God onder de sneeuw ...
De stad waarin ik woon is rijk aan kerken. Vermits God reeds lang gestorven is, staan er veel van zijn huizen leeg. Arm en verlaten.
Sommige worden gesloopt, andere mogen verder leven. In een ander leven. Reïncarnatie heet dat dan.
Geen mis meer. Maar theater of kunst met K. Dat vervangt zijn Woord. C van Concert, mag ook.
Gelovigen van een ander soort komen aarzelend binnen. Men noemt ze ook wel eens: toeristen.
Zo passeerde ik gisteren die prachtige gevel van G. Zijn deur stond open. En wanneer ik me meestal erger aan tentoonstellingen à la SMAK, werd ik nu meteen ingepakt.
Witte doeken sleepten zich vanaan het portaal tot aan het altaar. Uitgestreken sneeuw. En op dat wit verschenen woorden. Fris uitgekozen. Muziek verzachtte de kilte. En de stilte leed er niet onder.
Zopas na het herlezen van de teksten die ik zo maar cadeau kreeg, moest ik dit kwijt:
Gisteren heb ik God gezien Hij lag besneeuwd te slapen onder het vel van zijn gewelf
En woorden van mensen schreven op zijn huid de tijd vol poëzie
Zijn Woord scheen door de lucht in mensentaal gekneed door mensenhanden landen van verwondering getekend op muziek
Graag had ik geloofd wat Hij mij wilde zeggen maar letters braken zonder licht
En buiten hing de lucht te klagen van grijs verdriet over daken en dagen
Uvi
|