Fragmenten, momenten, wat gaat het toch snel vijftig jaar zijn gevlogen, Dat weten jullie wel.
Fragmenten, momenten., dat zijn er al wat Vijftig jaar samen… dat doet me toch wat
Fragmenten, momenten, met lach en geween. Vijftig jaar … Daar kan je niet omheen
Die jaren tezamen zijn nog niet klaar, Fragmenten, momenten, komen en gaan. Beleef er nog velen En doe dat .. TE SAAM ! (Jubilarissen) Francine juli 2005
Ik was een gedroomd fotomodelletje voor nonkel Jean.
Mijn ma als jonge bruid.
°1931 +1986 Mijn ma, nooit oud, altijd in.
Zeven maal om de aarde te gaan, als het zou moeten op handen en voeten; zeven maal, om die éne te groeten die daar lachend te wachten zou staan. Zeven maal om de aarde te gaan. Zeven maal over de zeeën te gaan, schraal in de kleren, wat zou mij deren kon uit de dood ik die éne doen keren. Zeven maal over de zeeën te gaan - Zeven maal, om met zijn tweeën te staan. 'De gestorvene' van Ida Gerhardt
Je kende me wel,
maar wist niet wie ik was.
Je wist dat je hier woonde,
maar toch was je niet thuis.
Het verleden vult je gedachten
en heimwee maakt je triest,
maar ook een beetje boos.
Je zou liever zorgen voor…..
Maar je voelt je machteloos.
Ik zou willen zorgen voor….
Maar ‘k voel me machteloos
(Dementie) 1995 Francine
Ine, ons peuterpubertje
Zij is als een liedje, Dat luid klinkt en zacht. Ze is een melodietje , heel lief met veel kracht
De noten die dansen, bij haar op en neer. Hoogtes en laagtes, heen en weer.
Ze is als een vlinder, die vliegt in de wind. Ze is een echt raadsel , dat wonder dat kind.
Francine 24.05.2005
Ine 3 jaar
Lies & Sam maart 2005
Lies & Ine
Hierboven ben ik al 3 maandjes oud!
Ý Ik ben niet boos ik peuterpuber !
Ý Slaap als een reus, slaap als een roos, slaap als een reus van een roos, rozeke, zoetekoekedozeke, doe de deur dicht, van de doos ik slaap...... P.Van Ostaeyen
Ine en Lies oktober 2005
***
Voor de dag van morgen *** Wanneer ik morgen dood ga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind, dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken,
Vertel het aan de huizen van steen vertel het aan de stad hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens. Ze zouden niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw dat een mens een mens zo lief had als ik jou.
Het rollen van de tekst stopt door er met je cursor op te gaan!
14-09-2006
De derde kleuterklas
De school is net terug begonnen en de snottebellen en verkoudheden beginnen weer. Maar Sam heeft andere katjes te geselen.
Hij zit nu de laatste kleuterklas en het valt mij op dat vijfjarigen zoveel nieuwe dingen dienen aan te leren. Ons Sammeke die zijn leventje begon met een achterstand ten aanzien van zijn leeftijdsgenootjes heeft met succes een reuze inhaalmanoeuvre gemaakt en slaat ons allemaal met verbazing. De kleine steunwieltjes zijn van het fietsje gehaald en Sam oefentop zijn tempo het fietsen op twee wielen.
Terwijl hij een half jaartje geleden nog heel voorzichtig in het zwembad plonsde springt hij nu vlotjes de kant af en duikt als een eendje onder water. Het echte zwemmen is niet ver meer af.
De trap op en af gaan is lang een grote moeilijkheid geweest maar nu klimt hij in de speeltuin moeiteloos via touwen ophoog en omlaag .
De minder fysieke vaardigheden zoals de klok lezen, cijfers en letters herkennen boeien hem uitermate zodat de waaroms nooit ver af zijn.
Zijn geliefkoosde hobby is dan ook praten......., vragen......, praten
Dit jaartje waarin de kindjes klaargestoomd worden voor de grote school wordt voor onze Sam alvast een boeiend jaar!
Een tweetal kilometer van het bos verwijderd begonde bewoonde wereld met boerderijen die in een ver verleden ver uit elkaar neergepoot waren. Uit verveling, eigen aan onze leeftijd, vatte ik samen met mijn nicht de wandeling aan naar de eerste boerderij . Wij zouden eens verse eitjes van de boer gaan kopen. Op het erf van de boerderij aangekomen troffen we drie boertjes zittend op een bank in de zon aan. We werden heel hartelijk begroet maar de conversatie verliep uiterst moeilijk.
Boerke één had een enorm spraakgebrek en we verstonden niets van wat die man ons stotterend wou vertellen.
Boerke twee was stom en doof en sprak in onverstaanbare klanken.
En boerke drie zag ondanks de enorme dikke bril geen haartje voor zijn ogen maar hij vertaalde wel alles wat zijn broers ons wilde zeggen.
Deze mannen, van de leeftijd van onze grootouders, waren ongehuwde broers en woonden met hun twee eveneens ongehuwde zussen in de ouderlijke boerderij! De zussen waren minder hartelijk want zij waakten als kloeken over hun broertjes .
Een beetje lacherig maar onder de indruk gingen we in ons bos verslag uitbrengen. Daar werden we wat ongelovig aanhoord .
Maar de zondag daarop kregen we een wederbezoek van onze drie vrienden en konden we dit apart gezelschap aan de familie voorstellen.
Ondanks de schuchtere poging van een nazomertje staat de herfst toch voor de deur. Je kunt het ruiken en je kan het voelen. Even nog en de afgevallen bladeren knisperen weer onder onze voetstappen. Hoewel ik van elk seizoen hou gaat mijn voorkeur, volgens mijn man, toch meer uit naar de herfst. Wel een dankbaar seizoen voor huiselijke gezelligheid.
Dat gevoel koesterde ik als kind ook al! Terwijl de tamme kastanjes die we kruiselings hadden ingekerfd op de kolenstoof lagen te poffen, schaarden we ons samen met ons ma aan de tafel voor een spelletje monopoly. Van de gepofte kastanjes hield ik niet zo maar dan waren er tot grote ergernis van ons vader, de okkernoten die we tussen de deur klemde om ze zo open te breken! Onze pa kregen we niet gemotiveerd om het gezelschapspel mee te spelen maar ma was daar altijd voor te vinden. Het was trouwens één van de zeldzame spelletjes die wij, zussen en broer, ondanks ons leeftijdsverschil samen speelden. Misschien klinkt het raar maar de herfstkilte bracht toch ook een dosis warmte!
Herinneringen zijn net als deeltjes van iets dat ontploft, sommige vliegen ver weg en vinden we nooit meer terug, Andere blijven dichtbij en strijken daar neer waar we er gemakkelijk bij kunnen.
Rond de periode van onze vakantie aan zee en misschien wel als een reactie daarop kocht moe, met het oog op haar kleinkinderen, een stuk recreatiegrond op de boerenbuiten.
Op die lap grond werd door grootvader, nonkel en pa een houten huisje in elkaar getimmerd . En vanaf dan werd ons bos een vaste waarde in de familie. Wanneer het weer het toeliet trokken we er naar toe. De tafel en stoelen werden buitengezet er werd koffie geschonken en de koekjes uitgepakt. Geregeld kwamen er andere familieleden aangewaaid zoals ma haar jongere broer met zijn gezin. Deze tante en nonkel waren net als onze moeders verwoede kaarters en zodra hun clubje van 4 bijeen was begonnen ze steevast aan hun kaartspel.
De vaders hielden een siësta of deden werkjes aan het huisje. In het bos groeiden in dichte struikjes blauwe bosbesjes (Myrtillen) waar moe confituur van maakte. Voor wij gingen spelen moesten(liefst toch) we voor moe bezekes plukken . We leverden al vlug ons min of meer gevulde potje bij moe af om haar alleen met haar bezekes te laten en ons aan ons vrije spel over te geven.
We speelden verstoppertje of met zijn allen petanque. Voor de voetballiefhebber was er een goal in elkaar geknutseld . Een oud volkspel dat va ons leerde was een vast onderdeel van ons bosbezoek.
Dat spel was:Poppeke schiet Het paapje of poppeke was een cilindervormig houten blokje.Mooi op een stapeltje moest elke speler hierop een geldstukje leggen en met loden schijfjes werd er naar dat paapje gegooid . Het was de bedoeling dat dit omgegooid werd en de eigenaar van de loden schijfjes die bij of op de centjes lagen wonnen die muntjes.
We bleven zelf toen we zelf al kinderen hadden naar ons bos toegaan. Maar stilaan verwaterde deze bezoeken. Tot dat ze na het overlijden van moe helemaal wegvielen.
Ons bos ligt er nu stil en verwaarloost bij en zelfs de bezekes groeien er niet meer!
De zomer van 1963 was, in ons toen nog jonge leventje, een ware nachtmerrie.
Ik, mijn zus, oudste nicht en twee kozijns mochten op vakantie naar zee.
De Posterijen hadden vakantiekoloniën voor de kinderen van hun personeel. Wij waren wat je noemt zulke bevoorrechte kinderen. Dat vakantieverblijf in Westende heette "Ons rustoord" . Met nieuwsgierige verwachting en een bang hartje werden we daar door onze ouders achtergelaten onder al dan niet deskundige begeleiding. Al van de eerste moment werd het ons duidelijk dat we op niet al te veel gezelligheid moesten rekenen, de monitrice's moesten we aanspreken met het schoolachtige juffrouw.
De jongens werden van de meisjes gescheiden door een metershoge draad. Als we een praatje met onze kozijns wilden maken gebeurde dat met die draad tussen ons. De vereisteminimum leeftijd was 5 jaar en zus voldeed daar net aan. Het slapen gebeurde in leeftijdsgroepen, ik werd van mijn zusje gescheiden en gezien haar jonge leeftijd gaf dit natuurlijk de nodige traantjes, we waren zo gewend de kamer te delen. We sliepen op grote zalen en na het verplichte toiletbezoek gingen alle lichten onverbiddelijk uit zodat het pikdonker was met enkel in de verte een klein lichtje van de gang.
Het zaaltje waar ons Ria sliep was wel wat verwijderd van mijn slaapzaal en op een avond net voor de lichten in onze zaal uitgingen kwam zusje luid wenend naar me toegelopen. Zij had in haar bedje geplast en had, als reactie op haar ongelukje, slaag gekregen van de juffrouw. IK met mijn negen jaar en ontluikende verantwoordelijkheidszin nam haar bij het handje en stevende intens boos af op de monitrice, haar héél streng vermanend dat ze mijn zusje niet mocht slaan. De briefjes of kaartjes die we naar huis schreven werden gecensureerd en er werd ons gezegd dat we enkel mochten schrijven hoe leuk het wel was. In de helft van de maand was het bezoekdag en kregen we onze ouders en grootouders op bezoek. Ik zou het hun dan wel allemaal eens vertellen en dan zouden ze ons wel mee naar huis nemen! Toen die dag aangebroken was en we ons beklag deden kregen we enkel nieuwe strandspullen cadeau en de vermaning niet zo flauw te zijn het zou nog maar twee weken duren. (ze hadden voor een hele maand betaald,dus..) Toen de bezoekdag ten einde liep en ze zonder ons naar huis vertrokken hebben we dan ook tranen met tuiten gehuild. Gelukkig kwam er aan deze kwelling een eind . Uiteindelijk vergaven we onze ouders hun misstap (op voorwaarde dat we daar nooit meer heen moesten) maar vergeten deden we deze rotvakantie nooit!
Blote billen,buiken en borsten alom deze dagen. Het moment bij uitstek voor ons Ineke om zichzelf eens uitgebreid te bestuderen. Dat 3,5 jaar oude dametje vergeleek eerst en vooral Bommas borsten met haar borstje en besloot uiteindelijk dat zij poppemieborstjes heeft .
Haar naveltje werd serieus onder de loep genomen ,ze trok en sleurde het haast binnenstebuiten om dan tot de vaststelling te komen dat er later uit haar putje geen babytjes gingen komen want dat putje was dicht, er zat geen gaatje in ! Dus opteert ze om de babytjes maar langst een andere "de natuurlijke" weg te laten komen. (vervolg binnen 20 à 25 jaar)
De fietstochtjes van nu zijn ook niet meer wat ze waren. Als ik nu een fietstochtje maak moet ik dagenlang op het randje van mijn stoel, gestut door zachte kussens, heel voorzichtig gaan zitten. Terwijl vroeger de fiets wel een verlengstuk van ons eigen leek. Sommige familie-uitstapjes maakten we ook met de fiets hoewel ik me niet herinner dat onze pa of nonkel F erbij waren. Onze moeders konden geen auto rijden en dus reden we in fietscolonne naar het Noordkasteel, het Peerdsbos, de Kattekensberg of het Park van Brasschaat. Daar stond toen geen gesofisticeerd zwembad maar een brede gracht die uitmondde in een vijver. Met grote autobinnenbanden die men daar verhuurde kon je heerlijk in het water ravotten. Terwijl onze moeders van op een dekentje onder de bomen hun kroost in het oog hielden.
De grote vakantie duurde (voor de moeders) lang en het gebeurde dan ook dat we in die schoolvakantie toch naar onze oude vertrouwde school gingen. Op een bepaalde dag, ik dacht op vrijdag, konden de kinderen daar terecht voor een soort van vakantieopvang, er kon daar onder toezicht gespeeld worden. Ik vermoed dat dit maar één of enkele jaartjes georganiseerd werd want die herinneringen zijn nogal mistig. Maar of wij, kinderen, deze vrijetijdsbesteding even plezant vonden als onze fietstochtjes dat valt serieus te betwijfelen!
Het warme weer doet mij weer terugdenken aan de uitstapjes die we vroeger maakten. De grootouders waren meestal ook van de partij en dus zat ons kleine Fiatje afgeladen vol. Hoe dat lukte gaat nu mijn petje te boven.
Zoals de meest dingen deden we die uitstappen ook samen met de familie uit de straat. In onze kleine colonne reed Nonkel steevast voorop .
In die overvolle auto werd ik meestal autoziek. Het duurde dan ook niet lang voor pa de auto aan de kant diende te zetten . En het zat in de familie want we waren nog niet goed of wel terug vertrokken of de auto van nonkel moest stoppen omdat kozijn Alex aan diezelfde ergerlijke kwaal leed. Omdatonze va nogal vatbaar was voor verkoudheden mocht er in de auto absoluut nergens een tochtje zijn zodat mijn vaste plekje in de auto achter Pa was . Aan de kant van onze chauffeur mocht het raam een heel klein beetje open zodat ik dan als een hondje aan dat kleine raam-spleetje naar een beetje frisse lucht zat te happen.
Gelukkig rijd ik nu zelf met mijn ramen wijd open en mij zie je niet meer langst de kant van de weg voorover gebogen staan.
Onze kleinzoon heeft Zorro gespot. Zorro waar die stoere vijfjarigen uit zijn klasje zo mee dweepten en die hij enkel kende van hun verhalen.
Bij een uitstapje in Antwerpen reden ze door de Jodenwijk toen Sam vanuit het autoraampje een orthodoxe jood opmerkte riep hij uit daar Zorro. Toen ze enkele dagen later weer door diezelfde buurt reden vroeg hij aan zijn mama of Zorro ook kindjes had . Want kijk daar reed Zorro op een fiets met achterop een kinderstoeltje. Z
Klein Jantje verbleef een paar dagen bij zijn grootmoeder. Hij was al een tijdje buiten aan het spelen met de andere kinderen wanneer hij terug binnen kwam en vroeg: "Oma, hoe noemen ze dat wanneer twee mensen in dezelfde kamer slapen en de ene ligt boven de andere?
De oma was natuurlijk lichtjes geschokt, maar denkende aan de moderne opvoeding besloot ze hem de waarheid te vertellen. "Dat noemt men "sexuele gemeenschap", lieveling" . Klein Jantje zei "OK" en verdween terug naar buiten om verder te spelen.
Enkele minuten later kwam hij woedend terug binnen en zei: "Oma, dat heet NIET sexuele gemeenschap! Dat heet STAPELBED! En de moeder van Kevin wil dringend met u spreken !!!!!!!!!!!!!!!!"
Wat waren we toch met ons gat in de boter gevallen! Als het weer het enigzins toeliet waren we buiten te vinden. Auto's reden er toen nog niet zoveel en we waren omringd door weiden en polders. De bunkers in de wei die als stilzwijgende getuigen uit de oorlog standhielden waren een gedroomd speelterrein. Die bereikten we meestal ongeschonden maar owee als de boer ons betrapte in "zijn" wei , het hindernissenparcours tussen de dampende koeienvlaaien werd dan wel heel erg spannend. Van Abraham en zijn mosterd wisten we toen nog niets maar wel waar de boter vandaan kwam .De blaadjes van een boterbloempje legde we op onze tong en..... voila!
De achttienjarige Hans Van Themsche is vrijdagvoormiddag na een eerste verhoor in het ziekenhuis aangehouden voor moord en poging tot moord. Dinsdag verschijnt de jonge schutter voor de raadkamer. Dat meldt het Antwerpse parket vrijdag.
De jongeman verklaarde dat hij na het kopen van het jachtwapen en de munitie doelbewust op zoek ging naar mensen van vreemde origine om hen neer te schieten, aldus Dominique Reyniers, de woordvoerster van het Antwerpse parket. "Het kleine meisje was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats", zei Van Themsche tijdens het verhoor. (G.V.A. 12/04/06) Ik zag Turken aan de Schelde
Marokkanen in de stad van Gent
en k hoord op de markt van Brussel
Algerijnen met een vreemd accent
In Keulen zag ik Chinesen
magere mannen uit Pakistan
In Londen Sikhs uit India
Met nen dikke tulband an
Ik zag naakt Amazone-Indianen
ik zag Crees uit Noord-Canada
En uit Lubumbashi kwam Deda
een prinses uit zwart Afrika
Ik zag Bantoes in ons cafeetje
ik zag Tutsis op de tram
ik zag Zoeloes dansen en springen
en rofflen op den tamtam
Ik zag Egyptische matrozen
in de haven van Rotterdam
ik zag Portugese Joden
in de winkels van Amsterdam
Ik zag Inkas in Oostende
Chilenen op het Brugse Zand
daar speeld een zigeunerorkestje
van een volk zonder vaderland
Al de kinders van moeder aarde
op charango en met gamelan
ze roepen en zingen aan ons deuren
doet open bange blanke man
doet open bange blanke man
doet open bange blanke man
In mei deden we braafjes wat de kerk ons voorschreef . Mijn oudere broer deed zijn plechtige en ik mijn eerste communie zo werd het één feest voor ons beiden. Mijn miniatuur bruidskleedje werd natuurlijk door moe perfect in elkaar gestoken. Zusje die dan twee jaartjes oud was kreeg een indentiek kleedje zodat zij ook fier mee paradeerde. De plechtigheid in de kerk werd gevolgddoor een traditioneel feestmaal waar de ganse familie aanwezig was. Omdat de leeftijden van nichtjes en kozijnen nogal op elkaar aansloten gingen er heel wat jaartjes over voor alle eerste en plechtige communicanten gepasseerd waren .
Na onze eerste communie moesten we elke zondag naar de kerk om de mis bij te wonen. Deze regel was maar in voege tot na onze plechtige communie , vanaf dan besliste we zelf of we nog naar de kerk gingen. Na de mis trokken we naar de bibliotheek (de boekerij)waar we de lectuur voor de komende week uitzochten. De laatste jaren spijbelde ik geregeld en brachtdie tijd van de kerkdienst door tussen de vele boeken in de bibliotheek. Wel ging ik eerst eens kijken welke pastoor de mis voordroeg zodat ik steeds ingedekt was moest ma daarnaar vragen.
Ik ben een sandwichkind! Vorige week las ik deze toepasselijke omschrijving voor het middelste kind in een gezin . Door het vrij grote leeftijdsverschil tussen mijn broer en mijn zus zat ik niet erg gewrongen. Grote broer moest bediend worden en voor kleine zus moest gezorgd worden en zo kreeg ik soms heel lastige karweitjes op te knappen. Zoals die keer toen zusje het in haar hoofd kreeg om haar bonte verzameling communiezakdoekjes van de hand te doen. Het zakenvrouwtje in spe ging in ons straatje deur aan deur met haar nieuwe zakdoekjes leuren. De zakdoekjes gingen als zoete broodjes de deur uit,ons Riahaar prijzen waren dan ook weggevertjes. Natuurlijk gebeurde dit buiten medeweten van ons ma en toen zus apetrots haar eerste verdiende centjes toonde wist ons ma niet waar ze het had. Met resultaat dat dit eigenste sandwichkind deur aan deur de centjes moest terug brengen en de zakdoekjes terug vragen. Toen zat ik wel gewrongen en heb ik met hoogrode wangen deze rotklus uitgevoerd, maar ik ben de schaamte die ik toen voelde nooit vergeten. Wanneer er achteraf gelachen werd om zus haar handeldrijven lachte ik dan ook maar heel zuurtjes mee.
Erg veel herinneringen aan het paasgebeuren heb ik niet. Net zoals al de andere feesten werd dit vroeger niet zo uitbundig en commercieel gevierd. Wel liepen we er op ons paasbest bij want pasen was het uitgelezen moment om de winterkleding voor een tijdje te verbannen en van kop tot teen in het nieuw gezet te worden. Paaseieren mochten we gaan rapen bij ons moeke (grootmoeder langs moederskant). Zij woonden in het centrum van Merksem en daar waren de "klokken van Rome" dan ook geweest. Om mijn sceptische vragen te ontwijken had moeke een raampje op een kiertje gezet want het was daarlangst dat die klokken de eieren binnen gegooid hadden. Ik zocht ijverig mee naar de chocolade eieren maar glurend naar dat kleine venstertje had ik toch heel grote bedenkingen!
Ik was een jaar of 13 toen ma me een medicamentje gaf tegen menstruatiepijn. Het zat in een piepklein glaasje en zoals elk slecht smakend medicament slikte ik het in één keer door. Niet erg veel later leek mijn slaapkamer een eigen leven te leiden, de kamer draaide en tolde en wiegde me uiteindelijk in een diepe slaap. Ik dacht dat ma me behekst had met een toverdrankje!
Afgelopen zondag heb ik dat toverdrankje, een elexireke, nog eens gedronken, gelukkig zonder die spectaculaire gevolgen van toen. Van die medicamentsmaak was al helemaal niks te merken, deze Antwerpse likeurspecialiteit Elixir d Anvers, smaakte gewoon lekker. Ik ben dan ook geen 13 meer had geen krampjes en kan nu beter tegen ... heksendrankjes!
Op maandag was het wasdag. Deze wekelijks weerkerende job werd door moe en ma gezamenlijk uitgevoerd. In onze tuin stond aangebouwd tegen het huis een betonnen kot met daarin dat vrouwonvriendelijk gedrocht : het fornage
Dat fornage was een grote keteldie gevuld werd met water dat dooreen houtvuurtje onderaan in de ketel werd verhit . Samen met zeeppoeder werd het vuile wasgoed in de ketel gestopt waar het met een houten stok roerend in beweging werd gehouden. Het vuurtje werd goed brandend gehouden enaan de rode gezichten te zien kregen de noeste werksters het bijna zo warm als het wasgoed zelf. Hoe heel het proces juist in zijn werk ging weet ik niet omdat wij kinderen op deze momentenenkel maar in de weg liepen . Nu lijkt dit voorhistorisch maar toch ik kan me hen, zwoegend aan die "fornage", nog levendig voorstellen. Als ik nu mijn wasgoed in de machine stop en ,met een enkele lichte druk op de schakelaar, mijn wasje doe bedenk ik hoe het vroeger was en hoe het voor sommigen nog steeds als vroeger is.
Leuke kinderpraat(met naam en leeftijd) wordt in dank aanvaard! Ook je op-en aanmerkingen worden gretig gelezen.AAN GROTE AFBEELDINGEN HEB IK GEEN BOODSCHAP en zal ik verwijderen!
You' ll win every fight you fight, every game you play you can never lose, we will be by your side all the whay you'll win every fight you fight, every game you play on't you be afraid, you will win every fight every day
never give up, my friend if you don 't see the end if you don 't see the top,don 't stop we know we know you'll win every fight you fight, every,game you play you will reach the top, at the top, that's where you will stay
Francois, Jean,Louis
Fietstochtje rond 1935
STOP zeehondenmoord!
'k zou zo gere willen leve in ne wereld zonder haat zonder macht en zonder streven waar dat al van 't zelve gaat 'k zou zo gere wille leven in ne wereld zonder pijn waar dat iedereen al kan geve en dat geestig es te zijn
'k zou zo gere wille leve in ne wereld zonder geld da de nie van schrik moet beve veur ne oorlog en geweld 'kzou zo gere wille leven in ne wereld zonder doel waar gerekend wordt mee scheefkens geen bankiers en gene boel
'k zou zo gere wille leve in ne wereld zonder werk waar dat alles gaat al spelend dat de 't werke niet en merkt 'k zou zo gere wille leve in ne wereld zonder schrik hoe dat zou zijn 't es om 't even zeker beter, dat wete 'k ik
'k zou zo gere gelijk de bome staan mee wortels in de grond en mijn takke naar omhooge en geen woord in mijne mond 'k zou zo gere kunnen vliege gelijk ne vogel in de lucht zachtjes op de wolke wiege geen lawaai zelfs gene zucht
'k Zou zo gere 'k zou zo gere 'k zou van alles willen doen schone luchtkastele bouwe en tons slape tot de noen 'k zou zo vele wille geve veur ne wereld mee veel groen waar nog veugels kunne leve en mijn liedjes niet van doen
(Walter de Buck)
TEST OEWAIGE !
Zeddenenechte Antwaarpener?
kunde dees woorde inies oât spreke zonder te doddele ? probeert morris : akosterniondoeng