Dit is mijn eerste bundel, nog niet officiëel gepubliceerd, maar toch online voor de liefhebbers. Het zijn voornamelijk "voordraag" gedichten, dan komt pas de klank tot zijn recht. Inmiddels ben ik de tel al kwijt geraakt van het aantal voordrachten, je zult me dus maar voor lief moeten nemen.
en ik?
Ik bak ganzelever lichtjes bruin met brokjes eekhoorntjes- brood van vorig jaar om jou te versieren
soms wil ik wel eens de schaliedekker van de vissen zijn
Een gedicht is een gedicht
En kunst is kunst. Het is enkel persoonlijke appreciatie, niets meer of niets minder. Over dit onderwerp werd reeds onnoemelijk veel geschreven. Maar al de slogans die rond onze oren geslagen worden, kunnen ons niet overtuigen om alles zomaar te accepteren als kunst.
Kunst bezit zeggingskracht en een zekere mate universaliteit. Met andere woorden zij spreekt andere mensen aan. Zij is niet bedoeld voor enkelingen, en overstijgt de massa. Evenmin is zij elitair, alhoewel zij die tot een zogenaamde elite behoren dit graag zouden willen.
Maar om het over woordkunst te hebben, want dat is een gedicht tenslotte, dan blijkt duidelijk dat wanneer je het enkel over jezelf hebt, er weinig mensen zijn die het kunnen appreciëren, of het zou hen rechtstreeks moeten aanspreken omdat er een zekere herkenning in zit. Die herkenning maakt het juist universeler!
Een goed gedicht gaat een dialoog aan met de buitenwereld, zonder belerend te zijn.
En dan is er de kracht van de stem.
Voor mij is een gedicht goed, wanneer het voorgedragen kan worden. Want dan pas geef je het volledig prijs. Neem je er afstand van, de term "voor het publiek gooien" is niet zomaar een statement.
Als je enkel je stem ter beschikking hebt om een publiek te boeien, geen achtergrondmuziek die de gevoelspoorten opent, dan pas voel je de sensatie, je staat er bij manier van spreken "naakt" op het podium (waarmee ik niet wil zeggen dat ik exibitionist ben hoor).
Enkele weken geleden heb ik het genoegen gehad om met een jonge dichter, een voordracht te houden voor een jeugdig publiek. We hebben mekaar afgewisseld, we zijn in dialoog gegaan op het podium met elkaar én met het publiek. Er was geen geroezemoes meer, geen fluisteren op de achtergrond. Onze teksten waren wel niet eenvoudig, onze overtuigingskracht sloeg blijkbaar wel aan.
Wat is voordragen anders dan poëzie universeler maken?