De geur van vroeger.
Ik haalde hakkelend het mes doorheen het plastiek en meteen rook ik de zee. Een zee van herinneringen. Westende. Dààr was het dat ik in 1961 voor het eerste gerookte makreel at. In een Kempisch dorpje is er geen viswinkel.
Hoe kan het dat zo'n geur die ontsnapt aan z'n verpakking je meteen 'bouleverseert'? Je lief, waar je later gaat mee trouwen. En na zestien jaar zal van scheiden. Je tantes en nonkels, nog jong maar toch al oud. Lachend naar het leven. Allemaal dood. Ze komen uit dat pakje gekropen. En raar, maar levendiger en schoner dan ze ooit waren.
De zee is blauw. Het water warm. De wolken wit. Het leven is vakantie. De tijd manipuleert het beeld dat je bewaart. Verbeelding vertekent. Het huis waarin je woonde is plots kleiner dan dat je het zelf, jaar na jaar, had opgebouwd.
Toeval? Deze ochtend. Twee meeuwen schreeuwen de zee op de nok van m'n dag. Langs Radio 1 hoor ik haar klotsen in gezelschap van de wind, Ik word overspoeld door heimwee. Naar dingen die ik nooit gedaan heb. Naar iemand die ik niet geweest ben.
uvi
|