Voor het eerst ontbijten we buiten in het zonnetje. Daar hadden we zolang naar uitgekeken! Namiddag vinden we een rustige parking in Cabra, waar we ook ons sanitair kunnen verversen.
Het kleine stadje is erg druk.De binnenpleintjes en wandelstraatjes lopen over van jonge gezinnen met kleine kinderen en schattige babys. De kinderen ravotten samen, luid roepend zoals echte kinderen dat nog kunnen. De ouders roepen daarboven uit, tegen elkaar en tegen hun kroost, zoals echte Spanjaarden dat doen. Spanjaarden praten niet, ze roepen.
Overal staan sinaasappelbomen, met echte sinaasappels eraan. Onder de bomen liggen de sinaasappels te rotten. Ze smaken bitter, dus zijn ze misschien een wilde variant ?
s Avonds is de parking bijna leeg en we genieten van een rustige nacht.
Van Cabra hebben we geen foto's, deze zijn van onderweg...
Schrijnend hoe deze braakliggende omgeving werd omgetoverd tot een vuilnisbelt! We zijn blij dat we verder kunnen rijden, weg van hier. Blij dat Vroem dat ook wil, zonder gejammer.
In Mestanza is, zoals in zovele Spaanse dorpjes, de tijd blijven stilstaan. Drie keer vragen we de weg naar een bakker en lopen zowat heel het dorp op en neer. Blijkt dat we verschillende keren voorbij de bakker zijn gewandeld. Typisch Spaanse winkeltjes hebben geen uitstalraam. Je moet de bakker weten wonen tussen de andere huizen. Ze bakken maar één soort brood : een droge versie van wit stokbrood. Gemakkelijk omdat je in het Spaans alleen maar « pan » hoeft te zeggen en geen 20 namen van broodsoorten moet onthouden.
We overnachten onderweg naar Andujar, midden in de natuur, waar we deze namiddag gewandeld hebben. Het gebied ligt er zonnig bij maar er staat een strakke koude wind. In de verte zien we de besneeuwde bergen van de Sierra Nevada. In de avondschemering komen enkele hertjes nieuwsgierig kijken.
Vroem doet nog steeds alsof er niets gebeurd is. Hij vertrekt zonder zeuren en volgt braaf de weg die we uitgestippeld hebben.
De beroemde molens van Molinas del Viento van Consuegra, die Servantes zo uitgebreid beschrijft in zijn «Don Quijote», wuiven ons van verre welkom. De berg waarop ze met zn 10 achter elkaar staan biedt ons een 360° uitzicht over het dal. Met deze zeer strakke wind als motor moeten de wieken veel energie geleverd hebben.
Onderweg ontmoeten we, hoog boven op een gebouw, een ooievaarsnest.
In de vooravond rijden we richting Piedrabuena, op zoek naar een slaapplaats. De wegen in dit bosrijke gebied zijn in zeer goede staat, maar op een afstand van ongeveer 100 km vinden we geen enkel bermpje, opritje of parkeerplaatsje. Campings zijn in deze streek ook niet te vinden. Toeristen verblijven blijkbaar liever aan zee.
In Puertollano zijn we het zoeken beu en stoppen in een verlaten industriezone. De laatste meters laat Vroem horen dat hij het ook beu is. Piep piep, daar gaan we weer ...
Tegen 10 voor 9 wachten we voor de garagepoort tot hij open gaat. Het regent en er is veel wind.
Een grote stadsvuilbak op wielen is op het rijvak gewaaid. Het volgende zouden we nooit geloven als we het niet met eigen ogen gezien hadden.Een autootje van de stadsreinigingsdienst komt aangereden. De auto moet wel vertragen bij de vuilbak, want die staat op zijn rijvak. Heel voorzichtig rijdt het autootje tegen de vuilbak en duwt hem langzaam naar de kant van de weg. Dan rijdt hij verder.
In zijn beste Spaans slaagt René erin aan de garagist uit te leggen wat er aan de hand is. Maar de techniekers zijn er niet op zaterdag! De garagehouder geeft ons het adres van de volgende dichtsbijzijnde garage in Toledo, die maandag, dus pas over twee dagen, zal open zijn.
We starten Vroem en wonder boven wonder, Vroem piept niet meer. En dat houdt hij vol, de hele weg naar Toledo.
We overnachten op een grote parking aan de rand, tussen kamperende Belgen, Nederlanders en Spanjaarden. Maar eerst gaan we nog de sfeer van die grote historische stad over ons laten komen.
Vrijdag de 13de begint veelbelovend onder een stralende hemel. We bezoeken « Ruinas Romanas », een uitgestrekt opgegraven dorp, midden in de bergen, met tempel, forum en alles wat in een dorp zoal te vinden is. We proberen ons het dagelijks leven van de bewoners voor te stellen in dit ruwe klimaat, zoveel eeuwen geleden.
We wandelen verder in dit gebied. Woorden kunnen niet weergeven wat we gezien hebben. Hopelijk kunnen de fotos iets meer vertellen over dit betoverende landschap.
Na het eten weer binnen in warme Vroem rijden we naar Valera de Abajo, waar we wandelen en schuilen. Eigenlijk zouden we onze reis te voet moeten vervolgen, want achter elke draai ligt weer een ander betoverend «Hof Van Eden».
Het stadje Alarcón wenkt ons van verre, net een zichtkaart vanop deze afstand. Wanneer we achtereenvolgens door de 3 mooi gerestaureerde stadspoorten binnenrijden, voelt het alsof we in de middeleeuwen beland zijn. Tussen de oorspronkelijke gevels in de smalle straatjes is de tijd blijven stilstaan.
We verlaten Alarcón en bedenken dat deze dag voor ons de mooiste « vrijdag de 13de » wordt.
Plots krijgt Vroem kuren. Zijn achteruitrij-lichten blijven branden en flikkeren en nog vervelender het piepje dat hij tijdens het achteruitrijden laat horen, blijft aanhouden, wat we ook proberen. Aan de verre andere kant van de lijn verwijst een bediende van Camper-Assistance ons naar de dichtst bijzijnde garage in Alcázar de San Juan, ongeveer 100 km van de plaats waar we bellen. Hij weet ons ook te vertellen dat de garage morgen, zaterdag, in de voormiddag nog open zal zijn. Dus wij met een piepende, flikkerende Vroem daarnaartoe.
We overnachten op het uitgestrekt industrieterrein van de stad, dichtbij de garage die we met veel moeite gevonden hebben.
Het regent al onophoudelijk sinds deze morgen, niet alleen met het weer maar ook met de douches viel het niet mee. Niet leuk als je je verschillende keren helemaal uitkleedt om telkens een andere douche te proberen en vast te stellen dat er geen water uitkomt.Er blijkt iets mis te zijn met de waterleiding op de camping. We wachten niet tot het hersteld is en wassen ons in lekker warme droge Vroem.
We vertrekken in de stromende regen, 7°, op zoek naar warmere oorden. Bij "La Ventano del Diablo" houden we halt en genieten van een prachtig zicht op een riviertje, heel diep in het dal. Miljoenen jaren waren nodig om de roestbruine rotsen te doorklieven.
Richting Cuenca zien we zoveel moois waar we nu niet kunnen wandelen omdat het te modderig, te winderig en te koud is. Later ooit komen we hier zeker terug! We overnachten in de buurt van Torola op ongeveer honderd meter van de weg maar heel rustig en in het groen.
Vandaag was een « rustdag ». In de niet-toeristische gebieden van Spanje vind je op campings geen wasmachine, wel wasplaatsen om met de hand te wassen. Maar hier is een wasmachine. Dus maken we van deze wasgelegenheid gebruik. Alles wat we bij hebben vliegt in de machine en wappert snel droog in de zon. Dit is een goede camping, vriendelijke mensen en zeer proper sanitair, heerlijk warm water in de douches.
We prutsen verder aan deze blog toch moeilijk omdat we zoveel fotos willen laten zien. We willen de tekst rond de fotos maar dat lukt niet. Dan is de afwerking maar voor later, een reden om hier eens terug te komen kijken
Die parking in Puerta Orihuela geeft toegang tot een uitgestrekt natuurgebied. Na een verkwikkende nachtrust onder een schitterende sterrenhemel beginnen we deze dag met een ochtendwandeling.
Het is stralend mooi weer, de hemel is diepblauw, maar er staat een frisse wind. Geen picknick buiten, wel een kommetje soep, lekker warm in onze Vroem, genietend van de zon die door het raam schijnt.
We rijden verder terwijl het ene panorama na het andere aan ons voorbij schuift. We belanden in Albarracin, een stadje dat erin geslaagd is de sfeer van de middeleeuwen te bewaren.
We kuieren langs verscheidene stadspoorten en smalle straatjes, met zeer oude hoge huizen. Hier en daar kreeg het interieur een andere bestemming maar de gevels zijn in hun oorspronkelijke staat.
Na een klim bereiken we de burcht, die ons een kilometers ver uitzicht biedt over de omgeving. Er zijn hier ergens ook rotstekeningen te zien.
Maar er is ook een camping met een wasmachine en hoera eindelijk de mogelijkheid om op het internet te geraken. In het cafetaria schrijven we een mail naar het thuisfront en we posten ons dagboek op deze blog.
's Ochtends klare hemel, wel maar 1° buiten. De temperatuur klimt snel op en het belooft een warme dag te worden. Met onze picknick in de rugzak verkennen we het dorp met zijn nostalgische gebouwen, historische kerkjes en vele pleintjes. 's Middags houden de winkels hun siesta. Tot onze verbazing is het postkantoor wel open en we slaan meteeen een flinke voorraad postzegels in. Namiddag rijden we verder naar het zuiden. In Chequilla stoppen we om te wandelen. De rotsformaties zien er uniek uit. Het blijft rond de 25°, een frisse wind maakt het niet te warm. Het is Paasmaandag maar we vinden nog een winkeltje waar we lokale gerechten kunnen kopen. Dit gaan we vanavond uittesten. We rijden verder richting Albarracin.
Op de puerta Orihuela (1650m) vinden we een grote (lege) parking. Hier blijven we overnachten.
Wat een luxe om eens onder een echte douche te staan!Helaas neemt René de verkeerde douche zonder warm water, dan maar koud... Zoiets zal mij, Nelly, niet overkomen! Ik inspecteer zorgvuldig de kranen van de vrouwendouches en ontdek dat de douches met enkel koud water er uitzien als nieuw! We kunnen onze watertank bijvullen en vertrekken met een volledig uitgeruste Vroem naar La Mancha in de richting van Calatayud. Onderweg zien we dat er ergens een archeologische opgraving is, dus gaan we daar ook kijken. En zie, de Romeinen zijn hier ook geraakt.
We horen dat we zeker langs het Monasterio de Piedra moeten gaan, en dat doen we, maar bij aankomst krijgen we de indruk dat we in een pretpark beland zijn in plaats van een klooster, met lawaaierige, vrolijke Spanjaarden. In een pretpark hebben we geen zin, dus houden we het voor bekeken en rijden we verder. Wanneer we stoppen op een plaats met uitzicht ontdekken we het panorama van het klooster, midden in een schilderachtige, rotsachtige omgeving, compleet met tuin en waterval. Dat hebben we dan gemist. Of toch niet? We zagen alles van bovenaf.
Naarmate we verder rijden klaart de hemel volledig open. We komen aan in Castillie. We vinden een heel rustig plekje midden in de natuur. We genieten van een prachtige sterrenhemel, gevolgd door een rustige nacht en een verkwikkende slaap.
s Morgens zijn we allebei wakker rond 5h30. Die zo rustige plaats bij het attractiepark blijkt ook een ideale plaats te zijn voor hang-jongeren die met autos racen en van luide muziek houden. Om 6u30 rijden ze weg. Wij zijn nu klaarwakker en dat heeft ook een voordeel. We vertrekken al rond 9u. In Zaragoza liggen alle parkings ondergronds, te laag voor Vroem. Dus rijden we de stad uit, parkeren op een grote parking, en fietsen we naar het centrum. Heerlijk slenteren in de binnenstad, ijsje gegeten en rond 18 terug naar Vroem en ineens verder naar het zuiden. Geen camperplaatsen te bespeuren maar wel een kleine rustige camping in Saviñan op een 25 tal km van Calatayud.
Vanuit het doodse Pau naar Spanje. Naarmate we Spanje naderen wordt het weer slechter. Onmiddellijk na de "Tunnel de Somport", de toegangspoort van Frankrijk naar Spanje, valt er dikke hagel vermengd met sneeuw. De temperatuur zakt tot 6°. We rijden amper nog 30km per uur op de gladde wegen. Wat verder verandert de hagel en sneeuw in regen. Maar het blijft gieten tot we in Zaragoza zijn.
We vinden een plaats aan een pretpark en ontmoeten er Noren, die vertellen ons van hun 6-maanden durende reis naar Spanje, Portugal en Marokko. Vooral naar Marokko moeten we gaan, zeggen ze, en ze geven ons alvast alle infobrochures, websites. Even over nadenken of we dat zullen doen. Mischien ooit, waarom niet.
Rond 16 u nemen we de bus naar het centrum van Zaragoza. Hier vieren ze "Semana Santa" met een processie zoals we nog nooit hebben gezien. Je kan het niet vergelijken met een processie in België, je zou het tot de 3de macht moeten heffen.
Enorm veel volk hoopt zich uren op voorhand op in de straten. Dan schuift een ongelooflijke lange stoet voorbij.
Zaragoza biedt, naast een prachtige kathedraal, nog andere kerken en gebouwen die we willen bezoeken. Dus blijven we hier nog minstens één dag, waarschijnlijk twee dagen.
Heerlijk kunnen joggen langs de rivier. Daardoor weer laat vertrokken. We vervolgen onze reis en rijden verder naar Pau. Wat een drukke stad.We verblijven in het midden van het marktplein. Hier staan een paar honderd autos waaronder ook campers. Dit wordt vermoedelijk onze laatste nacht in Frankrijk. Het is bewolkt maar toch nog 18,5° om 19h.
We hebben weer rustig geslapen...Vanmorgen om 9u45 vertrokken, een record!
We schieten dus goed op en zijn reeds rond 16u in Périgueux. Op de camperplaats kunnen we onze watertank vullen en het afvalwater achterlaten.Heel wat Nederlanders, Fransen en Engelsen vonden deze plaats ook.
We wandelen in het kleine stadje.Imposante kathedraal van buiten, maar van binnen vrij kaal.
We zien enkele heerlijke ijssalons.Wanneer we er later op de avond weer langsgaan om ons te tracteren op eenslaapmutsje, zijn al de winkeljes en ijskraampjes en ijssalons dicht. Tja, dan maar geen ijsje Het weer is heerlijk zacht, geen wind dus ook geen last van de pollen .
Kaartjes gekocht, geschreven en gepost en nu weer bedtijd 21u30.
We hebben onze loopschoenen niet voor niets meegebracht. Daar zijn we onze dag mee begonnen.Als je daarna nog moet douchen vliegen de uren voorbij.Wanneer we vertrekken is de parking bijna leeg.
De « D » wegen liggen er rustig bij en de dorpjes volgen elkaar zodanig op dat je bijna voortdurend 50 per uur moet rijden. In een klein dorpje, Theillay, vinden we een standplaats aan een kerkhof.Plaats voor verschillende campers, maar alleen wij blijken voor deze plaats interesse te hebben.
Wel, het was hier heel rustig en dat is het de hele nacht gebleven! Aan een kerkhof ben je tenminste zeker van de rust en de stilte, dag en nacht !
Vanavond zijn we gestopt aan een meertje in Geraudot. Het is een plaats waar campers mogen staan en we zijn hier natuurlijk niet alleen. Maar toch is het rustig. We hebben heel mooi gewandeld in het bos, aan de rand van het meer.
We rijden binnendoor, door de dorpen. Het is veel relaxer rijden en de wegen zijn in zeer goede staat. Zo schieten we natuurlijk niet erg op , maar de reis op zichzelf is het doel van onze vakantie, vinden we. Er is één addertje onder het gras. We kunnen niet blijven rijden aan dat tempo want René was vanavond al flink aan t niezen en snotteren de berk woont hier ook
Ik vroem, jij vroemt, wij vroemen, Vroem vroemt...
Hebben we alles bij? Zijn we niets vergeten? Waar zullen we vanavond slapen? In de kampeergids vinden we het ideale plekje om te overnachten. " Rij 1 km en daarna rechts... 4 km en daarna links...3,5 km en dan...", zegt onze GPS en dat blijft zo maar duren. Wie vertrekt er nu ook op 1 april met vakantie? De ideale plek blijkt veel verder te liggen dan we dachten. Het is al donker en we zijn moe. Dus stoppen we bij het eerstvolgende plekje waar we aan de kant kunnen. Het blijkt de parkeerstrook aan een kerkhof te zijn.
Hier liggen Duitsers langs Fransen. Samen gevochten, samen gesneuveld, samen begraven... zouden ze weten waarom? Het onzinnige van een oorlog wordt mijn inziens uitgedrukt door het aantal slachtoffers. Hoe moet je aan hun vaders en moeders uitleggen wat dit betekent voor hun vaderland? Ik ben blij dat ik dat niet moet doen, want ik zou het niet weten...
Vroem heeft in Ierland het ene modderbad na het andere genomen en dat valt op. Hij is niet om aan te raken met de spons. Daarom krijgt hij eerst een beurt in de carwash. Na enkele euros in de automaat en vele liters water zien we zijn oorspronkelijke kleur terug. Thuis wordt
Vroem grondig schoongemaakt, vanbinnen en vanbuiten. Hij krijgt een rubberen tuinmat. De dweil eronder zal de modder opvangen bij het instappen als het regent. De lakens worden ververst, handdoeken, schoteldoeken enz. aangevuld.
De lange terugreis biedt ons een zee van tijd om samen terug te kijken op de voorbije week. Wat vonden we fijn? Waren er min-punten?
De ruige, ongerepte natuur vormt een enorm contrast met de verstedelijking in Vlaanderen. De Ieren zijn warm en vriendelijk. Toch is Ierland niet camper-vriendelijk. De parkings langs de stranden en wandelgebieden werden ontoegankelijk gemaakt voor campers. Daar zullen wel redenen voor zijn. Maar wat we begrijpen niet waarom er dan geen plaatsen voorzien worden waar campers wèl even mogen parkeren om een wandeling te maken. Campings bieden wel overnachting, maar zijn te ver afgelegen van sommige wandelgebieden.
Op deze foto zie je dat de doorgang aan het begin van de parking, net hoog genoeg om autos door te laten.
Toch wegen de moeilijkheden met de camper niet op tegen de rust, de puurheid en de geschiedenis die in Ierland te vinden zijn. We hebben slechts een tipje van Zuid-West Ierland gezien. Om naast de natuur de vele oude gebouwen en monumenten in heel Ierland te bezoeken, hebben we waarschijnlijk een half jaar nodig. Dus praten we onze laatste reisuren vol met plannen over wanneer en hoelang we zullen teruggaan.
InKlimacthomas makenwe eenafscheidswandeling langs het zandstrand.
In Rosslare wacht de boot. De zee is weer heel vriendelijk voor ons. Zo kalm hebben we haar deze week niet gezien. De overtocht verloopt rustig. Zelfs René slaapt enkele uurtjes.