zij leest mijn dichtgeschreven zinnen waarmee ik me soms heb klem geplet vooral als ik weeral diep van binnen teveel mezelf in de kijker heb gezet
zij krast dan ongenadig met een mes haar strenge woorden in mijn lege bord zodat ik opschrik en verbaasd de les ter harte neem, terug nuchter wordt
en ik die dacht dat mooie woorden overdadig en met klatergoud versierd toch wat langer blijven hangen
maar, blijkbaar zijn ze te gewichtig en is mijn potlood veel te zwart en de grond waarop ze vallen veel te zompig en te nat
---
|