Met een zee van tijd.
Zopas nog liep ik met Kristien Hemmerechts over het wit zand van Wissant.
In de buurt van Cap Gris Nez. Met een zee van tijd. (Radio 1).
En geloof me, er vloog een meeuw voorbij m'n raam.
Ondertussen weet je wel dat ik 'un voyageur immobile' ben.
Partir sans sortir. De zee komt naar mij. Ik zwem in mijn zetel.
Ach, het is eerder pootje baden, want nooit een flinke zwemmer geweest.
Hoewel, in mijn zetel ...
En wat doe je als je ligt te denken aan het strand van je verlangen met in de verte de 'white cliffs of Dover'?
Denken. Deze roerloze reiziger denkt dan.
Waarom schrijf ik?
Is het voor de echo van het handjesgeklap van een groot getal?
Of leg ik mij neer in de ontroering van die allenige lezer die mij voelt, die ik raak. In de zee van haar of zijn ziel?
Mag ik kiezen?
Geef mij dan het laatste.
Ach, laat me niet flauw doen, ik hou van klappend vuurwerk.
Maar weten dat je iemand kunt ontroeren zoals je dat zelf voelt, moet slikken...
Iets ongemeens ruim en toch intiem... dat je soms sterker raakt dan de grote gebeurtenissen van het leven.
Als je dat iemand kan cadeau doen... gewoon met woorden...
Wel, dan schrijf je niet voor niets.
Verdienen doe je er niet aan. En voor de virtuele roem moet je het ook al niet doen... Die is nog vergankelijker dan in de échte wereld.
Een letter, een vingertoets voorbij ... en je bent al vergeten.
Ik kan alleen maar hopen dat ergens
tussen het zand van mijn syllaben aan de kust van mijn woorden
er zich iemand neervlijt en leest,
kijkt en luistert en denkt: ginder zie ik 'the white cliffs of Dover' ...
En dan wind in de haren voelt en regen in de ogen ...
uvi