt hoe mooi hun ware liefde voor elkaar is. SPIEGELBEELD Als jij ontwaakt mijn lief laat mij dan je spiegel zijn stap gerust uit je dromen ga dan voor me staan in mijn ogen laat ik je thuis komen kus me ik zal altijd met je meegaan voortaan Lenaerts, Han, Taco en het spiegelbeeld. In de wereldstad heerst nog rust. Ik nip aan mijn tweede tas koffie en denk aan Taco. Tacoo'tje wat gebeurt er, als ik dan simpel achter elkaar woorden neerschrijf, puur en teder het gevoelspad bewandel, de verstandssnelweg negeer en niet voorbijschiet aan het wezenlijke. De buikintuïtie. Als ik eruit gooi wat in mij opkomt, zoals de ochtendzon haar stralen verkoopt aan de straatstenen en ze er kwijtraak. De “rosse” en het juiste publiek, de liefhebbers zogenaamd, zo je wilt, gelijkgestemden. Eerste ingevingen uiten, blijkt ongewoon, zijn niet te rijmen, enkel bij toeval. Gisteren wist niet van ideeën van vandaag, stonden niet gepland, doen zich voor als 't oog er is. Een gedicht bouwt zich, een ochtendvruchtje toont zich onder mijn handen. Verder kneden is slechts fijn afstemming. Wat gebeurt er, als ik simpel achter elkaar woorden neerschrijf: dit dus, de “rosse” slaapt alwéér. Het is stil. In mijn mijmeringen zie ik ons kiezelsteentjes werpen in onze spiegelbeelden en laat ik de wereld weg zuchten. Altijd zijn er de twee woorden die van onze lippen valt : ware liefde. Ik laat je kijken in het zand waar geschreven staat, hier houdt de vloed voor eeuwig stand en zie vlinders fladderen door onze lijven. Mijn lief laat mij dan je spiegel zijn stap gerust uit je dromen ga dan voor me staan in mijn ogen laat ik je thuis komen kus me, ik zal altijd met je meegaan voortaan
|