*
nog voel ik je laatste haverklap het dichtslaan van de inkomdeur het breken van je porseleinen winkelwaar, de kristallen glazen
zelf zocht ik woedewoorden op ze staan op punt om uit te barsten
mijn stem kraakt als een donderwolk ze galmt door volle zalen
het stof kruipt in de hoeken weg en tracht zich doof te houden
ik grauw de wolf, de grote beer de draak om vuur te spuwen de tijgerklauw, de leeuwenmaan de moeder van de oorlog zij is nu mijn vulkaan
woedend braak ik wat geen woorden zijn ik laat je trommelvliezen scheuren en schroei daarna je oren dicht
---
|