We
vroemen vanuit Söderköping richting Södra Finnö, het uiterste puntje van het
schiereiland « Skargård ».
In Torra
ontdekken we een prachtig plaatsje aan het Sandfjärdenmeer. In het bos is een
plaatsje, net groot genoeg en horizontaal genoeg voor Vroem, knus bij een bank
onder de bomen. Vijftig meter verder staat nog een bank op de rotsige
ondergrond bij het water. Hier gaan we picnicken. We kijken uit op een plaatsje
waar je makkelijk het water in kan om te zwemmen, tot Renés grote vreugde... In de verte zien we een haventje met enkele
bootjes.
Eindelijk
kunnen we in het bos met veel tralala heel onze was uithangen, nu we hier toch
alleen zijn. Weet je nog wel, twee dagen geleden hebben we aan het haventje in Mem, waar de droogkast kapot is, de wasmachine gebruikt. Bij gebrek aan « uithangmogelijkheden »
hebben we onze was dan maar nat meegenomen. Maar zie je wel, zolang je er maar
in blijft geloven komt er vroeg of laat wel een oplossing naar je toe!
Dit plaatsje
is perfect!
René haalt
zijn zwembroek uit. Nelly haalt meteen haar fototoestel tevoorschijn, in
afwachting tot haar man het water in gaat. Vroem moet ook op de foto voor de
blog want kijk toch eens mensen, wij hebben zojuist het Aards Paradijs
gevonden!
Maar « mooie
liedjes duren niet lang », vertelt een Vlaamse uitdrukking, en het blijkt
nog waar te zijn ook
In enkele
minuten betrekt de hemelen barst een
hevig onweer los. Vlug de natte was weer in de zak stoppen en wegwezen!
Onder de
stortregen en het gekletter van hagelbollen vroemen we langzaam verder.
Wat hebben
we geluk gehad! Waren we een uur later vertrokken of had het onweer s nachts
losgebarsten, dan zouden we ons vastgereden hebben in de modder.
Voor een
avondplaatsje kunnen we de tijd nemen want het is nog maar 16 uur. We verkennen
het andere deel van het schiereiland. Op de kaart eindigt de weg in Vrångo
aan het binnenwater. Enkele bootjes dobberen aan de kant. Rustiger bestaat niet.
We vinden een plaatsje waar Vroem net kan staan, met zicht op het water met de
bootjes naast een container met grof afval. « Geen mooi zicht »,
mijmeren we, « we vinden vast wel een beter plaatsje ».
Wat zijn
we toch verwend, niet ?
Om half
negen ( !) komen we, na veel zoeken en rijden, in Arkösund, nipt op tijd
om een zwaar bewolkte zonsondergang te fotograferen.
De was
wordt over een veel te klein droogrekje gepropt. Het rekje kan boven de tafel
hangen terwijl wij slapen.
De zon moet
deze ochtend flink haar best doen om de dakramen van Vroem op te warmen,
tot wij eindelijk wakker worden.
Hier heerst
de volledige stilte en het lijkt alsof niemand die stilte wil verbreken.De wandelaars en de andere campeerders maken
geen lawaai.Namiddag wandelen we langs
het Göta kanaal dat met de bloemen, riet en eendjes eerder op een rivier lijkt.
In Mem zijn
geen winkels, dus doen we onze boodschappen in Söderköping.Tot nu toe valt het ons op dat er in de zweedse
warenhuizen geen achtergrondmuziek
speelt.Ook hier is het rustig, net als
de mensen. Alle plastic drankflessen
zijn petflessen.In elk warenhuis staat
een automaat waarin je die kwijt kan, net als alle drankblikjes.Voor een petfles krijg je 2kr terug, een
blikje brengt 1kr op. (1Euro = +/- 8 kr)
In elk dorp
of stad staat minstens één afvalparkje, waar men veel uitgebreider sorteert dan
bij ons.
We willen richting Oostzee, een
van de eilandenarchipels bezoeken.Maar
voor we het beseffen is ook deze dag weer omgevlogen.
« Ons
plaatsje » langs het Götekanaal in Söderköping is nog vrij...
We prullen
wat aan de blog die soms gekke sprongen maakt als we teksten en fotos
plaatsen.
Terwijl we
picknicken langs het Göta kanaal schuiven zeilbootjes en motorbootjes
voorbij.Er is weinig wind en een
aangenaam zonnetje verwarmt ons.
In Mem
loopt het Göta kanaal doorheen de laatste sluis in de Oostzee.Daar willen we naartoe, nu we toch zo kort bij de zee zijn.
We treffen
een van de meest schilderachtige plekjes aan die we tot nu toe gezien
hebben.Het kanaal wordt breder en
achter de horizon is de zee.Er is ook
een klein haventje.Even na onze
aankomst worden we getracteerd op zo maar eventjes 3 regenbogen, die
achtereenvolgens aan de hemel verschijnen.Wat een mooie kleurschakering over het water !
We hadden
vernomen dat hier plaats is voor campers en daar maakt Vroem graag gebruik van,
even later gevolgd door enkele grote dikke vrienden. (Campers waar Vroem 2X in
kan)
Je mag hier
gratis verblijven, maar indien we betalen kunnen we wat water nemen, sanitair
gebruiken en een wasmachine.Komt dat
goed uit zeg ! Maar er is één probleem.Op de droogkast staat « kapot ».Onze drang om te wassen is echter te
groot.Maar hoe gaan we alles
droogkrijgen ?Dit is een haventje,
dus een openbare plaats waar bezoekers af en aan rijden.Daar hang je geen was uit.Dit is Spanje niet, daar doen ze dat
overal.Maar hier zie je geen was
hangen.Bij nader inzien blijken wij de
enigen te zijn die de wasmachine gebruiken.Hoe gaan we dat oplossen ?We vinden beslist wel wat wordt vervolgd.
Voor we gaan eten komt er een toerist met de fiets
op ons toegestapt en vraagt of wij Engels spreken.We horen dat hij niet engelstalig is en
daarom antwoorden we : Frans, Duits, Nederlands,Eengels wat je maar
kiest.En wel verduiveld : « Spaans »
antwoord hij.Dus : hablamos
español ! Hij verschiet zich een ongeluk dit had hij nooit verwacht.Hij (Fernando) zet zich bij ons aan de tafel
en we babbelen wat, en terwijl wij aanstalten maken om binnen te gaan zitten
(20h30) gaat hij zijn tent opzetten en nog eten koken.Het blijft tenslotte een spanjaard he Hij
vraagt bij het afscheid hoe je « dank u » en « tot ziens »
in het Zweeds zegt, en Nelly staat hem graag te woord.Helaas hij krijgt de klanken moeilijk
uitgesproken en we lachen allemaal
We staan
ergens aan de rand van Söderköping op een ruime parking op 100m van de stad en
toch rustig aan de oever van het Götakanaal.Aan de overkant van het kanaal ligt een steile groene stroook met
bovenop een prieeltje met uitzicht over de stad.De groene strook is een stukje natuurgebied
dat met veel zorg bewaard wordt.
In het
portaaltje van de kerk vinden we boeken, sierraden ( !), icoontjes,
kaarsjes en prentkaarten.Op het
geldbusje staat : « betaal hier, dank U ».
Er zijn
twee koptelefoons om de uitleg over de geschiedenis en ontstaan te
beluisteren.Op elk van de 3 orgels
wordt ook muziek gespeeld dat je ook via de koptelefoons naar keuze kan
beluisteren. (o.a. Bach)
Net als in
het kerkje van het Vreta Klooster is hier ook een kinderhoekje met tekengerief,
puzzels en boekjes die het jonge volkje laten kennismaken met de bijbelfiguren
en verhalen.
Je bent
niet in Söderköping geweest als je niet in het ijssalon
« smultronstället » bent binnengegaan.Hun ijsbekers zijn een toeristische
attractie.De foto hier stelt niets voor
vergeleken met de gigantische coupes die we rondom ons voorbij zagen gaan.Het zag er feestelijk uit enhet smaakte lekker.Misschien kan daar in de toekomst geen enkelader ijsje meer tegenop . ?
De
verschillende campers die ons op de parking kwamen vergezellen vertrekken één
voor één.Wij blijven hier nog eens
overnachten.We genieten van het
vergezicht over het kanaal.Door het
andere raam zien we de stad, die indommelt in de avondschemering.Söderköping bij nacht is even rustig als een
nachtje in hartje natuurreservaat.
De dag
begint stralend.Vlug alles mee naar
buiten nemen voor een ontbijt in het groen.Te laat, de hemel betrekt en het voelt meteen heel wat frissser.
We begeven
ons naar Norsholm voor een wandeling in het gelijknamige natuurpark.Het piepkleine parkeerplaatsje tussen de
bossen staat al vol.Een vriendelijke boer
die met zijn tractor voorbijkomt wijst ons de weg naar een ander plaatsje in het bos.« Als dat ook bezet is, kom dan maar
gerust naar mijn woning.Als ik maar
langs kan met mijn tractor, dan mag je daar gerust staan ».
Langs de
paden vinden we de uitleg over enkele burchten en huizen die hier hebben
gestaan, met alle mogelijke info over wie hier leefde en wat er gebeurde.Dat is wel nodig want het enige wat we zien
is « een hoop stenen ».
Hoe dieper
we in het bos inwandelen,hoe harder het regent.Wanneer we terug in Vroem stappen zijn we
doornat.
Onder de
stromende regen bereiken we Söderköping.In het toeristenbureau slaan we een nieuwe voorraad folders op.Morgen zullen we het stadje verkennen.Vanavond zijn we te moe.
Indrukwekkend
om een boot doorheen al die sluizen te zien manoevreren.
We bezoeken
het kloosterkerkje.In het portaal ligt
een plannetje met uitleg over elk beeld, elk nisje, elke schilderij, keurig
genummerd, in 3 talen (Zweeds, Duits en Engels).In dat portaal liggen ook prachtig
geïllustreerde en dure boeken uitgestald, met prijsetiket.Er staat een kistje met een gleufje om het
geld in te deponeren.Er is niemandin de buurt te bespeuren die zou controleren
dat de betaling ook welgebeurt.
Binnen in
het kerkje vinden we nog meer uitleg.Het is alsof een gids je rondleidt en boeiend vertelt over de
geschiedenis van het gebouw.
Na wat zoeken en heen en weer rijden vinden we
het natuurpark Timmerö, op 7 km van Linköping.We willen van hieruit de stad bezoeken en daarna hier komen slapen.Voor we verder rijden wil ikNelly even de omgeving verkennen.Enkele minuten later snel ik terug naar
Vroem, waar René al lang zit te wachten om te vertrekken.Mijn verhaal is sterk genoeg om hem uit zijn Vroem te krijgen.Via een brugje bereiken we een hutje datuitkijkt over een meer, met zwanen.Een overdekte opening zorgt ervoor dat de
dieren ons niet opmerken.We kunnen ze
dus rustig volgen in al hun doen en laten.Je kan eeuwig blijven fotograferen in dit natuurgebied.
Het is druk
in Linköping.Overal trekken groepjes
1stejaarsstudenten rond met vragenlijsten, begeleid door 2de of 3dejaars.Op het programma staan ook spelletjes,
waarvan fotos worden getrokken.
Gisteren
begon het nieuwe schooljaar en akademiejaar hier in Zweden.
In deze
universiteitsstad treffen we meer terrasjes en restaurantjes.Ook hier vinden we buiten enkele kerkjes,
geen historische gebouwen maar wel veel ruimte en veel groen.
Het is nog
steeds aangenaam warm -24°-. Tot de avondschemering zitten we op een bank aan
het « zwanenmeer ».Dan
bevelen de muggen en knotjes ons om naar binnen te gaan.
Op weg naar het Götakanaal kunnen we niet weerstaan aan een omwegje naar
een vogel-uitkijktoren, nog steeds in het natuurreservaat Tåkern, zoals de
wegwijzer aangeeft. Massas eenden zwemmen hier rond. In de verte zien we zwanen, te ver om een foto ten nemen, maar duidelijk
te zien door de verrekijker.
Onze eerste halte aan het beroemde Götakanaal is
Borensberge. De 190km lange vaargeul
strekt zich uit van Göteborg via Karlstad tot Mem en verbindt alzo het Kattegat
met de Oostzee, met 46 bruggen en 58 sluizen lezen we in de brochure. Stel je voor : 58000 soldaten werkten 22 jaar
(1810-1832) aan het uitgraven van deze waterader met de schop! Al goed dat er wat meren tussen liggen, zodat
ze «maar» 87 km moesten
uitgraven.
Je kan dus helemaal van Göteborg naar Mem van de ene
zee naar de andere met de boot. De sluis in Borensberg wordt nog steeds maneel
bediend. Anders dan bij ons lijkt deze waterweg op een rivier, met kronkels, riet en eenden.
De info over over een oude glasfabriek maakt ons
nieuwsgierig, maar tot onze verbazing merken we dat de fabriek verbouwd is tot een
jeugdherberg.
Op weg naar Berg bezoeken we een vogel-uitzichttoren
in Västra Roxen -we kunnen het niet
laten: het staat zo veelbelovend aangegeven langs de weg, en het is ook
alweer mooi.
Berg is bekend om zijn 7 sluizen die achter elkaar
staan. Er moet zon 15 m hoogte worden
overbrugd. We bezoeken er ook het Vreta klooster uit de 12de
eeuw, of beter gezegd, de restanten ervan. Het klooster onderging het lot van vele historische gebouwen. Wanneer een of andere rijke heer het opkocht
verdreef hij de religieuzen en gebruikte de stenen voor de bouw van zijn
kasteel.
Het kerkje van het klooster staat er nog. Het werd geleidelijk verbouwd en vergroot. Het
pleintje doet dienst als Vroem-overnachtingsplaats.
We
picknicken in Nässja. We zitten op een
halve meter van het Vätternmeer. We
genieten van het geluid van de golven en kijken naar enkele zwemmers.
Op de kaart staat een wandelsymbooltje. We zijn van plan om na de wandeling hier te
blijven slapen. We zien zomerhuisjes maar geen wandeling, dus rijden we maar
verder richting Motola.
Vlakbij die stad
ligt een meer in een natuurgebied, "Saffran Torp», zoals de gelijknamige folder belooft,
compleet met kaartje en wegbeschrijving. Maar we geraken er niet. Voor we
het beseffen zijn we Motola voorbij op weg naar Nykyrka. Laten we dan maar ineens naar Linköping
verder rijden, met een tussenstop in Håleberget
Naturreservat, want daar zijn we volgens de gelijknamige folder vlakbij.
Geen meer deze keer, enkel bos. Het zoveelste bos, zou je zeggen, ware het niet dat dit bos ongeveer 12000 jaar
oud is. Dat merk je aan de bomen, de
planten, de mossen, aan alles. Na een flinke klim zien we in de verte het Vättern
meer. Het oude bos is aangenaam om te overnachten.
Vroem
krijgt een grasperkje voor Vroem alleen en wij krijgen een bankje.
We staan rustig, maar niet alleen, kijk maar
naar de fotos.
Terwijl
België kreunt onder een hittegolf doen wij het hier met een aangename 20
graden, maar we moeten er wel af en toe wat regen
bijnemen.
In
Alvastra bezoeken we de ruïne van een klooster uit de 12de eeuw. Het waren de cistercienzers die zich vanuit Frankrijk hier kwamen vestigen. Indrukwekkend hoe dit nog na 800 jaar redelijk overeind staat. Aan het klooster te zien leden deze paters m.i. niet erg onder de armoede.
De heilige
Brigitta verbleef hier ook regelmatig en kreeg op deze plaats visioenen. In die visioenen kreeg zij blijkbaar de instructies hoe de nonnen moesten gekleed gaan. Zij zorgde
er bijgevolg voor dat ook vrouwen konden toetreden tot een klooster. Ook over het aantal toegelaten kloosterlingen deed zij haar zegje. 85! niet meer en niet minder. De stichting van de Brigitta orde werd door de Paus Urbanus V goedgekeurd in 1370 : Ordo Sancti Salvatoris. Let wel, nonnen apart van de paters he, maar toch wel in een en hetzelfde klooster...!?
ps : de orde van Brigittines bestaat nu nog in Vadstena!
Een of andere koning eiste in de 16de eeuw het klooster op en gebruikte de stenen om zijn eigen kasteel te bouwen. Voorts gebruikte hij (en later zijn volgelingen) de weilanden voor de veestapel. (nu nog worden de landerijen in leengoed gebruikt, wel geen idee wie het pachtgeld opstrijkt)
Dergelijke
ruïnes vind je verspreid over heel Zweden. De rijkdom van de kerk in die periodes (12-13-14de eeuw) blijkt ook hier zeer goed zichtbaar.
Net als de « natuurpaden »
is hier ook een «kloosterpad», goed aangeduid en gedocumenteerd. (Benedictijnen - Dominicanen - Franciscanen)
We slaan
onze voorraad eten weer in en overnachten opnieuw in het natuurcentrum Tåkern, bij de eenden, enkele Duitsers
en enkele Zweden. Tot nu toe maken de eenden het meeste lawaai
Het is
21 uur en de temperatuur is gezakt tot 19,5 graden. Van het thuisfront vernemen
we temperaturen van 35 gr. en meer, «en morgen wordt het nog warmer».
Te warm? Kom dan toch naar Zweden! Gewoon doen!
Na een
ontbijt onder de bomen bezoeken we het natuurcentrum. Een videofilmpje toont
ons hoe de verschillende vogels geringd en gewogen worden. Aan de volgende stand kunnen we de trekroute van
zowat alle vogels bekijken. Er valt hier enorm veel te beleven.
Net als alle
andere centra en infohuisjes word je met beeld en geluid meegenomen naar de
wonderen van de natuur. Kinderen krijgen hun eigen, op maat gemaakte
infostandjes. Voor de allerkleinsten werd een kleurrijk hoekje voorzien.
Met een
massa folders onder de arm al deze plaatsen willen we zeker bezoeken
verlaten we het gebouw.
We
rijden naar Rök. Hier staat een 2,5 meter hoge runnensteen.Hij dateert van 800
NC. Met zijn 700 tekens bevat deze steen
de langste runnentekst van de wereld. Verschillende borden vertellen hoe de
mensen in die tijd leefden. Naast de volledige vertaling van de tekst lezen we
het vermoedelijke levensverhaal van de persoon die deze woorden ooit schreef.
Vele mooi geïllustreerde folders liggen klaar om mee te nemen.
Het lieftallige kerkje dat erachter staat,
werd pas veel later gebouwd. Even vermelden Op het kerkhof bij een kraantje
hangen aan een metalen rekje 3 plantengieters, een borstel, een grote schup en
een metalen bakje met schupjes en handborsteltjes. Handig toch voor de
bezoekers van het kerkhof ? Tenminste als iedereen na gebruik het
materiaal netjes op de juiste plaats terugbrengt wat hier blijkbaar gebeurt
want er is geen enkel haakje leeg.
We
rijden naar het "Omberg Natuurreservat", waar we voor Vroem een plaatsje vinden aan
het Vätternmeer. We wandelen door het bos tot aan de rotsige afgrond en
genieten van een prachtig uitzicht over het rimpelloze water.
De avond
is nog aangenaam warm, zodat we buiten kunnen eten, met zicht op het meer. De muggen schitteren door afwezigheid. Af en
toe maakt een libelle een tussenlanding op onze arm of schouder. De wesp die in
de wijn was gevallen toont geen interesse meer. Die mag de verdere avond rustig
haar roes uitslapen. We houden
ons fototoestel klaar voor een kleurrijke zonsondergang boven het meer, maar de
wolken aan de horizon beslissen daar anders over.
We
genieten van de stilte bij de avondschemering. Zelfs het zoete water lijkt te
moe om geluid te maken
We
doen boodschappen in Boxholm. Dit stadje
kan je vergelijken met een Belgisch provinciestadje. Maar het plaatsje waar we
picknicken,in een parkje bij een vijvertje, heel dicht bij het centrum, geeft de indruk van een verlaten dorpje, ver
van de buitenwereld.
Waar je ook bent in Zweden, overal zijn rustige plekjes. We
rijden via Väderstad naar Glanäs in het natuurreservaat Tåkern. Het ligt aan een uitgestrekt meer dat dezelfde
naam draagt. Rond dit meer willen we een wandeling maken, zover als we
aankunnen. Maar de borden vertellen ons
dat we ons bevinden op een beschermd gebied voor vogels.
Bij het meer mogen we
niet komen. Vóór ons zien we paadjes, gemaakt van plankjes en zorgvuldig
afgebakend. Er is een observatiecentrum met allerlei info en verrekijkers om de
vogels te observeren, net als in Store Mosse. Hebben we al
gehad », merkt René een beetje ontgoocheld op. Steeds
verder volgen we het «plankjes-pad», dat door het diepe moeras
loopt. Het wegje leidt dwars door het
hoge riet, nu eens door weilanden, dan weer over plassen. We zien en horen
vooral eenden die in kolonies op dit meer verblijven en onder luid gekwaak in
groepen overvliegen. Tussen het riet tjierpen enkele vogels. Af en toe laten ze zich zien
maar ze gunnen ons niet de tijd voor een foto.
Zwijgend stappen we verder, om
de betoverende sfeer niet te verbreken. We
bereiken een «dorpje», dwz een kerkje en enkele huisjes. Een
koffiehuisje met terrasje verwelkomt ons bij deze warme dorstige wandeling.
Helaas is het tot 17 uur open de klok wijst 20 na 5. Maar de uitbater merkt ons
op en wenkt ons naar binnen. Eigenlijk zijn we gesloten want op dit uur zijn er geen
wandelaars meer. Maar op deze uitzonderlijk zonnige dat maken we wel een
uitzondering. Willen jullie iets drinken ? » . ja ! We
willen niets liever ! wat smaakt dat lekker fris.
Op de
parking van het natuurgebied sijpelen de bezoekers één voor één weg. Dan zijn
we alleen met Vroem. We voelen ons hier «gasten» in het rijk van de
vogels. Nieuwsgierig
kijken de muggen door het gaas van het dakvenster naar binnen. Maar Vroem laat
ze er niet in. Ze hebben al genoeg pret gehad, daarstraks in het riet.
We
drinken koffie en ontbijten op het stand. De golven schitteren als sterren in
de ochtendzon. De lokroep van de « zee » wordt steeds sterker en René
wordt onrustig. Wanneer hij een andere camperbewoner ziet zwemmen is hij niet meer te houden. Hij
schiet zijn zwembroek aan en neemt een frisse duik in de dansende golven. Dat
doet zon deugd! In geen tijd voelt hij zich helemaal opgeladen en herboren.
We
rijden naar Aneby, waar we picknicken aan een meertje. In het dorpje valt niet
zoveel te beleven. Maar in het toeristisch bureau vinden we een
parkeerschijf! In Tranås parkeren we Vroem aan een
jachthaventje en verkennen de stad. Ook hier veel ruimte, veel groen en veel
bloemen. Wat ons
overal in Zweden opvalt is de
hoffelijkheid van de automobilisten. Wanneer je loopt in de richting van het
zebrapad -dus je bent nog op het
voetpad aant wandelen stoppen ze al. Als je dan aankomt aan het zebrapad
staat die auto daar al zon 15 seconden op je te wachten. Natuurlijk knikken we
dan « dank u » en zij knikken vriendelijk terug. Dat « graag
gedaan » menen ze echt, terwijl wij in België denken «ja ja, haast
je nu maar;».
Bij onze
terugkomst zien we ons Vroemetje in het gezelschap van twee grote broers. De
bootjes leggen aan en de wandelaars gaan
naar huis.
De avond die over het stadje valt gaat langzaam over in een rustige
nacht.
We
bezoeken Jönköping. Deze stad ligt in het uiterste zuiden van het Vätternmeer.
Met zijn 135 km lengte en 128 m diepte is dit het vijfde grootste zoetwatermeer van de wereld. In Västernas vinden we een mooi
rustig plaatsje aan het strand, op 6 km van Jönköping. De krachtige golfslag geeft de indruk dat je
aan zee bent.
De
wandeling naar de stad is echt de moeite waard. Er loopt een wegje langs het
strand, doorheen het Rosenlundsbakarna
Naturreservaat. Het is zonnig en aangenaam warm om te wandelen ook hier roepen
de donkerrode, rijpe frambozen je toe om geproefd te worden.
En nu iets heel speciaals, echt Zweeds, wat bij ons ondenkbaar is. Op regelmatige afstand van elkaar vinden we een soort brievenbusje, vastgebonden aan een boom. Er liggen boeken in, die er gebruikt uitzien. Vanboven kan je het openklappen en gewoon een boek eruit halen. Op het busje staat de vermelding: "ruil een boek". " Die proef moesten we bij ons in België eens doen!", lachen we vrolijk, "Het experiment zou hoogstens één uur duren..." Maar het is wel een milieuvriendelijk en een mensvriendelijk idee. Thuis hebben wij zoveel boeken liggen die we niet meer lezen en die te goed zijn voor de schroothoop. Kenden we maar mensen die net die boeken zo graag willen lezen, we zouden ze onmiddellijk weggeven.
Wanneer
we Jönköping binnenwandelen zien we een ijskraam, waar mensen heel geduldig
op zijn Zweeds in een lange rij staan aan te schuiven. Hier moet het zeker
lekker zijn. Dus wij voegen ons bij de de anderen. En we worden rijkelijk
beloond : nog nooit zo lekker ijs gegeten Hou je mijn ijsje eens even vast, vraagt René. Maar
de lekkernij druipt eraf. En, wat doe je
dan?
Net als
Malmö heeft Jönköping geen stadskern.
Behalve enkele kerken vinden we geen historische gebouwen. De stad heeft wel
veel groene zones en de straten zijn breed. Dat geeft ons een indruk van ruimte en rust. In Malmö hadden we
dat ook al ervaren.
Zodra we
een toeristisch bureau vinden vragen we weer naar een parkeerschijf. Tevergeefs,
« Een parkeerschijf kunnen we jullie niet geven want hier zijn enkel
parkeerautomaten.
Onze
indruk over de prijzen in de restaurantjes moeten we bijstellen. De prijzen
zijn hier hetzelfde als bij ons in België. Zo komen we tot de vaststelling dat
bij ons wel echt alle prijzen zijn
gestegen.
Op de
terugweg blijven we hangen in een rozentuin, de bloemen ruiken heerlijk in de
avondzon.
s
Avonds zitten we aan het strand en kijken naar de zonsondergang. Een warme gloed omlijnt de horizon en brengt alle mogelijke kleurschakeringen
van rood naar paars, onder het ritmisch geruis van de golven.
Vandaag, maandag, is werk- en wasdag! Al weten we niet goed meer wat dat betekent.
Alle batterijen moeten nu weer worden opgeladen van onze pc, de gsm's en de fototoestellen. Het wasgoed ligt, na wat heen en weergeloop naar de wasplaats, weer netjes opgevouwen in de kast. De blog is bijgewerkt en we hebben nog enkele foto's toegevoegd.
Morgenochtend krijgt Vroem vers water en mag het waswater weglopen. Dan zijn Vroem en wij weer helemaal klaar om verder te reizen.
Ondertussen genieten we nog van het mooie uitzicht van het vijvertje met zijn eendjes, dat we vanop ons kampeerplekje zien schitteren in de zon. Nelly schiet enkele kiekjes, en ze doet dit behoorlijk, kijk maar...
We
hebben alweer ons slaaprecord gebroken: van gisteravond 10 uur tot vanmorgen
half 9!Vroem is zò goed verduisterd en
de stilte was zò compleet. Zelfs de vogels waren vergeten de zonsopgang aan te
kondigen.
We wandelen
door het natuurgebied «Store Mosse». Het bestaat uit bossen, moerassen en meren,
een ideale plaats voor vogels. Er staat een luxueuse uitkijktoren. Op het
eerste verdiep hangen borden boordevol info over de geologische aard en de
geschiedenis van de streek. De drie volgende verdiepen bieden een panorama en
de mogelijkheid om vogels te observeren. Maar waar zijn ze ??
Drie
kilometer verder ligt een soort educatief centrum. De mooi geïllustreerde
infoborden nemen ons mee naar de vroege ijstijd en vertellen over het ontstaan
van alle planten en dieren. Een sterke verrekijker staat gericht op de
oneindige vlakte om de vogels te observeren. René ziet hiermee twee kraanvogels, maar met het blote oog valt er nauwelijks iets te bespeuren. Er is
nog veel meer moois te zien, Verschillende microscopen staan ter beschikking van de bezoekers samen met heel wat materiaal om te bestuderen. Er staat ook verse koffie en thee, faire-traide en
biologisch, «uit respect voor de natuur en het milieu», staat erbij vermeld. De Zweden kennen blijkbaar iets van de natuur en gaan er prat op dat ze in staat zijn tot het instand houden van fundamentele ekologische processen.
In één
van de folders over het natuurgebied lezen we het volgende: "volgens de legende
kan jein het zuidelijk deel van Stora
Mosse, in Södra Svänö, in de avondschemering de elfen zien dansen". Hé, dat is
nu net de plaats waar wij vannacht zo goed geslapen hebben! En waar waren wij
toen het schemerde??. Toen waren wij al in Vroem onder de wol. De elfen hebben
zonder ons moeten dansen
We
wandelen heel de weg terug naar Vroem en jawel we zien waarachtig één vogel in levende lijve!
Tot onze grote verrassing blijkt het een Vlaamse Gaai te zijn! « Zou die hier ook
met vakantie zijn? » , vragen we ons af. « Of zou hier een "Zweedse"
Vlaamse Gaai wonen? ». De Zweedse
Wickapedia kent hem en noemt hem neen, niet « Vleumse Geuj », maar « nötskrika ».
« Skrika » betekent « schreeuwen », « nöt » betekent « rund »
en ook « noot ». Kies maar.
Nu, tegen de avond, staan
we jawel ! op een camping in Smålandstenar. We betalen 220 kronen (ongeveer
27) per nacht. Niet goedkoop. Maar de camping is zeer comfortabel. De douches
zijn ruim, ze lijken kleine badkamertjes. Er is ook een keuken met alle
voorzieningen. Wasmachine en droogkast mogen we gratis gebruiken. In Spanje
kostte een overnachting op een camping 20 euro, maar elke wasbeurt kostte nog
eens 5 euro. Onze berg wasgoed maakt hier nog een goedkope camping van.
Wanneer
je in het gastenboek schrijft, kan iedereen lezen hoe leuk of hoe saai je onze
blog vindt. Als je niet graag hebt dat jan en alleman jouw reactie leest, klik
dan op « reageren ». Je reactie komt dan aan op ons emailadres en
alleen wij kunnen lezen wat je schrijft.
Dit was
het dan voor vandaag. Slaapwel en tot de volgende keer!
Wie beweert er dat Scandinavië duur is? De prijzen in de suppermarkt liggen rond de
Belgische prijzen, of zijn slechts iets duurder. Dat betekent dat bij ons de
laatste jaren de prijzen in de hoogte zijn gegaan Aardbeien bijvoorbeeld zijn
hier te koop voor 20 tot 25 kronen, ongeveer 2,5 tot 3 euro, net als bij ons.
Ze zijn donkerrood en smaken lekker en zoet, zonder overrijp te zijn. Kleren
zijn even duur of iets duurder dan in België. Maar de zomerkoopjes zijn
goedkoper en je krijgt er mooie kleren voor, geen afdankertjes. Het inkomen van de Zweden ligt echter hoger dan dat van ons. Restaurants zijn duurder. Voor 160 tot 200 kronen (20 tot 25 ) krijg je dan wel een supper-verzorgde maaltijd, dat hebben we langs de terrasjes gezien. Maar dan heb je er nog niets bij gedronken. Een glas kost
gemakkelijk 5 tot 6 euro. En dat zijn dan de goedkopere restaurants. Wij
schrikken even van die prijzen, terwijl de Zweden volop genieten van een etentje.
In Vänamo maken we van de gelegenheid gebruik om een parkeerschijf te zoeken. In het
benzinestation waar we gisteren stopten verwees men ons naar een krantenwinkel.
Dus combineren we dat met een wandeling door de stad. Groot is onze verbazing
wanneer we merken dat alle winkels al dicht zijn. Het is zaterdagnamiddag, 16
uur. De openingstijden vermelden tot 13 uur of 15 uur voor een zaterdag. Na wat
zoeken vinden we toch nog een klein winkeltje dat open is. Nelly haalt haar
beste Zweeds boven en vraagt waar we een parkeerschijf kunnen vinden. De
winkeliers worstelen zich door hun beste Engels en vertellen dat dit niet nodig
is. « Dan betaal je de parkeermeter toch?». «Jamaar, soms staat er
geen parkeermeter, maar er staat wel vermeld dat je er bijvoorbeeld twee uur
mag blijven staan». «Dan blijf je 2 uur staan en daarna ga je
weg.»
De winkeliers zien er niet-Zweeds uit. Misschien zijn het buitenlanders die hier
nog niet lang wonen. Dus vragen we het opnieuw in een warenhuis dat ook open
is. Daar antwoordt men hetzelfde. «Als je in een stad komt waar een
parkeerschijf nodig is, dan ga je die best daar zoeken».
We zien in deze regio
ook geen politie.
We houden halt in Södra Svänö, in het Nationaal Park «Stora Mosse», waar we
midden in het bos een plaatsje vonden, net groot genoeg voor Vroem. De nacht
hult zich in een volmaakte stilte, die zelfs door de vogels gerespecteerd wordt.
We bezoeken Linnébygden in Råshult-Älmhult. Hier staat het geboortehuis van de wetenschapper Carl von Linné. Van zijn vader erfde hij de kennis en de liefde voor planten.
Von Linné bestudeerde de planten en bracht ze naargelang hun eigenschappen onder in groepen. Zijn geboortehuis en de tuinen rondom zijn bewaard gebleven in hun oorspronkelijke staat. Je vindt hier 800 verschillende soorten bloemen, ecologische gekweekt. We herkennen kruiden van bij ons, zoals goudsbloem, kaasjeskruid, hyssop, slaapmutsje, wilde anjer, enz Ze staan neen, ze stralen in groepjes en laten duidelijk zien met hoeveel zorg en passie ze geteeld zijn.
De tuin omvat weilanden en een uitgestrekt loofbos. Het gras wordt met de zeis gemaaid en het maaisel dient als voedsel voor de bodem. Al het onderhoudswerk gebeurt in functie van het ecologisch evenwicht.
Het geboortehuis van Von Linné werd ingericht met attributen uit die tijd. De andere gebouwen op het erf werden omgedoopt tot musea. In een koffiehuisje kan je iets drinken en een lekker stukje taart of koeken eten. Heel het aanbod is van biologische oorsprong en zelf gebakken.
We rijden verder richting Jönköping. Aan een tankstation bij Ljungby is een plaatsje met een opschrift: vatten(water). Er staan emmers met borstels voor de autoruiten, en een gieter. Er is ook een kraantje. Een dame komt water nemen voor haar hond. Dus kunnen wij toch ook water nemen voor onze Vroem? Enkele 5 liter-kannen later is zijn dorst gelest.
Het is 18 uur en we zijn blij dat we niet nog helemaal naar Eksjö moeten, de dichtstbijzijnde camperplaats waar we water kunnen innemen.
We rijden tot even voorbij Vittaryt en nestelen ons in Kåre Hamn, bij het eiland Bolmsö. Hier is een klein jachthaventje. Ons vuil water moeten we nu nog kwijt en onze vuile was hoopt zich op. Een wassalon is hier niet te vinden. We zullen dus toch eens naar een camping moeten Dat stellen we steeds maar uit, want vrij kamperen is toch zo leuk.
Na wat sukkelen met de GPS vinden we een idyllisch plekje in Gustavfors, enkele kilometers voorbij Oshult.
We wandelen rond een meer, omzoomd door bloemen, de waterlelies schitteren in het zonlicht. Op sommige plaatsen lijkt de natuur wel een park dat werd aangelegd.
Langs de paadje staan frambozenstruiken. Hun rijpe vruchten hangen uitnodigend aan de takken. Hmmm lekker!
Wanneer we bij onze terugkomst Vroems luifel kunnen opentrekken, kan onze dag niet meer stuk. We genieten van het zonnetje van het terrasje Chez Vroem. Wie durft er nog beweren dat Zweden een koud land is?
Voor het eerst kunnen we buiten eten ?
De zon wordt zwakker en de schaduwen langer. Het is muggen-uur! Vlug naar binnen en het gaas voor de ramen naar beneden. Eén beestje is nonchalant mee naar binnen gekomen. Maar die kunnen we nog wel de baas.
In mei 2009 maakten we een rondreis door Zweden en Noorwegen. We verkenden de Höge Kusten, vandaar ging het naar Västeras, Umea, Arvidsjaur, ArjeplogJockmock, Kvikkjokk, Gallivare.
Nadat we even een omwegje maakten naar het ijshotel in Kukkasjärvi trokken we
naar Kiruna, Kebnekaise en Abisko. In Ritzgränsen staken we de Noorse grens
over voor een bezoek aan Vesteralen en Lofoten. De Noorse fjorden haalden we
niet meer want we moesten na vijf weken onze gehuurde camper terugbrengen. Het
was een prachtige reis maar we hadden de enorme afstanden toch schromelijk
onderschat.
Deze keer willen we niet alleen reizen, maar ook genieten. Zolang het ergens mooi en goed is willen we in
dezelfde omgeving blijven.
Vandaag verlaten we Skåne en
rijden richting Växjö, dat ten zuiden van Jönköping ligt. Onderweg zoeken we
een plaats waar we water kunnen nemen. Zulke plaatsen met faciliteiten voor de
camper vind je overvloedig in Frankrijk en ook in Spanje en Portugal. Maar in
dit camperland bij uitstek is geen enkele dergelijke plaats te bespeuren.
Spijtig, want het is gemakkelijker om onderweg even bij te tanken dan helemaal
naar een camping of camperplaats te moeten rijden.
We overnachten in Oshult, bij
Pjätteryd, even ten noorden van Älmhult. We staan op een goed onderhouden weide
bij een meertje. Er is een toilet en een vuilnisbak. Er hangt een soort
brievenbus met een kaartje waarop vriendelijk gevraagd wordt om 50 kronen in
het busje te stoppen. Dergelijke plaatsen kennen we nog van onze vorige
Scandinaviëreis.
De muggen dansen vrolijk rond
de camper. Maar we slagen erin om ze buiten te houden. We genieten van een
frisse, rustige nacht.
Wat hebben we weer goed
geslapen! Het lijkt wel alsof we op reis veel beter slapen dan thuis.
Terwijl Vroem de wacht houdt
aan de rand van Vittemölla Strandbackers Naturreservat, wandelen wij naar
Höga Stenar, een aantal menhirs die boven op een heuvel in een kring staan. Eerst even schuilen voor een
regenbui, maar dan sijpelt de zon door bomen en struikgewas en alles ruikt
heerlijk opgefrist. Onderweg zien we konijntjes.
Na wat zoeken vinden we, midden
op een hoge vlakte, een groep stenen. We twijfelen of ze dezelfde zijn als die
op de foto van de folder, want het paadje er naartoe was onherbergzaam en we
zijn niemand tegengekomen. We keren terug langs het
prachtige strand, dat er zo rustig bij ligt. Ook in Portugal, in Nederland en met
wat geluk in Spanje zijn de stranden nog puur. Wat is er toch met onze
Belgische kust gebeurd
René geeft toe aan een
onweerstaanbare drang om in de zee te gaan. Fototoestel klaar houden, denkt Nelly, zo dadelijk wordt hij door een golf overspoeld en wordt dat tafereel meteen vastgelegd voor de blog.
Dat gebeurt
niet, want de zee is zo kalm, hoewel het boven op de heuvel zo hard waaide. Op de parking aan het
natuurgebied vertrekken de wandelaars één voor één met hun autos. dan staat
Vroem er nog alleen. Of toch niet? Een uur later krijgen we gezelschap van
koeien. we kijken uit over een golvend
landschap.
In de verte schittert de zee in de zon, aan de andere kant zijn
bossen. Een dikke regenwolk komt dreigen, maar besluit op de valreep om de
andere kant op te gaan. In de schemering bedenken we
dat deze dag alweer in een flits voorbijgevlogen is.