*
vandaag zoekt hij zich nog graag een trage weg, één zonder nood om op zijn stappen terug te keren een wandelpad, een doorgang een andere zon en avondrood
want tussen de scherpe stenen raakt die weg altijd versperd en scheurt het schoeisel er tot men bloedvoets verder strompelt
het blijkt zo moeilijk om ooit terug te keren zo laat hij dan zijn sporen na en kijkt dus niet meer om
zijn zinnen heeft hij al uitbundig op gebleekt papier beschreven en verzameld in een boek maar de bladeren hebben een vluchtig lot verkozen
zijn jaren zijn wel niet meer zo jong gebleven, ze zijn dan ook al eeuwen zoek
---
|