Vergeefs zoek je het in haar ogen Zij volgt slechts het pad der rozen, de bloemen die zij deelt met engelen
Zonder de geur van jasmijn schittert haar gelaat als kristal bespeelt zij de grasharp,
de snaren van het riet
Ach, hoe mooi klinkt het lied van haar lach, smelt zij de sneeuw,
die rijpt rond mijn hart
Ik zoek de peluw,
de warme diepte van haar nest Ik draag haar op mijn armen, zoals ik ooit deed,
in de zondagen
de zondagen van liefde...
|